im. Pain, Pom als fotografen iii De 0 nbekende Voogd Radioprogramma voor dit week-end Puzzle-rubriek JIMMY BROWN ALS KANAALZWEMMER Hf O M I 7SPWI3 I xxx. xxxx xxxx xxxx De Boeken spreken f ,Die was ik al jaren zoek ZATERDAG JUNI 1951 JOMnir m y.T».. ZONDAG 10 JUNI HILVERSUM I, 402 jn.; 8.00 KRO 9 30 NCRV, 10.00 IKOR, 12.00 NCRV, 12 ló' KRO 17.00 NCRV, 19.43-24.00 KRO. - 800 Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram.muzick 8.25 Hoogmis. 9.30 Nieuws en Waterstanden 9.45 Kamermuziek. 10.00 „Op de bank", cau serie. 10.30 Kerkdienst. 12.00 Gram.muziek. 12.15 Apologie. 12.35 Gram.muziek. 12.40 Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws, weerberichten en katholiek nieuws. 13.20 Gevarieerde muziek. 13.45 „Uit het Boek der Boeken". 14.00 Radio Philharmonisch- orkest en solist. 15.00 Gram.muziek. 13.25 Zangrecital. 15.30 Amusementsmuziek. 16.10 „Katholiek Thuisfront overall". 16.15 Sport. 16.30 Lof. 17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30 Gram.muziek. 18.35 Gewijde muziek. 19.15 „Van alle tijden en alle volken", causerie. 19.30 Nieuws, sportuitslagen en weerberichten. 19.45 Actualiteiten. 19.52 Bpekbespreking. 20.05 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.12 Gevarieerd programma. 22.45 Avond gebed en Liturgische kalender. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram.muziek. HILVERSUM II, 298 m.: 8.00 VARA, 12 00 AVRO, 17.00 VARA, 18.30 VPRO, 19.00 IKOR, 20.00—24,00 AVRO. 8.00 Nieuws en weer berichten. 8.18 Gram.muziek. 8.30 Voor het platteland. 8.40 Gram.muziek. 9.00 Vacantie- tips. 9.12 Postduivenberichten. 9.15 Verzoek- prcgramma. 9.45 „Geestelijk leven", causerie. 10.00 Voor de jeiigd. 10.25 „Met en zonder omslag". 10.50 Semi-klassieke muziek. 11.20 Voordracht. 11.35 Amusementsmuziek. 12.00 Orkestconcert en postduivenberichten. 12.30 Voor de jeugd. 12.40 OrgelspeL 13.00 Nieuws en weerberichten. 13.15 Veilig verkeersactie. 13.20 Amusementsmuziek. 13.50 „Even afreke nen, hérenl". 14.00 Gram.muziek. 14.05 Boek bespreking. 14.30 Viool en piano. 15.00 Con certgebouw-orkest. 15.40 Filmpraatje. 15.55 Dansmuziek. 16.25 Mededelingen of gram. muziek. 16.30 Sportrevue. 17.00 Accordeon- rauziek. 17.20 „Martin's geheime raketvlucht naar de maan", hoorspel. 17.40 Gram.muziek. 17.55 Sport. 18.15 Nieuws en sportuitslagen. 18.30 Kerkdienst. 19.00 Kinderdienst. 19.35 Bijbelvertelling. 20.00 Nieuws. 20.05 Toe spraak voor de padvinders. 20.10 Opera-con cert. 21.15 „De Forsyte Sage: Een man van Fortuin", hoorspel. 21.55 Lichte muziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Actualiteiten. 23.25—24.00 Gram.muziek. MAANDAG 11 JUNI IiI„yERSUM If 402 m" 7.00-24.00 NCRV - L00 Nieuws. 7.18 Gram.muziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer berichten. 8.10 Sportuitslagen. 8.20 Gram.- muziek. 9.15 Voor de zieken. 9.30 Waterstan den. 9.35 Gram.muziek. 10.00 Predikanten- jOmm. 10.15 Gram.muziek. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Tenor en piano. 11.20 Gram.- mnziek. 12.00 Harp-ensemble. 12.30 Land- en ™Tned"letegeTI- 12 34 Orgelconcert. p Nieuws. 13.15 Marinienkapel. 14.00 Schoolradio. 14.35 Gram.muziek. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram.mnziek. 15.30 Viool en cello. 16.00 Bijbellezing. 16.45 Vocaal-ensem- ,le' 1J Voor de kleuters. 17.15 OrgelspeL 17.4o Voor de jeugd. 18.00 Gram.muziek. 18.15 Sportberichten. 18.25 Gram.muziek. 