Amerikaanse communisten duiken onder Indonesië gaat een zware weg Kruiswoordpuzzelaars aan de slag! Het nieuwe boek Er werden twee matrozen ziek J NAAR VASTE GROND Feest om onszelf Veiligheidsdienst houdt niettemin hun gangen scherp in het oog Het gevaar van een vijfde colonne is bekend Pauselijke garde plechtig beëedigd MIJNHARDTJES: sterke bestrijders van pijnen Tl KoAt u&iAocd Tekort aan goede bestuursambtenaren wreekt zich Groeiende waardering voor Nederl. prestaties EXAMENOPLEIDING £EN LANGE RIJ van feestdagen ligt achter ons. Kerstmis en Pasen zijn reeds lang voorbij. Maar ook de He melvaartsdag en de beide Pinkster dagen zijn weer om. We herdachten de verjaardag van onze Koningin. We herdachten de gevallenen van de twee de wereldoorlog en vierden opnieuw de bevrijding. Een imposant aantal feestdagen binnen een luttel tijdsbe stek. Je zou zo zeggen, dat de men sen na het vieren van al deze belang rijke data toch wel in hun diepste in nerlijk zullen zijn veranderd. We zul len niet trachten dit vermoeden op z'n juistheid te toetsen. Beter lijkt het om met enkele woorden duidelijk te ma ken, waarom juist het Pinksterfeest een goede afsluiting mag heten van deze vele vieringen. Wat alle feesten, behalve juist i het Pinksterfeest, karakteriseert is, dat ze betrekking hebben op een gebeuren buiten ons. Met Kerstmis, wanneer we in gedachten 't nieuw geboren Kind groe ten, zijn we dankbaar voor deze manifes tatie van Gods liefde onzerzijds. God schenkt ons in 't Kind z'n liefde. In geheel andere vorm. namelijk in de vorm van het Kruis, ontmoeten we in de Lijdens- tijd hetzelfde. Weer zijn we dankbaar voor Gods liefde, ons in Christus' dood openbaar. Wanneer dan met Pasen de opgestane Heer terug keert naar de aarde, die hem uitstootte, buigen wij ons voor de derde maal voor een han deling Gods ten opzichte van ons. En de Hemelvaartsdag past in hetzelfde kader. Wanneer wij, buiten het strikt gods dienstige terrein tredend, de gevallenen en de bevrijding herdenken, staan wij opnieuw stil bij een gebeuren, dat aan ons voltrokken is. Zij die vielen in de laatste oorlog, hebben daarmee het beste wat zij hadden, voor ons geofferd. De bevrijding was overwegend een daad van dapperheid van anderen, waarvan wij de vruchten dankbaar hebben geplukt. En zelfs de verjaar dag van onze Vorstin past in ditzelfde schema. Bij al deze feesten en herdenkingen hebben wij liefde ontvangen. Anderen gaven iets aan ons. Dat iets hebben wij dankbaar aanvaard. We zijn er ver heugd bm geweest en vierden feest. Maar het voorbije Pinksterfeest valt definitief uit dit kader. Want hierbij wordt niet aan ons iets geschonken. Of althans: dit aspect heeft niet de meeste nadruk. Hoofdzaak is, dat wij iets terug geven. Zij werden allen ver vuld met de Heilige Geest. Dat is het Pinksterthema. Laten we er allereerst om denken, dat hier gesproken wordt van Heilige Geest. Zonder in specula ties te vervallen mogen we veilig zeg gen, dat Heilige Geest wel zeer ver schilt van onze geest. Pinksteren spreekt dus van een nieuwe, van een goddelijke of hemelse Geest. Dat niet alleen. Met nadruk lezen we, dat er mensen met deze Geest vervuld werden. Dat betekent dus zo ongeveer, dat 4e betrokkenen tot in de diepste kern van hun wezen wer den omgezet. Of beter gezegd: deze mensen zelf zijn nieuw geworden. Hier staat God niet meer buiten hen, zoals met Kerstmis of Pasen. Hier is God in hen. Gods stellen