„Captain Horatio Hornblower" avor
DDD
STORM IN EEN GLAS WATER
De Haarlemse Orkestvereniging
Japon voor minder slanke dames
is opnieuw in gevaar
Spaar de kinderen!
Groot tekort bedreigt
het voortbestaan
Politie verzorgde baby
SEPTEMBER 1981
heeft waarschijnlijk ook wel het
een en ander gelezen over de erger-
HJke en bijna ongelofelijke staaltjes
van dierenkwelling, die politie en in
specteurs "an de dierenbescherming de
laatste tijd gepubliceerd hebben. Het is
geen opwekkende lectuur, en ook ruim
schoots beschamend; niet alleen voor
die dierenbeulen zelf, maar evenzeer
voor ons, die met een; Gunst, hoe is
het mogelijk! overgaan tot het feuille
ton of de burgelijke stand.
U zult mij tegenwerpen: maar de
verontwaardiging over de soldaat, die
dat zieke hondje in het water schopte,
was toch algemeen. Ach kom; wat baat
die verontwaardiging het arme klei
ne beest is dood (en hoe), en niemand
heeft, bij alle afkeuring, een vinger
uitgestoken om de stakker te redden.
Ja maar, die soldaat was gewéaapend!
O ja? Dacht iemand heus dat de man
die een ziek klein dier durft trappen
•werkelijk de moed opbrengt om zijn
geweer te schouderen en degene, die
rijn slachtoffer beschermen wil, neer te
schieten? Het mocht wat: dierenbeulen
zijn altijd lafaards. Anders probeerden
zij de sadistische bedenksels van hun
vergiftigde geest wol op een stevig
boerenkarrepaard of een loslopende,
lichtelijk ontstemde stamboekstier. Maar
nee, hun werkobject zijn altijd zieke,
gewonde, vastgebonden, zwakke of uit
gemergelde dieren. Dit maakt hun straf
(als zij die krijgen): op zijn hóógst drie
honderd gulden boete of zes maanden
hechtenis ook zo belachelijk. Elk zes
maanden een deerlijk verminkte hond,
een doodgeranseld trekpaardje, een le
vend verbrande kat leveren per men
senleven nóg een heel aardig dosier.
Is dierennt'-handeling eigenlijk wel
met straffen te bestrijden? Of doen wij
beter, te speuren naar de oorzaak van
een dergelijke afschuwelijke misvor
ming der menselijke ziel? Waarom be
gon die soldaat plotseling dat hondje
in de vaart te schoppen? Zou hij mis
schien het onderricht in het verdelgen
van mens practisch hebben willen toe
passen, en leek het hem eenvoudiger
daarmee in het klein te beginnen? of
zou het kunnen zijn dat een herinnering
uit zijn prille jeugd de kiem heeft ge
legd voor de giftplant, waarvan wij zo
terecht gruwen?
Tussen J die treurige processen-ver
baal, de laatrte tijd in de pers vermeld,
trof mij er een als bijzonder tragisch.
En dat niet zozeer voor het ongelukki
ge dier, een zieke hond, die levend be
graven werd Dat is al afgrijselijk ge
noeg.
Ik weet niet of u wel eens een hond
hebt zien sterven. Ik heb het eenmaal
bijgewoond, en het feit is mij altijd bij
gebleven om zijn trieste grootheid. Wei
nig mensen kuhnen in hun sterven de
gelatenheid opbrengen van zo'n ten do
de gedoemd dier. Het gevoelt zijn ho
peloze toestand heel goed. Het klaagt
niet, het kreunt zelfs niet. Het verdraagt
evenals mijn prachtige levenslustige
herder, (die waarschijnlijk van vergif
tigd brood, \oor ratten bestemd, had
gegeten) de verscheurendste pijnen met
heldhaftige duldzaamheid. Spreek mij
niet van het redeloze dier. Het ligt in
zijn mand, de verstandige kop op de
voorpoten, en luistert, met de uiterste
inspanning van zijn onvoorwaardelijke
trouwe aard, naar uw troostende toe
spraak; het enige, wat u nog voor hem
doen kunt. Het bedelt alleen, met zijn
bijna menselijke ogen, om een laatste
aai over zijn hete, niet langer spiegel
gladde -op. U zit bij hem, heel laat. Hij
ligt eindelijk stil, met gesloten ogen,
jnaar hij is nog warm en niet stijf. In
slaap gevallen, gelukkig denkt u als
dom, kortzichtig mens, en gaat op de
tenen weg. Misschien dat hij het tóch
nog haalt, de cjierenarts zei ook....
