In Indonesië dreigt inflatie en een gevaarlijke politieke crisis het woord Hotels kunnen niet alleen toeristendrukte bestaan van Stukje spoorlijn kostte negen millioen gulden HET BROEIT ACHTER SCHERMEN Alleen krachtige regering zal in staat blijken redding te brengen Het boek nieuwe Groot project Oppervlakkige welvaart Moet er meer logeerruimte komen? Internationale vacantie spreiding Kers-vers Baanvak Oudewater—Gouda bijna gereed in Geen Alfa Romeo's de „grote prijs" Strijd tussen Maseraii, Talbot, HWM en Ferrari (Van onze correspondent in Djakarta). ■pERWIJL ik dit schrijf naderen de „lebaran"-dagen: dat is het einde van de Mohammedaanse vastenmaand, vanouds een gebeurtenis, die hier feestelijk wordt gevierd. Het is overigens een feest met typische Oosterse karaktertrekken: kleurig, maar zonder opwinding of rumoer. Op zijn Paasbest uitgedost, bij voor keur met splinternieuwe kleren aan, gaat men aan de wandel, worden bezoeken gebracht, zoete stroopjes gedronken en felgekleurde nog zoetere koekjes gecon sumeerd. Djakarta vertoont in de dagen, die hieraan voorafgaan, ai een bijzon dere gezellige drukte, die echter niet kan verhelen, dat er in de politieke atmos feer iets broeit, wat veel begint te lijken op een crisis. QPPERVLAKKIG gezien lijkt het al lemaal welvaart en rustige vreug de. Wie vandaag aan de dag door Dja karta rijdt krijgt de indruk van een zekere welvaart en blijheid, terwijl het water vrolijk rond hen heen dartelt, goudblinkend in het zonlicht. En ge ziet honderden en nog eens honderden betja's, het onovertroffen voertuig van het Oosten: een driewieler met de passagier in een met velerlei fan tastische motieven en tekeningen be schilderde „leunstoel". De dertigdui zend auto's van Djakarta slingeren zich blinkend in de tropenzon door de smalle straten, waar zich om de paar seconden een verkeers-opstopping voordoet, zonder dat iemand er zich iets van aantrekt. In het maanlicht laten de gelieven zich, omstrengeld in een betja, rond Merdeka rijden: het vroegere Koningsplein, een enorm en ietwat slordig grasveld, met reus achtige bomen, peinzend onder het sterrengewelf. Desorganisatie QM dat plein staan de bleke gevels van oude herenhuizen, waar nu ver schillende departementen gevestigd zijn, of ministers wonen. De gevels zijn bleek en streng in het maanlicht. Daar achter leeft op het ogenblik niets van de romantiek en de kleurige vreugde, die de oppervlakkige beschouwer van het hedendaagse Djakarta verrukt en bekoort. Daarachter kraakt het en spant het. En wie zijn oor tegen die gevels te luisteren legt, verneemt niet veel fraais. Het is duidelijk, dat In donesië politiek en financieel-econo- misch voor een crisis staat. De commu nisten hebben de laatste tijd, naar het schijnt overal aan invloed gewonnen. Er zijn dag aan dag stakingen, veroor zaakt door volmaakt onredelijke eisen, en om geen andore reden opgezet dan om desorganisatie te forceren. De re- gering-Sukiman heeft tot dusver niet de kracht opgeleverd om hier een ein de aan te maken. Integendeel. De na tionale Indonesische pers beschuldigt er haar openlijk van, dat zij de onder mijnende elementen door haar zwak heid en toegeeflijkheid in de kaart speelt. Sommige bladen gaan zelfs zo ver te beweren, dat het Departement van Arbeid communistisch getint is. Politieke ineenstorting ne ernstig-waarschuwende stemmen komen niet alleen van de zijde der Indonesische nationale pers. Ook zeer bekwame figuren als oud-minister Sja- fruddin laten hun stem horen: zij voor zien een gevaarlijke politieke ineen storting, ten voordele van de commu nistische vakbonden en een onstuitbare inflatie. Men krijgt de indruk dat de binnen landse toestand sinds de souvereiniteits- overdracht nog niet zó kritiek geweest is. Iedereen koestert de overtuiging, dat er „iets" gebeuren gaat.Maar wat? De pessimisten aarzelen tussen een communistische staatsgreep