ENKHUIZEN, TROUW EN STANDVASTIG
Het rustige leven van gastvrije
mensen in een oude stad
Herlevend
ambacht
Wre' DIEPE AANDACHT het leven van Enkhuizen, dat
Tinf!!
f
\Af|/
'fr-
Enkhuizers over hun eigen wereld
Rieuwert Blok: strijdbaar visserman
Na romantiek:
tegels
In de rust
der Eeuwen
Candide ef
Constanter
l"lf
Publieke opinie in kort
bestek
Ijverig man zag zijn
man
werk afgebroken
V
Kleurig laboratorium
Vreemde straatnamen
5'
ZATERDAG SEPTEMBER 19Ö1
i tl" a Zuiderzeestadje, heeft gadegeslagen, vindt zoveel onvermoede fijne
trekjes dat deze pagina te klem is om ze alle te vermelden. Neem daar nu het
direct al bij aankomst treft. Dat kopetation li Iets on-HoIlands. Er
gaat Iets onbestemds gezelligs van uit. Het ademt een internationale sfeer. Hoek
van Holland, Brussel, Parijs, Calais, Folkestone. En die indruk wordt versterkt
wanneer men daar, naast het perron, de glanzend witte boten vindt wachten
op de koffer-slepende passagiers, die naar de overkant gebracht moeten wor
den. Wat een prettige, verzorgde indruk maken die boten! Men zou er zo op
willen stappenMaar wacht even. Enkhuizen is ons einddoel. Enkhuizen met
die eeuwenoude Drommedaris, trotse wachter bij de haveningang, die tientallen
kottertjes en bottertjes met hun bruine zeiltjes en tanige netten in het want,
die lange strekdam daar recht voor de haveningang, die fraai gestyleerde
torens van Zuiderkerk en Westerkerk, waaromheen in onregelmatige orde de
kleine huisjes gegroepeerd zijn. Dat is Enkhuizen, zoals men het direct bij
aankomst ziet.
1YA.T BEELD is maar vluchtig. Het
zegt nog niets van de details, die
geen sterveling kunnen ontgaan, wan
neer hij zich de moeite getroost eens
even door de eeuwenoude straatjes en
langs de verstilde grachtjes met hun
ophaalbruggetjes te wandelen, waar
zoveel schoons uit grijs verleden zorg
vuldig bewaard werd. Bekijk eens even
dat juweeltje van een Weeshuis in de
Westerstraat, die monumentale kerk
gebouwen, die tientallen trapgeveltjes
uit de gouden 17de eeuw. Het is alles
zo helemaal echt, zo zonder opsmuk,
to fijn-Hollands, dat men direct weet
thuis te zijn....
En ja, dat is nu één van die karak
tereigenschappen van wie hier wonen
en werken. Ze weten u en mij, al ko
men we dan honderdmaal van buiten,
onmiddellijk te doen thuis zijn. „Kom
binnen man, en eet een happie mee!"
is het eerste wat men te horen krijgt,
wanneer men zc omtrent het etensuur
de woning betreedt van één dier, wat
wij willen noemen, Noordhollanders in
het .cwadraat. Waarmee we maar wil
len zeggen: Gastvrij! Zéér gastvrij, dat
zijn ze, die Henkuzers!
Zaadteelt en zaadhandel. zijn wel de
hoofdbronnen van bestaan. Met de
bloembollencultuur, die vooral na de
vorige wereldoorlog in deze streek van
zo grote betekenis werd. Maar die
„bouw", zoals men hier zegt, is niet de
enige bron. Nog steeds is er de visserij.
De afsluiting van de Zuiderzee in 1932
gaf een karakterverandering aan die
visserij, die de echte Zuiderzeevisser
nog maar moeilijk kan aanvaarden.
Maar ze is er. De ansjovis, Zuiderzee-
haring en bot zijn geheel verdwenen.
De aal en paling moeten dit verlies
compenseren. De omzetten aan de ge
meentelijke Enkhuizer visafslag bewij
zen in welke belangrijke mate dit ge
schiedt.
Nevens dit al is er een toenemende
industriële bedrijvigheid in Enkhuizen
waar te nemen. De papierwarenindus-
trie, brood- en banketfabrieken, graf-
kistenfabriek, constructiewerkplaats en
betonindustrie dragen in meer of min
der belangrijke mate tot die bedrijvig
heid bij.