De volgende mórgen vindt u hem op
de mat bij de voordeur. Volkomen in
de houding alsof hij sliep. Maar als u
hem aanraakt, schrikt u van de koude
van dat verstijfde lichaam. Hij heeft
zich naar buiten willen slepen, met de
wijze discretie der natuur, om ergens,
op een afgelegen plek, eenzaam te ster
ven, zonder overlast. Het is koninklijk
van moedige onafhankelijkheid; het zou
menig nc veus al-maar-tabletjes-slik-
kend mens kunnen beschamen. Zó weet
een hond te sterven; laat hem in vrede,
de natuur doet haar werk meestal snel.
Maar er zijn mensen, .zoals in dat
proces-verbaal, die de natuur nog te
langzaam, en 'oorr.1 te barmhartig vin
den. Een man had een zieke hond. Ik
neem te zijner verontschuldiging nog
aan, dat het dier een onaangename en
niet ongevaarlijke ziekte had, en om
redenen van reuk en onzindelijkheid
niet in huis kon gehouden worden. Hij
had, als de snelste en veiligste weg, een
dierenarts kunnen vragen het beest
aen spuitje te geven. Een prikje, een
stuiptrekking en het dier was dood ge
weest. Hij had indien dit te kostbaar
uitkwam de hond in een paar zakken
kunnen wikkelen en naar buiten dra
gen, waar het dier zonder gerucht in
alle bescheidenheid op zijn eind had
gewacht. Daarna had hii, op een uur
dat zijn kleine jongen sliep, voor net
dode beest een kuil kunnen graven en
het door diezelfde zakken omhuld, on
der de aarde verbergen. Maar deze heer
in het verkeer met huisdieren had een
economist her methode bedacht, die
twee vliegen in één klap zou meppen
Hij besloot de natuur een handje te
helpen, door meteen maar met die be
grafenis te beginnen. En hij nam zijn
kleine jongen mee als assistent-dood
graver, want één moet er toch dat zie
ke beest vasthoudenVasthouden,
begrijpt u. Twee jongenshanden, die
een speelkameraad. een makker bij
honderd zwerftochten, met geweld moe
ten neerdrukken, terwTil vader het zand
over het in doodangst weerstrevende
dier schept.
Levend )cgraven worden is een af
grijselijke, maar naar ik aanneem vrij
snelle dood. Drie honderd gulden boete
een spuitje van de dierenarts is goed
koper is een aardige, maar te over
komen boete Maar de beschadiging in
de ziel van een tienjarig s jongen is
niet te genezen. SASKIA
Geneesmiddel tegen
huidaandoeningen.
Zuivert de puriën, doet de
jeuk bedaren, verfrist en
sterkt de huidweefsels.
S
J^enige lezeres zal zich verwonderd
afgevraagd hebben, wat ons nu
weer boven het hoofd hangt met die
nieuwe mode en of we nu echt weer
zullen terugkeren tot de crinole en
wat dies meer zij.
Jacques Fath om maar een van
de grootste voorstanders te noemen
zou gaarne zien, dat wij zonder meer
in de toekomst zullen dragen, wat hij
decreteerde. Daar staat echter ook
weer tegenover, dat in verschillende
gezinnen manlief niet direct gechar
meerd zal zijn van deze blonde Frans
man, die voor zijn echtgenote een ge
heel nieuwe garderobe ontwierp
Ter geruststelling van de heren: Het
is meer een storm in een glas water!
Natuurlijk, zoals bij elk nieuw sei
zoen, komen er nieuwe ideeën ter
tafel en willen wij vrouwen ons daar
bij aanpassen.
Zo zal het heus wel gebeuren met
de smalle schouders, de wijde tot zeer
wijde rokken, de smallere en daar
door meer natuurlijke heupen en aan
geknipte mouwen. Dus toch een kleine
revolutie! Nemen wij b.v. eens de rok
ken. Waren deze tot voor kort nog
nauw met een uitspringende plooi,
nu worden zij voor de middag wijd
en voor de avond zelfs zeer wijd ge
houden. De lengte is ook aan veran
dering onderhevig. Usance wordt 35
tot 28 c.m. van de grond, al naar ge
lang de wijdte van de rok en smaak
van de draagster of, indien het confec
tie betreft, de confectionnier.