18.30 Boekbespreking. 18.45 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.15 „Volk en Staat", causerie. 19.30 Gram.muziek. 19.40 Radiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Gram - muziek. 20.55 „De Delftse Wonderdokter", hoorspel. 21.45 PianorecitaL 22.15 Internatio naal Evangelisch commentaar. 22.25 Orgelcon cert. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram.muziek. HILVERSUM II, 298 m.-. 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20-24.00 VARA. - 7.00 Nieuw,. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.33 Gram.muziek. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram. muziek. 10.00 „Voor de oude dag", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Voor de kinderen. 10.35 Voor de vrouw. 10.50 Voor de zieken. 11.40 Sopraan en piano. 12.00 OrgelspeL 12.30 Land- en Tumbouwmededelingen. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gram.muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Dansmuziek. 13.50 Gram.muziek. 14.00 „Lichaam, en gezondheid", causerie. 14.15 ianorecital. 14.45 Gram.muziek. 15.20 „De Conferentie der dieren", hoorspel. 16.20 Gram.muziek. 17.00 Voor de kinderen. 17.30 Pianoduo. 17.45 Regeringsuitzending: D. Saat- hof: „Aan de rand van het Surinaamse oer woud". 18.00 Nieuws. 18.15 Militair commen taar. 18.30 Vara-varia. 18.35 Lichte muziek. 19.00 Parlementair overzicht. 19.15 Piano-kwar tet. 19.45 Regeringsuitzending: Ir. J. G. Tuk ker: „Het voederprobleem bij de pluimveehou der". 20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15 Gevarieerde muziek. 21.00 Cabaret. 21.45 „Waarheen gaat Duitsland?", causerie. 22.00 Radio Philharmonisch Orkest. 23.00 Nieuws. 23.15 Socialistisch nieuws in Esperanto. 23.20 -24.00 Gram.muziek. 25. Moeder Woeffie moet zich nog ■haasten, wil zij op tijd voor. het stem men komen. Zo snel mogelijk dringt zij door de dierenmenigte heen, die opge wonden op het plein voor het raadhuis staat. Moeder Woeffie houdt wel van zo'n gezellige drukte en knikt links en rechts naar kennissen toe. „Ha, die Moeder Woeffie" klinkt er dan plotse ling een stemU stemt natuurlijk óók op uw zoon Pim, hè?" Moeder neemt het als een grapje op en stapt naar binnen. Maar daar wacht haar een nieuwe verrassing. „Nóg een stem voor Pim", roept de bediende, die bij de stembus zit. „U stemt natuurlijk voor uw eigen zoonzoals wij trouwens allemaal hebben gedaan", voegt hij er vertrouwelijk aan toe. Moeder Woeffie staart de bediende niet begrijpend aan. „H-h-hoe bedoelt u?" stamelt ze ten slotte. „Tja, ik begrijp, dat u er wat ze nuwachtig van is", antwoordt de be diende lachend. „Hier.... vult u dit biljet maar in met Pim. Zo.. U bentl de laatste. Dank u zeer!" PUZZLE 191. DE JUISTE WOORDEN EN HET SPREEKWOORD (OJPL.) De 16 bedoelde woorden, die mfjn door samenvoeging en omzetting van de twee naast elkaar staande lettergroe pen kon vormen waren: 1. Advertentie; 2. Leugenaar; 5. Dorpsmuziek; 4. Ontmoeting; S. Ezels oor; 6. Negerdans; 7. Donderbui; 8. Eksteroog; 9. Locomotief; Hl. Eigen liefde; 11. Elevator; 12. Rofo) vershol; 13. Terugk >mst; 14. Muziektent; 15. Elleboog; IS. Neutraliteit. (No. 5 uit zoel-roes). Zoals men ziet vormen de eerste let ters: AL DOENDE LEEKT MEN. Een puzzle, die wel belangstelling had. Vele goede oplossingen kwamen binnen. Na loting onder de inzenders daarvan is de wekelijkse prijs van f 5 ditmaal ten deel