De Huuradviescommissies voorzien
in grote behoefte
Pan speelt op zijn fluit
Te
middernacht ziet men in Madrid meer
mensen op straat dan overdag
Tienduizenden aanvragen ingediend
Diepe armoede naast grote rijkdom
Vrederechter tussen
verhuurder en huurder
iiiniinuiniiiiiiimiiiiiiiniiiiinniiiiiniiiiiiiiinniiiimiiiinniiniiiiiiniiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiifnRiKu
Velsen: 50.000
inwoners
Memorandum van „Door de
eeuwen trouw"
Spakenburgse vissers gaan
de Noordzee op
Oud-katholieke kapel te
Alkmaar ingewijd
Aartsbisschop van Utrecht bij
plechtigheid aanwezig
Koning George zal Britse
parlement niet openen
Oostenrijk krachtbron voor
Midden-Europa
Voorwaardelijke gevangenis
straf voor twee Langedijkers
Letterkundige verschijningen
Het recht van de natuurlijke humor
SPAANSE IMPRESSIES
Een zachtaardig volk
Badpak tot over
de knieën
Geen vrijheid
«jüa-» ftiJAu ÏO.OCTOMUR ii/„i
(Van onze speciale verslaggever).
Sinds op 1 «anuari van dit jaar de Huurwet in werking trad en de gelegen
heid werd geschapen een tieroep te doen op de Huuradviescommissie (als
huurder en verhuurder het niet eens kunnen worden over de huurprijs7. (ju
b(| de 62 Huuradviescommssies, die ons land telt» 28241 aanvragen om advies
binnen gekomen. Hiervan waren er op 30 Juni J.L 12552 afgehandeld, zodat
er toen nog 15689 gevallen aanhangig waren. Sindsdien loopt het aantal aan
vragen wel terug, maar voor de meeste commissies is het toch zeer moeliyk
om de achterstand die reeds In het begin ontstaan is, doordat al honderden
aanvragen binnen kwamen vóór de commissies benoemd en aan het werk
waren geheel weg te werken.
De Huuradvies-commissies, die
in het begin van dit jaar in het
leven werden geroepen, worden
benoemd door de Ged. Staten der
provincies. Zij bestaan, uit een
vertegenwoordiger der huurders,
een representant der huiseigena-
ren en een voorzitter, die geacht
wordt geheel neutraal te zijn.
Aan iedere commissie is een
ambtenaar van het ministerie van
Wederopbouw en Volkshuisves
ting als secretaris toegevoegd. De
commissie baseert zich bij haar
beslissingen op de rechtsgeldige
huurprijs van 31 December 1950,
dat is dus de prijs van Mei 1940
al dan niet verhoogd door het
destijds bestaande prijzenbureau.
Ruim een half jaar zijn de com
missies thans aan het werk. In
verband daarmee heeft onze spe
ciale verslaggever de jgelegen-
heid gekregen de zittingen van
enkele huuradvies-commissies bij
te wonen. In nevenstaand artikel
vindt men het relaas van zijn be
vindingen.
De eigenlijke doelstelling, dat de
Huuradvies-commissie als een soort
vrederechter zou functionneren, kömt in
kleine plaatsen en op het platteland
veel beter tot haar recht dan in de
grote stad. Men ziet daar in de commis
sie veel meer een vertrouwenwekken
de instelling met hoge autoriteit en de
tegenstellingen tussen huurder en ver
huurder zijn er minder scherp dan in
de grote steden.
De prettigste zaken zijn die, waarbij
huurder en verhuurder in goede onder
linge verstandhouding de huurprijs
door de adviescommissie laten vaststel
len. Helaas is dat heel dikwijls niet het
geval. Meestal is het de huurder, die
zich tot de commissie wendt omdat hij
zich „genomen" voelt en vaak heeft
zijn aanvrage de nauw verholen bedoe
ling de verhuurder „aan te brengen".