van de liefdedaad met Kerstmis, met de Goede Vrijdag, met Pasen en Hemelvaart, heeft nu een antwoord gekregen. Gods liefde is beantwoord door wederliefde. Hoezeer daarom ook overtuigd van de gave Gods die van buiten komend met Pinksteren ons vervult, centraal staat desondanks, dat wij nu nieuw zijn, vervuld van een andere Geest, van een Heilige Geest. Daarom vieren we met Pinksteren feest om ons zelf Dit feest om ons zelf en om de nieu we mens die in de extase van Pinkste ren centraal staat, heeft directe conse quenties. Voordien was het thema steeds: God komt met liefde tot de mensen. Na Pinksteren wordt het thema: Ik ga, vervuld met Gods liefde, tot de mensen. Ik ontvang niet langer, maar ik mag geven. Ik vraag niet lan ger, maar ik mag uitdelen. Ik behoef niet langer bij de kribbe of het Kruis te staan. Want wat God met kribbe en Kruis bedoeld heeft, is het weer woord van u, van mij. En dat weer woord geven we met Pinksteren, wan neer we blij zijn met en om ons zelf. vernieuwd als we zijn tot in de diep ste kern. Nog zijn er iqpnsen die hongeren naar liefde. Die in hun eenzaamheid uitzien naar het warme woord, de hel pende hand. Pinksterfeest betekent: Ik ga met liefde tot die hongerende, die eenzame. Daafom is Pinksteren de waardigste afsluiting van de rij van feesten. Want als het waarlijk Pink steren is, dan is het vrede, overal. (Van onze correspondent te New York) „AMERIKAS Communistische Partij is ondergedoken". Met deze woorden heeft J. Edgar Hoover, het hoofd van Amerika's Federal Bureau of Investigation een persbeschouwing geopend, waarop het voor en tegen van de huidige over heidscampagne tegen alle communisten van alle kanten werd bekeken. Het pro bleem is voor Nederland niet nieuw. Het komt vrijwel overeen met de laat-der- tiger jaren toen de NSB met slechts een handjevol aanhangers 'n effectieve vijfde colonne voor de toekomst kon vormen. Er was voordien wel sprake geweest van een overheidsactie tegen de N.S.B., maar daarmee was het doeltreffend op treden van de saboteurs In de Mei-dagen van 1940 nauwelijks de kop Ingedrukt. £)E AMERIKANEN zijn terdege door drongen van het gevaar van een ge organiseerde vijfde colonne of sabotage groep. Men deed daarmee ervaringen op zowel aan het eind van wereldoor log I (toen Duitse saboteurs arsenalen in de VS in de lucht lieten vliegen) als gedurende de afgelopen oorlog. Volgens J. Edgar Hoover (niet te verwarren met Amerika's oud-president Herbert Hoo ver) is dit o.a. één der redenen, waar om men thans zo straf optreedt tegen communisten. „Indien de communistische partij een politiek lichaam was. dat er louter naar streefde nationale oogmerken te berei ken, dan zou 't moeilijk zijn tegen deze partij op te treden", aldus Hoover. „Zij zou dan op soortgelijke rechten kunnen staan als democraten en republikeinen. De communistische partij is echter een wapen in de hand van een buitenlandse mogendheid. Gedurende de afgelopen twintig jaren heeft zich niet één geval voorgedaan, waarbij de politieke „lijn" van Amerika's communistische partij afweek van het formeel door Moskou gepropageerde beleid. Iedere nuance werd overgenomen. Getuigenissen in het proces tegen de elf leiders der par tij, dat verleden jaar in New York is gevoerd, hebben deze inzichten ten vol le bevestigd. Er is dus geen sprake van dat de communistische partij kan wor den beschouwd als een binnenlandse politieke partij. Men wil immers