en een militaire dictatuur. De meer gematigde beoordelaars zijn in elk geval van me ning, dat dit kabinet geen lang leven heeft en dat men dan op een krachtiger regering mag hopen, met mannen .ls Hatta, Sjafruddin, mr. Rum, die nu terzijde staan, maar van wie men weet dat zij het vertrouwen verdienen: want E. Lagerwey: De Oud Katho lieke Kerk van Nederland. Uitg. G. J. A. Ruys Uitgevers maatschappij te Amsterdam. Degenen, die zich in het kerkelijk leven van ons land geïnteresseerd voe len, moeten zich dikwijls met- enige schaamte afvragen wat zij eigenlij weten van de Oud Katholieke Ker die zich de rechtstreekse voortzetting van de eerste Christenkerk in ons land acht. Ze plaatst zich recht tegenover de Roomskatholieke kerkorde onder leiding van de onfeilbare e vele protestanten vormt de Oud ka tholieke Kerk een gemeenschap, door de oecumenische samenwerking. In een goed uitgevoerd boekje, in^nhandig formaat, geeft de Oud Katholieke Bis schop Lagerwey van Deve?*®r' uiteenzetting over de leer, het en het doel van deze gemeenschap, en geeft een antwoord op tal van a vragen, o.a. op het nieuwe Manadogma van de R.K. Kerk. De schrijv klaart verder de historische bindl"^" met de andere kerken in de Oude Wereld. Het boekje is vlot gesehrev Het is verlucht met vele fraaie fot die een indruk geven van de rijkdom en schoonheid, die deze kerk in uiterlijke voren ten toon spreidt. zij zijn niet in de eerste plaats politici, zij zijn vooral realisten, die de fouten en de noden van Indonesië zeer helder zien. En die, blijkens hun uitlatingen, niet zullen aarzelen drastisch in te grijpen en eien einde te maken aan de stakingswaanzin, de inflatie-dreiging, het gebrek aan verantwoordelijkheids gevoel, aan arbeids-prestatie: in het al gemeen aan die illusies en dromen dat het allemaal wel van zelf gaat, en dat de vrijheid niet verdiend maar ge- v i e r d moet worden. Tragische achtergrond HIT is de tragische achtergrond van het oppervlakkige zonnige, kleurige blijde beeld van een Oosterse millioe- nenstad als Djakarta. De belletjes van de betja-rijders tinkelen langs de roezi ge straten, de vrouwen kwetteren langs de Molenvliet in de duizenden eetstal letjes knettert het houtvuur onder al lerhande Djakartase heerlijkheden, als lumpiah en saté-gabing, die ge nergens lekkerder eet dan aan de straat (zoals men in ons vaderland de haring het heerlijkst aan de kar eet)... Maar achter al die rustige en goede geluiden, en achter dit rijk en geva rieerd décor, hoort ge het zoemen van de kwade geruchten en bange ver wachtingen. Waar gaat Indonesië heen? De naaste toekomst zal het leren. Wij weten hier vandaag niet meer, waar wij morgen aan toe zijn. (Van onze Haagse redacteur) JJE memorie van antwoord memorie van antwoord aan de Eerste Kamer van de ministers van den Brink en Albregts, over de uitbrei ding der hotelruimte in ons land, ves tigt er de aandacht op, dat het bedrag van 7.000.000, dat via de Marshall-hulp is aangevraagd, inderdaad niet vol doende is om in de totale behoefte aan hotelruimte in Nederland te voorzien, doch dat het bedrag bedoeld is tot het steunen van initiatieven, die uit het hotelwezen voortkomen. Er wordt voorts benadrukt, dat het streven meer gericht is op het scheppen van hotelruimte voor de gemiddelde toeristen-beurs, dan op het creëren van luxe-hotels. Als men de indruk zou hebben, dat het in de allereerste plaats het hotel wezen zelf is, dat met alle geweld naar uitbreiding der logeer-rulmte streeft en dat het daarbij vooral denkt aan luxe hotels om de Amerikaanse toeris ten te kunnen aantrekken, dan is die in druk onjuist. LIET zijn juist de grote vervoersonder nemingen en toeristen-organisaties, die meer hotels noodzakelijk achten en de uitbreiding der hotelruimte zien als een noodzakelijke voorwaarde om meer toeristen te kunnen aantrekken. De hotellerie evenwel is huiverig, op basis