Dikwijls is het namelijk zo, dat men
zich aanvankelijk bij een te hoge huur
prijs heeft neergelegd. Dan komt er ru
zie en daarbij tracht de huurder zijn
huisbaas schaakmat te zetten door de
huurprijs aan de commissie voor te
leggen. Zo'n zitting van de huurad
vies-commissie is dan ook vaak een af
spiegeling van menselijke ellende en
verdrietigheden die door de woning
nood veroorzaakt worden.
De onderhuurders spelen in de werk
zaamheden der commissie de grootste
rol. Het aantal deelhuren waarmee zij
te maken krijgt is twee maal zo hoog
als het aantal hoofdhuren. Bij de helft
van de hoofdhuren die in behandeling
komen blijkt de huurprijs goed te zijn.
De huiseigenaren houden zich over
het algemeen wel aan de voorschriften
De reden van de aanvrage is vaak, dat
de huurders de verhoging van 15 pet
niet willen betalen, of dat er verschil
van mening bestaat over het percenta
ge, dat voor aangebrachte verbeterin
gen of extra voorzieningen mag wor
den berekend.
Van de huiseigenaren die voor de
commissie verschenen, bleek 28 pet een
huurprijs te vragen die 140 pet te
hoog was. slechts 2 pet vroeg huren die
nog meer te hoog waren.
Bij de onderverhuurders liggen de pa
pieren veel slechter. Slechts 3 pet be
rekent correcte prijzen. Velen van hen
berekenen veel te hoge prijzen, 3 pro
cent berekende prijzen die van 61 pet
tot 80 pet te hoog waren, 4 procent
lagen met hun prijzen 81 tot 100 pet
te hoog, 5 y procent vroeg meer dan
het dubbele" van de toegestane prijs en
1 y procent meer dan het drievoudige.
Tijdens de zitting die wij bijwoonden
diende het geval van een verhuurder
(een meester in de rechten nog wen
die voor een deel van ïijn huis f 220
per maand vroeg, plus extra vergoedin
gen voor verwarming, licht, gas en wa
ter. De adviescommissie zag zich ge
noodzaakt de gevraagde huurprijs met
f 117 per maand te verlagen.
De verhuurder was een rustige, uit
gekookte meneer, die gewapend met
documenten en rechtsgeleerdheid zijn
recht trachtte te bewijzen, de huurster
een opgewonden en nijdige, uit Indo
nesië gerepatrieerde dame, die erg ge
makkelijk uitdrukkingen als „imperti
nente leugen" in de mond nam. Terwijl
de verhuurder sprak over een prach
tig huls in een van de mooiste straten
van Den Haag en over een kostbare
meubilering, sprak de huurster over
oude kasten, stoelen die niet te ge
bruiken waren en een keukeninrich
ting, die helemaal niet voldeed.
Andere moeilijkheden
In een ander geval was het de ver
huurder die boos en opgewonden was
en het voorwerp van zijn toorn wa.
een juffrouw dn bij hem op kamers
woonde en die ..dag en nacht zoveel be
zoek ontving, dat zijn vrouw de kb
per van de trap had moeten halen en
die zich blijkbaar erg vaak waste,
want sinds zij bij ons woont is de gas-
en waterrekening f 10 per maand hoger"
zei de boze meneer. De juffrouw was
ijselijk kalm. Ze had al een proces te
gen haar huisbaas gewonnen en had ge
zegd „als u door gaat met plagerijen,
ga ik naar de huurcommissie". Ze had
er succes mee, want haar f 50 kamer
huur werd nagenoeg gehalveerd. Dat
wil zeggen, het advies van de commis
sie luidde aldus, maar dat is dan ook
maar een advies en op niet-naleving
staat geen enkele sanctie. Vandaar dat
zoveel zaken bij de kantonrechter te
recht komen.
