Nederlandse predikant gaat
eerlang naar Amerika
Engelse dame lichtte offerblokken
in de Franse hoofdstad
Twente, een land van folklore
en grote schoonheid
„Tante Pos' verwerkt per dag
vijf millioen brieven
Haar katten hadden zo n honger
Verpauperde ridder van
het Legioen van Eer
Verleden en heden reiken er elkaar de hand
Contrasten en verrassingen
Beroep vloeit voort uit vroegere studie overzee
Hij werd reeds eerder
aangezocht
Ze worden naar alle windstreken verzonden
Machines helpen haar
sorteren
Hei goede hart der Parijzenaars
(Van onze correspondent te Parijs)
DF FRANSEN eten kikvorsen, maken drukke bewegingen met hun handen en
kussen elkaar voortdurend. Dat zeggen tenminste de Engelsen. Ieder volk
generahseert graag de dingen, die het bij andere volkeren ziet. De Fransen
denken en zeggen van de Engelsen ook dingen, die men beter niet herhaalt.
Laten we dus maar verzwijgen wat de Fransen over de Engelsen in het alge
meen zeggen en alleen hun mening over oude Engelse dames weergeven: ze zijn
benig, hebben paardetanden, zijn slecht gekleed en zijn vreselijk gek op dieren.
Natuurlijk is dit ook al een generalisering, want er zijn ook veel dikke en
elegante oude Engelse dames, die niet zo gek zijn op dieren. Maar in het onder
havige geval heeft de generalisering gelijk. Het geval betreft Frances.
gemakkelijk toegankelijk en de tech
niek van de beroving is heel eenvou
dig: een stokje met lijm bestreken is
voldoende.
De strenge arm der wet
J^E politiemannen, die de kerken be
waken, lieten hun oog op Frances
vallen en het duurde dan ook niet lang
of ze legden de arm van de wet op
haar schouders en spraken de woor
den, die politieagenten in de hele we
reld in zo'n geval spreken: „Gaat u
maar eens mee". Het gevolg was een
stroom van tranen op het politiebureau
en een huiszoeking in Frances' woning.
Er werd geen geld gevonden, maar
wel katten; zoveel, dat de commissaris
het opgaf ze te tellen. Ze zagen er
goed doorvoed uit en als ze hadden
kunnen spreken, zouden ze de com
missaris beslist gesmeekt hebben hun
voedstermoeder niet mee te nemen.
Maar ze spraken niet en commissaris
sen van politie hebben niet veel gevoel
voor katten en dus werd Frances voor
de rechter van instructie geleid. Mis
schien hield deze wel van katten en
waarschijnlijk vond hij het ook een
beetje pijnlijk een Ridderes van het
Erelegioen in de gevangenis te stoppen.
Daarom beschikte hij, dat Frances
tot aan de rechtszitting op vrije voeten
mocht blijven en voor haar katten
mocht zorgen. Hij maande haar aan de
offerblokken met rust te laten. Het
bleef Frances bespaard zich verder
aan Gods goed te vergrijpen. Haar ge
schiedenis werd bekend en vele kat
tenliefhebbers kwamen haar te hulp
en brachten de katten wat ze nodig
hadden.
Een beroemde advocaat, bij wie het
anders honderdduizend francs kost,
als men alleen maar op de deur van
zijn kantoor klopt, heeft zich bereid
verklaard haar rechtskundige bijstand
te verlenen als de dag van de rechts
zitting gekomen is. De pastoor van de
beroofde kerk heeft ervan afgezien
zijnerzijds een aanklacht in te dienen,
- zoals dgt anders, in zulke gevallen ge-
ieder geval haalde Frances het geldjbruikelijk Tg? Frances geniet, Veler
voor haar kattenvoer in de kerken. Nu
is er echter bij de Parijse politie een
bijzondere afdeling voor kerkdiefstal
len, want de offerblokken zijn al te
FRANCES heeft de vijftig overschre
den. Niet alleen de vijftig, maar ook
de wet en wel vanwege de katten.
Frances is een kattenmoeder, waar
principieel niets tegen is. Katten zijn
haar hele leven. Frances' woning is
van onder tot boven met katten gevuld.
Zoveel katten eten ook veel. Katten
voer is goedkoper dan menseneten,
maar als men het in zulke hoeveel
heden nodig heeft als onze Frances,
wordt het toch een dure geschiedenis.