de huidige regering omverwerpen en de Amerikaanse tradities vervangen door de voorschriften van het Kremlin. De z.g. Smith Act van 1940 stelt het voor staan van het omverwerpen van de constitutionele regering van de VS tot een strafbaar feit. Vandaar, dat wij mettertijd krachtige actie voeren tegen alle vormen van communisme". Het kleinste kwaad? IAE VRAAG kwam daarbij op, of men de positie van i eze partij in feite niet versterkte door haar ondergronds te jagen. Ook vroeg men zich af, of het totaal aantal Amerikaanse communisten in feite zó klein is, dat het nagaan van de bewegingen van celleden verloren moeite is in verhouding tot het betrek kelijk weinig kwaad, dat deze commu nisten misschien zouden kannen stich ten. Met dit laatste punt was J. Edgar Hoover het stellig oneens. „Er is in derdaad", zei hij, „een betrekkelijk klein aantal werkelijke communisten. Wij schatten het aantal hunner op pre cies 43.217. Doch hoezeer zij ook over vele delen van het land mogen zijn verspreid, zij vormen in oorlogstijd wel degelijk een gevaar. Er zijn niet veel mensen nodig om paniek te zaaien, water-reservoirs te vergiftigen, valse geruchten in omloop te brengen. En dat zijn nog betrekkelijk onschuldige vor men van sabotage". „Wij zijn goed op de hoogte van wat er thans in de communistische partij leeft", vervolgde Hoover. „In de eerste plaats heeft men iedereen uit de partij (Advertentie, Ing. Med.) Een pittoresque opname tijdens de plechtige eedsaflegging van een aantal recruten voor de beroemde Pauselijke Zwitserse garde. weggezuiverd over wiens loyaliteit ook maar de minste aarzeling bestaat. Dit betekent uiteraard, dat het zaad van het wantrouwen onder hen is uitge zaaid. Dat alleen reeds maant tot voor zichtig optreden. Een andere groep le den heeft opdracht gekregen zich op non-actief te stellen, teneinde onge stoord t.z.t. weer te kunnen opduiken en instructies uit te voeren". Uiterlijk vertoon. „pE communisten, die zich op het ogenblik officieel nog als zodanig uitgeven, doen dat slechts bij wijze van uiterlijk vertoon, omdat men de partij formeel niet wil laten doodbloeden Lidmaatschapskaarten zijn de laatste drie jaar niet meer uitgegeven en het aantal openbare bijeenkomsten is zien derogen verminderd. Partijgroeperin gen, die nog niet zo lang geleden een man of honderd omvatten, zijn thans teruggebracht tot 5 6 partijleden. En het is daarbij onze indruk, dat men niets meer zwart-op-wit durft stellen en met elkaar in contact treedt door middel van koeriers". Er waren nog twijfelaars, die het on waarschijnlijk achtten dat 43.000 com munisten veel kwaad zouden kunnen stichten. ..Dit cijfer", aldus Hoover, „geeft niet het uiteindelijke getal aan. Men kan hiermee slechts aangeven het aantal communisten, dat tot vóór een jaar of drie een lidmaatschapskaart in de zak droeg. Daarnaast zijn er nog de „sym- pathiserenden", de verkapte communis ten, de naiëve idealisten, die het com munistische aas hebben ingeslokt en de opportunisten, die in staat zijn zich op het laatste ogenblik bij een dergelijke beweging aan te sluiten. Gaat men deze cijfers schatten, dan komt men uiter aard op aanzienlijk hogere getallen. Het is onze indruk, dat er tegenover elk partijlid tien mannen of vrouwen uit deze andere categoriën zijn, die be reid zijn om het vuile werk op instruc tie van Moskou te verrichten. Een half milioen saboteurs is wel een macht om in het oog te houden". Zorgvuldige controle. 