Een zielig geval was de zaak van het
oude vrouwtje dat in een pension (Ho
recabedrijf) f 20.— per maand voor een
kamer betaalt (eigenlijk te weinig),
maar op last van Sociale Zorg herzie
ning van de prijs had aangevraagd. Zij
was zielsgelukkig, toen de voorzitter
zei, dat alles wel bij het oude zou blij
ven en haar hospes verzekerde dat ze
mocht blijven. „Ik was er echt zenuw
achtig van", snikte ze, „ik ben zo ge
hecht aan mijn kamertje; ik heb er een
echt tehuis en zou nergens anders zo
goed en zo goedkoop terecht kunnen".
Sensatie was er ook al op deze zit
ting. Zij kwam van de kant van een
meneer met zichtbaar hoge bloeddruk,
die een groot pand aan het Rijk ver
huurt en meent door het Rijk te zijn
opgelicht en bedrogen. Hij „wou het er
niet eens over hebben", dat het Rijk
een ton had besteed aan de restauratie
van het huis terwijl f 33.000 voldoende
zou zijn geweest, maar „er was een
gentlemansagreement gesloten waarbij
het Rijk toezegde f 10.800 huur per
jaar te betalen en niet aan een prijzen-
commissie te zullen vragen een andere
prijs vast te stellen en nu weigerde men
15 pet verhoging te betalen en was
toch naar de huuradviescommissie ge
lopen". Dat vond hij „vies".
Het zal de lezer duidelijk zijn, dat
vele mensen met velerlei moeilijkheden
bij de Huuradvies-commissies aanklop
pen. Haar voorschriften zijn vrij een
voudig, maar de zaken die zij voorge
legd krijgen, vaak zeer ingewikkeld. De
rechtskracht van haar besluiten is be
perkt, maar de uitwerking van haar
adviezen in de practijk toch dikwijls
zeer heilzaam. In ieder geval is het
voor huurders en verhuurders een ge
ruststelling te weten, dat zij zich met
vol vertrouwen tot deze commissies
kunnen wenden en verzekerd kunnen
zjjn van een grondig onpartijdig onder
zoek en een eerlijk en deskundig ad
vies.
Gisteren is in Velsen de 50.000ste
inwoner geboren. Het was Johannes
Jacobus, zoon van de familie Bakker,
wonende in de Narcissenstraat te Sant
poort. De gelukkige vader ontving uit
handen van de burgemeester een
spaarbankboekje met honderd gulden.
In een lang memorandum heeft de
stichting „Door de Eeuwen Trouw"
zich tot de politieke partijan geriiht,
met betrekking tot het huidige In.iië-
beleid en het zelfbeschikkingsrecht der
afzonderlijke volken van de Archipel.
De stichting concludeert, dat de „nieu
we regering zal moeten terugkeren tot
een eerlijke uitvoering van de wet-
souvereiniteitsoverdracht en moeten
zorgdragen, dat binnen de nieuwe
rechtsorde ook waarlijk alle partijen,
dus ook de Zuid-Molukkers hun recht
krijgen". Het memorandum zegt ten
slotte tot de politieke partijen: „Gij
zult omtrent dit Indië-beleid klare wijn
moeten schenken en de kiezers "ceds
nu overtuigen, dat de achterstelling
van de Republiek Zuid-Molukken bij
de Republiek Indonesië voor de RMS
onaanvaardbaar is."
Enige tijd geleden werden enkele
Scheveningse loggers voor de haring
vangst opgelegd, omdat men geen be
manning voor deze scheepjes kon vin
den. Thans zullen de scheepjes in ge
reedheid worden gebracht voor vistoch-
ten naar de Engelse kust. Een aantal
Spakenburgse vissers is namelijk be
reid gevonden „over te schakelen" van
de paling in het IJselmeer op de haring
in de Noordzee.
De Nederlandse Bond in Duitsland
zal het komende week-einde met een
congres in Duisburg zijn zesde lustrum
vieren.
Minister Clement Attlee begon
gisteren zijn verkiezingscampagne
door een vergadering te Romford
op het marktplein te houden. Om
ringd door zijn volgelingen loopt
de minister hier tussen de mensen,
gevolgd door zijn vrouw, die de
vergadering ook bijwoonde
In tegenwoordigheid van de aarts
bisschop van Utrecht der Oud-Katho
lieke kerk, mgr. Andreas Rinkel, de
burgemeester van Alkmaar mr. dr. H.