De aangeknipte mouw, bekend uit
onze zomerkleding, heeft ook in de
wintercollecties een plaatEje ver
overd. Om niet alleen Fath aanspra
kelijk te stellen voor de modegrillen
1951'52, noemen wij hier ook nog
Pierre Balmain, die vorig jaar zo'n
succes oogstte in Nederland met zijn
exclusieve shows, Balmain blijkt een
groot voorstander te zijn van de in-
gepende middeltjes uit de tijd van
Louis XVI. Het verschil ligt hierin,
dat hij geen baleinen gebruikt, doch
duizenden steekjes, welke de taille
een ingesnoerd aanzien zullen geven.
Een handige huisvrouw zal zich prach
tig kunnen behelpen met smockwerk.
De schouders zijn nog immer ge
welfd, zij het dan, dat in de mantel
pakken en redingotes zich de hoekige
creaties met ingezette mouwen hand
haven. Veel opgang zullen de armbe-
dekkingen maken, welke de bovenarm
min of meer omhullen. Dit .laatste
nieuwtje geldt als hoogst modern voor
de komende winter.
Ook de haarmode zal wel verande
ren, mede tengevolge van de nieuwe
kragenrage. Deze zijn doorgaans groot
en opstaand en doen charmant aan. De
mannequins van Pierre Balmain sloten
zich direct aan met kapsels, waarvan
het haar aan de achterzijde was opge
stoken. Als garnering voor de winter
mantels wordt weer bont gebruikt. Zo
zal men veel verwerkt zien het reeds
zo populaire marterbont. De keuze in
imitatie is in ons land nogal groot, zo
dat men niet direct voor zeer grote
uitgaven komt te staan, hoewel het nu
ook weer geen sinecure zal beteke
nen
Het klassieke costuum, dat dit jaar
even modern is als in vorige seizoe
nen, werd thans uitgebracht door een
„onbekende grootheid" uit Parijs.
Grappig hierbij is wel de eigenaardige
V-vorm knoopgarnering, welke de
slanke taille iets meer in het oog doet
vallen. Ook deze Fransman werkt met
een talisman, op de rechter mantelzak.
De echte herfstmantel is, zoals in
de toekomst zal blijken, zeer in de
mode, wat het swaggermodel betreft.
Fath immers bepaalde zich tot dit
ontwerp en ook het cape-model met
ingezette mouwen. Hij heeft de
schouders echter extra lang ingezet.
Deze mouwen worden dan heel klein
gehouden en beginnen soms pas ter
hoogte van de elleboog.
Ook de grote knopen blijken een
streepje voor te hebben bij alle
Franse modehuizen. Vrijwel alle cre
aties werden er mee getooid. Met al
kunnen wij zeggen, dat er in de
modewereld wel veranderingen op til
zijn, zo zij niet reeds door Parijs wer
den uitgevoerd. RITA
CINDS
V uAlin
LIET laatst is dit argument nog naar
voren gebracht, toen de vraag aan
de orde kwam, of de HOV zelfstandig
zou blijven voortbestaan, dan wel of
een fusie met enig ander orkest overwe
ging verdiende. Toen is hier zeer na
drukkelijk tegen ingebracht, dat de laat
ste oplossing voor de koren benoorden
het IJ eenvoudig noodlottig zou wor
den. Het zou hun onmogelijk worden
gemaakt, grote werken op hun reper
toire te plaatsen. Een uitvoering van
een oratorium zou onmogelijk worden,
Goed, de opheffing van de HOV
wordt voorshands niet meer overwogen.
Daarmee is echter niet gezegd, dat het
gevaar bezworen is. Integendeel: het
dreigt thans in eeti andere vorm op
nieuw. Deze instelling, die in cultureel
opzicht een bloeiend leven leidt ;n
voor ons gewest van toenemende bete
kenis gaat worden, zit financieel aan
de grond.
Op verzoek van de politie is het por
tier van een te Utrecht geparkeerde
personenauto opengebroken, toen bleek,
dat achter in de wagen een baby van
ongeveer zes maanden, badend in het
zweet, lag te schreeuwen. De ouders
waren naar de Jaarbeurs gegaan en
hadden het kindje in de auto achter
gelaten. Een wijkverpleegster heeft
zich over de kleine ontfermd.