van het vreemdelingenverkeer, grote bedragen in hotels te investeren, die als gevolg van de enorm ge stegen bouwkosten onafwendbaar een dure exploitatie met zich meebren gen. Wat moet een hotel opbrengen en wat kan het publiek betalen? Dat is de vraag, waar het steeds om gaat. Geen enkel hotel kan bestaan van toeristen- drukte, die slechts een paar maanden duurt. Ook de overige tijd van het jaar moet een hotel lonend geëxploiteerd kunnen worden. Als algemene maatstaf kan men aannemen, dat voor een lo nende exploitatie, een hotel, over het gehele jaar berekend, voor 80 bezet moet zijn. Slechte bezetting rvNDANKS het tekort aan hotelruimte wordt dit percentage door vele Ne derlandse hotels niet bereikt. Het tekort doet zich immers voornamelijk gevoe len in het piek-seizoen. Het is zeker waar, dat b.v. in de wa tersportgebieden vooral in Fries land grote behoefte bestaat aan hotel accommodatie. Doch ook die zou slechts enkele maanden lucratieve rendemen ten kunnen afwerpen. Men zou dus moeten onderzoeken, of in de rest van het jaar zulk een hotel op andere wijze rendabel gemaakt zou kunnen worden, b.v. als volksuniversiteit, of als cultu- rèel of maatschappelijk centrum. Het standpunt van het hotelwezen kenmerkt zich door drie punten: bouw alleen nieuwe hotels daar, waar er geen zijn en men ze hard nodig heeft; volsta overigens (voorlopig) met ver betering en uitbreiding der bestaande hotels en ten derde; streef naar werke lijke internationale vacantie-spreiding, opdat de hotelruimte een groter deel van het jaar voor honderd procent nuttig kan worden aangewend. En wat de rijke Amerikanen betreft, laat men hen eerst zien te bewegen tot een langer verblijf. Doordat de meeste Amerikanen de Europese landen meestal in een paar dagen „doen" moe ten er wel heel veel komen, willen zij de exploitatie van luxe hotels mogelijk maken. Lied van de week 'k Zat mij tij-en te verblij-en Op die fijne aarebeien, Maar het is al weer op 't schei-en Want de tijd is haast voorbij en 'k Heb ze bijna niet gehad. Kon de tuinder eerst flink plukken, d'Oogst schijnt nu wat te mislukken. Daarom stijgt de prijs met stukken, Maar dat mag de pret niet drukken. Kérsen zijn er nu weer zat! Ja, 'k moet voor de kersen zwichten, 'k Ga een kersvers kervers dichten. Kersen, donkere en lichte, Brengen vreugd op de gezichten, Bij een ieder, klein en groot. Fijne kersen, zo begeerlijk, Zo echt sappig en zo heerlijk, 'k Lust er wel een pond van, eerlijk Doch dan komt m'n maag wel deerlijk In een zeer, zeer grote nood Hoort de koopman langs de stoepen Zijn gerekte kersroep roepen, Wijl de kleuters samen groepen, In de hoop ook eens te snoepen van die rode lekkernij. Moeders komen aan de deuren (bleekneuzen en bellefleuren). En ze zeuren, speuren, keuren Of er heel wat moet gebeuren, En dan retireren zij. Ja de kersenperiode Heeft de smulpapen weer van node; Toe geniet toch van de rode Vrucht, die U wordt aangeboden In deez" mooiste tijd van 't jaar. Laat deez" kans U niet ontglippen, Ga een winkel binnenwippen, En Uw ogen zullen knippen Als Uw kersenrode lippen zich ontsluiten, reken maar! JABSON 60 JAAR OP DE PLANKEN De operette-komiek Piet Kohier viert op 24 Juli zijn 60-jarig toneeljubileum. De jubilaris zal op deze dag in het theater Carré te Amsterdam in de crea tie van „Droogkeeltje" optreden in de operette „De Boemelbaron". Nu de vredesonderhandelingen in Korea een daadioerkelijke aanvang hebben genomen, verwacht men een soortgelijke stap in Indo-China. Inmiddels gaat de strijd daar door en hier ziet men Franse parachutisten een Vietnamese stelling bestoken. (Van onze speciale verslaggever) J-JOEVEEL mensen zouden sinds 1938 per trein van Utrecht naar Den Haag gereisd zijn en omgekeerd? Honderdduizenden? MllUoenen? Het is nu niet bepaald een van de mooiste trajecten. „Een saai stuk", zeggen de vaste trein- klanten, „en dan wordt er