J. Wytema en talrijke kerkelijke auto-
riteitrfi, heeft gistermorgen de bis
schop van Haarlem der Oud-Katholieke
kerk, mgr. Jacobus van der Oord, in
Alkmaar de nieuwe kapel van de H.
Laurentius ingewijd en gezegend. Tij
dens de plechtige dienst in het kerk
gebouw werden relieken geplaatst van
de Heilige Willebrord, n.L een gedeelte
van een sandaal en een pallium, afge
staan door de St. Gertrudiskerk in
Utrecht.
Burgemeester Wytema herinnerde er
bij de receptie aan, dat de toenemende
ontkerstening niet alleen bij de kerken
diepe zorg wekt. Voor het geestelijk
welzijn van de stad had hij gaarne zijn
medewerking bij het onttrekken van
een woonhuis aan zijn oorspronkelijke
bestemming verleend. Pastoor D. N. de
Rijk dankte alle belangstellenden voor
de goede wensen voor het „eenvoudig
doch gedegen Godshuis."
Volgens de „Daily Telegraph" is be
sloten, dat koning George niet op 6 No
vember het parlement zal openen: zijn
gezondheidstoestand zou dit niet toe
laten.
Het parlement zal worden geopend
door een koninklijke commissie van
vijf peers, onder leiding van de
voorzitter van het Hogerhuis. De laat
ste maal dat het parlement door een
koninklijke commissie werd geopend
was in December 1935.
Oostenrijk is een grote stap gevor
derd op de weg naar onafhankelijkheid
van kostbare kolen-invoer, sedert de
grote Limbergdam te Kaprun is ge
reedgekomen. Tevens is mgn dichter
bij het uiteindelijke doel: van Oosten
rijk de electrische centrale voor geheel
Midden-Europa te maken. De Limberg
dam is de grootste van Europa. Hij is
330 meter lang, aan de basis 46 meter
dik en er is 440.000 kubieke meter be
ton in verwerkt. Het achter de dam
gelegen stuwmeer kan 86 millioen ku
bieke meter water bevatten. De nieuwe
centrale zal in 1954 ruim 800 millioen
kWh produceren.
Grote projecten, waaraan reeds ge
werkt wordt, of waaraan spoedig zal
worden begonnen beloven een totale
productie van ca. 30 milliard kWh per
jaar. Oostenrijk produceert thans onge
veer 6 milliard kWh per jaar.
Het Amsterdamse Gerechtshof heeft
gisteren de gebroeders S. en K. K. uit
Langedijk veroordeeld tot een maand
voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaar en een boete van 50 gulden subsi
diair 25 dagen. Zij hadden in Februari
j.1. een jong kalf afgemaakt door het
met een ijzeren staaf op de kop te
slaan. De Alkmaarse politierechter had
hen veroordeeld tot twee maanden en
14 dagen geleden had de procureur-
generaal bevestiging van dit vonnis ge
vraagd.
Adriaan Morriën: Een slor
dig mens, twaalf verhalen,
uitgegeven bij De Bezige Bij,
(~)ver humor is al heel gauw zoveel te
schrijven, dat de aardigheid er af
raakt. Dat komt mede doordat er per
slot niet zoveel grappigs aan is, ten
minste niet bij de tegenwoordige op
vattingen van het begrip dat door dit
woord wordt gedekt. Te onzent wordt
humor dikwijls verward met grollig-
heid en moppigheid, waar hij al heel
weinig mee heeft uit te staan, of met
louter geestigheid en puntigheid die er
wel bij te pas kunnen komen, doch op
zichzelve nog geen humor uitmaken,
evenmin als ironie en sarcasme. Multa-
tuli heeft in een van zijn ideeën gepo
neerd, dat humor niets anders is dan
het weergeven van de natuur. De na
tuur, zo schreef hij, is alleen humoris
tisch, en meer nog, ze is a 11 ij d humo
ristisch. Haar humor bestaat in haar
domheid, in verband met haar alge
meenheid. Hij licht dit dan met enige
tamelijk gezochte voorbeelden
toe, waaruit overigens hoofdzakelijk
blijkt, dat Multatuli hier op een sar
castische manier welke hij mogelijk
humoristisch oordeeldedoor draaft.