Deze keer komen de minder slanke
dames aan de beurt en daar de zomer
al ver gevorderd is, hebben we een
patroon uitgezocht, dat zowel voor een
dunne zomerjurk als voor een wollen
overgangsjapon geschikt is. Bovendien
leent het zich uitstekend voor tweeër
lei stof en kan het dus wellicht goede
diensten bewijzen bij het van oud tot
nieuw maken. Geheel van dezelfde stof
vraagt het ongeveer 2,80 m van 140 cm
breed. Bij het linkse model vallen de
voorpandjes over elkaar, u laat het pa
troon daarvan dan ongewijzigd; bij het
rechtse wordt er een vestje tussen ge
dragen en in dat geval neemt u de
stippellijn als voorkant. Wilt u de
knoopsluiting een eindje in de rok door
laten lopen, dan knipt u de voorbaan
als aangegeven, maar u kunt ook de
plooi tot boven aan de voorbaan doór-
tekenen en de sluiting alleen in het
taillestuk nemen.
De achterzijbanen worden aan de
achterbaan gezet en daarna met het
rugpand verbonden. Het voortaillestuk
kunt u in tweeën knippen of aanéén
met een figuurnaadje. U verbindt het
met het op de aangegeven plaats in-
gerimpelde voorpand dat voor het eer
ste model tot de voorkant van de over
slag reikt en bij het andere tot het
tekentje. De voorzijbanen stikt u aan
de voorbaan, legt x op o vallend de
plooi in en sluit de taillenaad. Het be
leg naar binnen vouwen en de knoops
gaten aanbrengen. Zij- en schouder-
iende historische
vonturenfilm
yjINSTON CHURCHILL vertelt in zijn memoires over „De tweede wereld-,het onderhoudende, opwindende ver-
strooiingsverhaal, ver boven de middel
maat uitsteekt. Met een zorg als men
maar zelden in een film kan constate-
oorlog", hoe hU tijdens een korte rustperiode zich eens met wat onderhouden
de lectuur wilde verstrooien; „Oliver Lyttleton, ambassadeur in Cairo, gaf mü
„Captain Horatio Hornblower R.N." dat ik met groot genoegen las. Toen de
gelegenheid zich voordeed zond ik hem een telegram: Ik vind Hornblower be- ren hebben de makers het verleden op-
wonderenswaardig". Dit telegram veroorzaakte grote beroering in het hoofd- nieuw leven afgedwongen,
kwartier voor het Midden- Oosten, waar men veronderstelde, dat „Hornblower"
een codewoord was voor een speciale actie, waarvan men daar onkundig ge
bleven was.De oorzaak van deze opschudding, het ook zonder Churchill reeds
befaamd geworden boek van C. S. Forester, is inmiddels door vaklieden uit
Hollywood ln Engeland verfilmd en het resultaat is een uiterst boeiende rol
prent geworden: „Captain Horatio Hornblower", een knap avonturenverhaal.
r\E FILM speelt in de Napoleontische
tijd en doet het avontuurlijk ver
haal van een Engelse zeekapitein, die
weliswaar aan de fantasie ontsproten
is, maar in werkelijkheid had kunnen
bestaan. Engeland immers werd in die
jaren ernstig bedreigd door de mach
tige Napoleon, die in 1804 een plan
voorbereidde om met een groot leger op
talloze transportschepen, gedekt door
een oorlogsvloot, het Kanaal over te
steken en Engeland te bezetten. De
Britse admiraliteit nam haar tegen
maatregelen en Britse schepen overvie
len herhaaldelijk slecht bewaakte Fran
se oorlogsvaartuigen, staken ze in brand
en kaapten waar ze maar kapen kon
den. De Fransen trachtten door aflei
dingsmanoeuvres het belangrijkste deel
van de Britse vloot bezig te houden
ter hoogte van West-Indie, opdat de
Napoleontische invasie-vloot vrij spel
zou krijgen. Maar de opzet mislukte en
de zeeslag van Trafalgar, 21 October
1805, was er het gevolg van en bevestig
de Albions suprematie ter zee. Van zijn
Gregory Peck en Robert Beatty als
„Captain Horatio Hornblower" en
zijn eerste officier, It. Bush.