Omstreeks elfduizend inwoners' telt
dez>- stad. Zij worden door een bijzon
dere activiteit gekenmerkt. Vandaar een
sterk bloeiend verenigingsleven op al-
lerhand terrein. Niet gering is het aan
tal verenigingen, dat enig cultureel
doel in haar vaandel draagt. Het grote
aantal zang- en muziekverenigingen
verraadt de genegenheid der Enkhui-
zers voor het goede. „Böse Menschen
haben keine Lieder", mogen we mis
schien nog wel eens herhalen.
Wist u dat deze zo in een uithoek
van Noordholland levende stedelingen
verschilende schrijvers van naam heb
ben voortgebracht. Dat Faulus Potter,
de schilder, er geboren werd, verwaar-
lozen we even; op 6-jarige leeftijd
keerde hij reeds zijn geboorteplaats de
rug toe. Die schrijvers deden dat niet.
Op hen heeft Enkhuizen een onverge
telijke indruk gemaakt. En dat komt in
hun werk tot uiting. Denken we maar
eens even aan Alie van Wijhe Sme
ding met haar „Ontmoetingen van
Rieuwertje Brand" of „Duivels naaiga
ren", aan Dr. Joh. Theuniz „Vloed
aan Klaas Norels „Het getij verloopt" of
„Opstand in Holland", aan mevr. Visser
Roosendaals „Belofte", ,,'t Een of het
ander" of „De mens wikt". En dan
zwijgen we nog maar over de gezellige
kinderboekjes van die broodbezorger
schrijver Nico SchoutenWat al
geestkracht en talent komt hierin tot
uiting!
Geestkracht en talent. Maar ook nog
wat anders. En weer denken we dan
even aan Alie van Wijhe—Smeding. Is
zij het niet geweest, die een heel boek
wijdde aan het bijgeloof, dat het leven
van zo talloze Henkuzers tot voor zo'n
vijftig, zestig jaar beheerste? Het is
een boek vol spookgeschiedenissen on
der de titel „Grillige schaduwen". Is
die bijgelovigheid wel helemaal ver
dwenen vandaag de dag? Het lijkt ons
van niet. In het hedendaagse Enkhui
zen menen we er nog een overblijfsel
van te zien in het grote aantal wonder
dokters, dat hier nog lucratief kan
practiseren.
Een andere merkwaardigheid van
deze stad zijn de scheldnamen, die men
elkander geeft. Van zulk een bijnaam
gaat de scherpte in de loop der jaren
verloren. Iemand, die hardhorend was,
werd gekarakteriseerd als „de dove".
En zijn zoon werd automatisch bijv.
„Dirk van de dove" genoemd. Vroeger
woonde er in Enkhuizen een vrouw
van nogal flink postuur en gewicht.
Men noemde haar Loden Geert, en ver
telde van haar, dat ze het boze oog had.
Dit laatste karakteriseert weer de bij
gelovigheid, waaraan velen nog oor
wilden lenen.
Maar Enkhuizen heeft ook andere en
betere dingen. Want nog vertelden we
niets over die enorme verscheidenheid
aan kerken en kerkgenootschappen, die
men hier als bloeiende gemeenschappen
kan aantreffen, over die gemeleerde
politieke constellatie, over de feestelij
ke waarde, die men aan een harddra
verijdag toekent en waarvoor het ge-
meentepersoneel zelfs een halve dag
vrij krijgt en de zakenmensen hun
/Tï
EMkL'
VHET EILAWO
Stille, éerui6e. uit <5iz.ij<Z VEexeoew
deuren sluiten. Over het nare feit, dat
de politie zo slecht behuisd is en het
niet minder nare, dat de enige plaatse
lijke bioscoop nu al van 30 Juni af ge
sloten is, omdat de exploitant eenvou
dig niet bij machte is te draaien, wan
neer de gemeente 35 procent vermake
lijkheidsbelasting van hem eist. We
gaan aan deze dingen voorbij, hoe be
langrijk ze ook zijn, om tenslotte nog
even stil te blijven staan bij iets, waar
aan we eenvoudig niet voorbij mogen
gaan. Dat is een naam. De naam De
Snouck van Loosen.
