„Captain Horatio Hornblower" avor DDD STORM IN EEN GLAS WATER De Haarlemse Orkestvereniging Japon voor minder slanke dames is opnieuw in gevaar Spaar de kinderen! Groot tekort bedreigt het voortbestaan Politie verzorgde baby SEPTEMBER 1981 heeft waarschijnlijk ook wel het een en ander gelezen over de erger- HJke en bijna ongelofelijke staaltjes van dierenkwelling, die politie en in specteurs "an de dierenbescherming de laatste tijd gepubliceerd hebben. Het is geen opwekkende lectuur, en ook ruim schoots beschamend; niet alleen voor die dierenbeulen zelf, maar evenzeer voor ons, die met een; Gunst, hoe is het mogelijk! overgaan tot het feuille ton of de burgelijke stand. U zult mij tegenwerpen: maar de verontwaardiging over de soldaat, die dat zieke hondje in het water schopte, was toch algemeen. Ach kom; wat baat die verontwaardiging het arme klei ne beest is dood (en hoe), en niemand heeft, bij alle afkeuring, een vinger uitgestoken om de stakker te redden. Ja maar, die soldaat was gewéaapend! O ja? Dacht iemand heus dat de man die een ziek klein dier durft trappen •werkelijk de moed opbrengt om zijn geweer te schouderen en degene, die rijn slachtoffer beschermen wil, neer te schieten? Het mocht wat: dierenbeulen zijn altijd lafaards. Anders probeerden zij de sadistische bedenksels van hun vergiftigde geest wol op een stevig boerenkarrepaard of een loslopende, lichtelijk ontstemde stamboekstier. Maar nee, hun werkobject zijn altijd zieke, gewonde, vastgebonden, zwakke of uit gemergelde dieren. Dit maakt hun straf (als zij die krijgen): op zijn hóógst drie honderd gulden boete of zes maanden hechtenis ook zo belachelijk. Elk zes maanden een deerlijk verminkte hond, een doodgeranseld trekpaardje, een le vend verbrande kat leveren per men senleven nóg een heel aardig dosier. Is dierennt'-handeling eigenlijk wel met straffen te bestrijden? Of doen wij beter, te speuren naar de oorzaak van een dergelijke afschuwelijke misvor ming der menselijke ziel? Waarom be gon die soldaat plotseling dat hondje in de vaart te schoppen? Zou hij mis schien het onderricht in het verdelgen van mens practisch hebben willen toe passen, en leek het hem eenvoudiger daarmee in het klein te beginnen? of zou het kunnen zijn dat een herinnering uit zijn prille jeugd de kiem heeft ge legd voor de giftplant, waarvan wij zo terecht gruwen? Tussen J die treurige processen-ver baal, de laatrte tijd in de pers vermeld, trof mij er een als bijzonder tragisch. En dat niet zozeer voor het ongelukki ge dier, een zieke hond, die levend be graven werd Dat is al afgrijselijk ge noeg. Ik weet niet of u wel eens een hond hebt zien sterven. Ik heb het eenmaal bijgewoond, en het feit is mij altijd bij gebleven om zijn trieste grootheid. Wei nig mensen kuhnen in hun sterven de gelatenheid opbrengen van zo'n ten do de gedoemd dier. Het gevoelt zijn ho peloze toestand heel goed. Het klaagt niet, het kreunt zelfs niet. Het verdraagt evenals mijn prachtige levenslustige herder, (die waarschijnlijk van vergif tigd brood, \oor ratten bestemd, had gegeten) de verscheurendste pijnen met heldhaftige duldzaamheid. Spreek mij niet van het redeloze dier. Het ligt in zijn mand, de verstandige kop op de voorpoten, en luistert, met de uiterste inspanning van zijn onvoorwaardelijke trouwe aard, naar uw troostende toe spraak; het enige, wat u nog voor hem doen kunt. Het bedelt alleen, met zijn bijna menselijke ogen, om een laatste aai over zijn hete, niet langer spiegel gladde -op. U zit bij hem, heel laat. Hij ligt eindelijk stil, met gesloten ogen, jnaar hij is nog warm en niet stijf. In slaap gevallen, gelukkig denkt u als dom, kortzichtig mens, en gaat op de tenen weg. Misschien dat hij het tóch nog haalt, de cjierenarts zei ook.... De