altijd nog met een slakkengang gereden ook, want ze zijn eeuwig en altijd aan die spoorbaan aan het werk". Inderdaad is een stuk van het genoemde traject, het 11 km. lange baanvak OudewaterGouda de laatste tien jaar een zorgenkind van de spoorwegen geweest. Sinds in 1938 een ernstige verzakking van de spoorbaan werd geconstateerd, is er bijna onophoudelijk aan gedokterd. LIET leed zal nu echter gauw geleden zijn, want het werk nadert zijn vol tooiing' en over zes weken zullen de treinen op het bewust baanvak, voor het eerst sinds 1938, weer op normale snelheid kunnen rijden. Dan zal er een werk gereed gekomen zijn, dat zeker niet zo spectaculair is als het boren van een tunnel of het bouwen van een groot viaduct, maar dat daarvoor noch n kundigheid, noch in kostbaarheid onderdoet. Om de lezer, die in deze tijd graag met cijfers rekent, meteen een indruk te geven van de omvang van het werk: het heeft f 9.000.000 gekost! ,„Toen dit baanvak in 1855 werd aan gelegd, wisten de toenmalige spoor wegingenieurs heus wel, dat voor de slappe veengronden, die de nieuwe spoorbaan moesten dragen, bijzondere voorzieningen vereist waren. De baan werd opgeworpen uit grond afkomstig uit de parallelsloten en nabij de baan gelegen terreinen, waarop het ballast- bed van 50 cm. zand werd aangebracht. Voor het spoorwegverkeer van die da gen was dit zeker voldoende en als men weet, dat de slappe veenlaag een diepte heeft, die varieërt van 6 tot 11 meter, dan is het eigenlijk verwon derlijk, dat het nog 83 jaar geduurd heeft, voor de moeilijkheden begonnen. Grote verzakking. I"\EZE ontstonden, doordat het spoor wegverkeer steeds zwaarder en inten siever werd en zij werden acuut, toen het electrische materieel werd ingezet. Vanaf 1934 rijden er dieseltreinen op het middenvak en het is bekend, dat de spoorbanen van het diesel-electriscne materieel door de grotere zwaarte en de grotere snelheid veel meer te lijden hebben dan van de stoomtrei nen. In 1938 werden er grote zakkingen gemeten, terwijl bovendien baangol- ving werd geconstateerd. Dit laatste is een op en neer gaande beweging van het gehele baanlichaam bij treinpas- sage. Men moest de baan herhaaldelijk ophogen, waardoor het gevaar van afschuivbtgen optreedt. Een dergelijke afschuiving vond b.v. plaats in 1930 bij Nieuwerkerk, waar de helft van het baanlichaam 3 meter in het veen wegzakte en de sporen los in de lucht kwamen te Van jea. Om een herhaling daarvan te voor komen, werd op het baanvak Oudew.i- terGouda de snelheid der electrische treinen direct teruggebracht van 120 km. tot 75 km. en werd met het tref fen van tegenmaatregelen een aanvang gemaakt. Zandstortingen. VAN Juli 1946 tot Juli 1948 is er toen steeds zand gestort, ter beveili ging van het evenwicht van de baan. Stel U dit niet al te eenvoudig voor. Het zand zit gemiddeld 3 meter diep en er was per strekkende meter van de spoorbaan 80 kubieke meter nodig. In totaal werd er 900.000 kubieke me ter zand gestort. Om U duidelijk te maken hoeveel dat is; als dat zand met wagons zou worden aangevoerd dan zou de trein een lengte hebben van 900 km., dat is zo ongeveer van Amster dam tot Praag! Toen de spoorbaan aldus tegen af schuiving beveiligd was, moesten maat regelen genomen worden tegen de baangolving. De verzekeringsagent: „Als dit ding nu eens af ging, hoe zou uw vrouw dan verder moeten leven?" WAT KAN ae 'heorie toch ver staan van de werkelijkheid. Wellicht ware deze afstand niet zo bezwaarlijk, ware het niet, dat de nuchtere wer kelijkheid soms dreigt het slachtoffer te zullen worden van de grauwe theorie. Het is U, waarde lezer, uit eigen ervaring stellig bekend, dat de fiscus het aan de ondernemers verleende crediet heeft opgezegd. Immers, in een steeds sneller tempo moeten de belas tinggelden aan de overheid worden afgedragen. Door middel van de be lastingcertificaten tracht de Minister van