In een park, een kerk, een ziekenin-
richting, een boerderij en een stichting,
die reeds een ontelbaar aantal ouden
van dagen, zieken en zwakken of hulp
behoevenden financiële bijstand ver
leende, leeft die naam voort. Op 13
October 1885 overleed te Enkhuizen
Vrouwe Margarethe Maria de Snouck
van Loosen. Bij opening van haar tes
tament bleek, dat zij haar aanzienlijk
vermogen aangewend wilde zien voor
liefdadige doelen. En zo werd gesticht
het Snouck van Loosenfonds, dat o.in.
vijftig arbeiderswoningen liet bouwen
in het naar de schenkster genoemde
park, waar tegen uitermate lage huur
diegenen een woonplaats konden vin
den, die op enigerlei wijze hun leven
dienstig maakten aan de Enkhuizer ge
meenschap. Dat zijn dus allen, die zich
dat oude, stoere „Candide et Constan
ter", Trouw en Standvastig, uit het
wapenschild van deze Haringstad, tot
richtsnoer in hun leven kozen. Mogen
het er nog velen zijn!
yyE HEBBEN EEN aantal „Henkuzers"
zomaar langs de straat gevraagd, hoe
zij wel over de stad hunner inwoning en
hun medeburgers dachten.
De heer A. C. Polderman, 45 jaar
èn opperwachtmeester van politie, vindt
Enkhuizen een heel aardig stadje, waar
het prettig werken is. Een bezwaar ervan
vindt hij alleen, dat het zo ver verwijderd
ligt uit het centrum van ons land. Wan
neer men zijn familie in dat landscen-
trum heeft wonen, kost een familiebezoek
een kapitaal aan reisgeld. En dat is voor
een ambtenaar met een bescheiden inko
men moeilijk te dragen. Overigens lijkt
het deze inwoner, dat de middenstand
zich wel eens wat meer zou kunnen spe
cialiseren. Er is likwijls te weinig keus
in bijvoorbeeld de kledingzaken. Daar
om zijn er heel wat stadgenoten, die el
ders gaan kopen, wat met nog wat activi
teit van de zakenmensen ook gemakkelijk
in de eigen stad te voorkomen zou zijn.
De heer K. J e 11 e s, 38 jaar, sigaren
winkelier, ligt Enkhuizen als woonplaats
zeer na aan het hart. Hij vindt het een
buitengewoon mooi stadje en de bevolking
gemoedelijk en sympathiek, óók tegen
over vreemdelingen, die daardoor over
het algemeen vlug en vlot met de Enk
huizers kunnen opschieten. Voor het za
kenleven acht hij het echter een moeilijke
plaats. Enkhuizen heeft maar een klein
achterland en de moderne verkeersmid
delen maken het mogelijk om gemakkelijk
elders inkopen te gaan doen. Dat is dan
ook de reden, dat grote bedrijven als
C. en A., V. en D. en dergelijke, geen be
langstelling hebben voor Enkhuizen. Zij
moeten het hebben van een groot debiet
en Enkhuizen biedt maar een klein.
Een 22-jarige winkel juffrouw,
die onder geen voorwaarde haar naam in
de krant wilde hebben, zei: Enkhuizen
zelf vind ik een prettige stad. Maar men
weet alles van elkaar en praat er graag
over. Dat is wel eens onprettig. Zo be
krompen lijkt me dat. Maar om Enkhuizen
zelf spijt het me dat ik binnenkort ga
vertrekken. Ik ga trouwen, ziet u."
e
Mej. Annie Kenter (23 jaar)
vindt Enkhuizen gen wat stil stadje. Zo'n
echt museumstadje. „Maar ik zou hier
nooit vandaan willen. Je hebt er je fa
milie, je kent er iedereen, je hebt je ver
enigingen, ennou ja, ik vind het hier
gezellig. Ook al door dat drukke vreem-
delingenbezoek zomers. De mensen zijn
gemoedelijk en prettig met elkaar".
Kapper P. Overwijk, die al 21
jaar hier woont en Fries van geboorte is,
vindt het best uit te houden. „Het is een
vriendelijk en betrouwbaar volkje hier",
zegt hij, „waar je je gauw bij thuis voelt.
Dat is bij de Friezen wel eens moeilijker
voor vreemden. Het jammere vind ik hier
alleen, dat de politiek de mensen nog wel
eens wat verdeeld houdt. Dat is voelbaar
op alle mogelijke terrein. Het lijkt me,
dat dit zo gemakkelijk anders zou kun
nen."
O-U DE- 6OUW660OM
'..„WAA^ DB MENSEN UIT DE- BOUWEN HOEK.
PA66U)K^ POOR.VACBIU -
JN HET JAAR 1887 dregde de Enk
huizer politie in grachten en havens
naar een zevenjarig jongetje, dat
Rieuwert Blok heette, 't Leverde niets
op, want deze telg uit een oud Enk
huizer geslacht was stilletjes aan
boord gekropen van de schuit van zijn
grootvader, Dirk Bals. Terwijl de poli
tie dregde, werd Rieuwert op de Zui
derzee ontdekt zo zeeziek als een
verstekeling van zeven jaar maar kan
zijn.