volgende mórgen vindt u hem op de mat bij de voordeur. Volkomen in de houding alsof hij sliep. Maar als u hem aanraakt, schrikt u van de koude van dat verstijfde lichaam. Hij heeft zich naar buiten willen slepen, met de wijze discretie der natuur, om ergens, op een afgelegen plek, eenzaam te ster ven, zonder overlast. Het is koninklijk van moedige onafhankelijkheid; het zou menig nc veus al-maar-tabletjes-slik- kend mens kunnen beschamen. Zó weet een hond te sterven; laat hem in vrede, de natuur doet haar werk meestal snel. Maar er zijn mensen, .zoals in dat proces-verbaal, die de natuur nog te langzaam, en 'oorr.1 te barmhartig vin den. Een man had een zieke hond. Ik neem te zijner verontschuldiging nog aan, dat het dier een onaangename en niet ongevaarlijke ziekte had, en om redenen van reuk en onzindelijkheid niet in huis kon gehouden worden. Hij had, als de snelste en veiligste weg, een dierenarts kunnen vragen het beest aen spuitje te geven. Een prikje, een stuiptrekking en het dier was dood ge weest. Hij had indien dit te kostbaar uitkwam de hond in een paar zakken kunnen wikkelen en naar buiten dra gen, waar het dier zonder gerucht in alle bescheidenheid op zijn eind had gewacht. Daarna had hii, op een uur dat zijn kleine jongen sliep, voor net dode beest een kuil kunnen graven en het door diezelfde zakken omhuld, on der de aarde verbergen. Maar deze heer in het verkeer met huisdieren had een economist her methode bedacht, die twee vliegen in één klap zou meppen Hij besloot de natuur een handje te helpen, door meteen maar met die be grafenis te beginnen. En hij nam zijn kleine jongen mee als assistent-dood graver, want één moet er toch dat zie ke beest vasthoudenVasthouden, begrijpt u. Twee jongenshanden, die een speelkameraad. een makker bij honderd zwerftochten, met geweld moe ten neerdrukken, terwTil vader het zand over het in doodangst weerstrevende dier schept. Levend )cgraven worden is een af grijselijke, maar naar ik aanneem vrij snelle dood. Drie honderd gulden boete een spuitje van de dierenarts is goed koper is een aardige, maar te over komen boete Maar de beschadiging in de ziel van een tienjarig s jongen is niet te genezen. SASKIA Geneesmiddel tegen huidaandoeningen. Zuivert de puriën, doet de jeuk bedaren, verfrist en sterkt de huidweefsels. S J^enige lezeres zal zich verwonderd afgevraagd hebben, wat ons nu weer boven het hoofd hangt met die nieuwe mode en of we nu echt weer zullen terugkeren tot de crinole en wat dies meer zij. Jacques Fath om maar een van de grootste voorstanders te noemen zou gaarne zien, dat wij zonder meer in de toekomst zullen dragen, wat hij decreteerde. Daar staat echter ook weer tegenover, dat in verschillende gezinnen manlief niet direct gechar meerd zal zijn van deze blonde Frans man, die voor zijn echtgenote een ge heel nieuwe garderobe ontwierp Ter geruststelling van de heren: Het is meer een storm in een glas water! Natuurlijk, zoals bij elk nieuw sei zoen, komen er nieuwe ideeën ter tafel en willen wij vrouwen ons daar bij aanpassen. Zo zal het heus wel gebeuren met de smalle schouders, de wijde tot zeer wijde rokken, de smallere en daar door meer natuurlijke heupen en aan geknipte mouwen. Dus toch een kleine revolutie! Nemen wij b.v. eens de rok ken. Waren deze tot voor kort nog nauw met een uitspringende plooi, nu worden zij voor de middag wijd en voor de avond zelfs zeer wijd ge houden. De lengte is ook aan veran dering onderhevig. Usance wordt 35 tot 28 c.m. van de grond, al naar ge lang de wijdte van de rok en smaak van de draagster of, indien het confec tie betreft, de confectionnier. De aangeknipte mouw, bekend uit onze zomerkleding, heeft ook in de wintercollecties een plaatEje ver overd. Om niet alleen Fath