Gregory Peck speelt de titelrol, kra
nig genoeg om een martiale en toch ook
niet helemaal schablone-achtige figuur
in onze herinnering te griffen. Het ro-
mancetje, waarin de heel zwakke ac
trice Virginia Mayo hem tegenspel
geeft, had om zijn onbenullige overbo
digheid achterwege kunnen blijven; bij
een dergelijke amusementsfilm wil men
nu eenmaal echter zoveel mogelijk toe
schouwers gerieven en in dat geval is
een romantische rolprent zonder een
liefdeshistorie ondenkbaar! Beter ging
schijnbaar ook niet. Maar verder is
„Captain Horatio Hornblower" een rol
prent, waaraan men zich graag gewon
nen geeft: knap van fotografie (vooral
ook van de zeegevechten, waarbij men
de grote buitenopnamen samen met die
uit de studio, van close-ups van ge
vechtsscènes, tot een buitengewoon sug-
gesitief geheel monteerde), doorgaans
goed van spel (de grote bezetting levert,
ook in kleine bijrolletjes vaak heel ka
rakteristieke en soms prachtige typen
op) en met voortreffelijke spanning.
Men proeft, dank zij de intelligente re
gie, welke de stof meesterlijk beheers
te, hier gedurig de zee. Eigenlijk speelt
ze de hoofdrol in dit meeslepende avon
turenverhaal, waarvoor men zelfs vier
volkomen zeewaardige fregatten uit Na
poleons tijd herbouwde, om ze voor
kant kon Engeland de invasie op het Kapitein Horatio Hornblower. Zijn ge- onze verbaasde ogen volkomen volgens
vasteland tegen Napoleon voorbereiden schiedenis is een imponerend relaas, de eisen van die tijd ook weer in flar-
en Britse strijdkrachten drongen door niet alleen door al de stoute stukjes en den te schieten.... En al mag dit alles
in Spanje en op Franse bodem. En tot avonturen, waarin hij blijkt de hand dan ook weer niet meer zijn dan een
Zuid--Amerika te hebben of betrokken te zijn, maar effect-stuk, een superproductie met ro-
ook imponerend door de historische mantische sensatie in beproefde stijl,
voor de Westkust van
voeren in die jaren Britse kapiteins,
die onder de meest avontuurlijke om- zeer verantwoorde wijze, waarop ons al het is allemaal zo geraffineerd knap en
standigheden vaak op eigen initiatief
meewerkten aan de strijd tegen Napo
leon door bijvoorbeeld zijn bondgenoot
Spanje te verzwakken en tegen hem op
te zetten.
Al die stoutmoedigheid van de Brit
se zeevaarders uit die tijd is min of
dit avontuurlijks gepresenteerd wordt, kundig in beeld gebracht, dat we voort
in spectaculaire beelden, levendig en durend de volle twee uren; die de
kleurig. Een film als deze heeft, uiter- voorstelling van deze film in beslag
aard, geen artistieke pretenties, maar neemt geboeid blijven en wel tot be-
wil slechts onderhoudend zijn. En het wondering gedwongen worden. Kitsch?
moet gezegd worden, dat deze rolprent Alla, maar -dan van een bijzonder ont-
van de bekwame' filmmaker Raoul wapenend en innemend soort!
LONG-SHOT
een aantal jaren neemt de Haarlemse Orkestvereniging in Noord-
Holland benoorden het IJ een belangrijke plaats in. Niet slechts treedt het
orkest in verscheidene plaatsen een of meermalen per jaar zelfstandig op. Die
concerten zijn bekend en worden ten zeerste gewaardeerd. Ze zijn dan ook van
een uitstekend gehalte. De betekenis van het orkest als begeleidend instrument
is misschien nog wel zo groot. Belangrijke uitvoeringen van onze koren zijn zon
der de Haarlemse Orkestvereniging wel haast ondenkbaar. Het is reeds een en
andermaal betoogd, dat meer dan een oratoriumvereniging zonder het Haarlemse
Orkest elke bestaansmogelijkheid zou verliezen.
Dat is niet de schuld van het orkest
zelf, noch van zijn bestuur. Dit heeft
er steeds naar gestreefd, de tering naar
de nering te zetten. Dat betekent b.v.
dat de salarissen van de orkestleden
eigenlijk lager zijn dan verantwoord !s.
Aanzienlijk lager zelfs. Voor het artis
tieke peil van het orkest is dit onge
wenst: de beste krachtep verdwijnen
immers na verloop van tijd, om in een
beter betaalde functie de kunst te gaan
uitoefenen.
