In Indonesië dreigt inflatie en een
gevaarlijke politieke crisis
het woord
Hotels kunnen niet alleen
toeristendrukte bestaan
van
Stukje spoorlijn kostte negen
millioen gulden
HET BROEIT ACHTER SCHERMEN
Alleen krachtige regering zal in staat
blijken redding te brengen
Het
boek
nieuwe
Groot project
Oppervlakkige welvaart
Moet er meer logeerruimte komen?
Internationale vacantie
spreiding
Kers-vers
Baanvak Oudewater—Gouda bijna gereed
in
Geen Alfa Romeo's
de „grote prijs"
Strijd tussen Maseraii, Talbot,
HWM en Ferrari
(Van onze correspondent in Djakarta).
■pERWIJL ik dit schrijf naderen de „lebaran"-dagen: dat is het einde van de
Mohammedaanse vastenmaand, vanouds een gebeurtenis, die hier feestelijk
wordt gevierd. Het is overigens een feest met typische Oosterse karaktertrekken:
kleurig, maar zonder opwinding of rumoer. Op zijn Paasbest uitgedost, bij voor
keur met splinternieuwe kleren aan, gaat men aan de wandel, worden bezoeken
gebracht, zoete stroopjes gedronken en felgekleurde nog zoetere koekjes gecon
sumeerd. Djakarta vertoont in de dagen, die hieraan voorafgaan, ai een bijzon
dere gezellige drukte, die echter niet kan verhelen, dat er in de politieke atmos
feer iets broeit, wat veel begint te lijken op een crisis.
QPPERVLAKKIG gezien lijkt het al
lemaal welvaart en rustige vreug
de. Wie vandaag aan de dag door Dja
karta rijdt krijgt de indruk van een
zekere welvaart en blijheid, terwijl het
water vrolijk rond hen heen dartelt,
goudblinkend in het zonlicht. En ge
ziet honderden en nog eens honderden
betja's, het onovertroffen voertuig
van het Oosten: een driewieler met
de passagier in een met velerlei fan
tastische motieven en tekeningen be
schilderde „leunstoel". De dertigdui
zend auto's van Djakarta slingeren
zich blinkend in de tropenzon door de
smalle straten, waar zich om de paar
seconden een verkeers-opstopping
voordoet, zonder dat iemand er zich
iets van aantrekt. In het maanlicht
laten de gelieven zich, omstrengeld in
een betja, rond Merdeka rijden: het
vroegere Koningsplein, een enorm en
ietwat slordig grasveld, met reus
achtige bomen, peinzend onder het
sterrengewelf.
Desorganisatie
QM dat plein staan de bleke gevels
van oude herenhuizen, waar nu ver
schillende departementen gevestigd zijn,
of ministers wonen. De gevels zijn
bleek en streng in het maanlicht. Daar
achter leeft op het ogenblik niets van
de romantiek en de kleurige vreugde,
die de oppervlakkige beschouwer van
het hedendaagse Djakarta verrukt en
bekoort. Daarachter kraakt het en
spant het. En wie zijn oor tegen die
gevels te luisteren legt, verneemt niet
veel fraais. Het is duidelijk, dat In
donesië politiek en financieel-econo-
misch voor een crisis staat. De commu
nisten hebben de laatste tijd, naar het
schijnt overal aan invloed gewonnen.
Er zijn dag aan dag stakingen, veroor
zaakt door volmaakt onredelijke eisen,
en om geen andore reden opgezet dan
om desorganisatie te forceren. De re-
gering-Sukiman heeft tot dusver niet
de kracht opgeleverd om hier een ein
de aan te maken. Integendeel. De na
tionale Indonesische pers beschuldigt er
haar openlijk van, dat zij de onder
mijnende elementen door haar zwak
heid en toegeeflijkheid in de kaart
speelt. Sommige bladen gaan zelfs zo
ver te beweren, dat het Departement
van Arbeid communistisch getint is.