7ULKS doet de F.B.I. dan ook met man en macht. Er zijn in de VS ruim 5000 F.B.I.-agenten in de weer. Sommigen, als de New Yorkse fotografe Angela Calomiris, die niet lang geleden haar „partijgenoten" voor een New Yorks gerechtshof aan de kaak stelde, zijn vrijwilligers. Hoewel het uiteraard on mogelijk is om de gangen van elke com munist na te gaan, staat het wel vast, dat F.B.I.-mensen zich op strategische punten in de communistische cellen hebben verschanst. Veel kwaads kun nen de volgelingen van* Moskou niet in de zin hebben of de contra-spionnage krijgt er de lucht van. De contra-spionnage heeft, volgens Hoover. een dubbele uitwerking. Nu de communisten niet langer aan de weg kunnen timmeren, wordt een aantal „vertrouwde" leden aangewezen om spionnage-diensten te verrichten voor tal van Russische instanties. „Over het algemeen heeft het Ame rikaanse volk een levendig begrip ge kregen van de communistische techniek Het frappantste treedt dit naar voren, wanneer men de positie der communis ten in de vakverenigingen beziet", al dus Hoover. „De communisten waren uitmuntend getraind, zij wisten terdege welke lijn zij bij elke vergadering moes ten volgen en menige communist werd in een leidende positie verkozen. Dit behoort thans nagerfoeg tot het verle den. Er moge hier en daar nog een communist in een vakvereniging door slippen, de arbeidersbevolking, als groep, is niet njinder doordrongen van het communistische gevaar dan enige andere Amerikaanse bevolkingsgroep. Hier doet zich een treffend geval voor van effectieve voorlichting". De Amerikaanse arbeider heeft het beeld voor ogen, dat !n de Sowjetunie de industrieën weliswaar het „eigen dom" van de arbeiders zijn, doch dat slechts de directeuren zich kunnen ver oorloven er een auto op na te houden; in de V.S. zijn de arbeiders niet in het „bezit" van de industrie, maar wel van de drommen auto's die men op de par keerplaatsen van de fabrieken vindt! Horizontaal: 1. zuig- of perstoestel: 5. slag; 9. stuk grond, huis; 11. Vogel; 12. eetgerei; 13. getij; 15. vrijbuiter; 17. lidwoord; 18. soort bij; 20. bitter vocht; 21. schrijfgerei; 22. insectenetend zoog- diertje; 24. nevel; 25. recht van voor keur; 26. lat; 28. leidsel; 31. onder richt; 32. smerig hok; 34. afgemat; 35. reeds; 36. Mohammedaanse bijbel; 38. bekende motorraces; 39. zoogdier; 40. halsbont; 42. stralenkrans; 43. medicus; 44. delfstof. Verticaal: 2. bloedverwant; 3. teken- 4. stad in Tsjechoslowakije; 5. woes tijnschip; 6. bewerkte dierenhuid; 7, indien; 8. gard; 10. gedroogd druifje 14. kleinigheid; 16. geestelijke; 17, dwingeland; 19. zangnoot; 21. onmeet baar getal; 23. haarkrul; 24. voorzet sel; 26. lijfeigene; 27. ruid; 29. voor zetsel; 30. lengtemaat; 32. richting; 33, verboden; 36. gezellige praat; 37. Eur opeaan; 39. voertuig; 41. zangstem. Voor de oplossing zie men ons num mer van Dinsdag. „Welen en Kunnen In deze bekende serie zijn onder de nummers 238 en 242 bij de N.V Uilgevers- Maatschappij "„Kosmos" twee boekjes ver- achenen. die de liefhebbers van planten en bloemen gaarne zullen lezen. Van mevr Muller—Idzerda is er „De plant in huis een werkje dat in zeer OCTcnopte vorm de bekendste en enige minder bekende plan- ten voor de woning beschrijft. De schrijf- ster geeft vele nuttig wenken en adviezen en de talrijke afbeeldingen naar foto's maken het boekje --er aantrekkelijk. He' zal voor velen een