Zó is Australië
D
Mens en Oorlog"
Het Twiskeplan - groot werk dat met
primitieve middelen tot stand komt
Ruim zeshonderd heciare polderland
uii een verwaarloosd moeras
t" °na" ~i
*—»>-. ":,u;
Eens komen hier groene
weiden en tuinderijen!
E» NU DAN iets over het werk, zoals
het daar verricht wordt temidden
van de landelijke rust van de pluim
veedorpen of ver buiten deze dor
pen in het Twiskeland zelf, waarboven
men de brede wiekslag van de grauwe
kiekendief kan waarnemen, of waarin
men plotseling een haas voor zijn voe
ten kan zien wegschieten. Pionierswerk
wordt hier verricht. Pionierswerk met
veelal zeer primitief materiaal, maar
nochtans een tevreden groep arbeiders,
wien dit „koloniseren" een weldaad is.
Waardevol bezit voor
emigranten
LETTERKUNDIGE
\/ERSCHIJNINGEN
TWEEERLEI LICHT OP
NOODLOTTIGE RELATIES
(Van onze speciale verslaggever)
te vinden was, maar waarin thans al zoveel tekening komt, dat de buitenstaander
met ontzag wordt vervuld. Te groter wordt dit ontzag, wanneer men weet wie
tfc uitvoerders zyn van dit veelomvattende werk. Geen geboren grondwerkers
0! mensen, die van kindsbeen af vertrouwd raakten met het zware polderwerk.
\erre daarvan. Het is een werkloze sigarenmaker naast een havenarbeider een
kantoorklerk naast een fabrieksarbeider, een typograaf naast een op leeftijd
derZenmènre^an' de hand aa" de s»a ^slagen hebben. Een won-
rinl rf Va" ™e"sen en beroepen. En dan nog een groep met een
zodanig verloop, dat men zich met verbazing moet afvragen, hoe het mogelijk is,
dat het werk toch eenmaal een einde zal hebben. Vandaag werken er in dit
gebied zon driehonderdvijftig man. Maar het is best mogelijk, dat het er vol
gende week dubbel zoveel zijn, en de week daarom nog maar tweehonderd.
planten, maar zonder vaste ondergond.
Slechts aan de Oostzaanse rand was de
„fundering" stevig genoeg om dit groen
land op brede schaal te gebruiken als
weidegrond. Er graasden wat koeien
van Oostzaanse veehouders. En nu zal
er vee van boeren uit de omtrek gra
zen.
De Noordwestelijke rand hebben de
droogleggers tot nu toe vrijwel onge
rept gelaten. In het Zuidelijk gedeelte
heeft men het waterpeil laten zakken
tot ongeveer vier en een halve meter
beneden A.P. Negentig kubieke meter
water per minuut slingerde het ge-
improviseerde electrische gemaal daar
in het Zuiden aan de Kerkebroek over
de dijk, die men eerst kilometerslang
om het in te polderen gebied had op
geworpen.
Eerst een vaart
EJAT KOMT omdat het een D.U.W.-
werk is. Een werk, waarvan de uit-
groering is opgedragen aan de Rijks
dienst voor de Uitvoering van Werken.
En deze D.U.W. entameert alleen maar
werken met 'n compenserend karakter.
Voor mensen, di voor korter of langer
♦ljd overcompleet zijn op de arbeids
markt. De D.U.W. vangt deze mensen
op, geeft ze werk en het besef, dat ze
nuttige leden zijn in de maatschappij.
Het werkobject, dat „uitvoering
Twiskeplan" heet, maakt het de men
gen wel heel gemakkelijk zich nuttig
te voelen. Zij zien het werk als het
ware onder hun handen groeien. En
de voorbeelden liggen er al, hoe het ge
heel er eenmaal zal uitzien.
Op enkele plaatsen in het uitgestrek
te, golvende terrein ziet men al scha
pen en pinken in een weelderig weidje
Elders staat een maaimachine verloren
in een kaalgeschoren maaiveld, dat
overigens nog geheel omringd wordt
door de grillige ups en downs, die ont
stonden na de drooglegging van deze
hele oude, wilde vervenerij.