R.ie.uweRrr Blok.
..«sa. 1S80
Denk niet, dat Rieuwert Blok na dit
avontuur genoeg had van het zilte
water. Hij stond later op de dijk als
's Vrijdags en 's Zaterdags de Enk
huizer vissers binnenvielen. Z'n klomp
jes klepperden door de oude straatjes
als hij de vissersvrouwen „miede"
ging brengen. Dat leverde 's Zater
dagsavonds een paar centen op. A1e
jongen was hij erbij, als de schellevis-
beugen „naar de Maas" gingen, als
knecht werkte hij bij zijn vader en met
een eigen vlet viste hij weer later op
ansjovis. En omdat de jonge Rieu
wert Blok hard werkte en zijn vrouw
zuinig was, liet hij in Workum een
zeilboot maken. Van een Harderwijker
visser kocht hij in 1916 een botter.
Een 27-jarige kantoorjuffrouw,
die ook al bezwaar had haar naam te
vermelden, zei Enkhuizen een prachtige
stad te vinden, maar wat doods, omdat ze
in de zomermaanden een strand mist en
in de wintermaanden nu ook al de bios
coop. Daardoor zal ze in de komend»
maanden geheel zijn aangewezen op wat
het eigen verenigingsleven of de Kunst
kring weten te bieden. En 9 voor een
abonnement voor de toneelavonden vindt
zij een heel bedrag.
De heer J. C. Redelaar (40 jaar)
die geen Enkhuizer van geboorte is, maar
een actieve rol speelt in het Enkhuizer
Mannenkoor, vindt het opmerkelijk, dat
het hier mogelijk is vogels van zo diverse
pluimage tot samenwerking te brengen.
De geest in de meeste verenigingen is
prima. Vooral in de muziek- en zangver
enigingen. Neem nu eens die samenwer
king op de vierde Mei. Alle Enkhuizers,
van wat voor kleur of richting dan ook,
werkten mee bij de herdenking van de
gevallenen. Het was gewoonweg frap
pant. Menig andere stad mag er jaloers
op zijn."
'NKHU1ZERS hóuden van hun
stad en hielden van de Zuider
zee. Het beuiijs? Twintig jaar be
waart de smid L. Nieman drie fles
sen met water uit de Zuiderzee. En
hij heeft negen Zuiderzee-haringen
op sterk water gezet. Driemaal
het wapen van Enkhuizen. Mis
schien kunt u ze later nog eens in
een museum zien. Want dat water
en die driemaal drie haringen zijn
onbetaalbaar. Men kan ze niet meer
kopen. Nog niet voor een mil-
lioen gulden.
En np de botter hees Rieuwert Blok
op Zaterdag 28 Mei 1982 'smlddags
om één uur de vlag halfstok. Op alle
boten in de haven gebeurde dat, om
dat op de plek, waar nu een monu
ment staat, de djjkverbinding tussen
Holland en Friesland een feit was ge
worden. Wat later bracht Rieuwert
Blok zjjn botter zelf naar Harlingen.
Verkocht. En de hele familie huilde.
Op 't stadhuis zeiden ze, dat Rieuwert
Blok een verstandige kerel was en ze
drukten hem de hand.
Dat is allemaal gauw verteld. Maar
vóór ze Rieuwert Blok in het oude
stadhuis de hand drukten, was er heel
wat gebeurd. Dat was in de dagen,
toen er in Nederland evenveel poli
tieke partijen en groeperingen waren
als weken in een jaar. Rieuwert Blok
verliet de Christelijk Historische Unie
en werd voorman van de „Zuiderzee-
partij" van meneer De Herder uit
Harderwijk. Een visconservenfabri-
kant. Hij stond nummer 2 op de can-
didatenlijst voor de Tweede Kamer,
was tegen de afsluiting en vocht vóór
de vissers. Meneer De Herder schreef
zeven brochures, de laatste geïnspi
reerd op het Bijbelse verhaal, dat Je-
richo viel bij de zevende bazuinstoot.
Maar de Afsluitdijk overleefde meneer
De Herders papieren bazuinstoot en
de Zuiderzeepartij kreeg zeven hon
derd stemmen. En Rieuwert Blok een
rijksdaalder Zuiderzeesteun in de week.
Dat stéékt hem nog altijd, de één-en-
zeventigjarige. De voorlichting klopte
ook niet. Anders had Rieuwert Blok
niet netten geknoopt, toen op het IJs-
selmeer de „onverstandigen" zeven
vette jaren beleefden. Vanwege de
vette paling.