gevallen aan: Mevr. P. P. Loesberg—Spruit, Xoodsgraeht 12, Den Heider. Gefeliciteerd! Deze prijs zal worden toegezonden. En nu onze nieuwe opgave: PUZZLE 192. EEN SCHIJNBAAR EENVOUDIC8E DELING In het volgende diagram van een OPGAANDE deling zijn alle cijfers 1, die in de gehele bewerking voorkomen, aangegeven. De acht cijfers van deler en quotiënt zijn alle verschillend en bevatten geen 0 of 3. XXX/XXX1XXX/ 1XXXX XXXI XlXX XlXX XIX XIX Gevraag/Ö wordt deze som geheel volledig In cijfers in te zenden. Oplossingen (per briefkaart) tot en met Donderdag 14 Juni aan de redactie van dit blad. (Er wordt weer een prijs van f 5 "verloot onder de inzenders van een goede oplossing. 66. Geen vijf minuten later was de remorqueur in staat Jimmy te praaien. De schipper stuurde zo, dat hij „langs zij" kwam en toen was het Piet Potlood die door de scheepsroeper Jimmy een hartelijke begroeting toeschreeuwde. „Haaaa die Jimmy!" riep hij. „Einde lijk hebben wij je ontdekt. Gaat alles goed? Zijn er geen moeilijkheden?" Jimmy Brown was toch een beetje ver baasd dat er plotseling een schip naast hem was komen opduiken. Hij hoorde ook de stem van Piet Potlood, maar in de stemming om op dit ogenblik een vriendelijk babbeltje te gaan maken, was hij toch niet. Hij keek even op en riep: „Varen jullie maar vast door naar Calais en begin niet met aan m'n kop te zanikken met allerlei raadgevingen". „Goed, goed, Jimmy!" riep Piet Pot lood terug „Maar heb je geen trek in een slok lekkere hete koffie?" „Drink die zelf maar op", schreeuwde Jimmy terug, „ik heb geen minuut te verlie zen". DOOR MARY BURCHELL 22) Het zou echter belachelijk zijn om nu weer nieuwe moeilijkheden te be ginnen. Het v/as heerlijk om weer op goede voet met haar voogd te staan en te weten dat hij haar aardig vond en misschien zelfs een beetje van haar hield. In ieder geval had hij gezegd, dat hij „haar misschien wel een schat vond" en voor Justin Yorke was dit heel wat, dacht Norma. Op dat ogenblik stond hij stil en wees haar de weg over de velden voor haar uit. „Volg het pad langs de heg en ga linksaf de laan in als je het hek door bent. Je zult dan recht voor Fairlee uitkomen, als tenminste Paul Cantlin je voor dien niet tegemoet is gekomen, wat hij zeker doen zal", merkte haar voogd droog, maar zonder ergernis, op. „Dank u wel", zei Norma en haar hartelijke toon bewees, dat ze hem voor heel veel meer bedankte dan voor het v/ijzen van de weg naar Fairlee. Blijkbaar raadde hij dat, want hij gaf haar een stevig tikje op haar wang en sprak: „Dat is in orde hoor", voordat hij afscheid nam en op zijn schreden terugkeerde. Norma voelde zich geweldig vrolijk en gelukkig, ze liep het grootste ge deelte van de weg op een draf en be reikte het hek op hetzelfde ogenblik als Paul lantlin, die van de andere kant kwam. „Hallo!" De glimlach, die zijn ge bruinde gezicht deed stralen, was zq open en aardig, dat Norma zelfs op dat ogenblik nog een gedachte wijdde aan het onzinnige vooroordeel van haar voogd jegens hem. Maar toen ze over het hek klom en hij er haar aan de andere kant af hielp, voelde ze, dat zijn vreugde en bewon dering voor haar van dien aard waren, dat er voor haar voogd toch wel enige aanleiding bestond zich zorgen te ma ken. Want Paul Cantlin was een heel aantrekkelijke jongeman, van wie men veel zou kunne gaan houden, voogd of geen voogd. Voor 't ogenblik was er echter geen reden zich zorgen te maken, want hun vriendschap was nog niet ernstig. Ze waren gewoon twee jonge mensen die elkaar aardig vonden en hielden van dezelfde luchtige conversatie. .