Ja, een wilde vervenerij, dat is een
gedeelte van dit gebied zo'n paar eeu
wen geleden waarschijnlijk geweest.
Wie er een boterham in zagen, gingen
hier turf steken. Maar niemand be
kommerde er zich om, dat er een tijd
zou komen, dat al die putten vol water
zouden blijven. Wat deerde het? Het
was een gevaarlijk moerasgebied, dat
zich daar uitstrekte tussen de lang
gerekte dorpsstraten van Oostzaan en
Landsmeer-Ilpendam-Den lip. Een do
rado voor de duizenden weide- en wa
tervogels. Schier onbereikbaar voor de
eierenrover, die mens heet. Want wie
het waagde buiten zijn jolletje te stap
pen, waarmee het nog mogelijk was dit
wijde watergebied te doorkruisen, tien
tegen een, dat hij hier of daar tot zijn
nek in de modder zakte. Ontelbare na
tuurlijke verlandingen waren er name
lijk in de loop der eeuwen door verwaar
lozing van dit gebied ontstaan. Weelde
rig begroeid met de kleurigste water-
J^|en zou zeggen: die dijk was het be
gin. Maar dat is niet waar. Om dit
begin te kunnen beginnen, moest er
eerst drie en een halve kilometer vaart
gegraven worden van het Noordhol-
lands Kanaal, ver beoosten het te ont
ginnen terrein, naar Ilpendam in de
richting van de buurtschap Den lip.
Een kanaal, waarin gevaren zou kunnen
worden met vaartuigen van behoorlijke
afmeting. Baggermolens met een em-
merinhoud van 250600 liter, zandzui
gers met een persdiameter van 60 cm
en elevatorbakken met een inhoud van
200300 m3 moesten langs deze weg
naar het Twiskeland gebracht kunnen
worden. Die apparaten eisten een vaar
water van minstens twee meter diepte.
En de grootste diepte, die in de wateren
van het Twiskeland gepeild kon wor
den, was 1.20 meter.
Enfin, het kanaaltje is gegraven. En
de vereiste baggermolens kwamen er.
En die groeven in de slappe veenbodem
een cunet tot ar i de kleilaag, die onder
die drie en halve meter dikke prutlaag
te vinden is. Vijf en twintig tot vijf en
dertig meter breed werd deze drie en
een halve meter diepe geul.
Die geul is geen geul gebleven. Nau
welijks kringde deze zich om het in
te polderen gebied, of er werden enor
me hoeveelheden zand in geperst. De
geul was alleen gegraven, om de vaste
ondergrond te vinden voor de ring
dijk. Rond een millioen kubieke meter
zand is er voor de dijk nodig geweest.
Waar haalde men deze enorme hoe
veelheid zo goedkoop mogelijk van
daan? Wel, het is uit de aan de Zuid
zijde van het gebied gelegen Kerke-
breek gezogen. En toen dit niet genoeg
opleverde, is er nog een plas naast ge
maakt, die Zuid-Westpias gedoopt werd
maar nog op geen enkele wereldatlas
te vinden zal zijn. Daar staat thans zo'n
zestien meter water.
Wat wordt het?
Toen die dijk er eenmaal lag dat
was in het oorlogsjaar 1943, toen er
practisch geen materialen meer te krij
gen waren is met veel moeite een
electrisch gemaaltje bij elkaar geharkt.
En dat heeft kans gezien om het moe
ras dan droog te leggen. Eenmaal zo
ver, heeft men zich beraden over de
vraag, wat of er nu eigenlijk van dit
gebied gemaakt moest worden. Tuin
grond? Weidegrond? In beginsel is toen
besloten er weidegrond van te maken,
maar met kavels van zodanige grootte,
dat het ook eventueel als tuingrond
gebruikt zal kunnen worden. De kavels
worden 114 tot l'/2 bunder groot. Twee
van zulke kavels samengevoegd leveren
een stuk grond op, waar een tuinder
met intensieve glascultuur z'n kostje
op kan vert" nen.
Dit behoeft niet onmiddellijk te ge
schieden. Voorlopig denkt men nog
maar alleen aan weidegrond. In het
Zuiden liggen al wat kavels in het
gras. Veel grond moet echter nog ge
ëgaliseerd worden, en over tien a vijf
tien jaar nog eens opnieuw geëgaliseerd.