De geijkt geworden definitie van
humor noemt hem een mengsel van
een lach en een traan, maar daardoor
geraakte men er toe, ook enigszins sen
timenteel zelfbeklag, mits met wat
geest gekruid, humor te noemen. Wij
voor ons zijn geneigd, humor in de
eerste plaats te zien als de poging van
de mens om zich boven het klein
menselijke zowel in zichzelf als lil
anderen te verheffen. Humor moet
dus als een bevrijding werken, doch
de een bevrijdt zich nu eenmaal anders
dan de ander. En daarom verschillen
de smaken aangaande wat nu eigenlijk
humor is, zozeer en wisselen ze zelfs
wel met het tijdsgewricht.
J-Jet dunkt ons, dat in deze door de
techniek benarde tijd de zuiverste
humor gevonden kan worden door de
natuur er tegenover te stellen. Niet in
haar domheid, welke Multatuli zo
ergerde, maar veeleer in haar argeloos
heid. haar „natuurlijkheid". In deze
richting heeft de jonge dichter en cri
ticus Adriaan Morriën het gezocht met
de speelse verhalen welke de laatste
tijd nu en dan in het tijdschrift Liber-
tinage verscl enen waarvan hij re-
(Van onze correspondent te Madrid).
|)E SPANJAARDEN staan over het algemeen vroeg op. Zij ontbijten met een
grote kop namaak-koffie en een hompje brood en daarna gaat men aan het
werk. Die Spaanse morgen is wei bijzonder lang, want de lunch wordt pas tegen
drie uur gebruikt. Daarna is het zo warm, dat men gaat slapen. Omstreeks vijf
uur trekt men weer aan het werk. Veel doet men dan over het algemeen niet
meer. Maar men is toch tot ongeveer acht uur bezig. Het werk is dan gedaan
en men gaat naar huis om het wandelpak aan te trekken. Dat zijn heerlijk
lichte pakken, die vaak van popeline zijn gemaakt en waarin men de warmte
het minste merkt. Daarmee gaat men wat flaneren. Heel rustig en heel kalm,
want vooral in de steden blijft die warmte lang hangen. En men gaat natuurlijk
op een terras zitten om een heel klein kopje echte koffie te drinken. Tegen
tien uur begint men aan de avondmaaltijd te denken. In de restaurants eet men
meestal niet voor elf uur. Heeft men gegeten, dan gaat men van de koelte, die
de nacht zelfs in Spanje met zich brengt, genieten. Het gevolg is, dat het vooral
in een stad als Madrid zo omstreeks middernacht het drukste op straat is van
heel de dag.
vreemdelingen, men wordt er met een
buitenlandse auto als iets heel wonder
lijks nagekeken. Maar als men uitstapt
en een glas Sherrie bestelt, dan komen
de bewoners al gauw een praatje ma
ken. Ze vragen honderd uit over het
leven in het buitenland en ze geloven
het maar nauwelijks wanneer men ver
telt dat men in Holland net zo veel sui
ker kan kopen als men zelf maar wil.