aanspra kelijk te stellen voor de modegrillen 1951'52, noemen wij hier ook nog Pierre Balmain, die vorig jaar zo'n succes oogstte in Nederland met zijn exclusieve shows, Balmain blijkt een groot voorstander te zijn van de in- gepende middeltjes uit de tijd van Louis XVI. Het verschil ligt hierin, dat hij geen baleinen gebruikt, doch duizenden steekjes, welke de taille een ingesnoerd aanzien zullen geven. Een handige huisvrouw zal zich prach tig kunnen behelpen met smockwerk. De schouders zijn nog immer ge welfd, zij het dan, dat in de mantel pakken en redingotes zich de hoekige creaties met ingezette mouwen hand haven. Veel opgang zullen de armbe- dekkingen maken, welke de bovenarm min of meer omhullen. Dit .laatste nieuwtje geldt als hoogst modern voor de komende winter. Ook de haarmode zal wel verande ren, mede tengevolge van de nieuwe kragenrage. Deze zijn doorgaans groot en opstaand en doen charmant aan. De mannequins van Pierre Balmain sloten zich direct aan met kapsels, waarvan het haar aan de achterzijde was opge stoken. Als garnering voor de winter mantels wordt weer bont gebruikt. Zo zal men veel verwerkt zien het reeds zo populaire marterbont. De keuze in imitatie is in ons land nogal groot, zo dat men niet direct voor zeer grote uitgaven komt te staan, hoewel het nu ook weer geen sinecure zal beteke nen Het klassieke costuum, dat dit jaar even modern is als in vorige seizoe nen, werd thans uitgebracht door een „onbekende grootheid" uit Parijs. Grappig hierbij is wel de eigenaardige V-vorm knoopgarnering, welke de slanke taille iets meer in het oog doet vallen. Ook deze Fransman werkt met een talisman, op de rechter mantelzak. De echte herfstmantel is, zoals in de toekomst zal blijken, zeer in de mode, wat het swaggermodel betreft. Fath immers bepaalde zich tot dit ontwerp en ook het cape-model met ingezette mouwen. Hij heeft de schouders echter extra lang ingezet. Deze mouwen worden dan heel klein gehouden en beginnen soms pas ter hoogte van de elleboog. Ook de grote knopen blijken een streepje voor te hebben bij alle Franse modehuizen. Vrijwel alle cre aties werden er mee getooid. Met al kunnen wij zeggen, dat er in de modewereld wel veranderingen op til zijn, zo zij niet reeds door Parijs wer den uitgevoerd. RITA CINDS V uAlin LIET laatst is dit argument nog naar voren gebracht, toen de vraag aan de orde kwam, of de HOV zelfstandig zou blijven voortbestaan, dan wel of een fusie met enig ander orkest overwe ging verdiende. Toen is hier zeer na drukkelijk tegen ingebracht, dat de laat ste oplossing voor de koren benoorden het IJ eenvoudig noodlottig zou wor den. Het zou hun onmogelijk worden gemaakt, grote werken op hun reper toire te plaatsen. Een uitvoering van een oratorium zou onmogelijk worden, Goed, de opheffing van de HOV wordt voorshands niet meer overwogen. Daarmee is echter niet gezegd, dat het gevaar bezworen is. Integendeel: het dreigt thans in eeti andere vorm op nieuw. Deze instelling, die in cultureel opzicht een bloeiend leven leidt ;n voor ons gewest van toenemende bete kenis gaat worden, zit financieel aan de grond. Op verzoek van de politie is het por tier van een te Utrecht geparkeerde personenauto opengebroken, toen bleek, dat achter in de wagen een baby van ongeveer zes maanden, badend in het zweet, lag te schreeuwen. De ouders waren naar de Jaarbeurs gegaan en hadden het kindje in de auto achter gelaten. Een wijkverpleegster heeft zich over de kleine ontfermd. Deze keer komen de minder slanke dames aan de beurt en daar de zomer al ver gevorderd is, hebben we een patroon uitgezocht, dat zowel voor een dunne zomerjurk als voor een wollen overgangsjapon geschikt is. Bovendien leent het zich uitstekend voor tweeër lei stof en kan het dus wellicht