Het drooggevallen gebied moet inklin
ken, zoals dat heet. Het zo sterk gol
vende terrein ligt thans gemiddeld al
twee meter beneden A.P. Over hon
derd jaai; zal dit proces het land zelfs
tot op drie meter —A.P. hebben doen
zakken.
majv/D6NAÖ»06IO
MeT TWl$KELANP, OP DE VoaRSRoND H6T T'jDS-yiC 6E1MVI. AAN P£ HORIZON/ OOSrZAAW
Men vindt de mensen nauwelijks te
rug in dit golvende terrein. Hier en
daar ziet men een smalspoorlocomotief-
je puffend trekken aan zijn sleep kip
karretjes, elders een groep arbeiders
bezig tot aan de langste dag turf
te steken voor de kachels van de werk-
keten, die straks weer van eigen grond
aangehouden zullen moeten worden.
Weer ergens anders zijn de spaden ge
stoken in een diepe bouwput, waar
straks het grote electrische gemaal zal
moeten komen, dat dit nieuw gewonnen
cultuurland tot in lengte van jaren
droog zal hebben te houden, en ten
slotte komt men langs de eigen griend-
houtwinning voor de versteviging van
wegen- en waterwallen.
Dan ziet de bezoeker de werkplaat
sen. Het zijn ijzeren of houten loodsen,
waar de gereedschappen gerevideerd
worden, de timmerman en de smid hun
werkruimte hebben, waar de dokter
een eigen „onderzoekkamer" inrichtte,
en waar de administratie gevoerd wordt.
Het is alles uiterst primitief, maar ook
van een gemoedelijkheid, die weldadig
is.
Hoe lang nog?
En ten slotte vragen we, wanneer de
technische leiding van dit werkobject
denkt, dat deze 660 ha. verkaveld door
sloten en verbindingswegen opgeleverd
zal kunnen worden
Het is een vraag, die moeilijk te be
antwoorden is. Het is en blijft een com-
pensatiewek. En bovendien een com-
pensatiewerk, dat als 'n zeef werkt om
te voorkomen, dat lieden ongeoorloofd
steun van rijkswege zullen ontvangen.
Men begrijpe ons: de grote stad heeft
nog altijd schijnwerklozen, die rijks-
steun een aardig pensioentje achten.
Wanneer ze merken, dat er in Den lip
op hen gewacht wordt, hebben dezul
ken juist weer werk gevonden elders.
Maar goed, hoeveel tijd zal er nog
met dit werk gemoeid zijn? We heb
ben een antwoord gehad op deze ove
rigens moeilijke vraag. „Er zit hier
voor duizend man nog ongeveer acht
Jaar werk Mogen we, juist omdat
niets tot haasten dringt, hopen, dat er
geen duizend man te vinden zijn voor
deze acht jaar? Liever slechts een paar
honderd voor een langere termijn. Dan
weten we tenminste zeker, dat het
werkloosheidsspook nog niet zulke rare
grimassen trekt. En dat lijkt ons
voorlopig voor alles maar beter
al achten we wat daar gebeurt tussen
Oostzaan en Landsmeer dan nog zo
belangrijk.
Paul McGuire, auteur,
die iets te zeggen heeft
J7R zijn auteurs die een boek samenstellen. Er zijn er ook die een boek schrij-
ven. De eerste geven een meer of minder objectieve, schoolse samenstel-
ling van gegevens, die ze wellicht weer uit andere boeken 'puren. De tweede
groep leeft in de materie. De auteur be- of verwerkt die en maakt er zelf deel
van uit. Wij houden van dit laatstgenoemde soort schrijvers. Zij hebben een
mening en die mening wordt gedragen door de feiten. Al behoeft hun inzicht
en conclusie niet de enig juiste te zijn, de lezer wordt althans geïnteresseerd
en genoopt tot critisch lezen.
pAUL MC GUIRE is een Engelsman,
die veel in de wereld heeft rond
gezworven en die sedert jaren in Au
stralië woont. Hij schreef dit boek, nu
in het Nederlandse vertaald, vóór de
oorlog. Thans is het bijgewerkt en van
een nieuwe inleiding voorzien.