„Ik heb gehoord dat Xenia met zwaar geschut heeft moeten werk?n Woensdag", merkte hij op, terwijl ze de laan inwandelden. „Natuurlijk behoor lijk geassisteerd door het garnizoen binnen de wallen". „Bedoel je mij?" „Ik bedoel jou", beaamde Paul la chend. „Xenia zei dat je prachtig bent geweest. Dat je kalm hebt verklaard, dat er niet de minste reden was waarom je niet een dag met je vrienden zou doorbrengen". „Ja, dat weet ik". Norma lachte wel, maar ze beet op haar lip, „Het speet me geweldig dat ik mijnheer Yor«e moest weerstreven, want hij doet het werkelijk alleen voor mijn bestwil en in alle andere opzichten is hij een schat voor me. Maar ik vond, dat ik het recht had, mijn standpunt te ver dedigen en zonder lastig te willen zijn „O, dat is in orde", onderbrak Paul haar vrolijk. „Je hoeft je tegenover mij niet te verdedigen, ik ben het volkomen met je eens. Ik ben je maar al te dank baar dat je je schrap hebt gezet en ik hoop, dat je het zult blijven doen „O Paul! Je moet niet net doen alsof mijn voogd en ik dikwijls zo tegenover elkaar zullen staan „Maar dat zal je toch moeten als je jezelf wilt blijven". „Neen, dat zal ik niet! Je begrijot er niets van. Hij is lief en edelmoedig en reusachtig aardig, werkelijk!" „Hij is ook verduiveld listig", ant woordde Paul, „vooral als hij er in geslaagd jou zo over hem te laten den ken". „Dat is niet waar! Tenminste ia. natuurlijk is hij knap. Maar waarom zeg je dat op zo'n onaardige manier?" „Natuurlijk om de wijze waarop hij zijn verstand gebruikt". „Paul, wat bedoel je?" Haar metgezel keek haar aan en er blonk oprechte bezorgdheid in zijn hei- der grijze ogen. „Is het nog niet bij je opgekom-n, Norma", sprak hij eenvoudig, „dat ie voogd in sommige opzichten een het-1 gevaarlijk mens is?" HOOFDSTUK IV Gedurende enkele ogenblikken wan delde Norma zwijgend naast Paul Cant lin voort. Haar instinct van trouw dreef haar om te zeggen dat „gevaar lijk" een belachelijke en kwetsende be naming was voor haar voogd. En toch moest ze op het- moment-zelf dat Paul het had gezegd, toegeven dat dit eigen lijk het essentiële was in Justin Yorke'g charme. „Hoe wanhopig .veel je ook van hem zou houden, je zou je nooit helemaal veilig bij hem voelen", dacht Norma. Maar vervolgens trachtte ze zich door Paul te laten geruststellen, want ze was geschrokken van de beelden die ongewild bij haar waren opgekomen. ;n ze vroeg in de war gebracht: „Waarom zeg je gevaarlijk, Paul? Dat is een merkwaardige benaming". „Het is niet de benaming, die te voor de meeste mensen zou gebruiken", gaf Paul toe. „En misschien is het wat te kras. Maar meedogenloze mensen hebben altijd iets gevaarlijks, Norma. En ik heb de indruk dat hij meedogen loos is als hij zijn zinnen ergens op heeft gezet. Ik bedoel niet dat hij zal rondlopen met een dolk in de ene hand en blauwzuur in de andere. Maar als hij iets bepaald wil hebben zal hij niet aarzelen daar de belangen van een ander aan op te offeren" „Ook niet als hij van die ander veel hield?" (Wordt vervolgd) HET NIEUWE BOEK. Marinus Schroevers: „Het Jon- gensautoboek; ui tg. De Bezige Bij, Amsterdam. De Alkmaarder Marinus Schroevers heeft een zeer vlot boek over de auto geschreven, waarin vrijwel alles