„Er groeii een boom in Het postvervoer in Noord-Holland voortaan per autobus De leuze s Avonds gepost s morgens besteld blijft onverkort gehandhaafd Medicijn r AMSTERDAMS PODIUM Boodschap van een nachtegaal uiT de met mat maanlicht doorfilterde duisternis van de Amsterdamse nacht rijst, als een geweldige bunker, het Binnengasthuis op. Met er omheen de kleinere bunkers, fortificaties en kazematten van de huizen der mensen. Er zijn nogal wat verlichte ramen in die grootse bunker, en men moet er maar niet aan denken waaróm ze dat zijn, omtrent één uur na middernacht. Men kan veel beter denken aan dat andere licht dat voorbijschiet: dat van een grote touringcar, waarvan een gezelschap buitenlanders gebruik maakt om de allernieuwste VW- stunt te ondergaan: „Amsterdam-la-Nuit", „Amsterdam-bij-Nacht". Aan d« stemming in die glimmend-glanzend voorbijglijdende touringcar ontbreekt niet veel, als men de plezierige en feestelijke gezichten der mensen ziet, die er in ztten. Er z ij n dus nog mensen die plezier maken en feest vieren. Die de nacht inrijden met een touringcar, die hen naar de kleine feestelijke karavanserais brengt, waar men even aan het barre leven van de dag kan ontglippen. Waar men bü light music en soft talks voor een paar uur Zuid-Korea kan vergeten, en, zo men wil, ook Noord-Korea. En de toekomst onzer kinderen. En die onzer maatschappij van morgen. En al onze verantwoordelijkheden die ons zwaar drukken in het zevende jaar na de feestelijke bevrijding. Ja, waarin ontglipt men beter aan het leven dan in zo'n touringcar, die door de Amsterdamse nacht jaagt, rechtaan op licht, roes en vergetelheid? Het lied man dz aaide, PU /rti ma r- A l middagpost. waarvoor in ruimer mate maar centrum is Vprmnpftpliik Juni Voordelen en nadelen OP HET MATJE President-pianist ZATERDAGAV /T0 - r 1 •ynïii.vf-ï-j,-niuiii,■•y-fiv- (Van onze speciale verslaggever). £R IS EENS EEN TIJD GEWEEST, dat sommige lieden een bepaalde po litiek in een bepaald land goed praatten met de dooddoener: „Maar de treinen lopen nu tenmmste op tijd». Het was een (goedkope, maar soms zelfs nog effectvolle) politieke speculatie op de ons Nederlanders aangeboren zin voor orde en nauwgezetheid. Die is een tweede natuur van ons geworden. Het ganse maatschappelijk leven in ons land is ervan doortrokken. Neem daar nu bijvoor- beeld zoiets eenvoudigs als het bezorgen van een brief. Gistermiddag werd die in Uithuizermeden op de bus gedaan. Vanmiddag kreeg dat moedertje in Tuitje- horn die op papier gestumperde gedachten van haar zoon uit Uithuizermeden al op het gangmatje. Misschien zelfs al vanmorgen. Hoe dit kunststukje vol bracht wordt, och we denken er niet eens over. We weten, dat het in orde komt. Zelfs al zouden we bijgeval vergeten hebben de tiencents-postzegel in de rechter bovenhoek van de enveloppe te plakken. COMS is er plotseling aanleiding eens even stil te staan bij die bijkans feilloze organisatie van onze Poste rijen. Zo nu, omdat de post behalve nauwgezet en ordelijk, ook efficiënt wil werken. Efficiënt. Dat wil zeggen, dat geen elf cent voor het bezorgen van uw brief berekend zal worden, zolang men kans ziet, natuurlijk met nog wat meer moeite en zorg, het werk te volbrengen voor zes cent of een dubbeltje. Mogen wij u vertellen, dat het bijna voor dat dubbeltje niet meer gekund had? Ook voor de Posterijen is het een dure tijd. De lonen van het personeel zijn (gelukkig) hoger dan weleer. De kosten van materialen aanzienlijk bo ven het niveau van nog maar enkele jaren geleden uitgekomen. En daarom stond ook hier de leiding voor de vraag, hoe de eindjes aan elkaar te knopen. Het ware natuurlijk verreweg het eenvoudigst geweest, wanneer