En of iedereen er naar de kerk mag
gaan, die hij zelf uitkiest? Franco leert
immers, dat de kerk nergens zo be
schermd wordt als in Spanje. Wanneer
men hierop antwoordt, dat het in Ne
derland helemaal geen probleem ls
naar welke kerk men wil gaan, dan
kijken ze daar toch wel heel vreemd
van op. Vooral ook over Frankrijk heb
ben ze vreemde ideeën. Dat is een com
munistisch land, waar alle kerken ge
sloten zijn. De Spaanse fascistische pers
heeft namelijk nooit veel goede woor
den over voor buurvrouw Marianne,
die zij altijd als een lichtzinnige, revo-
lutionnaire dame voorstelt. Wanneer
men zoiets maar tien jaar in alle bla-
TA, dat Spaanse leven heeft, ondanks
de verdrukking en de verschrikke
lijke armoede, waaronder een groot ge
deelte van het volk leeft, toch iets bij
zonder gezelligs gehouden. De mensen,
die men op zijn zwerftochten door dat
grote, droge land ontmoet, zijn over
het algemeen bijzonder vriendelijk en
vooral ook erg zachtaardig. Men zal
een Spanjaard nooit horen schreeuwen.
Wel houden ze bijzonder van zingen.
Als men, bij het vallen van de avond,
een van die typische Spaanse dorpen
binnenrijdt, dan wordt men soms ge
troffen, door de wonderlijk warme stem
van zo'n Spaanse jongen, die op het ge
zellige oude pleintje te midden van een
groep kornuiten aan het zingen is. Die
Spaanse stemmen hebben altijd iets
hees. Bepaalde, even gebroken tonen,
kunnen ze soms zo lang aanhouden, dat
men er kippenvel van krijgt.
In die kleine dorpen komen nooit
den herhaalt, dan is het rrsultaat, dat
de mensen het langzamerhand begin
nen te geloven.
Y^AT HUN kleding betreft, houden de
Spanjaarden ei rreemde ideeën op
na. In een stad als Madrid, waar het
toch in Augustus en September zo
warm kan zijn, dat het asphalt smelt,
is het uit den boze om zonder jasje op
straat te lopen. Als buitenlander kan
men dat wel doen, maar de Spanjaar
den denken er niet over.
Ook het strandleven ziet er heel an
ders uit dan bij ons. De dames dragen
nog badcostuums met rokjes tot hal
verwege de knieën en de mannen gaan
zwemmen met kuitbroeken, die ge
maakt zijn van een of andere glim
mende stof. De vrouwen in Spanje zij.i
erg mooi, maar ze worden al gauw te
dik. Trouwens in Spanje noemt men
een vrouw gevuld slank, als wij haar
ronduit dik noemen. Meisjes van zes
tien, zeventien jaar. die een zeventig
kilo wegen, zijn geen zeldzaamheid.
De mannen hebben vrijwel allemaal
'n klein snorretje. Zij vinden het in het
geheel niet vreemd om zich, wanneer
het warm is, op straat met een op
zichtige waaier koelte toe te wuiven.
Men krijgt de indruk, dat er vooral in
de steden heel wat jonge Spanjaarden
zijn, die zich zeker niet overwerken.
Zij besteden bijzonder veel aandacht
aan hun kleding, aan hun das en hun
zorgvuldig gep'-etste schoenen, maar
ze vermoeien zich niet bij het werk.
P)AAR staat tegenover dat de boeren
op het platteland als beesten moeten
werken. In de vruchtbare streken langs
de kust zien hun velden er over het
algemeen uitstekend onderhouden uit.
Het feit dat Spanje niet genoeg voed
sel voortbrengt, is zeker niet toe te
schrijven aan de luiheid van de boe
ren. Spanje zou ook wel genoeg olijf
olie, wijn. tabak, rijst, mais, groente en
fruit hebben, wanneer er niet zoveel
geëxporteerd werd. Maar Spanje heeft
veel te weinig industrie ,n is voor de
eenvoudigste voorwerpen op het bui
tenland aangewezen.