Politieke ineenstorting
ne ernstig-waarschuwende stemmen
komen niet alleen van de zijde der
Indonesische nationale pers. Ook zeer
bekwame figuren als oud-minister Sja-
fruddin laten hun stem horen: zij voor
zien een gevaarlijke politieke ineen
storting, ten voordele van de commu
nistische vakbonden en een onstuitbare
inflatie.
Men krijgt de indruk dat de binnen
landse toestand sinds de souvereiniteits-
overdracht nog niet zó kritiek geweest
is. Iedereen koestert de overtuiging,
dat er „iets" gebeuren gaat.Maar
wat? De pessimisten aarzelen tussen
een communistische staatsgreep en een
militaire dictatuur. De meer gematigde
beoordelaars zijn in elk geval van me
ning, dat dit kabinet geen lang leven
heeft en dat men dan op een krachtiger
regering mag hopen, met mannen .ls
Hatta, Sjafruddin, mr. Rum, die nu
terzijde staan, maar van wie men weet
dat zij het vertrouwen verdienen: want
E. Lagerwey: De Oud Katho
lieke Kerk van Nederland.
Uitg. G. J. A. Ruys Uitgevers
maatschappij te Amsterdam.
Degenen, die zich in het kerkelijk
leven van ons land geïnteresseerd voe
len, moeten zich dikwijls met- enige
schaamte afvragen wat zij eigenlij
weten van de Oud Katholieke Ker
die zich de rechtstreekse voortzetting
van de eerste Christenkerk in ons land
acht. Ze plaatst zich recht tegenover
de Roomskatholieke kerkorde onder
leiding van de onfeilbare e
vele protestanten vormt de Oud ka
tholieke Kerk een gemeenschap, door
de oecumenische samenwerking. In een
goed uitgevoerd boekje, in^nhandig
formaat, geeft de Oud Katholieke Bis
schop Lagerwey van Deve?*®r'
uiteenzetting over de leer, het
en het doel van deze gemeenschap, en
geeft een antwoord op tal van a
vragen, o.a. op het nieuwe Manadogma
van de R.K. Kerk. De schrijv
klaart verder de historische bindl"^"
met de andere kerken in de Oude
Wereld. Het boekje is vlot gesehrev
Het is verlucht met vele fraaie fot
die een indruk geven van de rijkdom
en schoonheid, die deze kerk in
uiterlijke voren ten toon spreidt.
zij zijn niet in de eerste plaats politici,
zij zijn vooral realisten, die de fouten
en de noden van Indonesië zeer helder
zien. En die, blijkens hun uitlatingen,
niet zullen aarzelen drastisch in te
grijpen en eien einde te maken aan de
stakingswaanzin, de inflatie-dreiging,
het gebrek aan verantwoordelijkheids
gevoel, aan arbeids-prestatie: in het al
gemeen aan die illusies en dromen dat
het allemaal wel van zelf gaat, en dat
de vrijheid niet verdiend maar ge-
v i e r d moet worden.
Tragische achtergrond
HIT is de tragische achtergrond van
het oppervlakkige zonnige, kleurige
blijde beeld van een Oosterse millioe-
nenstad als Djakarta. De belletjes van
de betja-rijders tinkelen langs de roezi
ge straten, de vrouwen kwetteren langs
de Molenvliet in de duizenden eetstal
letjes knettert het houtvuur onder al
lerhande Djakartase heerlijkheden, als
lumpiah en saté-gabing, die ge nergens
lekkerder eet dan aan de straat (zoals
men in ons vaderland de haring het
heerlijkst aan de kar eet)...
Maar achter al die rustige en goede
geluiden, en achter dit rijk en geva
rieerd décor, hoort ge het zoemen van
de kwade geruchten en bange ver
wachtingen. Waar gaat Indonesië heen?
De naaste toekomst zal het leren. Wij
weten hier vandaag niet meer, waar
wij morgen aan toe zijn.