Vooral daar Frances wel een zeer eer
biedwaardige, maar onbemiddelde dame
is. Buitengewoon eerbiedwaardig, want
ze is ridder van het Erelegioen. Ze heeft
zich in de eerste wereldoorlog hoogst
verdienstelijk gemaakt. Ze heeft beslist
wel iets bijzonders gedaan, want toen
was men met hoge onderscheidingen
voor vrouwen nog zuiniger dan tegen
woordig. En dat ze onbemiddeld is, zo
als de meeste mensen heden ten dage,
daar kan ze niets aan doen. Ze heeft
waarschijnlijk op de beloften van de
regering vertrouwd en niet tijdig goud
of dollars gekocht en nu heeft ze niet
meer, want de rest ging eraan.aan
de katten. Van het erepensioen, dat de
ridders van het Erelegioen van de
Franse staat krijgen, kan men niet eens
één kat onderhouden. Ik ben wel geen
ridder, maar ik heb een poes, daarom
weet ik dat zo precies. Frances had dus
voedselzorgen en haar katten miauwden
van de honger. Dat is meer, dan een
oude Engelse dame kan verdragen. Mis
schien dacht ze aan het woord En
gelsen staan als bijbelvast bekend
van hen, die niet zaaien en niet fcogsten
en de Heer zal hen voeden. Misschien
werd ze in verzoeking geleid, toen zij
(als Protestantse) in een Parijse katho
lieke kerk een biljet van 100 francs uit
de gleuf van het offerblok zag steken.
Hoe het„.ook gekomen mag zijn, in
sypathie en het gaat haar véél beter
dan tevoren, toen ze nog niet voor
haar katten tot de zonde vervallen
was.
f
m
MM
V "i
i jp|j|
Een ieder heeft zo zijn moeilijkheden bij de Koninklijke Marine. Korporaal
hofmeester J. Snijder (Ruyghweg 157, Den Helder) loopt de hele dag gebukt
door de altijd te lage verblijven van Hr. Ms. „Evertsen". Maar matroos
eerste klasse R. L. Bax (uit Roermond) heeft 's avonds de grootste moeite
om zijn kooi op te hangen
(Van onze speciale verslaggever)
JJENS heerlijk helemaal er uit zijn! Dat is de innige wens van alle vacantie-
gangers. Te vergeten dat kantoor, die werkplaats, het nauw-omsloten tuintje
of het bloembakje voor het raam, de sleur van de altijd eisende huishouding, dat
verlangt men van de vacantie. Velen, te velen vinden wij, verwachten dat slechts
van een vacantie doorgebracht buiten onze grenzen. Dagelijks staan bü de douane
de grote bussen, vol met opgewekte reizigers, die hunkerend wachten op het
ogenblik, dat de grensboom omhoog gaat en zij verder kunnen, de vreemde in.
En voor een week, veertien dagen of nog langer wordt Nederland, de eigen
woonstede en het dagelijks werk vergeten. Maar is het nu wel zo nodig de grens
over te steken? Wij geloven van niet.
^IJ ZIJN er twee dagen helemaal uit
geweest en wel binnen onze eigen
grenzen.
„Komt u Twente eens bezoeken^
haa 3e heer J. A. Veldman, directeur
van de Provinciale VVV in Overijsel
ons namens verscheidene Overijselse
instanties gevraagd. We zijn gegaan
met de gedachte: Twente is erg aardig.
(Van onze speciale verslaggever)
Ds. Evert A. Cremer (29 jaar), Ned. Herv.-predikant van Purmerland een
gehucht kort onder de rook van Purmerend, midden in Waterland heeft een
beroep aangenomen naar de Presbyteriaanse Kerk van Muhlenberg in de Ameri
kaanse staat Kentucky. In September zal de jonge en energieke predikant er
zijn ambt aanvaarden. Ziedaar een bericht, dat even de aandacht trekt. Hoe
komt een Hollandse predikant aan een beroep uit het verre Amerika? Het ant
woord is vrij eenvoudig.
In 1947 werd de theologisch student
E. A. Cremer te Utrecht met twee mede
studenten door de Wereldraad van Ker
ken uitverkoren om c-n jaar in Ame
rika te gaan studeren. Dat jaar bracht
de jonge Cremer door in de staat Ken
tucky. In Louisville was zijn universi
teit en in een nabije plaats kreeg hij
de zorg voor een eigen Presbyteriaanse
gemeente. De predikantstudie in Ame
rika is immers op een andere leest ge
schoeid dan hier in Holland. In ons
land heeft men meer aandacht voor de
theoretische kant van de opleiding, in
Amerika voor de practische kant. Nau
welijks veertien dagen na zijn aan
komst in Louisville stond de Hollandse
student al op de kansel.