Financiën reeds thans de in de toekomst verschuldigde belastingen te incasseren. Nog een ogenblik en de ondernemer zou wel eens kunnen wor den verplicht voorschotten te verstrek ken aan 's Rijks kas. Deze credietop- zegging door de overheid heeft vele bedrijven in ernstige financiële moei lijkheden gebracht. Daarnaast hebben de prijsstijgingen, die zich de laatste jaren in allerlei schakeringen openbaarden, de onder nemers verplicht steeds meer gelden in hun bedrijf vast te leggen. Het zijn voornamelijk deze beide oorzaken, die allerwege in het be drijfsleven de grootste liquiditeits moeilijkheden deden ontstaan. Het aan crediteuren te betalen bedrag is on rustbarend gestegen en langzamerhand dreigt allerwege het spook van faillis sement. Het is slechts met de grootste moeite, dat telkens weer het voor uit betaling van lonen en salarissen be nodigde bedrag beschikbaar komt. In menig bedrijf kunnen de lonen en sa larissen niet volledig en op tijd wor den betaald, zodat het personeel nood gedwongen genoegen moet nemen met een uitbetaling in gedeelten. Periodiek nieuwe zorgen, namelijk op de momenten, dat de loonbelasting, de moet uitbetalen, bij elkaar te krijgen. WMÉÊÊÊ. WÊÊm dan wel hij sluit welbewust de ogen voor de realiteit. Er is immers bijna geen enkele werkgever meer in s'aal om te handelen, gelijk hier werd om schreven. De ondernemer heeft de grootste moeite om de f 2.500.die hij vereveningsheffing en de omzetbelas ting moeten worden afgedragen. Ook deze gelden moeten aan het bedrijf worden onttrokken. Maar hoe? Ziedaar de nuchtere werkelijkheid. En nu de theorie. In een geschrift, uitgaande van een belastinginspectie aan een zeker niet minder officiële instantie, las ik één dezer dagen letterlijk het volgende: „Met betrekking tot het niet afdra gen van de loonbelasting kan niet „van betalingsmoeilijkheden worden „gesproken, aangezien de loonbelas ting door de werkgever van het „loon van de werknemers werd in gehouden en de werkgever die gel- „den dus onder zijn berusting had". De inspecteur stelt het derhalve een voudig aldus: Er zijn in dienst 50 werk nemers, die een weekloon genieten van f 60.per persoon. De werkgever r.eemt 's Zaterdags drie duizend gul den in zijn handen en betaalt daarvan aan zijn personeel f 2.500.De res terende f 500— legt hij op zij om te zijner tijd aan de belastingdienst als loonbelasting af te dragen. De hoofdamb'enaar, uit wiens pen dit stukje theorie vloeide, staat kenne lijk mijlenver van de werkelijkheid af, De resterende f 500.— die later be'aald moeten worden, zijn beslist niet be schikbaar. Ge verwondert U waarschijnlijk over deze zo ver van de werkelijkheid staande theorie; misschien gaat ge er achtloos aan voorbij. Dat zou ook on gestraft kunnen, ware het niet, dat deze kloof tussen werkelijkheid en theorie voor het bedrijfsleven zeer on aangename consequenties heeft. Het is namelijk zo, dat de werkgever, die tengevolge van betalingsmoeilijkheden niet tijdig de verschuldigde loonbelas ting afdraagt, van de bewuste inspec teur te horen krijgt, dat de betalings moeilijkheden geen excuus vormen. Sterker nog. Aan de hand van zijn theorie zal de inspecteur de werkge ver van „grove onachtzaamheid" be tichten. En daarbij blijft het nie'. Var. de werkgever zal niet alleen de loon belasting worden gevorderd, maar we gens de grove onachtzaamheid boven dien nog een stevige verhoging. In het onderhavige geval bedroeg deze verhoging niet minder dan 25%. De nuchtere werkelijkheid wordt dus slachtoffer van de grauwe theorie. Heeft u betalingsmoeilijkheden, dan zal de overheid u juist daarom nog eens extra bombarderen tot SIJMEN BETAEL. Als straks de treinreizigers weer met grote snelheid over het baanvak OudewaterGouda ra zen; dan rijden zij niet boven grond, doch boven steenslag. Is dat zo belangrijk? Och nee, maar het komt niet zoveel voor in Nederland. Er ligt