staat wat jongens van 8 tot 80 jaar over auto's weten willen. „De Bezige Bij" gaf het uit. En uitgeefster én schrijver heb ben de Nederlandse jeugd zeer aan zich verplicht, want in een enthousiaste stijl vertelt Schroevers over de ontwikke ling van ons moderne vervoermiddeL Wat men wil: Cylinders, aandrijving, vering, stuurinrichting, remsystemen, versnellingsbak, enz. enz. wordt behan deld, en alles wat ook maar iets met de auto te maken heeft, als wedstrij den, verkeer, bruggen, olie-industrie, automerken met gegevens en verkla ringen, komt aan de orde. Zeven foto pagina's en 90 zeer goede tekeningen van Jaap Tol, die de tekst uitmuntend aanvullen, vervolmaken het eerste autoboek voor de jeugd van een Ne derlands auteur. s M)4= n ■mmm ■- mmw— mMBSMmjm n - n a w. Op een mooie Zomerse dag stapte Karei op zijn klepperende klompen het. dorpsstraatje uit. Over zijn schouder had hij een lange hengel. Het snoer bengelde er aan. In zijn hand droeg Karei een visnet en in zijn zak zat een dikke bal deeg. Ja, het was duidelijk, Karei ging vissen. Hjj liep langs een korenveld, langs een molen en toen stond hij plots voor een vrolijk kab belend beekje. „Hier gooi ik mijn hengel uit", dacht Ka- rel. Hij rolde een balletje deeg, prikte het san zijn haak en tjoepdaar dob berde zijn dobber reeds mid den in het water. Maar de visjes wilden met bijten. Karei zat warempel al twee uur te hengelen en zijn dobbertje lag nog steeds onbeweeglijk in de beek. Het ergste van alles was echter, dat h« de mooiste visjes zomaar rustig heen en weer zag zwemmen. Zp schoten door het heldere water en speelden verstop pertje tussen de waterplan ten. „Daar snap ik niks van", bromde Karei gehu meurd. Hij tilde de henge uit het water en liet zijn snoer weer zakken vlak bij de stoeiende visjes, maar de beestjes roken zelfs niet. eens aan het heerlijke balle tje deeg aan Karel's haakje Plotseling schoot een enor me v>s uit de waterplanten naar voren HU knipoogde eens tegen de kleine.'visjes en stak toen zijn kop boven water uit. „We bijtan niet", sprak hij rustig, ,avü vlie-» gen er niet in, je kunt ga- rust naar huis gaan."_ Karei had zekeo vijf mi nuten nodig om zjjn verba zing meester te wordtin. „WaWat?" hakkëlde hij- „Een sprekende v'Js? Niet te geloven1" „Ja, juift", antwoordde de vis, „rftijn naam is Van Schjubben, pne- neer van Schubben. Ik ben de oudste vis ia deze beek en ik zeg je nojgmaalA, we vliegen er niet ftn. we bijten niet!" „Oh", sprak Karei, „mag ik ook vijagen,, waar om niet? „Ja", was Tiet ant woord, „ik zal je zeMs laten zien waarom!" en Tflots gaf hij een ruk aan. Karel's snoer, zodat detjote^en voor over in de beelc Tuimelde „Ga maar mee jiaar bene den", vervolgde lèi). Karei voelde dfc sterke vin van meneer vajn. Schubben om zich heen en snel werd hjj naar het vissenrijk ge voerd. De jongen kon zijn ogen niet geloven. De prachtigste planten stonden als sierlijke bomen op een rotsachtige vloer met v°el lichtgroen mos en donker bruin gesteente. Samen met meneer van Schubben zwom Karei er door heen. Alles was gehuld in een vreemd soort groen licht en soms scheen de zon in het water en toverde daar een onge looflijke schoonheid. „Kijk", zei meneer van Schubben, „hier is het beekhuis". „Wal is dat, een beekhuis?" wilde Karei weten. „Och, Jullie hebben een stadhuis, maar wfl een beekhuls", verklaar de de vis. „In het beekhuis woont de