Een merkwaardige, maar o zo leer
zame ervaring. De preek had hij eerst
in het Nederlands geschreven, en daar
na in het Engels vertaald. Een prima
methode om binnen de kortst mogelijke
tijd taalmoeilijkheden te overwinnen.
Intussen ging dc studie door. En
zelfs slaagde deze student et in dat jaar
zijn meester-graad te halen. Op 5 Mei
1948 werd hem deze graad van „Master
of Theological" verleend op grond van
een „proefschirft" over „The Council
of Trent and the Jezuits", een „Thesis
offered in partial satisfaction of requi-
remen^s of the Th. M. Degree
Na dit Amerikaanse studiejaar
bracht de Presbyterian Church van
Kentucky al onmiddellijk een beroep
op hem uit. Maar de student Cremer
aanvaardde dat beroep niet, omdat
hij eerst in Utrecht wilde afstuderen.
En zo keerde hij terug naar Holland,
waar hij dan in 1949, na beëindiging
van zijn studie, een beroep aanvaardde
van Purmerland. Twee jaar heeft hij
hier aanstonds gewerkt, de voorge
schreven tijd ingevolge de Kerkorde,
die een predikant minstens in zijn
eerste standplaats moet doorbrengen.
En nu is dan plotseling vanuit Ame
rika weer een beroep op de jonge do
minee Cremer uitgebracht. En dat
beroep heeft hij aanvaard. Uit zijn stu
diejaar heeft hij daar ver weg vele
vrienden zitten, met wie hij nog re
gelmatig correspondeerde. En de uni
versiteit van Louisville biedt hem
volop gelegenheid zijn studies nog ver
der voort te zetten. Wel zullen domi
nee en zijn vrouw node afscheid ne
mén van het kleine Purmerland, aan
welke gemeente ze in de twee afge
lopen jaren verknocht raakten door
de hartelijkheid, waarmee de Water-
landse bevolking hen in hun kring
opnam, ert die het hun mogelijk
maakte een actief kerkelijk leven te
ontwikkelen. „Er heeft zich een band
gevormd. Het is moeilijk om die los te
laten", zei mevrouw Cremer toen we
dezer dagen een bezoek brachten aan
de pastorie naast het eenvoudige kerk
je .„Maar zo is het overal, en altijd
weer. Mijn man is enig kind, en voor
zijn ouders in Arnhem was het ook
niet gemakkelijk deze stap met vreug
de te begroeten. Maar ja, als de kerk
roeptEn we weten, althans mijn
man weet, waar hij komt te staan, en
hij kent er de mensen. Dat maakt deze
stap natuurlijk weer een stuk lichter".
We willen er nog wel eens gaan kij
ken.
De tocht, die-we kris-kras door het
Oostelijk Overijsel maakten, was meer
dan aardig; het was een openbaring.
Twente is een land met tegenstellin
gen," het is pul met verrassingen. Op:
het platteland heeft men. heel weinig
verbeeldingskracht nodig om zich te
wanen in het Nederland van drie
eeuwen terug. In de drie grotere steden
gaat het leven echter in dezelfde tome
loze vaart, als in de randstad Holland,
met één verschil: de Twentenaar blijft
ook in de stad Twentenaar. En wat dat
betekent is moeilijk onder woorden te
brengen. Men moet de Twentenaar in
eigen land ontmoeten en meemaken,
dan weet men het.
Het Twentse land.
Wandel eens in zijn gezelschap over
de Holterberg, door de maagdelijke
bossen, waar men niet ieder ogenblik
uit zijn prettige dromerij gehaald wordt
door stukken papier en andere rommel,
die Het bos besmetten. Bezoek de stad
Rijssen, zevenhonderd jaar lang het
hart van een streek, die door de edelen
in de zeventiende eeuw met de weidse
naam „Lusthof der Edelen" begiftigd
werd. Enige verwondering hierover
voelden wij bij het binnenrijden van
het stadje wel bij ons opkomen. Rijs
sen lijkt immers de bezoekers de rug
toe te keren.
De boerderijen keren immers de
achterkant naar de straat. Een schoon
gezicht kunnen wij het niet vinden.