(Van onze Haagse redacteur)
JJE memorie van antwoord
memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer van de ministers van
den Brink en Albregts, over de uitbrei
ding der hotelruimte in ons land, ves
tigt er de aandacht op, dat het bedrag
van 7.000.000, dat via de Marshall-hulp
is aangevraagd, inderdaad niet vol
doende is om in de totale behoefte aan
hotelruimte in Nederland te voorzien,
doch dat het bedrag bedoeld is tot het
steunen van initiatieven, die uit het
hotelwezen voortkomen. Er wordt voorts
benadrukt, dat het streven meer gericht
is op het scheppen van hotelruimte
voor de gemiddelde toeristen-beurs, dan
op het creëren van luxe-hotels.
Als men de indruk zou hebben, dat
het in de allereerste plaats het hotel
wezen zelf is, dat met alle geweld naar
uitbreiding der logeer-rulmte streeft
en dat het daarbij vooral denkt aan
luxe hotels om de Amerikaanse toeris
ten te kunnen aantrekken, dan is die in
druk onjuist.
LIET zijn juist de grote vervoersonder
nemingen en toeristen-organisaties,
die meer hotels noodzakelijk achten en
de uitbreiding der hotelruimte zien als
een noodzakelijke voorwaarde om meer
toeristen te kunnen aantrekken.
De hotellerie evenwel is huiverig, op
basis van het vreemdelingenverkeer,
grote bedragen in hotels te investeren,
die als gevolg van de enorm ge
stegen bouwkosten onafwendbaar
een dure exploitatie met zich meebren
gen. Wat moet een hotel opbrengen en
wat kan het publiek betalen? Dat is de
vraag, waar het steeds om gaat. Geen
enkel hotel kan bestaan van toeristen-
drukte, die slechts een paar maanden
duurt. Ook de overige tijd van het jaar
moet een hotel lonend geëxploiteerd
kunnen worden. Als algemene maatstaf
kan men aannemen, dat voor een lo
nende exploitatie, een hotel, over het
gehele jaar berekend, voor 80 bezet
moet zijn.
Slechte bezetting
rvNDANKS het tekort aan hotelruimte
wordt dit percentage door vele Ne
derlandse hotels niet bereikt. Het tekort
doet zich immers voornamelijk gevoe
len in het piek-seizoen.
Het is zeker waar, dat b.v. in de wa
tersportgebieden vooral in Fries
land grote behoefte bestaat aan hotel
accommodatie. Doch ook die zou slechts
enkele maanden lucratieve rendemen
ten kunnen afwerpen. Men zou dus
moeten onderzoeken, of in de rest van
het jaar zulk een hotel op andere wijze
rendabel gemaakt zou kunnen worden,
b.v. als volksuniversiteit, of als cultu-
rèel of maatschappelijk centrum.
Het standpunt van het hotelwezen
kenmerkt zich door drie punten: bouw
alleen nieuwe hotels daar, waar er
geen zijn en men ze hard nodig heeft;
volsta overigens (voorlopig) met ver
betering en uitbreiding der bestaande
hotels en ten derde; streef naar werke
lijke internationale vacantie-spreiding,
opdat de hotelruimte een groter deel
van het jaar voor honderd procent
nuttig kan worden aangewend.
En wat de rijke Amerikanen betreft,
laat men hen eerst zien te bewegen
tot een langer verblijf. Doordat de
meeste Amerikanen de Europese landen
meestal in een paar dagen „doen" moe
ten er wel heel veel komen, willen zij
de exploitatie van luxe hotels mogelijk
maken.
Lied van de week
'k Zat mij tij-en te verblij-en
Op die fijne aarebeien,
Maar het is al weer op 't schei-en
Want de tijd is haast voorbij en
'k Heb ze bijna niet gehad.
Kon de tuinder eerst flink plukken,
d'Oogst schijnt nu wat te mislukken.
Daarom stijgt de prijs met stukken,
Maar dat mag de pret niet drukken.
Kérsen zijn er nu weer zat!
Ja, 'k moet voor de kersen zwichten,
'k Ga een kersvers kervers dichten.