goede diensten bewijzen bij het van oud tot nieuw maken. Geheel van dezelfde stof vraagt het ongeveer 2,80 m van 140 cm breed. Bij het linkse model vallen de voorpandjes over elkaar, u laat het pa troon daarvan dan ongewijzigd; bij het rechtse wordt er een vestje tussen ge dragen en in dat geval neemt u de stippellijn als voorkant. Wilt u de knoopsluiting een eindje in de rok door laten lopen, dan knipt u de voorbaan als aangegeven, maar u kunt ook de plooi tot boven aan de voorbaan doór- tekenen en de sluiting alleen in het taillestuk nemen. De achterzijbanen worden aan de achterbaan gezet en daarna met het rugpand verbonden. Het voortaillestuk kunt u in tweeën knippen of aanéén met een figuurnaadje. U verbindt het met het op de aangegeven plaats in- gerimpelde voorpand dat voor het eer ste model tot de voorkant van de over slag reikt en bij het andere tot het tekentje. De voorzijbanen stikt u aan de voorbaan, legt x op o vallend de plooi in en sluit de taillenaad. Het be leg naar binnen vouwen en de knoops gaten aanbrengen. Zij- en schouder- iende historische vonturenfilm yjINSTON CHURCHILL vertelt in zijn memoires over „De tweede wereld-,het onderhoudende, opwindende ver- strooiingsverhaal, ver boven de middel maat uitsteekt. Met een zorg als men maar zelden in een film kan constate- oorlog", hoe hU tijdens een korte rustperiode zich eens met wat onderhouden de lectuur wilde verstrooien; „Oliver Lyttleton, ambassadeur in Cairo, gaf mü „Captain Horatio Hornblower R.N." dat ik met groot genoegen las. Toen de gelegenheid zich voordeed zond ik hem een telegram: Ik vind Hornblower be- ren hebben de makers het verleden op- wonderenswaardig". Dit telegram veroorzaakte grote beroering in het hoofd- nieuw leven afgedwongen, kwartier voor het Midden- Oosten, waar men veronderstelde, dat „Hornblower" een codewoord was voor een speciale actie, waarvan men daar onkundig ge bleven was.De oorzaak van deze opschudding, het ook zonder Churchill reeds befaamd geworden boek van C. S. Forester, is inmiddels door vaklieden uit Hollywood ln Engeland verfilmd en het resultaat is een uiterst boeiende rol prent geworden: „Captain Horatio Hornblower", een knap avonturenverhaal. r\E FILM speelt in de Napoleontische tijd en doet het avontuurlijk ver haal van een Engelse zeekapitein, die weliswaar aan de fantasie ontsproten is, maar in werkelijkheid had kunnen bestaan. Engeland immers werd in die jaren ernstig bedreigd door de mach tige Napoleon, die in 1804 een plan voorbereidde om met een groot leger op talloze transportschepen, gedekt door een oorlogsvloot, het Kanaal over te steken en Engeland te bezetten. De Britse admiraliteit nam haar tegen maatregelen en Britse schepen overvie len herhaaldelijk slecht bewaakte Fran se oorlogsvaartuigen, staken ze in brand en kaapten waar ze maar kapen kon den. De Fransen trachtten door aflei dingsmanoeuvres het belangrijkste deel van de Britse vloot bezig te houden ter hoogte van West-Indie, opdat de Napoleontische invasie-vloot vrij spel zou krijgen. Maar de opzet mislukte en de zeeslag van Trafalgar, 21 October 1805, was er het gevolg van en bevestig de Albions suprematie ter zee. Van zijn Gregory Peck en Robert Beatty als „Captain Horatio Hornblower" en zijn eerste officier, It. Bush. Gregory Peck speelt de titelrol, kra nig genoeg om een martiale en toch ook niet helemaal schablone-achtige figuur in onze herinnering te griffen. Het ro- mancetje, waarin de heel zwakke ac trice Virginia Mayo hem tegenspel geeft, had om zijn onbenullige overbo digheid achterwege kunnen blijven; bij een dergelijke amusementsfilm wil men nu eenmaal echter zoveel mogelijk toe schouwers gerieven en in dat geval is een romantische rolprent zonder een liefdeshistorie ondenkbaar! Beter