Maar het is wel merkwaardig. Staan-
(Van onze speciale verslaggever)
A LS EEN SPIN in een web van onzichtbare, maar wel degelijk bestaande draden,
ligt bij het Centraal Station In de oude bisschopsstad Utrecht het imposante
expeditiebureel van het postkantoor. Het staat er enige tientallen jaren en in die
tijd zijn er millioenen, ja milliarden poststukken in- en uitgegaan: brieven druk
werken en pakketten, die uit alle uithoeken van ons land en uit alle delen van
de wereld kwamen om naar alle windstreken de grote zakenman in zijn gi
gantische kantoorgebouw in de wereldstad en de eenvoudige boerenarbeider in
zijn huisje in de landelijke eenzaamheid verspreid te worden.
■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiv
de op de Rijsserberg is men echter
gauw getroost. Het uitzicht over het
golvende beboste land met zijn talloze
schakeringen in kleur is voor de stede
ling adembenemend en ook de platte
lander kan er stil van worden.
WANNEER men rijdend door de
zachtgloeiende akkers in de verte
een donkergroene bosgroep ziet, dan
weet men: weer een landgoed. Twente
is de streek in ons land, waar het fraaie
uiterlijk van de overigens niet zo goe
de feodale tijd onbeschadigd is. Heel
wat machtige burchten uit 't verleden
zijn verdwenen, maar de parken er om
heen zijn blijven bestaan, tot dankbaar
heid van de natuurliefhebber, die in
Twente bevrediging voor zijn hartstocht
kan vinden. Is 't niet in de natuur zelf,
dan in de musea, die dit land ook al
bezit. Het Rijksmuseum in Enschedé
die stad groeit als kool biedt veel
schone schatten uit het verleden, waar
van het „Lösse hoes" ons het meeste
trof. Die echte oude Saksische boerde
rij, volledig ingericht, bracht ons oude
sprookjesverhalen in herinnering.
Staande bij de grote schouw kan men
zelfs op klaarlichte dag mijmeren over
de „witte wieven", die griezelige spo
ken, waarmee Twentse verbeelding het
nachtelijk land eertijds bevolkten. De
Twentenaar bezit van oudsher veel fan
tasie en gevoel voor schilderachtigheid.
Geen plekje in Nederland is rijker aan
folklore, kan bogen op rustieker oor
den dan Twente.
De steden.
J7EN STAD is meer dan de som van
zijn straten en huizen. Dat geldt
voor Almelo, voor Hengelo en niet in
het minst voor die schone Overijsselse
stad Deventer. In het oude Oldenzaal
proeft men het bij de eerste stap, die
men binnen de muren doet, want het
stadje wordt beheerst door de eeuwen
oude half Romaanse half Gothische ba
siliek. De stenen waaruit het gevaarte
is opgetrokken spreken dezelfde rustige
schone taal als de velden en bossen in
de omtrek.
2To is het ook met Dévetfter. hoewel
daar wat meer de weemoedige stem
ming van vergane glorie merkbaar is.
Weliswaar staat de stad weer midden
in een periode van opbloei, maar de
herinnering aan de grote glorie van
Deventer als Hanzestad in de middel
eeuwen is nog niet uitgewist.
Het is moeilijk om Twente te verla
ten. Er is zo veel te genieten en te be
wonderen. We hebben niet gesproken
over Almelo, hoofdstad van het oude
Graafschap Almelo, over Hengelo, cen
trum van nijverheid, over Hellendoorn
met zijn schitterende omgeving, over
die talloze dorpen, die knus verscholen
liggen in het zo wondermooie land
schap.
Twente is voor de buitenlandse tou-
rist niet zo aantrekkelijk, omdat men
er wat verder moet kijken dan de op
pervlakte. Daarvoor heeft hjj meestal
de tjjd en de lust niet. Maar voor de
Nederlander, die een leerzame en toch
prettige vacantie wil doorbrengen biedt
Overijsel heel veel. 5100 hotelbedden
verwachten hem en de zijnen om maar
niet te spreken van de 83 pensions, de
5 jeugdherbergen en de 110 kampeer
boerderijen. Wij waren in Twente; we
hadden er geen spijt van.
CR GAAT VEEL, heel veel om in de
hoofdpostkantoren van plaatsen als
Amsterdam en Den Haag. Maar U-
trecht spant, wat de postverzending be
treft, de kroon. Het expeditiebureel
staat in het centrum van het land;
daar komen de vele draden samen,
waarlangs dagelijks de ontelbare brie.
ven, kranten, tijdschriften en andere
drukwerken naar de gedresseerden
verzonden worden.
Het is nu reeds te klein geworden.