Er zijn de laatste tijd vele boeken
over Australië verschenen, waaronder
sommige van uitstekende kwaliteit.
Daarom zou dit overbodig kunnen
schijnen, doch dit is niet het geval.
Omdat het een eigen opzet en uitwer
king heeft. Mc Guire zegt rake dingen
over Australië, het bevolkingsprobleem
en de gevoerde politiek.
De crisis die het land sedert 1938
doormaakt niet van economische
aard acht hij de grootste uit zijn ge-
„Jon de Hartog: Mary, met illus
traties van Doeve. Uitgave Else
vier, Amsterdam—Brussel. Hans
Werner RichterVergeefse
Nederlaag? (Die Geschlage-i
nen), vertaald uit het Duits door
A. Th. Mooij. H. P. Leopolds Uit
geversmij. N.V., 's-Gravenhage.
Tijdens de vorige oorlog waren er hier
en daar in ons land speldjes te koop
die een schildje droegen waarop de woor
den „praat me niet over den oorlog"
voorkwamen. Dit tekende een mentaliteit
v/elke we thans o.a. aan de Zwitsers ver
wijten, maar die -» het is nuttig zich dat
te herinneren eenmaal de onze was en
trouwens alweer bezig is, zich van ons
meester te maken. Men praat niet graag
meer over de oorlog en zijn consequen
ties en verbant angstvallig uit zijn ge
dachten de noodzakelijkheid, deze dingen
tol het uiterste door te denken teneinde
nog de kans te scheppen, voor de rampen
van een derde noodweer gespaard te blij
ven.
JAN DE HARTOG,
toneel- en romanschrijver, geb. 1914
te Haarlem, woonachtig in Engeland
De literatuur doet niettemin gelukkig
nog steeds pogingen om de betrekkingen
tussen mens en oorlog te analyseren, en
soms zijn die pogingen van belang. Dit,
maar ook dit alleen, maakt het mogelijk
enig verband te leggen tussen de hier te
bespreken boeken van Jan de Hartog en
Hans Werner Richter. Bij De Hartog is de
oorlog de achtergrond, waartegen zich
het drama zijner personen voltrekt. Het
gaat hem vooal om de relaties tussen per
sonen. Richters roman wordt beheerst
door de relatie tussen de mens en de
oorlog, speciaal dan in omstandigheden,
door het totalitaire regiem geschapen.
r\at Jan de Hartogs „Mary". weinige
maanden na het verschijnen, reeds aan
een derde druk toe is, verbaast ons wei
nig. Deze auteur weet zijn publiek nu
eenmaal op een bijzondere manier, welke
enig is voor ons land, te pakken en geeft
het volop sensatie in een menselijke
vorm.
„Mary" is een vervolg op „Stella in
dién zin, dat het dezelfde, ongenoemde,
sleepbootkapitein als hoofdpersoon heeft.
Deze is nu van de sleepdienst voor getor
pedeerde schepen aan de Britse kust
overgeplaatst naar de convooien die tus
sen Amerika en Moermansk voeren tij
dens de oorlog. Zijn boot is reddingschip
bij zulk een convooi. Maar terwijl Stella
de vrouw was die de mannen getroost de
dood tegemoet liet gaan bij hun gevaar
lijk werk is Mary de vrouw die de man
nen angst voor de dood bezorgt. Twee te
gengestelde aspecten van de relatie tussen
de vrouw en de oorlog dus, zou men zeg
gen. Maar bij nader inzien toch meer
van de relatie tussen vrouw en man.
De sleepbootkapitein heeft Mary's man,
een jong zee-officier, als dwarskijker van
de Britse admiraliteit aan boord gekre
gen voor zijn convooi-vaart en de hele be
manning negert de „jongen" zoveel zij
kan tot het blijkt, dat de zee-officier be
zeten is van de angst, niet meer levend
uit het karwei te komen dat zo heel an
ders is dan zijn door de valse romantiek
der oorlogspropaganda misleide geest
heeft gedacht. De officier sneuvelt ten
slotte geheel van de kook. bij een poging
de tijdens een luchtaanval gewonde
scheepskat te redden. Een typisch De Har
togs tragi-comiscli effect.