vissenmeester!" „Wat ts dat, een vissen meester", vroeg Karei weer „Och", sprak van Schubben geduldig. „Jullie hebben een burgemeester, maar wij hebben een vissenmeester!" „Oh", lachte Karei en keek vol bewondering naar het van achelpen, steen en wier gebouwde huisje van de vissenmeester, waar Zijne Edelachtbare juist heel def tig uit het raam hing. Het tweetal zwom weer verder. „Hier is de school", sprak de vis. Karei zag een open ruimte tussen de wa terplanten, waar wel twln-, tig kleine visjes in kleine bankjes zaten. „We bijten niet meer!" stond er op het bord geschreven. Weer ver der zwommen Karei en me neer van Schubben. „En hier", hernam de vis, terwijl hij op een béél hoog gebouw wees, „hier is het vissen- ziekenhuis. Hier liggen alle vissen, die tóch gebeten hebben. Het zijn in het alge meen hele kleine beestjes, die nog niet weten, wat er in de vissenwereld te koop Is. Ze werden gevangen aan zo'n scherpe haak, maar toen de visser het visje te klein vond, gooide hij het gelukkig weer in het water. Ja Karei, daarom bijten we niet meer. want een vis is ook een dier." Karei begon er Iets van te begrijpen. „Ik zal Je nu weer naar bo- ven brengen", sprak me neer van Schubben. Karei zei niet veel meer. Hij be dankte de grote vis voor de wijze les en Kroop toen weer op de wal. „Ja", mijmerde hij, „een vis is ook 'n dier!" Twee studenten woonden op een klein kamertje. Ze waren dikke vrienden en ze deden alles samen. Op een goede dag kwam een van de twee thuis om te eten, maar hü kon zijn vriend nergens ontdekken •Wel hing er een vreemd stukje papier aan de wand en daarop stond: nul i. één k, twee o, drie m, vier r, vijf g, zes e, zeven - n, acht - t én negen a. „Wat betekent dat nu?" dacht de student bij zichzelf en aandachtig doorzocht hij het kamertje. Plots zag hij op de rand van de boeken kast met krijt genummerde streepjes staan. Nu ziin stu denten niet dom en daarom wist hij direct, wat hem te doen stond. „Kijk", riep hij, „het eer ste boek komt aan het streepje nul en nul 1. Het tweede boek komt aan streepje één en één k Daar staat dus: Ik." Vlijtig loste de student de hele puzzle op. Daarmee klaar, trok hij zijn jas aan en zei: „Ik ga eten b\j Ger- rit." Wat staat er in de boe ken geschreven? „aoi n-uao -wbui uioji 'Ud;a ram uaSjotu iuoj( 3fi" 8 u is o i d o Evertje zag er een beetje slordig uit, toen hij op een morgen de klas binnen kwam. „Maar Evertje, hoe kom je er bi), om zo onge kamd op school te komen?" riep de juffrouw uit. „Ik heb geen kam. Juf." „Maar dan kun Je toch de kam van je vader gebrui ken." „Nee Juf. want die heeft geen haar Mfi esje vond eens in haar kast, Hen ouderwets gebreide broek. v,Hoe bestaat het", i dacht ons muisje, „Weet je wat ik daarmee doe? Ik haal die broek fijn uit elkaar. Ga er dan een trui van breien, 'k Krijg het in een week wel klaar." Na een dagje had Mies zeven Bollen wol, heel groot en dik. Dadelijk ging ze aan het breien Sn dé naalden deden Uk. Mies je breide, breide, breide, Breide vlug drie dagen door, Toen bekeek ze trots haar werkstuk. Ja, het was een proeiu-irui haar! Gauw ging het muisje aan het passen Of de trui was tiaar haar zin. Maar.oh domme kleine Miesje, Er zat heel geen halsgat Mietje wist er heel geen raad mee. „Wa! verdraaid, wat is dat dom!" Trok de trui maar om haar beentjes Toenhad ze een broek wtorom! e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 11