Kersen, donkere en lichte,
Brengen vreugd op de gezichten,
Bij een ieder, klein en groot.
Fijne kersen, zo begeerlijk,
Zo echt sappig en zo heerlijk,
'k Lust er wel een pond van, eerlijk
Doch dan komt m'n maag wel
deerlijk
In een zeer, zeer grote nood
Hoort de koopman langs de stoepen
Zijn gerekte kersroep roepen,
Wijl de kleuters samen groepen,
In de hoop ook eens te snoepen
van die rode lekkernij.
Moeders komen aan de deuren
(bleekneuzen en bellefleuren).
En ze zeuren, speuren, keuren
Of er heel wat moet gebeuren,
En dan retireren zij.
Ja de kersenperiode
Heeft de smulpapen weer van
node;
Toe geniet toch van de rode
Vrucht, die U wordt aangeboden
In deez" mooiste tijd van 't jaar.
Laat deez" kans U niet ontglippen,
Ga een winkel binnenwippen,
En Uw ogen zullen knippen
Als Uw kersenrode lippen
zich ontsluiten, reken maar!
JABSON
60 JAAR OP DE PLANKEN
De operette-komiek Piet Kohier viert
op 24 Juli zijn 60-jarig toneeljubileum.
De jubilaris zal op deze dag in het
theater Carré te Amsterdam in de crea
tie van „Droogkeeltje" optreden in de
operette „De Boemelbaron".
Nu de vredesonderhandelingen in Korea een daadioerkelijke aanvang
hebben genomen, verwacht men een soortgelijke stap in Indo-China.
Inmiddels gaat de strijd daar door en hier ziet men Franse parachutisten
een Vietnamese stelling bestoken.
(Van onze speciale verslaggever)
J-JOEVEEL mensen zouden sinds 1938 per trein van Utrecht naar Den Haag
gereisd zijn en omgekeerd? Honderdduizenden? MllUoenen? Het is nu niet
bepaald een van de mooiste trajecten. „Een saai stuk", zeggen de vaste trein-
klanten, „en dan wordt er altijd nog met een slakkengang gereden ook, want
ze zijn eeuwig en altijd aan die spoorbaan aan het werk". Inderdaad is een
stuk van het genoemde traject, het 11 km. lange baanvak OudewaterGouda
de laatste tien jaar een zorgenkind van de spoorwegen geweest. Sinds in 1938
een ernstige verzakking van de spoorbaan werd geconstateerd, is er bijna
onophoudelijk aan gedokterd.
LIET leed zal nu echter gauw geleden
zijn, want het werk nadert zijn vol
tooiing' en over zes weken zullen de
treinen op het bewust baanvak, voor
het eerst sinds 1938, weer op normale
snelheid kunnen rijden. Dan zal er een
werk gereed gekomen zijn, dat zeker
niet zo spectaculair is als het boren
van een tunnel of het bouwen van een
groot viaduct, maar dat daarvoor noch
n kundigheid, noch in kostbaarheid
onderdoet.
Om de lezer, die in deze tijd graag
met cijfers rekent, meteen een indruk
te geven van de omvang van het werk:
het heeft f 9.000.000 gekost!
,„Toen dit baanvak in 1855 werd aan
gelegd, wisten de toenmalige spoor
wegingenieurs heus wel, dat voor de
slappe veengronden, die de nieuwe
spoorbaan moesten dragen, bijzondere
voorzieningen vereist waren. De baan
werd opgeworpen uit grond afkomstig
uit de parallelsloten en nabij de baan
gelegen terreinen, waarop het ballast-
bed van 50 cm. zand werd aangebracht.
Voor het spoorwegverkeer van die da
gen was dit zeker voldoende en als
men weet, dat de slappe veenlaag
een diepte heeft, die varieërt van 6 tot
11 meter, dan is het eigenlijk verwon
derlijk, dat het nog 83 jaar geduurd
heeft, voor de moeilijkheden begonnen.
Grote verzakking.