Men poogt, te Montreal terug, aan Mary
haar man als held voor te stellen, maar
ze komt achter de waarheid en werpt
zich, ook al in verbijstering, in de armen
van de sleepbootkapitein. Deze wordt op
zijn beurt verliefd op Mary en evenals
haar gevallen echtgenoot, raakt hij be
zeten van doodsangst met vrijwel geheel
dezelfde symptomen, onder andere het
schrijven van eindeloze brieven aan de
geliefde vrouw, gedurende de tweede
reis naar Moermansk. Maar hij geneest
doordat op hem de therapie wordt toe
maar kwam in conflict met de Amerikaan
se bezettingsautoriteiten.
Deze bijzonderheden hebben in net ver
band met deze bespreking betekenis, om
dat ze ook zo ongeveer de lotgevallen vor
men van de hoofdpersoon in „Vergeefse
Nederlaag'dat dus tot op grote hoogte
een autobiografische roman moet zijn. Het
verhaal begint met de belevenissen van
de soldaat Gtihler in Italië, beschreven
op Stendhaliaanse wijze, de ervaringen
dus van een enkel individu tijdens een
veldtocht, met al het chaotische dat zo
een eenling ervan ervaart. Gtihler is anti-
nazi en zijn gevangenneming in de buurt
van Cassino beschouwt hij als een bevrij
ding.
De ontnuchtering is volkomen, want in
het Amerikaanse krijgsgevangenkamp
heerst de nazi-terreur zo mogelijk nog er
ger dan in Duitsland. Daar had men ten
minste de kans, haar te ontwijken, hier,
achter het prikkeldraad, was men mach
teloos overgeleverd aan de bruten, die
De beschrijvingen van de convooivaart, zich van de interne kampleiding hadden
gepast die hij zelf voor „de jongen"
had willen bezigen, maar het niet
gedurfd had. Iemand van de beman
ning gooide al zijn brieven en het portret
van Mary overboord, tijdens een lucht
aanval, waarbij de kapitein geheel van zin
nen was geraakt. Bovendien lukt het, een
getorpedeerd schip, dat de Britse torpedo-
bootjagers als hopeloos geval tot zinken
hadden willen brengen, op sleeptéuw te
nemen en te behouden. De oude stijl van
werken, die men uit „Stella" kent, is dan
herleefd; men wordt zichzelf weer, „Hol
lands glorie", de zeesleepvaart, zegeviert.
rvat het boek met grote vaart geschrever
ven is en tal van verrassende effecten
bevat, zal men bij iemand als Jan de
Hartog wel willen geloven. Het bij deze
schrijver blijkbaar onvermijdelijk gewor
den verschijnsel van iemand met een zes
de zintuig on'breekt niet; ditmaal is het
een psychiater die een korte, maar heel
belangrijke rol speelt.
de luchtgevechten, de duikbootaanvallen,
zijn buitengewoon spannend en bevatten
geen woord teveel. Ook de monologues
intérieures, die veel onthullen, zijn uiterst
beknopt gehouden. De dialogen zijn zeer
tekenend en vaak humoristisch. De Ne
derlandse zeeman verloochent zich nu
eenmaal nooit en zijn humor is De Hartog
aan het hart gebakken.
Haat tegen de vijand is er in dit boek
eigenlijk niet. Voor De Hartog is de oor
log in zekere zin een natuurverschijnsel,
binnen welks kader de mensen bepaalde
handelingen noodgedwongen verrichten.