De ernaast gelegen schoolgebouwen
zullen eraan moeten geloven. Zij zijn
door de P.T.T. aangekocht en zullen
eerlang verdwijnen om plaats te ma
ken voor de uitbreiding van het post
kantoor, waar het dag en nacht gonst
en zoemt van leven.
Per dag doorkruisen ons land onge
veer vijf millioen poststukken. Als zij
alle goed geadresseerd en gefrankeerd
zijn, geven zij de ambtenaren reeds
handen vol werk, laat staan, als zij
slechts onvolledig hun bestemming aan
duiden. In dat laatste geval gaan de
ambtenaren aan het puzzelen; zij zijn
daarin zo geroutineerd, dat in verre
weg de meeste gevallen de brief of
het drukwerk de geadresseerde be
reikt, zij het met enige vertraging!
Machinale sortering
Voor het sorteren van normale,
goed geadresseerde poststukken be
schikt de P.T.T. in Utrecht over twee
grote sorteermachines, de zogenaamde
„Transorma". Zij zijn geschikt voor
brieven van normale afmeting en voor
visitekaartjes, doch niet voor grote
stukken als bijvoorbeeld kranten. Met
deze machines verwerkt men niet al
leen de „expeditie", waarmede men in
dit geval bedoelt de post, die bestemd
is voor plaatsen buiten de stad Utrecht,
maar ook de bestellingen voor de stad
Utrecht. Een derde, kleine Transforma
bewerkt de post voor de provincies
Limburg, Noordbrabant en Zeeland.
Wij hebben onder deskundige leiding
een bezoek aan het Spoorwegpostkan
toor, zoals het Expeditiekantoor in de
volksmond heet, gebracht en ons ver
baasd over de vindingrijkheid van de
mens, die ingenieuze machines con
strueerde, om het tempo van onze ge
jaagde tijd te kunnen bijhouden.
Voordat de brieven in de Transforma
komen worden ze gestempeld. Dit ge
beurt eveneens machinaal, voor zo
ver althans de postzegels op de goede
plaats zitten in de rechter boven
hoek! De stempelmachine verwerkt per
uur maximaal 36.000 poststukken, doch
wanneer de postzegels niet goed ge
plakt zijn een ook als net kranten of
ander drukwerk betreft, wordt met de
hand gestempeld. Hiervoor is nog een
zekere behendigheid nodig, zoals we
konden constateren, toen we het zelf
mochten proberen.
De gestempelde brieven deponeert
men in bankjes, die op een lopende
band naar de Transorma, die bediend
wordt door vijf man vervoerd worden.
JJET WERK van deze vijf ambtenaren
is weinig benijdenswaardig. Elk
hunner zet een stapeltje brieven voor
zich, kijkt naar de plaatsnaam en drukt
de met die plaatsnaam corresponde
rende toetsen op het toetsenbord
voor hem in, waardoor de betreffende
brief in een bakje valt en van daar
dank zij een ingenieus systeem van
pallen, knoppen en radertjes in het
voor hem bestemde vak terecht komt.
Iedere plaats en iedere richting heeft
een eigen aanslag op het toetsenbord.
Het lijkt zeer eenvoudig, maar als
men bedenkt, dat één machine in één
uur tijd 2500 brieven verwerkt, is het
duidelijk, dat de ambtenaren vlug
moeten reageren. Slaat hij een ver
keerde toets aan, doordat hij bijvoor
beeld een naam fout leest, dan komt
de brief niet goed terecht en betekent
dat vertraging in de bezorging.
Dergelijke vergissingen mogen niet
voorkomen. De aandacht mag niet ver
slappen. Vandaar dat iedere ambtenaar
aan de Transorma een opleiding van
zeven maanden genoten heeft, zodat
hij zijn vak goed verstaat.
Hoewel de mannen op den duur hun
werk machinaal verrichten, verlangen
zij heel begrijpelijk na verloop
van tijd wel eens naar een ander baan
tje. Ze worden dan tijdelijk geplaatst
bij het sorteren met de hand van de
post voor de kleinere plaatsen.
Hebben de Transoma's en het bedie
nend personeel hun arbeid verricht,
dan staat een andere machine klaar
om alle post te bundelen. De pakketten
brieven gaan vervolgens in de post
zakken om met de trein verzonden te
worden.
£)AG EN NACHT zijn in het expedi
tiekantoor in Utrecht 180 man in
de weer. Zij arbeiden er plichtsge
trouw en met de uiterste nauwgezet
heid. Mocht er desondanks een brief
verkeerd bezorgd wordendan be
denke men. dat waar gewerkt wordt
ook wel eens fouten worden gemaakt.