practische gids zijn. Zo is het ook met het boekje van G Kromdijk. die speciaal adviezen geeft voor „Het kweken van kruiden in eigen tuin". Voor de amateur-kwekers me' e door de mooie foto's en afbeeldingen ten prettig bezit. gOMBER waren de gedachten, die Jan Harmsen door 't hoofd gingen, toen hij met de loodsafhaler de pieren in voer en uitdrukkingloos was de blik, waarmee hij over het schuimende wa ter keek. Twee uur geleden was hij zich nog vrolijk aan het klaar maken voor de vliegtuigreis naar Brussel, naar zijn Lisette. Plotselinge ziekte vat; twee matrozen had echter al zijn mooie plannen voor het driedaags verlof ir. een doen storten. Hij moest varen! Mokkend keek hij naar het water, dat door de harde wind over de pier werd geslagen en zag daarin een visioen van zijn Lisette, wachtend op het vliegveld van Brussel, de haren wap perend in de wind, de blauwe ogen stralend van een diep verlangen. Dat hij het nu juist moest zijn die deze pech had! Enfin, wat hielp het, hij had er maar in te berusten. Enkele uren nadat Jan aan boord van de loodskotter was gestapt, wakkerde de wind tot stormkracht aan. In plaats van binnen te vallen bleven de sche pen, ver van de gevaarlijke kust, be ter weer afwachten. Kapitein Zwart keek bedenkelijk naar de vervaarlijke rollers, die de loodsboot venijnig deden slingeren. „Den Helder en Hoek van Holland hebben de dienst gestaakt, 't Is eigen lijk onzin, dat we hier nog buitengaat- blijven". Jan, die stil voor zich uitstarend net roer ield, ontwaakte uit zijn apathi sche -estand en keek de schipper vragend aan. Deze trok aan zijn pijp en keek in gedachten naar de regen die zwiepend tegen de ruiten sloeg ,,'t Is windkracht acht tot negen. Jlh moeten op een Spaanse boot wachten, die zonder kolen zit en de haven niet kent". Jan fronste zijn voorhoofd. Hij wist wat het betekende om met dit weer een loods af te zetten. Na alle pech ook dat nog TEGEN middernacht, toen de storm, de loodsboot met huizenhoge golven te lijf ging en gierend door 't want floot, kwamen de slingerende lichten van de Spanjool in 't zicht. Even weifelde kapitein Zwart nog. Moest hij zijn mensen in dit weer wa gen? Er was geen andere keus, daar, een halve mijl verder, waren ook men senlevens op 't spel. Zonder loods zou die boot groot gevaar lopen tegen de pieren te pletter te slaan. Nadat met de sirene signalen gewis seld waren kwam het bevel. „De jol strijken!" Jan had geen angst, maar hij wist wat er ging gebeuren, toen hij de jol inklom. Het was zijn torn. Samen met Douwe Gijssen moest hij de loods overbrengen. In een halve orkaan. Dat was iets anders dan naar Lisette te vliegen. Toen de jol los was en de motor ging draaien nam meteen een hoge golf het notedopje op en trok het weg van het moederschip, in een diep zwart dal van water. Vastberaden hield Jan de helmstok vast en tuurde door de duisternis naai de dansende lichtjes, die steeds even zichtbaar werden als een hoge roller hen ophief. Het koude water sloeg over het bootje en deed zijn ogen branden. Als een schim zat Douwe bij de mo tor en op de voordoft zat Visser, de loods. Ogenschijnlijk rustig maar in nerlijk gespannen. Er hing zoveel van af. Als ze eerst maar langszij van de Spanjool waren. Ze kwamen er, ze werden er naar toe gegooid. Toen ze achterlangs naar de leikant gleden begon een ander moei lijk karwei. De loods moest aan boord. Hoe dit ging kon Jan naderhand niet meer precies