Hij zou dit natuurverschijnsel willen be
dwingen, maar constateert, dat de mensen
er niet toe in staat zijn. In haar afscheids
brief eist Mary van de sleepbootkapitein,
dat deze aan niemand zal vertellen hoe
haar man gevallen is „want ik heb nu
nog maar één ding om voor te bidden en
te hopen: dat zijn kind mag opgroeien in
het geloof dat zijn vader een held was"
En de commentaar van de kapitein hier
op is: „Ik dacht dat als moeders op zou
den houden haar zoons te vertellen dat
hun vaders helden waren geweest, er mis
schien geen oorlog meer zou zijn"
r\e Duitse schrijver Hans Werner Richter
werd in 1908 in Bansin aan de Oostzee
geboren, was in 1930 functionaris bij de
communistische partij, waaruit hij in 1932
wegens zijn oppositionele houding werd
verwijderd, verliet na de komst van de
nazi's in 1933 Duitsland, maar keerde er
het volgend Jaar reeds terug, vervulde
verschillende functie's, kwam in 1940 on
der Gestapo-toezicht te staan, werd dat
zelfde jaar in militaire dienst opgeroe
pen, vocht aan verschillende fronten en
raakte eind 1943 bij Cassino in Ameri
kaanse krijgsgevangenschap, waaruit hij
in 1946 weer naar Duitsland terugkeerde
Daar redigeerde hij enige tijdschriften,
HANS WERNER RICHTER,
Duits, anti-nazistisch schrijver,
geboren 1908, woont te München
heden en daaritit is dan weer veel af te
leiden omtrent de personen.
De vertaling van Mooij komt ons voor
zeer goed te zijn, want de gesprekken blij
ven vlot en voor het Duitse soldatenjar-
gon zijn goede Nederlandse equivalenten
gevonden.
Over de vertaling van de titel is echter
discussie mogelijk. „Die Geschlagenen"
boeten voor de ellende die ze gemeen- houdt iets anders in dan de „Vergeefse
schappelijk veroorzaakt hebben. Nederlaag?" Deze Nederlandse "titel sug-
„Morgen begint de herscholing ook" gereert, mede door het vraagteken, iets
vertelt de soldaat Konz die naar de keu- anders dan de Duitse. Men zou overigens
ken om nieuws is geweest (in kampen met evenveel recht van „Vergeefse Zege?"
komt het nieuws altijd uit de keuken), kunnen spreken. Het zwaartepunt ligt bij
„Amerikaanse geschiedenis en Engels. We Richter toch eigenlijk hier, dat de Amerl-
worden nu allemaal democraat. Als we kanen er door hun overwinning toch ook
allemaal Engels kennen en de Amerikaan- maar bitter weinig van gemaakt hebben
se geschiedenis, dan zijn we volbloed de- Bij de verslagenen zal altijd de mogelijk-
mocraten". heid van een complex van negatieve ge-
„Lieve God, zei Gühler, collectieve voelens, haat, wrok, enz. blijven. De
schuld, zoute haringen en Amerikaanse overwinnaar kan alleen van succes spre-
geschiedenis, wat een waanzin". L-— «-
meester gemaakt en iedereen intimideer
den. Be Amerikanen bemoeiden zich met
de interne kampbelangen vrijwel niet, lie
ten bijna onder hun ogen mishandeling
en doodslag geschieden. Pas op V.E.-day
slaat de stemming om, begrijpen de nazi's
dat hun rijk uit is. Ze zijn nu onder een
hoedje te vangen, maar de Amerikanen
maken nog steeds geen onderscheid tussen
nazi's en anti's; ze plaatsen alleen het
kamp onder een strenger regime, minder
eten, alleen zoute haringen. Strafmaatre
gel om de Duitsers nu eindelijk te laten
„Zij zijn de overwinnaars", zei Konz.
„Maar zij kunnen van hun kant niet
weer dezelfde waanzin herhalen. Dat is
toch al te gek".
Gühler raakt benauwd door de vicieuze
cirkel, waarin de wereld schijnt te zijn
geraakt, maar geeft toch niet toe. „Een
maal moeten we toch losraken uit die
grote, smerige oorlogsmachine".
„Konz zei niets, hij lacht alleen".
2° eindigt dit boek. Het is vrijwel uit-
uitsluitend in dialoog-vorm geschreven
waardoor het de aandacht van de lezer
doorlopend gespannen houdt. Natuurlijk
krijgt men op die manier geen volledige
mensen uitgebeeld, maar toch wel de re-
latls tussen de mensen en de omstandig-
ken, indien hij ook dat complex zou kun
nen uitroeien om er positieve gevoelens
vcor in de plaats te brengen. De Ameri
kanen hebben ged&cht dit te bereiken en
het boek eindigt met een hoon van hun
poging tot democratisering van de Duitse
krijgsgevangenen, al geeft Gühler—Rich
ter de moed dan toch niet geheel op.