I"\EZE ontstonden, doordat het spoor
wegverkeer steeds zwaarder en inten
siever werd en zij werden acuut, toen
het electrische materieel werd ingezet.
Vanaf 1934 rijden er dieseltreinen op
het middenvak en het is bekend, dat de
spoorbanen van het diesel-electriscne
materieel door de grotere zwaarte
en de grotere snelheid veel meer te
lijden hebben dan van de stoomtrei
nen.
In 1938 werden er grote zakkingen
gemeten, terwijl bovendien baangol-
ving werd geconstateerd. Dit laatste is
een op en neer gaande beweging van
het gehele baanlichaam bij treinpas-
sage.
Men moest de baan herhaaldelijk
ophogen, waardoor het gevaar van
afschuivbtgen optreedt. Een dergelijke
afschuiving vond b.v. plaats in 1930
bij Nieuwerkerk, waar de helft van
het baanlichaam 3 meter in het veen
wegzakte en de sporen los in de lucht
kwamen te Van jea.
Om een herhaling daarvan te voor
komen, werd op het baanvak Oudew.i-
terGouda de snelheid der electrische
treinen direct teruggebracht van 120
km. tot 75 km. en werd met het tref
fen van tegenmaatregelen een aanvang
gemaakt.
Zandstortingen.
VAN Juli 1946 tot Juli 1948 is er toen
steeds zand gestort, ter beveili
ging van het evenwicht van de baan.
Stel U dit niet al te eenvoudig voor.
Het zand zit gemiddeld 3 meter diep
en er was per strekkende meter van
de spoorbaan 80 kubieke meter nodig.
In totaal werd er 900.000 kubieke me
ter zand gestort. Om U duidelijk te
maken hoeveel dat is; als dat zand met
wagons zou worden aangevoerd dan
zou de trein een lengte hebben van 900
km., dat is zo ongeveer van Amster
dam tot Praag!
Toen de spoorbaan aldus tegen af
schuiving beveiligd was, moesten maat
regelen genomen worden tegen de
baangolving.
De verzekeringsagent: „Als dit
ding nu eens af ging, hoe zou uw
vrouw dan verder moeten leven?"
WAT KAN ae 'heorie toch ver staan
van de werkelijkheid. Wellicht
ware deze afstand niet zo bezwaarlijk,
ware het niet, dat de nuchtere wer
kelijkheid soms dreigt het slachtoffer
te zullen worden van de grauwe
theorie.
Het is U, waarde lezer, uit eigen
ervaring stellig bekend, dat de fiscus
het aan de ondernemers verleende
crediet heeft opgezegd. Immers, in een
steeds sneller tempo moeten de belas
tinggelden aan de overheid worden
afgedragen. Door middel van de be
lastingcertificaten tracht de Minister
van Financiën reeds thans de in de
toekomst verschuldigde belastingen te
incasseren. Nog een ogenblik en de
ondernemer zou wel eens kunnen wor
den verplicht voorschotten te verstrek
ken aan 's Rijks kas. Deze credietop-
zegging door de overheid heeft vele
bedrijven in ernstige financiële moei
lijkheden gebracht.
Daarnaast hebben de prijsstijgingen,
die zich de laatste jaren in allerlei
schakeringen openbaarden, de onder
nemers verplicht steeds meer gelden in
hun bedrijf vast te leggen.
Het zijn voornamelijk deze beide
oorzaken, die allerwege in het be
drijfsleven de grootste liquiditeits
moeilijkheden deden ontstaan. Het aan
crediteuren te betalen bedrag is on
rustbarend gestegen en langzamerhand
dreigt allerwege het spook van faillis
sement. Het is slechts met de grootste
moeite, dat telkens weer het voor uit
betaling van lonen en salarissen be
nodigde bedrag beschikbaar komt. In
menig bedrijf kunnen de lonen en sa
larissen niet volledig en op tijd wor
den betaald, zodat het personeel nood
gedwongen genoegen moet nemen met
een uitbetaling in gedeelten.