gezegd zou zijn: „Het spijt ons wel, maar we kunnen niet meer rond komen. De ta rieven moeten maar omhoog". Het pleit voor de Posterijen dat men deze eenvoudigste oplossing niet gekozen heeft. Dit is een kwestie van verant woordelijkheidsbesef. Verantwoorde lijkheidsbesef tegenover de Nederland- te gemeenschap. En zo is men gaan zoeken naar mo gelijkheden om het kostencijfer van deze knappe en uitgebreide organisa tie, die Posterijen heet, naar beneden |)E JONGEMAN leek wel iets op een van die hupserige honden, die geen raad weten met hun slungelige poten. Toen hij binnentrad, struikelde hij over de dorpel en ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn, als ons rechtszaaltje nu eens versierd Ware geweest met een collectie tapij ten van het Beheersinstituut. Maar enfin, Wilhelmus stond dan ten slotte ordentelijk met heel z'n doorgeschoten sla-figuur voor het hekje en de grif fier las 'm de levieten op strenge toon uit een dagvaarding, die er niet om loog. U was loopknecht b% IJsbrandse en u hebt dozen chocolade-repen ont vreemd? Af en toe een stukkie, meneer de rechter, 'k Had honger. Vijftig repen per week voor de honger? Me zussie dee mee. Die is nogal klierachtig. Aanvankelijk begreep de rechter weinig van het verband tussen ge stoorde klierfuncties en het nuttigen van chocolademaar de jongen zei, dot de magnetiseur het had voorge schreven. Vier repen op de nuchtere maag met een glas karnemelk en de schil van een halve citroen en vier repen voor het naar bed gaan. Ze knopt er lekker van op. De rechter vond zulks een felicitatie Waard, maar het ontvreemden van chocoladerepen ten bate van gemagne tiseerde zusjes dient gestraft. Wat dacht méneer d'officier ervan? Nou, dat werd atoomartillerie! Met verst alle lopen op magnetiseurs, wa terkijkers en aanverwante onhebbe lijkheden. Dat recept leek naar niks en het mensdom wilde nog altijd be drogen zijn. Kwatta op je nuchtere maag de officier gruwde er van als Ware het alsem en edik. Wilhelmus ving te wenen aan, toen er een eis van drie weken schuurtje bonen zijn hoofd kwam te hangen Maar de rechter neusde nog wat in de papieren en streek eens door zijn in andermans zonde en misdrijf vergrijs de haren. Het blanco strafregister deed het 'm. Het werd een boete van 25 gulden en twee weken voorwaardelijk. En de echode moet aan IJsbrandse vergoed Worden volgens een afbetalingsschema van een rijksdaalder per week. „Ga "tet je zusje naar een behoorlijke arts", zei de rechter nog met een toon van vaderlijk vermaan. De jongen knikte. Bij de deur strui kelde hij weer over de dorpel. KAKEL te drukken. Dat was niet gemakkelijk. Maar er is een gaatje gevonden. Per bus goedkoper j^EN HEEFT ZICH namelijk afge vraagd in hoeverre eigen vervoer wel verantwoord is. En wat was het resultaat? Wel, dat postvervoer per autobus naar tal van kleinere plaatsen in de provincie aanmerkelijk goedko per zou zijn dan eigen vervoer. En toen is natuurlijk een nieuw ver voersplan uitgewerkt. Een plan, dat in de eerste plaats aan het te handhaven eigen vervoer hoger eisen zou gaan stellen en in de tweede plaats leidde tot postvervoer per autobus. De reorganisatie geschiedde stap voor stap. Ook al, omdat voor de och tendpost andere moeilijkheden over wonnen moesten worden dan voor de middagpost, waarvoor in ruimer mate openbare middelen van vervoer dispo nibel waren. Wat betreft het autobusvervoer, is een eerste proef in Noord-Holland ge nomen in Waterland, waarvan Purmer- end het centrum is. Dat was op 2 Oc- tober 1949. Voor het middagvervoer werd toen de Naco ingeschakeld. Die proef is geslaagd. En zo werd op 17 Juli 1950 ook het ochtendvervoer van de postzakken in dit