Beide hier besproken boeken eindigen
er mee. in het midden te laten of de mens
ooit wijzer zal worden Beide hebben de
verdienste, de mens tenminste aan het
denken te brengen over het onmense
lijke van de oorlog. Richter doet he>
eenvoudiger, met minder aan charlatane
rie grenzend effectbejag dan De Hartog
Maar, elk in hun soort, zijn belde boeken
de moeite waard.
WITSEN ELIAS
schiedenis. „Zij heeft mij tot de over
tuiging gebracht, dat het bestaansrecht
van ons volk in dit land slechts kan
worden bevestigd door 'n grootscheepse
en volgehouden poging om van dit
volk een natie te maken. Het stelsel,
dat de veilige bescherming verschafte
waarbinnen Australië is geboren, waar
in het leefde en groeide, verkeert thans
grotendeels in een staat van ontbin
ding. In de grote Britse macht, die in
de wereld de orde bewaarde van
Noord-Afrika tot Singapore, doen zich
thans vreemde veranderingen voor,
waarvan de gevolgen nog niet te over
zien zijn".
Een duidelijke schets.
De Engelse dominions kunnen niet
meer op Albion leunen, zij zullen op
eigen wieken moeten drijven. Voor
Canada betekent dit een nauwe samen
werking met het machtige Amerika,
maar voor Australië is er niet zulk een
grote broer. De op gemakzucht inge
stelde Australische bevolking zal zich
zelf moeten redden en in dat licht is
de politiek van de vorige regering in-
zake de verhouding van Nederland en
Indonesië we1 de grootste blunder ge
weest. De immigratie-politiek van dit
land staat niet los van de situatie,
waarin het zich thans bevindt. Men
wil mensen, om de bevolkingsgroei
sneller te doen verlopen, men wil
werkkrachten om de bodemreserves te
expoliteren, men wil politiek en eco
nomisch eigen zelfstandigheid vergro
ten. Het zal moeten blijken, of men
innerlijk de kracht bezit om het pro
bleem de baas te kunnen.
Mc Guire zegt: „Het bereiken binnen
afzienbare tijd van een bevolkings
cijfer van 20.000.000 zielen zal van de
samenleving, zowel als van haar leden
persoonlijk, een heldhaftige krachts
inspanning vergen. Want dit betekent,
dat de gezinnen groter zullen moeten
worden. Het betekent immigratie op
zodanige schaal, dat grote veranderin
gen in de sociale en economische struc
tuur en in het persoonlijke leven daar
aan het gevolg zullen zijn. Het bete
kent hard werken en een zwaar leven
en denken in het groot. Het betekent
bereidheid tot het aanbrengen van of
fers van de gewone man en d» gewone
vrouw. Het betekent de spanning en de
harde arbeid, die we uit de oorlogs
crisis kennen doch dan niet volgehou
den tijdens een paar veldtochten, maar
over een periode van tientallen jaren
De grootheid valt de volken en de
mensen niet als een geschenk in de
schoot. Ze moet worden veroverd met
arbeid en zweet".
Wij geloven niet dat een belangrijk
deel van het Australische volk bereid
is tot deze physieke en geestelijke
'vrachtsinspanning. En daarom trekt
men thans duizenden vreemdelingen
ook Nederlanders, aan, die men niet
eens een redelijk dak boven het hoofd
kan geven.
McGuire is pessimistisch gestemd in
dit opzicht. Wij ook! Als er geen im
migranten komen blijft de bevolking
vrijwel stationnair. Verreweg het groot
ste deel van de gezinnen telt één of
twee kinder Geboortebeperking en
abortus noemt Mc Guire verwante ken
merken van de grote stadscultuur en
Australië is een land waarin de steden
een overdreven invloed hebben. We
bevelen van harte aan dit frisse, scherp
analiserende boek te lezen De ontwik
kelde aanstaande emigranten kunnen
hun blik en kennis er door verrijken,
de „domme" laten zich door niets en
niemand overtuigen.
Men leze zelf en men late zich Ieren.
Een aantal illustraties is tussen de
tekst opgenomen, de vertaling en de
typografische verzorging zijn goed.
Cn.