ging schijnbaar ook niet. Maar verder is „Captain Horatio Hornblower" een rol prent, waaraan men zich graag gewon nen geeft: knap van fotografie (vooral ook van de zeegevechten, waarbij men de grote buitenopnamen samen met die uit de studio, van close-ups van ge vechtsscènes, tot een buitengewoon sug- gesitief geheel monteerde), doorgaans goed van spel (de grote bezetting levert, ook in kleine bijrolletjes vaak heel ka rakteristieke en soms prachtige typen op) en met voortreffelijke spanning. Men proeft, dank zij de intelligente re gie, welke de stof meesterlijk beheers te, hier gedurig de zee. Eigenlijk speelt ze de hoofdrol in dit meeslepende avon turenverhaal, waarvoor men zelfs vier volkomen zeewaardige fregatten uit Na poleons tijd herbouwde, om ze voor kant kon Engeland de invasie op het Kapitein Horatio Hornblower. Zijn ge- onze verbaasde ogen volkomen volgens vasteland tegen Napoleon voorbereiden schiedenis is een imponerend relaas, de eisen van die tijd ook weer in flar- en Britse strijdkrachten drongen door niet alleen door al de stoute stukjes en den te schieten.... En al mag dit alles in Spanje en op Franse bodem. En tot avonturen, waarin hij blijkt de hand dan ook weer niet meer zijn dan een Zuid--Amerika te hebben of betrokken te zijn, maar effect-stuk, een superproductie met ro- ook imponerend door de historische mantische sensatie in beproefde stijl, voor de Westkust van voeren in die jaren Britse kapiteins, die onder de meest avontuurlijke om- zeer verantwoorde wijze, waarop ons al het is allemaal zo geraffineerd knap en standigheden vaak op eigen initiatief meewerkten aan de strijd tegen Napo leon door bijvoorbeeld zijn bondgenoot Spanje te verzwakken en tegen hem op te zetten. Al die stoutmoedigheid van de Brit se zeevaarders uit die tijd is min of dit avontuurlijks gepresenteerd wordt, kundig in beeld gebracht, dat we voort in spectaculaire beelden, levendig en durend de volle twee uren; die de kleurig. Een film als deze heeft, uiter- voorstelling van deze film in beslag aard, geen artistieke pretenties, maar neemt geboeid blijven en wel tot be- wil slechts onderhoudend zijn. En het wondering gedwongen worden. Kitsch? moet gezegd worden, dat deze rolprent Alla, maar -dan van een bijzonder ont- van de bekwame' filmmaker Raoul wapenend en innemend soort! LONG-SHOT een aantal jaren neemt de Haarlemse Orkestvereniging in Noord- Holland benoorden het IJ een belangrijke plaats in. Niet slechts treedt het orkest in verscheidene plaatsen een of meermalen per jaar zelfstandig op. Die concerten zijn bekend en worden ten zeerste gewaardeerd. Ze zijn dan ook van een uitstekend gehalte. De betekenis van het orkest als begeleidend instrument is misschien nog wel zo groot. Belangrijke uitvoeringen van onze koren zijn zon der de Haarlemse Orkestvereniging wel haast ondenkbaar. Het is reeds een en andermaal betoogd, dat meer dan een oratoriumvereniging zonder het Haarlemse Orkest elke bestaansmogelijkheid zou verliezen. Dat is niet de schuld van het orkest zelf, noch van zijn bestuur. Dit heeft er steeds naar gestreefd, de tering naar de nering te zetten. Dat betekent b.v. dat de salarissen van de orkestleden eigenlijk lager zijn dan verantwoord !s. Aanzienlijk lager zelfs. Voor het artis tieke peil van het orkest is dit onge wenst: de beste krachtep verdwijnen immers na verloop van tijd, om in een beter betaalde functie de kunst te gaan uitoefenen. Verhoging was echter niet mogelijk, het verlenen van pensioenrechten even min. De rekening moest sluiten. Dit nu is de laatste jaren een onbereikbaar ideaal gebleken. De uitgaven werden steeds hoger, mede door de stijging van het algemene prijspeil. De salarissen moesten worden verhoogd met tien procent; dat hing samen met