gebied op dezelf de wijze geregeld. Na Purmerend kwam 4 September van het vorig jaar de Haarlemmer meer aan de beurt en 6 November d.a.v. Hoorn, welks postkantoor cen trale verzamelplaats is voor vrijwel alle inkomende en uitgaande post van West-Friesland. Jongste vervolg van deze postvqrvoer-reorganisatie-roman zien we spelen in het gebied rond Schagen tot aan Den Helder. Op 16 April j.1. verschenen de grijze postzak ken in dat gebied in de luxe Naco- bussen. Ook gebied Alkmaar Thans resteert van geheel Noord- Holland nog maar één gebied, waar het eigen vervoer nog gehandhaafd bleef. Dat is het gebied, waarvan Alk- President Truman speelde onlangs ter gelegenheid van de opening van de nationale muziek-week in de V.S. een stuk, dat hij bijna zestig jaar geleden had ingestudeerd! maar centrum is. Vermoedelijk Juni of Juli zal ook daar de autobus wor den ingeschakeld. Geheel voor de mid dagpost, gedeeltelijk voor de ochtend post. Alkmaar is het laatst aan de beurt gekomen, omdat dit het drukste centrale kantoor is van de hele pro vincie. Het is niet alleen een centrum voor de omliggende plattelandsge meenten, maar eveneens een centrum voor de ressortkantoren in de gehele kop van Noord-Holland. Het i6 ook naar deze stad, dat zich de nachtpost auto beweegt, die van Amsterdam iedere ochtend heel in de vroegte ver trekt, omdat er op dit spoortraject geen geschikte nachttrein loopt en de Posterijen onherroepelijk waar willen maken de leuze ,',s Avonds gepost, 's morgens besteld". Dat deze nacht-postauto op haar te rugweg naar Amsterdam ingeschakeld wordt om nog steeds in de vroegte van iedere dag de in Alkmaar uitge zochte post voor Bergen, de Egmon- den, Bakkum. Limmen, Castricum, Akersloot en Uitgeest te bezorgen bij de kantoorhouders in die plaatsen, het is een voorbeeld van efficiënt werken, dat thans bewaarheid zal worden. Iets later Wat zijn nu de gevolgen van deze reorganisatie voor ons gewone bur gers? Wel, dat in zestien dorpen in de omgeving van Alkmaar aanstonds de ochtendpost iets later op de mat zal komen te liggen en in zes gevallen iets vroeger. Dat „iets" is in het on gunstigste geval vijftig minuten. Ons dunkt wel een overkomelijk bezwaar, waarop het grote financiële voordeel van autobusvervoer voor de posterijen niet mag stranden. De middagpost zal in elf gevallen iets later bezorgd wor den en in tien gevallen iets vroeger. Het grootste voordeel is echter, dat in tal van dorpen, waar nu de laatste buslichting wel wat erg vroeg in de middag moet geschieden, nu de laat ste buslichting uren later gesteld kon worden. Neem nu bijvoorbeeld Oude en Nieuwe Niedorp. Daar was de laat ste buslichting 's middags om tien mi nuten vóór vieren. Dat kan straks om streeks zes uur worden. En zo zijn er meer dorpen. In niet minder dan 23 gemeenten rond Alkmaar zal de laat ste buslichting op een later tijdstip kunnen vallen dan op dit ogenblik. In Slechts vijf gemeenten op een vroeger tijdstip. Dit vroeger zal niet zijn een kwestie, van uren, of zelfs maar één uur. Nee dat is ten hoogste omstreeks een half uur. Dat half uurtje hebben de bewoners van Tuitjenhorn, Aker sloot, de Egmonden en Warmenhuizen stellig graag over voor de burgers van de drie en twintig bevoordeelde ge meenten. JAE TIEN, twaalf verlichte bus-ven stertjes schieten snel als een reepje film voorbij en dan is die touringcai er al niet meer. Maar de bunker van het Binnengasthuis staat er nog steeds en óók de verlichte vensters staan nog even strak en onverbidde- lijk-grimmig tegen de muur. En men moet in het voorbijgaan toch even denken, dat het een groot verschil maakt of men achter zulke vensters ligt, of zit achter die andere, die van de