Periodiek nieuwe zorgen, namelijk op
de momenten, dat de loonbelasting, de moet uitbetalen, bij elkaar te krijgen.
WMÉÊÊÊ. WÊÊm
dan wel hij sluit welbewust de ogen
voor de realiteit. Er is immers bijna
geen enkele werkgever meer in s'aal
om te handelen, gelijk hier werd om
schreven. De ondernemer heeft de
grootste moeite om de f 2.500.die hij
vereveningsheffing en de omzetbelas
ting moeten worden afgedragen. Ook
deze gelden moeten aan het bedrijf
worden onttrokken. Maar hoe?
Ziedaar de nuchtere werkelijkheid.
En nu de theorie.
In een geschrift, uitgaande van een
belastinginspectie aan een zeker niet
minder officiële instantie, las ik één
dezer dagen letterlijk het volgende:
„Met betrekking tot het niet afdra
gen van de loonbelasting kan niet
„van betalingsmoeilijkheden worden
„gesproken, aangezien de loonbelas
ting door de werkgever van het
„loon van de werknemers werd in
gehouden en de werkgever die gel-
„den dus onder zijn berusting had".
De inspecteur stelt het derhalve een
voudig aldus: Er zijn in dienst 50 werk
nemers, die een weekloon genieten
van f 60.per persoon. De werkgever
r.eemt 's Zaterdags drie duizend gul
den in zijn handen en betaalt daarvan
aan zijn personeel f 2.500.De res
terende f 500— legt hij op zij om te
zijner tijd aan de belastingdienst als
loonbelasting af te dragen.
De hoofdamb'enaar, uit wiens pen
dit stukje theorie vloeide, staat kenne
lijk mijlenver van de werkelijkheid af,
De resterende f 500.— die later be'aald
moeten worden, zijn beslist niet be
schikbaar.
Ge verwondert U waarschijnlijk over
deze zo ver van de werkelijkheid
staande theorie; misschien gaat ge er
achtloos aan voorbij. Dat zou ook on
gestraft kunnen, ware het niet, dat
deze kloof tussen werkelijkheid en
theorie voor het bedrijfsleven zeer on
aangename consequenties heeft. Het is
namelijk zo, dat de werkgever, die
tengevolge van betalingsmoeilijkheden
niet tijdig de verschuldigde loonbelas
ting afdraagt, van de bewuste inspec
teur te horen krijgt, dat de betalings
moeilijkheden geen excuus vormen.
Sterker nog. Aan de hand van zijn
theorie zal de inspecteur de werkge
ver van „grove onachtzaamheid" be
tichten. En daarbij blijft het nie'. Var.
de werkgever zal niet alleen de loon
belasting worden gevorderd, maar we
gens de grove onachtzaamheid boven
dien nog een stevige verhoging. In
het onderhavige geval bedroeg deze
verhoging niet minder dan 25%.
De nuchtere werkelijkheid wordt
dus slachtoffer van de grauwe theorie.
Heeft u betalingsmoeilijkheden, dan
zal de overheid u juist daarom nog
eens extra bombarderen tot
SIJMEN BETAEL.
Als straks de treinreizigers
weer met grote snelheid over het
baanvak OudewaterGouda ra
zen; dan rijden zij niet boven
grond, doch boven steenslag.
Is dat zo belangrijk? Och nee,
maar het komt niet zoveel voor
in Nederland. Er ligt alleen maar
steenslag op het baanvak Am
sterdamArnhem en op som
mige gedeelten tussen Rotterdam
en Dordrecht.
Steenslag is beter dan het
ronde en daardoor beweeglijke
grind.
Steenslag moet echter uit Bel-
gie en Noorwegen komen en kost
dus deviezen.
Bij Wittem in Limburg is wel
st nslag ontdekt (nota-bene
60 cm. onder het maaiveld), doch
de regering gaf geen toestemming
om die verkiezelde kalklaag te
exploiteren, omdat het natuur
schoon daaronder zou kunnen
lijden.