navertellen, hij had al zijn aandacht nodig om te voorkomen, dat hun bootje tegen de ijzeren scheeps romp te pletter werd geslagen. Pas toen Visser „All right!" schreeuwde, wisten ze dat het gelukt was. Nu te rug ^LS nu de wind naar 't noord westen uitschiet zijn we voor de haai en, dacht Jan. Met wrange ironie keek hij naar hun zwemvesten. Als ze met die notedop kapseisden kraaide er in dit aardedonker geen haan meer naai Arme moeder en Lisette.... Maar de jol hield het. Met de buik helling vol water werden ze tien mi nuten later opgepikt en stapten, met drijfnat glimmend oliegoed, aan dek. Schipper Zwart gaf hen een harae klap op de schouder?, die meer zei, dan duizend woorden en de kok liei hete bouillon aanrukken. (Van onze correspondent te Djakarta). pjETT NIEUWE Indonesische kabinet, dat nu reeds enkele weken geleden werd samengesteld, heeft nog maar weinig van zich laten horen. Een der redenen hiervan Is wellicht, dat de regering voor een aanzienlijk deel uit ge heel nieuwe figuren bestaat, die zich ten aanzien van hun ministeriële taak eerst enige t(jd dienen te oriënteren. En die taak is voor elk hunner van ont zaglijke omvang. Ieder land heeft in deze tijd zijn problemen en moeilijkheden. In het bijzonder voor Indonesië zijn die enorm groot en ze stapelen zich voort durend op. De grondoorzaak ligt in het gebrek aan voldoende bekwame, er varen en energieke krachten, in staat om deze problemen te overzien en op de juiste wjjze aan te pakken. tenaren en deskundigen op allerlei ge bied ,in de laatste jaren gedwongen of vrijwillig naar Nederland zijn terugge keerd, zonder dat daar een aanvoer van nieuwe krachten tegenover stond. Men hoort dit tegenwoordig dikwijls open lijk beweren. Velen geven toe, dat het tempo van de vooruitgang niet alleen hierdoor is geremd, maar dat men zelfs hier en daar de helling dreigt af te glijden. Dat men iets dergelijks uit de mond van vooraanstaande Indonesiërs kan vernemen, vormt overigens op zichzelf reeds een bewijs voor het feit, dat de sentimenten hier beginnen af te slijten voornamelijk in de grote cen tra. Het werken moet worden ge leerd. F)E AFWEER, welke men eerst tegen de Nederlandse adviezen en hulp be toonde begint plaats te maken voor waardering. Uiteraard betekent dit geenszins, dat men de neiging zou ver liezen zelf te doen wat men kan en zelf de zware verantwoordelijkheid van 's lands bestuur te dragen; doch men komt geleidelijk aan tot inzicht, dat dit een taak is, die geleerd moet wor den en waarbij eerlijk-bedoelde advie zen dikwijls zeer welkom zijn. En wat de loyaliteit der hier levende en wer kende Nederlanders betreft, d.w.z. hun welgemeende bedoeling om het nieuwe» Indonesië in zyn opbouw te helpen en te steunen ook daarvan geraakt men hoe langer hoe meer overtuigd. Een band, die weliswaar nooit helemaal verbroken was, maar die toch op zeke re ogenblikken wel eens uiterst breek baar en delicaat is geweest, begm weer hechter te worden. Men bemerkt het aan allerlei kleinigheden en bij loze persoonlijke contacten. Dit is zon der twijfel een verheugend en bemoe digend teken, al lost het de problemen en moeilijkheden, waar dit land elke dag mee geconfronteerd wordt, niet op- Want het manco aan voldoende, insP' rerende figuren biyft bestaan. Voor n deel valt dit manco ook te wijten aan het gepolitiseer, dat hier sinds de vei krijging der nationale vrijheid, voo talrijke intellectuele Indonesiërs