touringcar. Voorbij een der vensters verschui ven wat schimmen. Er wordt nog ge werkt. Misschien lossen alleen maar een paar verpleegsters elkaar af. Mis schien speelt zich in dat ogenblik daar het grootste wonder des levens af: de geboorte van een nieuwe mens. Mis schien ook sterft er een kind. Of mis schien is een chirurg bezig het leven van iemand vast' te houden. In zo'n Binnengasthuis van Amsterdam ont glipt nogal wat leven aan de handen van die grote tovenaars, die men chirurgen noemt. Er zijn niet veel mensen in de wereld, lijkt ons, waar men meer eerbied voor moet hebben dan voor chirurgen. Omdat er zoveel leven vermorst wordt en omdat zij het trachten vast te houden. En omdat wij wel eens zo'n chirurg bezig zagen, op de drempel tussen dood en leven. Zo'n man, die achter het wegglippend leven van een mens aanjaagt, met z'n handen en z'n hersens. Die het grijpen wil, eer het voorgoed wegzinkt. Om dat wij eenmaal dat onbeschrijflijke, opwindende moment meemaakten van zo'n woordeloze, harde, verbeten strijd in een stille witte kamer, waar Kleine mensen contra harde werkelijkheid id J gETTY SMITH's roman „A tree grows in Brooklyn" ook in het Neder lands verschenen onder de titel „Er groeit een boom in Brooklyn" is niet voor niets een best-seller geworden. Het boek heeft alle eigenschappen, die een gemakkelijke populariteit garanderen: het is vlot en luchtig geschre ven, een snufje sentimentaliteit hier, een vleugje sexuele openhartigheid daar, wat lichte humor, veel anecdotes, en verder zijn de hoofdfiguren toege rust met zoveel sympathieke levensmoed, dat ze boven hun dagelijkse zorgen en problemen uitgroeien. De titel is dan ook symbolisch: Brooklyn is een trieste volkswijk van New-York, een vervallen steenwoestenij zonder fleur, waar tienduizenden kleine luyden hun armetierig en zorgelijk sleurieventje leiden; levend groen ontspruit er niet aan het asfalt en de keien, waarmee er de straten geplaveid zijn; en een boom kan daar slechts groeien in de ver beelding van hen, die zich verzetten tegen de dreigende afstomping en hun leven daar, ondanks alle mistroostigheid en misère, nog zin en inhoud weten te geven. f TIT LITTERAIR oogpunt mag dit boek van Betty Smith dan al waar deloos geschrijf zijn, ziet men echter voorbij aan alle goedkope anecdotes, en aan alle oppervlakkigheden, die hier met opgeschroefd en het leven miskennend optimisme te berde ge bracht worden, dan blijkt wel dege lijk onder het vele banale sentiment nog een kern van waarde te schuilen: namelijk het oorspronkelijk uitgangs punt, dat een mens uit bewuste le vensaanvaarding een innerlijke zeker heid en rijkdom kan verwerven en een geestkracht, die hem opgewassen doet zijn tegen <je triestheid en ellende van het leven en hem het kostelijke van dat leven onafhankelijk van mate riële tegenspoed kan doen ervaren. Dit element uit Betty Smith's roman kreeg een sterk accent in de verfil ming, die Elia Kazan van dit boek maakte en die onder dezelfde titel: „Er groeit een boom in Brooklyn" thans uitgebracht wordt. £LIA KAZAN is een regisseur, die zich in meer films begaan toonde met de gewone mens en zijn nijpende sociale problemen. In die mate zelfs dat hij zich twee jaar geleden het in Hollywood zeer ernstige odium op de hals' haalde, al te links georiënteerd te zijn. Hij werd uitgenodigd, zich te rechtvaardigen voor de commissie tot bestrijding van on-Amerikaanse acti viteit. Maar hij weigerde, door zich daar te gaan verdedigen de indruk te vestigen, dat er voor een beschuldi ging tegen hem mogelijk grond zou kunnen zijn. Men boycotte hem toen lange tijd, maar hij werkte door, voor zover hem de mogelijkheid gelaten word. En langzamerhand