Daartoe werden verstijvingsplaten
van gewapend beton of slikslak onder
de sporen aangebracht. Slikslak is een
residu-product van de Hoogovens en
heeft het voordeel, dat het kan worden
aangebracht zonder dat het treinver
keer behoeft te worden omgelegd. Bij
de betonplaten moet dat wel en daar
om maakte de trein vaak kleine „om
metjes". Tijdens deze werkzaamheden
mochten de treinen ter plaatse niet
harder rijden dan 15 km. per uur. Be
ton en slikslak worden gewapend met
de bekende vliegveldmatten die uit
een Engelse dump in Duitsland waren
aangekocht De treinreizigers zullen
die vaak hebben zien liggen langs de
spoorbaan. Ook Engelse treinreizigers
zagen ze en dan belden ze soms de
spoorwegen op, om te vragen: „Waar
kun je die dingen kopen? In Engeland
kunnen wij ze niet krijgen!"
Ten slotte zullen de rails van 46 kg.
per meter vervangen worden door een
zwaarder type (63 kg. per meter) -n
dan is het werk klaar.
De laatste fase.
Men is nü bezig aan de laatste 750
meter en over een week of zes zal alles
in kannen en kruiken zijn. Het ver
wisselen van de rails geschiedt 's nachts,
(soms 750 meter in één nacht), zodat
alleen het goederenvervoer erdoor be
lemmerd wordt.
Als straks de treinen voor het eerst
sinds 13 jaar weer op volle snelheid
zullen rijden, zal het publiek, dat ut
luttele minuten over het stukje spoor
baan raast, dat 9 millioen gekost heeft,
er niets meer van zien. Daarom op dit
moment en op deze plaats een eresa
luut aan onze spoorwegbouwers voor
dit weinig-spectaculaire doch knap
stukje werk.
JJE snelste racewagens ter wereld, de
Alfa Romeo's, zullen niet uitkomen
in de Grote Prijs van Nederland, die
Zondag 22 Juli op het circuit van
Zandvoort zal worden verreden. De
Alfa's zijn opzettelijk geweigerd omdat
dan bij voorbaat vast staat, dat de
andere wagens geen kans op de zege
maken. De sportcommissie van de
/C.N.A.C. is van mening, dat het pu
bliek een race, waarin slechts „aan
elkaar gewaagde wagens" uitkomen,
meer op prys zal stellen.
Er zijn nu veertien deelnemers op
vier merken. Wereldkampioen Farina
en de Argentijn Gonzales zullen Mase-
rati's van 1% liter, beide met com
pressor, rijden. De Engelsman Peter
Whitehead bestuurt eveneens een
liter Maserati met compressor, terwijl
de Italiaan Luigi Villoresi en Alberto
Ascari uitkomen op een 4<^ liter Fer
rari. De Fransen Louis Rosier en Phi-
üppe Stancelin, de Belgen John Claes
en Andre Pilette, alsmede Louis Chi-
ron uit Monaco starten met 4)^ liter.
Talbots en de Engelsen Stirling Moss
en John Macklin met de nieuwe HWM,
een twee liter racewagen van de Heath
Wolton Motors. De mogelijkheid be
staat, dat Heath een der wagens zelf
zal berijden. De derde HWM wordt be
reden door de Nederlander Roosdorp.
De Zwitserse coureur Rudolf Fischer
neemt ten slotte deel met een 2 <4 liter
Ferrari zonder compressor.
In de tevoren te rijden 500 cc race
starten twaalf coureurs in sportwa-
gentjes.
JORDANIË BESCHULDIGT ISRAËL
Jordanië heeft er Israël in een tele
gram aan de Verenigde Naties van be
schuldigd, de vrije loop van de Jordaan
te belemmeren, tot schade van de eco
nomie van het getroffen land. Grote
hoeveelheden rivierwater zouden door
Israël naar zijn gebied worden ge
pompt, hetgeen zou leiden tot verho
ging van het zoutgehalte en tot ver
laging van de waterstand. Onverwijld
de maatregelen tegen deze belemmering
worden gevraagd.