de door de overheid voorgeschreven dan wel gestimuleerde verhogingen van de lo nen. Evenredig hiermee stegen ook de sociale lasten. De inkomsten uit en trees stegen echter vrijwel niet; de HOV is krachtens de subsidie-voor waarden niet vrij, deze naar eigen in zicht te verhogen. De subsidies stegen evenmin. Dat viel in de gegeven om standigheden ook niet anders te ver wachten. Groot tekort j_|FT gevolg Is geweest, dat de HUV thans kampt met een tekort van dertigduizend gulden, een tekort, dat dit jaar nog aanzienlijk groter zal wor den, tenzij er een wonder gebeurt. Dat wonder zou hierin kunnen bestaan, dat de bevolking van Noord-Holland, door drongen van de grote waarde van de HOV voor ons gewest, de handen in elkaar slaat en een flink bedrag bij een brengt om het tekort te helpen dekken en voor een reeks van jaren een sluitende rekening mogelijk te maken. Op deze wijze behoudt dit or kest de mogelijkheid, op de tegenwoor dige voet door te werken. Er is nu een actie ontketend, tenein de dit doel te bereiken. Een comité tot instandhouding van de HOV wil op korte termijn gelden bijeenbrengen ter dekking van het tekort. Het wil bo vendien proberen te bereiken, dat de jaarlijkse inkomsten uit contributies met een flink bedrag omhoog gaan. Het eerst moet echter het tekort, dat het voortbestaan van het orkest onmid dellijk bedreigt, worden weggewerkt. Daartoe is een giro-actie ingezet, die een flinke stap in de goede richting moet worden. Verder ligt het in de be doeling, een stichting te vormen onder de naam Vrienden van de HOV, welke een organisatie moet opbouwen ter verkrijging van een behoorlijk finan cieel fundament voor de komende ja ren. Het eerstnodige is echter, dat het grote tekort verdwijnt. Lukt dit niet, dan is b.v. de jaarlijkse uitvoering van Bachs onvolprezen Matthaeuspassion in Alkmaar om een enkel sprekend voorbeeld te noemen in groot ge vaar. Het behoeft geen betoog, dat zulks voor het culturele leven in ons geweest een onherstelbaar verlies zou zijn. Het is daarom, dat wij deze actie op deze plaats van harte steunen. In dit opzicht bevinden wij ons in goed gezelschap. Er is n.i. een comité van aanbeveling gevormd, dat behalve uit de commissaris der Koningin in onze provincie, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, onder meer uit de volgende burgemeesters bestaat, mr. dr. H. J. Wytema, Alkmaar, mr. H. J. J. Schol- tens, Beverwijk, mr. B. R. Canneman, Hoorn, mr. M. M. Kwint, Velsen en de heer W. Thomassen .Zaandam. naden sluiten, waarbij u de rugschou ders iets inhoudt. De halsrand en de voorkanten werkt u met schuine repen stof af. In de mouw stikt u de bij- schuiner en de naad, waarna u de manchet aannaait, die van dubbele stof gemaakt is volgens het stippellijntje in het mouwpatroon. De mouw wordt over de kop ingehouden met de naad ca. 4 cm vóór de zijnaad ingezet. De ceintuur maakt u 2 3 cm breed. Voor het vest je heeft u een lapje voile of batist no dig van ca. 15 cm in het vierkant. U rimpelt de bovenkant in met een hoofje van 2 cm breed en naait er ter gar nering een bandfluweeltje op, de onder kant wordt eveneens ingerimpeld op een bandje gezet en het plastronnetje met handsteken bevestigd in de japon. Houdt van afwisseling (en welke vrouw doet dat niet?), dan draagt u er zo af en toe eens een ander vestje in met een kraag of een staand boordje. Dat geeft weer een heel ander effect. Eent u klein van stuk, dan kunt u de japon zo maken, dat u haar zonder ceintuur kunt dragen. U knipt dan oe voortaillestukjes resp. aan de voor- en voorzijbaan, zodat u geen taillenaad krijgt. Kleine dames lijken daardoor wat langer. meer gepersonifieerd in de figuur van Walsh in het pretentieloze genre van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 7