begint men hem in Amerika toch weer te aan vaarden. Want hij is inderdaad een be langrijke regisseur, wiens werk zioli vèr houdt van het droomfabriek- product. Hij maakte geen films van goedkope illusies met kastelen voor de gewone man en schijnluxe, maar ba seert al zijn werk op de realiteit. Daarbij beschikt hij over een vermo gen om zich zeer kernachtig in dui delijke beeldtaal uit te drukken. Zijn zeer scherpzinnig gemaakte film „Boomerang" was daar een voortref felijk voorbeeld van. „Er groeit een boom in Brooklyn" verhaalt van een arbeidersgezin, dat enkele vertrekken bewoont van een huurkazerne in een New-Yorkse volks wijk. De man is een zingende kellner, die slechts nu en dan werk heeft en schijnbaar zonder veel verantwoorde lijkheidsbesef er op los leeft, zijn toe vlucht zoekend bij de alcohol en bij gulden fantasieën, ver van de werke lijkheid. Op de vrouw is heel de zorg vóór het gezin met de twee jonge kin deren komen te rusten. Zij moét dag en nacht zwoegen, om de povere eind jes aan elkaar te knopen. Centraal in het verhaal van de film staat de fi guur van hun dochtertje Francie, dat maar moet trachten zich in het leven staande te houden. Ze ervaart de grimmigheid en de bitterheid ervan, zoals haar moeder, die in haar harde strijd om liet simpele materiële be staan te gronde dreigt te gaan, en streeft er daarbij tevens naar om wat geluk te puren uit haar fantasie, zo als haar vader, die door de kracht van Dorothy McGuire en James Dunn als het echtpaar, dat tegen de triestheid vam zijn kommervolle beslaan vecht, in de film „Er groeit een boom in Brooklyn". zijn fantasie de strjjd met die werke lijkheid heeft aangebonden. De vader kan die strijd niet tot een goed einde brengen; de moeder, die de luchthar tigheid van haar man aanvankelijk verafschuwt, gaat na zijn dood zijn houding begrijpen en waarderen en uit beider voorbeeld ten slotte vindt de dochter een eigen levenshouding, waarmee ze innerlijk kan zegevieren over de triestheid van het bestaan. £)IT HOOFDGEGEVEN is in de film bijzonder fijnzinnig uitgewerkt, althans in het eerste deel; want van het moment af, dat dit dochtertje haar illusie verwerkelijkt ziet om een elite school te mogen volgen, gaat de sen timentaliteit juist iets te veel de over hand krijgen. Maar voordien is de film bijzonder teer van sfeer, intelli gent en fijntjes behandeld door regis seur Kazan, die in zijn milieu-teke ning heel zuiver en raak kan zijn. Af en toe gaat het anecdotische wat grof overheersen zoals in de scènes met de wat ordinaire en lichtzinnige tante Sissie, goed gespeeld overigens door Joan Blondell maar over het geheel genomen ademt deze film een welda dige atmosfeer. Dat is vooral ook te danken aan het spel van James Dunn als de vader, wiens luchthartige opper vlakkigheid uiteindelijk een vrij tragi sche vermomming blijkt van een heel subtiele levenskunst, en van Dorothy McGuire, een sympathieke en zeer be gaafde actrice, die van de figuur van de steeds tegen de harde werkelijk heid te pletter lopende, altijd maar zwoegende en slovende moeder een zeer aangrijpende verschijning maakt, ontroerend teder getekend en intens navrant. Regisseur Kazan weet ten slotte ook van de kinderen in deze film natuurlijk en voortreffelijk in de sfeer van het geheel passend spel te 'erkrrjgen. Vooral de jeugdige Peggy Vnn Garner geeft in het eerste en zui- 'erste deel van de film ais het meisje francie ontroerend teer en bloesemend ■pel te zien. Als geheel blijkt zo deze ilm „Er groeit een boom in Brook- yn" inniger en eerlijker dan het boek, .vaaraan ze ontleend werd, en om de zuiverheid waarmee hier het in ieders leven heersende conflict van mense lijke