alleen maar steenslag op het baanvak Am sterdamArnhem en op som mige gedeelten tussen Rotterdam en Dordrecht. Steenslag is beter dan het ronde en daardoor beweeglijke grind. Steenslag moet echter uit Bel- gie en Noorwegen komen en kost dus deviezen. Bij Wittem in Limburg is wel st nslag ontdekt (nota-bene 60 cm. onder het maaiveld), doch de regering gaf geen toestemming om die verkiezelde kalklaag te exploiteren, omdat het natuur schoon daaronder zou kunnen lijden. Daartoe werden verstijvingsplaten van gewapend beton of slikslak onder de sporen aangebracht. Slikslak is een residu-product van de Hoogovens en heeft het voordeel, dat het kan worden aangebracht zonder dat het treinver keer behoeft te worden omgelegd. Bij de betonplaten moet dat wel en daar om maakte de trein vaak kleine „om metjes". Tijdens deze werkzaamheden mochten de treinen ter plaatse niet harder rijden dan 15 km. per uur. Be ton en slikslak worden gewapend met de bekende vliegveldmatten die uit een Engelse dump in Duitsland waren aangekocht De treinreizigers zullen die vaak hebben zien liggen langs de spoorbaan. Ook Engelse treinreizigers zagen ze en dan belden ze soms de spoorwegen op, om te vragen: „Waar kun je die dingen kopen? In Engeland kunnen wij ze niet krijgen!" Ten slotte zullen de rails van 46 kg. per meter vervangen worden door een zwaarder type (63 kg. per meter) -n dan is het werk klaar. De laatste fase. Men is nü bezig aan de laatste 750 meter en over een week of zes zal alles in kannen en kruiken zijn. Het ver wisselen van de rails geschiedt 's nachts, (soms 750 meter in één nacht), zodat alleen het goederenvervoer erdoor be lemmerd wordt. Als straks de treinen voor het eerst sinds 13 jaar weer op volle snelheid zullen rijden, zal het publiek, dat ut luttele minuten over het stukje spoor baan raast, dat 9 millioen gekost heeft, er niets meer van zien. Daarom op dit moment en op deze plaats een eresa luut aan onze spoorwegbouwers voor dit weinig-spectaculaire doch knap stukje werk. JJE snelste racewagens ter wereld, de Alfa Romeo's, zullen niet uitkomen in de Grote Prijs van Nederland, die Zondag 22 Juli op het circuit van Zandvoort zal worden verreden. De Alfa's zijn opzettelijk geweigerd omdat dan bij voorbaat vast staat, dat de andere wagens geen kans op de zege maken. De sportcommissie van de /C.N.A.C. is van mening, dat het pu bliek een race, waarin slechts „aan elkaar gewaagde wagens" uitkomen, meer op prys zal stellen. Er zijn nu veertien deelnemers op vier merken. Wereldkampioen Farina en de Argentijn Gonzales zullen Mase- rati's van 1% liter, beide met com pressor, rijden. De Engelsman Peter Whitehead bestuurt eveneens een liter Maserati met compressor, terwijl de Italiaan Luigi Villoresi en Alberto Ascari uitkomen op een 4<^ liter Fer rari. De Fransen Louis Rosier en Phi- üppe Stancelin, de Belgen John Claes en Andre Pilette, alsmede Louis Chi- ron uit Monaco starten met 4)^ liter. Talbots en de Engelsen Stirling Moss en John Macklin met de nieuwe HWM, een twee liter racewagen van de Heath Wolton Motors. De mogelijkheid be staat, dat Heath een der wagens zelf zal berijden. De derde HWM wordt be reden door de Nederlander Roosdorp. De Zwitserse coureur Rudolf Fischer neemt ten slotte deel met een 2 <4 liter Ferrari zonder compressor. In de tevoren te rijden 500 cc race starten twaalf coureurs in sportwa- gentjes. JORDANIË BESCHULDIGT ISRAËL Jordanië heeft er Israël in een tele gram aan de Verenigde Naties van be schuldigd, de vrije loop van de Jordaan te belemmeren, tot schade van de eco nomie van het getroffen land. Grote hoeveelheden rivierwater zouden door Israël naar zijn gebied worden ge pompt, hetgeen zou leiden tot verho ging van het zoutgehalte en tot ver laging van de waterstand. Onverwijld de maatregelen tegen deze belemmering worden gevraagd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 7