Al de reusachtige reclames, die men
in Madrid ziet, zijn afkomstig van bui
tenlandse fabrieken. Op de tram kan
men in het Spaans lezen, dat men Ne
derlandse jenever moet drinken. Phi
lips heeft geweldige neonletters tegen
de avondlucht gezet en zo wordt er re
clame gemaakt voor Nederlandse jam.
kaas en weegtoestellen. Alle auto's
trams, treinwagens moeten worden in
gevoerd. Ook het grootste gedeelte van
het graan moet van over de grenzen
komen. Vandaar dai men wel gedwon
gen is zoveel olijfolie uit te voeren,
dat er voor Spanje niet genoeg meer
overbluft.
y^LLES bij elkaar genomen gaat het
dus op bijna ieder gebied slecht in
Spanje. Er heerst geen vrijheid, de
kranten zijn gedegradeerd tot propa-
ganda-bladen voor generaal Franco, er
is lang niet voldoende te eten voor
iedereen en bovendien is de verdeling
zo slecht, dat de een op blote voeten
loopt en honger lijdt, terwijl zijn kin
deren bedelend trachten nog wat brood
te bemachtigen en de profiteurs van
het regiem zó rijk zijn, dat ze van ver
veling niet meer weten wat ze nog
eens kunnen kopen.
En toch hoort men de Spanjaarden
weinig klagen. Zij hebben een grote
mate van aanpasingsvermogen en trach
ten er altijd het beste van te maken.
Zij houden erg van gezelligheid en aan
gezien ze nooit gewend geweest zijn
iedere dag een biefstuk te eten, reali
seren zij zich vaak niet hoeveel zij,
vergeleken bij andere volkeren, te
kort komen. Alleen als men hen wat be
ter leert kennen, merkt men dat een
groot gedeelte van hen in hun hart wel
erg verbitterd is over de manier
waarop hun mooie land door een klei
ne groep parasieten wordt uitgebuit.
dacteur is en die hij nu, met een
aantal vermeerderd, heeft gebundeld.
Deze verhalen beogen zeker niet in
de eerste plaats „grappig" te zijn. Voor
Morriën Is het leven geen grapje. Een
opstel, aan de jong gestorven dichter
Hans Lodeizen gewijd, sluit met de zin;
„Hij behoort tot de drie of vier doden
die ik werkelijk mis en wier dood mijn
wrok tegen het leven en de levenden
heeft versterkt".
Mag men, met dit citaat in de ge
dachten, van Morriën andere humor
verwachten dan die welke 51 te zilt
smaakt naar de tranen? Of die bitter
proeft van de ironie? Onze wereld ls
er niet naar, er iets goeds in te ver
wachten; daarom wordt het ons soms
onverwacht gegeven. En zo geeft Mor
riën, ondanks zijn wrok, een natuur
lijke humor, welke de traan nauwe
lijks vermoeden doet, al zal men er
evenmin bii schateren van het lachen.
Men krijgt trouwens de indruk dat
Morriën, met het schrijven van zijn
verhalen, in de eerste plaats zichzelf
bevrijd heeft terwiil het de zaak van
de lezer is ,in dat bevrijdingsgevoel al
dan niet te delen.
J7en voorbeeld van de fantastische en
tevens mi'de humor van de schrij
ver is het verhaaltje „Eerbetoon",
waarin wordt beschreven hoe men er
in ziin stad toekomt, een standbeeld
op te richten „ter herinnering aan de
poezen die, weliswaar zonder hun voor
kennis. hun leven hadden gegeven bij
dj bevrijding van ons land". Natuurlijk
wordt dat beeld pas ongericht wanneer
het door de oorlog veroorzaakte poe-
zentekort allang weer in een teveel
is veranderd, maar de plechtigheid is
er niet minder om.
Er vallen hier allerlei parallellen te
trekken, het verhaaltje zit vol scherne
trekjes en natuurlijk denkt men aan de
ijver waarmee nog steeds oorlogsmonu
menten worden opgericht, terwijl men
allang niet meer weet hoe men zich
een volgende oorlog van het lijf moet
houden. Maar Morriën geeft geen ogen
blik voor, daaraan te denken- die spint
zijn poezenbedenksel rustig en vreed
zaam uit. tot groot gerief van de lezer.