illusie en ontnuchterend kille werkelijkheid getekend is, alleszins het mm waard. LONG-SHOT. in ook de dood stond: heel zeker, heel eenzaam en heel zichtbaar. Maar hij, de dood, ging heen met lege handen. En vol en warm en verrukkelijk levend bleef het leven behouden in de handen van die ander. Zie, zoiets vergeet men niet meer en zo ontstaat eerbied. Men denkt aan die dingen, aan het voorbij glippende leven in die touring car en aan ander wegglippend Leven, ergens achter zo'n mat-verlicht raam van het Binnengasthuis. En dan gaat men weer verder en probeert aan an dere dingen te denken. aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii I -I ■li J-jET IS heel stil geworden, zo stil als alleen een Amsterdamse gracht om één uur middernacht kan zijn. Er is nu geen verkeer meer. In alle bun kers slapen de mensen, in hun zolder kamers en sousterrains, overal in die stapeling cellen en barakken, die sa men Amsterdam-bij-nacht vormen. Elk geluid is gestold en opgedroogd. Alle duizend stemmen van Amsterdam-bij- dag zijn verstild. Op één na: die van een nachtegaal, die heel alleen ergens aan de gracht bij het Binnengasthuis zit. Ver bo ven de verschaalde geuren van warm asfalt, olie en benzine. Boven alle stof en rook en stank van de dag. Hij zit daar alleen tussen de aarde en de sterren en fluit. Men moét daar wel naar luisteren, want die nachtegaal is aan 't zingen alsof hij heel Amsterdam wil doen ontwaken. Hoe is het mogelijk dat één zo'n kleine vogel zoveel geluid voort brengt! Het is eigenlijk een wonder op zichzelf, dat zo'n kleine, in 't don ker kantwerk van een tak verbor gen vogel door zó te zingen niet uit elkaar barst. Want het is geen fluiten meer, dit is bazuinen. Die vogel is een kleine Beethoven. Ik zou die kleine nachtegaal wel eens willen vragen waaróm hij daar te zingen zit aan die gracht, een uur na middernacht. Dat weet er geen. Als men het de mensen zou vragen, zou den ze zeggen: hij zingt een kleine vriendin naar zich toe. Of: hij zingt alleen ter afbakening van z'n gebied. Dat is natuurlijk niet waar. Als je 't hem vroeg zou hij heel even verbaasd ophouden met z'n jubelend Hooglied en zeggen: ik zing mijnheer, omdat ik zo verschrikkelijk blij ben, dat ik leven mag, vannacht. En omdat het weer gauw morgen is en ik mor gen misschien dood zal zijn. En omdat hier bijna niemand meer zingt, om dat er bijna alleen nog maar tranen zijn, in Amsterdam en in de wereld. En omdat iedereen zo bang is joot morgen en banger nog voor overmor gen. En ik zing, omflat de sterren zo licht zijn, de hemel zo hoog is en de aarde zo schoon. En omJat het ,.>v -n voorbij is, weggeglipt, eer je het weet. En mag ik nu weer ^jorzin cn. mijn heer? Ik heb geen tijd om niet te zin gen, dat begrijpt U wel. Dan zingt hij door, de kleine Beetho ven en de vreugde en het leven laaien eruit en vullen opnieuw boordevol de nacht van Amsterdam. £N DIT, vrienden, is waarschijnlijk het beste wat wij elkaar hebben door te geven, de boodschap van de kleine nachtegaal, die zó verschrikke lijk blij was dat hjj leven mocht, dat hij haast adem te kort kwam om er van te getuigen. Omdat zijn wereld ónze wereld is. Er is meer wijsheid in het zingen van die nachtegaal danin de boeken van de mensen, hun redevoeringen, hun verklaringen, hun politieke en so ciale programma's en in al hun uitge dachte systemen. Het is niet mogelijk over zoiets niet te schrijven. Net zo min als die nach tegaal zwijgen kon die nacht. En wie weet, lezers, vloog nooit een eerlijker en wijzer gast een Amsterdams Podium op, dan die nacht bij de bunker van dat grote Amsterdamse ziekenhuis. ANTHONY VAN KAMPEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 7