Verhoging was echter niet mogelijk,
het verlenen van pensioenrechten even
min. De rekening moest sluiten. Dit nu
is de laatste jaren een onbereikbaar
ideaal gebleken. De uitgaven werden
steeds hoger, mede door de stijging van
het algemene prijspeil. De salarissen
moesten worden verhoogd met tien
procent; dat hing samen met de door
de overheid voorgeschreven dan wel
gestimuleerde verhogingen van de lo
nen. Evenredig hiermee stegen ook de
sociale lasten. De inkomsten uit en
trees stegen echter vrijwel niet; de
HOV is krachtens de subsidie-voor
waarden niet vrij, deze naar eigen in
zicht te verhogen. De subsidies stegen
evenmin. Dat viel in de gegeven om
standigheden ook niet anders te ver
wachten.
Groot tekort
j_|FT gevolg Is geweest, dat de HUV
thans kampt met een tekort van
dertigduizend gulden, een tekort, dat
dit jaar nog aanzienlijk groter zal wor
den, tenzij er een wonder gebeurt. Dat
wonder zou hierin kunnen bestaan, dat
de bevolking van Noord-Holland, door
drongen van de grote waarde van de
HOV voor ons gewest, de handen in
elkaar slaat en een flink bedrag bij
een brengt om het tekort te helpen
dekken en voor een reeks van jaren
een sluitende rekening mogelijk te
maken. Op deze wijze behoudt dit or
kest de mogelijkheid, op de tegenwoor
dige voet door te werken.
Er is nu een actie ontketend, tenein
de dit doel te bereiken. Een comité tot
instandhouding van de HOV wil op
korte termijn gelden bijeenbrengen ter
dekking van het tekort. Het wil bo
vendien proberen te bereiken, dat de
jaarlijkse inkomsten uit contributies
met een flink bedrag omhoog gaan.
Het eerst moet echter het tekort, dat
het voortbestaan van het orkest onmid
dellijk bedreigt, worden weggewerkt.
Daartoe is een giro-actie ingezet, die
een flinke stap in de goede richting
moet worden. Verder ligt het in de be
doeling, een stichting te vormen onder
de naam Vrienden van de HOV, welke
een organisatie moet opbouwen ter
verkrijging van een behoorlijk finan
cieel fundament voor de komende ja
ren.
Het eerstnodige is echter, dat het
grote tekort verdwijnt. Lukt dit niet,
dan is b.v. de jaarlijkse uitvoering van
Bachs onvolprezen Matthaeuspassion in
Alkmaar om een enkel sprekend
voorbeeld te noemen in groot ge
vaar. Het behoeft geen betoog, dat
zulks voor het culturele leven in ons
geweest een onherstelbaar verlies zou
zijn. Het is daarom, dat wij deze actie
op deze plaats van harte steunen. In
dit opzicht bevinden wij ons in goed
gezelschap. Er is n.i. een comité van
aanbeveling gevormd, dat behalve uit
de commissaris der Koningin in onze
provincie, dr. J. E. baron de Vos van
Steenwijk, onder meer uit de volgende
burgemeesters bestaat, mr. dr. H. J.
Wytema, Alkmaar, mr. H. J. J. Schol-
tens, Beverwijk, mr. B. R. Canneman,
Hoorn, mr. M. M. Kwint, Velsen en de
heer W. Thomassen .Zaandam.
naden sluiten, waarbij u de rugschou
ders iets inhoudt. De halsrand en de
voorkanten werkt u met schuine repen
stof af. In de mouw stikt u de bij-
schuiner en de naad, waarna u de
manchet aannaait, die van dubbele stof
gemaakt is volgens het stippellijntje in
het mouwpatroon. De mouw wordt over
de kop ingehouden met de naad ca. 4
cm vóór de zijnaad ingezet. De ceintuur
maakt u 2 3 cm breed. Voor het vest
je heeft u een lapje voile of batist no
dig van ca. 15 cm in het vierkant. U
rimpelt de bovenkant in met een hoofje
van 2 cm breed en naait er ter gar
nering een bandfluweeltje op, de onder
kant wordt eveneens ingerimpeld op
een bandje gezet en het plastronnetje
met handsteken bevestigd in de japon.
Houdt van afwisseling (en welke
vrouw doet dat niet?), dan draagt u er
zo af en toe eens een ander vestje in
met een kraag of een staand boordje.
Dat geeft weer een heel ander effect.
Eent u klein van stuk, dan kunt u de
japon zo maken, dat u haar zonder
ceintuur kunt dragen. U knipt dan oe
voortaillestukjes resp. aan de voor- en
voorzijbaan, zodat u geen taillenaad
krijgt. Kleine dames lijken daardoor
wat langer.
meer gepersonifieerd in de figuur van Walsh in het pretentieloze genre van