Zo is het ook met „De Vader", de
man die met een kalme geestdrift ver
telt over zijn gezin dat welgeteld 22
kinderen omvat en dat wel de aller-
mildst denkbare persiflage op de pro
paganda voor grote gezinnen is.
Het thema „poes" komt bij Morriën
veel voor en is op zeer oorspronkelijke
wijze uitgewerkt in .Het verwijt",
waarin men een menesel van dier- en
n-ens-nsyehologie aantreft dat even
eens kenmerkend is voor deze verha
len.
Het sterkst op dit gebied ls „De
oude muis", een verrukkeliike fantasie
over de laatste uren van een oude muis
die leeft in een pension en daar ver
schillende kam<rs afreist, op zoek naar
enig gemakkelijk te verkrijgen voedsel.
In dit verhaal beziet de schrijver de
wereld alsof hij die bejaarde en gere
signeerde muis ware en dus dicht hij
de muis allerlei menselijke eigenschap
pen toe. terwijl hij tegeliikertüd de
muis-zelf toch geen ogenblik uit het
aandachtsveld Iaat verdwijnen.
J^orriën speelt in de natuur en met
de natuur. Hij gelijkt het meest op
de god van de bossen en velden. Pan,
en hij soeeP op zijn pans-fluit hele
reeksen fantastische, schalkse en aar
dige melodietjes. Niets van de aarde is
hem vreemd, maar hij weigert, dat tra
gisch te bezien. Hij neemt de dingen
zoals ze zich hem voordoen en dan gaat
zijn fantasie er mee aan het. werk, en
bepeinst bij, hoe z.e óók wel zouden
kunnen zijn. Zelfs het laatste verhaal,
dat over een donkerhuidige haven-
prostitueé handelt, en dat in zichzelf
alle denkbare stof tot larmoyante melo-
dramatiek. zo al niet werkelijke tra
giek, bevat, wordt met losse en arge
loze natuurlijkheid verteld welke alle
ruimte voor deernis laat, maar alle
sentimentaliteit verbant.
Over de verhouding tussen de sexen
om het op een aan Morriën wezens
vreemde plechtige manier uit te druk
ken wordt steeds waar zii te pas
komt (en dat ls bij deze Pan nog3l
vaak) zonder omhaal, zonder half-
bedekte suggesties of zwoele pikante
rie, geschreven. Zo iets. dan is zii na-
tuurliik en waarom haar dan niet be
handeld als iets dat vanzelf snreekt?
We. willen wel geloven, dat dit bun
deltje sommigen mateloos zal erge
ren voor hen is het dan ook beoaald
niet Beschreven, en bovendien kan de
welwillendste critiek er ook nog wel
zwakheden en minder geslaagde beel
den in aanwiizen. Maar het kan ont-
zagliik veel goed doen aan de velen die
verstrikt zitten in allerlei problemen,
in vaderlandse deftigheid en formalis
me, die angst hebben voor het leven
van deze tijd en deze angst voortdu
rend zien aanwakkeren door de litera
tuur welke noodwendigerwifze uit
deze tijd moet voortvloeien en die alles
behalve opwekkend is.
Met 'al deze dingen heeft Morriën
werkelijk'ook wel te maken gehad en
nog steeds te maken. Al deze dingen
bevinden zich ook in die verhalen: men
ziet ze worstelen om aan de opper
vlakte er van te komen. Maar Mor
riën duldt ze daar niet: die onoervlnkte
is bij hem precies het tegenovergestelde
van wat het zee-oppervlak in Sartre's
.Xa Nausée" is. Bij de Fransman lokt
de aanblik van het rustige water de
zich daaronder afspeelt. En Morriën
fantasie naar al het gedrochtelijke wat
zegt ongeveer: gegeven al dat gedroch-
teiijke, kijk dan eens hoe zacht en
schoon het wateroppervlak daarboven
is. Natuurlijk de vergelijking gaat
niet geheel en al op. maar ze maakt
toch misschien wat duidelijker, waar
om we dit bundeltje als een kostbare
gave beschouwen WITS EN ELIAS