Rieuwert Blok is er niet nijdig meer
om. Niemand had dat van die paling
kunnen verwachten. Maar met de vis
sersvloot van de goede, oude stad
Enkhuizen eerder dan De Briel vóór
de Prins was het gedaan.
y\AN HET EINDE van de Breed
st raat, vlak bij de Bocht, staat een
oude smederij. De Enkhuizer smid L.
Nieman loopt er al drie en zeventig
jaar heen. Hjj was drie, toen hij op een
bankje klom om aan de blaasbalg te
kunnen trekken. Zijn vader had er
druk werk voor de visserij, werkte
met vier, vijf knechts. Nu vindt men
er alleen de smid zelf. H(j stamt ver
moedelijk af van de omstreeks 1600
bekende Enkhuizer klokkengieter Nie
man.
Is 't daarom, dat hij zo trots is op
zijn geboortestad? Dat hij tracht de
oude smeedkunst in ere te herstellen
met grote liefde voor het oude hand
werk? Is het daarom, dat hjj met ge
duld en toewjjding slotplaten voor
blank-eiken deuren smeedt, slotplaten
met twee bisschopskoppen, twee meer
minnen en het Enkhuizer wapen? En
dat hjj met geduld, vakmanschap en
toewijding een stoephek restaureerde,
dat zo'n twee en een halve eeuw ge
leden met evenveel vakkennis werd
gesmeed? En als u hoog boven de
Drommedaris een schip met kruis ont
dekt: in 1915 werd het gesmeed door
de nu zes-en-zeventigjarige smid. Hij
maakte trouwens al het smeedwerk in
het visitekaartje van Enkhuizen.
U moet ook eens naar die smede
rij gaan kijken, naar de gevel vooral.
Links bovenaan een siermuuranker.
Het werd „op maat gesmeed" en de
jonge Leendert Nieman won er een
kleine zestig jaar geleden een eerste
prijs mee. Vier jaar geleden kreeg hjj
de zilveren medaille met oorkonde van
de stad Enkhuizen. Hjj dééd (en doet)
er dan ook iets voor.
rOtAJjcS
HUI'ZEN/
JN ENKHUIZEN kijken eeuwen
oude geveltjes uit over bloemen
pracht. Enkhuizen is het Aalsmeer
van West friesland, een kleurig en
geurend laboratorium, waar in de
kassen knappe, aan de grote zaad
firma's verbonden tuinlieden steeds
maar weer opnieuw experimente
ren met vaderplanten en moeder
planten. Men bootst er in Septem
ber de zonneschijn van Juli na.
Maar de nieuwsgierige journalist
moet niet komen vragen naar de
resultaten van dat geduldwerk. Nee
dat is het geheim van de zaden-
smid. Wiens werk men misschien
over tien jaar kan bewonderen in
Buenos Aires of Detroit.
Geen stad, waar we zulke merk
waardige straatnamen troffen als in
Enkhuizen. Het is hier mogelijk om
in het Hemeltje te wonen. En op de
hoek van de steeg, die „Tussen Hel
en Vagevuur" heet, staat als een ba
ken het gebouw van het Leger des
Heils. Het is maar een weet....
J-|ET GEBOUW van de gemeente
lijke visafslag dateert van 1946.
Een nuchter gebouw, een schaal met
cijfers, groene bankjes voor de ko
pers. En tegels, véél tegels.
Vroeger sloegen de schippers zelf
hun vis af. Later kwam er een kaste
lein aan te pas. Hij liet de handelaren
op een stukje papier hun bod doen.
Weer later nam de havenmeester de
taak over en toen ging, ten slotte, de
gemeente er zich mee bemoeien. Dat
smaakte de vissers niet en ze bleven
weg. Ze verkochten hun vis op zee,
toen het op de wal en in de binnen
haven niet meer mocht. De baten
kwamen in een fonds voor weduwen
en wezen en de gemeente kon niet
met een verordening verbieden, dat
de golven van de Zuiderzee als afslag
fungeerden. Als echter die golven te
hoog klommen, moesten de vissers
wel naar de wal en vielen er bekeu
ringen. Rieuwert Blok bijvoorbeeld
kreeg er totaal drie en dertig. Om de
weduwen en wezen vonniste de rech
ter mild. Drie gulden moest Rieuwert
betalen. En nu: tegels na romantiek.
meeuwen KEKEW
ON<3 aan -
t