ee geheel nieuw en aantrekkelijk spel m grote mogelijkheden vormt, maar &e welk intussen van de weinig besc'1 bare krachten vele aan de werkelij beid van het dagelijks maatschappeilJ leven onttrekt. In dit verband ia langdurige kabinetscrisis voor 'and volk van Indinesië ook van zeer w nig voordeel geweest temeer nu als r sultaat daarvan een regering is vormd, waarvan men ook in Indon sische kringen een minder krachtig rechtlijnig beeld verwacht, dan door. INDONESIË is een natie, welke een geheel nieuwe aera van ontwikkeling ingaat, met een bevolking van minstens tachtig millioen zielen, maar beschik kende over slechts een „handvol" in tellectuelen, die in staat zouden zijn in deze ontwikkeling de weg te wijzen en een stimulans te vormen. Achter hen staat een vrijwel inerte, goeddeels anaiphabetische massa, wellicht in staat, bepaalde gemakkelijke leuzen te bevatten, maar niet of althans nog niet om te beseffen, dat de toekomst zal inhouden, wat zij er zelf van maakt. Tienduizenden leven kennelijk nog steeds in de veronderstelling, dat na de revolutie en de bereiking van het „merdeka" het manna vandaag of mor gen wel vanzelf uit de hemel over de kampongs en dessa's zal neerdalen. Het is dit gemis aan werkende en stimule rende krachten, welke denkende In donesiërs steeds meer doen betreuren, dat zoveel bekwame Nederlandse amb- Boekhouden M.O. en M B A. RESA - HILVERSUM Bekende Schriftelijke Cursus (Advertentie, Ing. Med.) Niet veel later rolde Jan in zijn kooi en, gewiegd door het slingerende schip, sliep hij zijn acht uur rusttijd uit. Toen hij gewekt werd en het dag licht door de patrijspoorten zag schij nen waren zijn eerste gedachten bij Lisette. Zouden ze haar nog bijtijds het telegram gestuurd hebben? Alg, die twee matrozen niet ziek wa ren geworden zou hij nu in het gezel lige huisje van moeder Franske heb ben geslapen. En Lizet zou hem thee hebben gebracht met lekkere eigei v- bakken koek. Hij rekte zich uit en sprong uit zijn kooi. Toen hij boven in het logies kwam dwaalde wazig zijn blik in 't rond tot hij het ochtendblad zag lig gen. Zo, de loodsafhaler was er dus al geweest. Hij liep naar de krant en pakte hem op. Jneens sperde h(j ztjn ogen wjjd open. Goeie genade, hoe was dat moge lijk Trillend las hij de vette koppen op de voorpagina. En dan het verplet terende bericht; „Het lijntoestel, dat gisteravond om zes uur van Schiphol naar Brussel ver trok, is even voorbij de Belgische grens in moeilijkheden geraakt. Bij de noodlanding, die daarop volgde, is het toestel m aanraking gekomen met een hoogspanningskabel en brandend neer gestort. Er zijn helaas geen over levenden geborgen". Meer las hij niet, hij legde wezen loos de krant naast zich neer. Moei zaam realiseerde hij zich, dat dit het toestel was, dat hem naar Lisette har. moeten brengen1 be- reeds enigszins ervaren en uit zeer kwame namen bestaande regeri s Natsir de laatste t(jd gedemonstreerd werd. Men moet niettemin hopen, ook onder de nieuwe ministers ta ten schuilen, die niet alleen voor technisch-ministeriële taak berek zijn, maar die bovendien door woor voorbeeld de massa zullen opwekk* tot de enige weg, die Indonesië kan gaan, wanneer het niet door P perisme en desorganisatie in het c munistisch moeras terecht wil 0 namelijk: de weg van harde. beid, sobsre levenseisen en in ï11', M gemeen zin voor nuchtere zake (p"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 8