Pim, Pain en Pom in Afrika
De wagen
in het Kloosterbos
36»
Üf
ppie
iSpookóteen
JIMMY BROWNTERUG IN DE DIERENTUIN
Acht kleine
woordjes
op een rij
Tj?
d
DOUWE EGBERTS
Het Radioprogramma
Een slepende kon
95 ct.
Lachen
is gezond
K
4
A
M
0
P
T
(Advertentie, Ing. Med.)
#3. Maar de gids van de Kwassie-ne-
gers is helemaal niet van plan om
op Billie en Kareltje te wachten. Hij
heeft het Billie en de Spinner wel be
loofd maar is toch eerst van plan om
de schoothondjes van zijn koningin
in veiligheid te brengen. En dus heeft
hU, zodra Billie en Kareltje in het bos
verdwenen zijn, aan zijn roeiers op
dracht gegeven om zo snel mogelijk te
rug te roeien. En hoe is het met Pim,
Pam en Pom? Die zitten met bange
voorgevoelens in één van de kano's en
zeggen niet al te veel. Het is ook geen
prettig vooruitzicht om de rest van je
leven in de wildernis te moeten door
brengen, ook al ben je dan tot schoot
hondje van een koningin benoemd.
Maar Pim, Pam en Pom begrijpen best,
dat er op het ogenblik toch niets aan
te veranderen valt. Zij zullen in hun
lot moeten berusten. „Ik hoop alleen
maar. dat Pepi tenminste weer bij zijn
vader terechtkomt", zucht Pim, „Dan
hebben we tenminste onze taak goed
volbracht. „Ja en misschien vinden wij
dan ook wel weer een kansje om te
ontsnappen", zegt Pom zachtjes. Maar
de negergids schudt glimlachend zijn
hoofd. Hij heeft de woorden van Pom
gehoord, maar hij zal er wel voor
zorgen, dat er dit keer géén ontsnap
ping mogelijk is. En terwijl de kano's
naar de overzijde roeien, Is koning
Samba al door zijn onderdanen gewaar
schuwd. Billie en Kareltje zijn al door
de apen ontdekt.
WOENSDAG 31 OCTOBER
HILVERSUM I. 402 m.: 7.00—24.00
NCRV. 7.00 Nieuws. 7.18 Gewijde mu
ziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.oo
Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram.
muziek. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Water
standen. 9.35 Gram.muzlek. 10.30 Morgen
dienst. 1100 „Nemesis", hoorspel. 12.10
Gram.muzlek. 12.30 Land- en Tulnbouw-
mededellngen. "12.33 Amusementsmuziek.
12.59 Klokgelui, 13.00 Nieuws. 13.15 Pro
testants Interkerkelijk Thuisfront. 13.20
Lichte muziek. 13.50 Gram.muzlek. 14.15
Twee alten, cembalo en piano. 14.45 Voor
de meisjes. 15.00 Kamerorkest en soliste.
15.40 Blokfluit-ensemble. 16.00 Voor de
Jeugd. 17.00 Kinderkoor. 17.20 Orgelspel.
17.45 Regeringsuitzending: R. A. Nlm-
poeno-Deinges Brulnlnga: „Cement-lndus-
trie in Indonesië". 18.00 Nieuws. 18.15
Zigeunerkwintet. 18.30 RVU: mevr. dr. E.
Pereira—D'Oliveira: „Vitaminen en hor
monen: Vitaminen". 19.00 „Spectrum
van het Christelijk Organisatie- en Ver
enigingsleven". 19.15 Boekbespreking.
19.30 Commentaar op de Familie-compe
titie. 19.40 Radiokrant. 20.00 Nieuws en
weerberichten. 20.10 Evang. Luth. Kerk
dienst. 21.30 Vocaal Ensemble. Bach-
crkest en solisten. 22.10 Gram.muzlek.
22.30 Internationaal Evangelisch Commen
taar. 22.40 Gram.muzlek. 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nieuws en SOS-berich-
ten. 2315 Grammuziek
HILVERSUM n. 298 m.: 7.00 VARA.
10.00 VPRO. 10.20 VARA, 19.30 VPRO,
20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.15
Ochtendgymnastiek. 7.33 Gram.muziek.
8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 „Tus
sen twee plaatjes gezegd". 8.50 Voor de
huisvrouw. 90. Gram.muzlek. 10.00 School
radio. 10.20 Voor de vrouw. 10.30 Gram.
muziek. 10.45 Voor de vrouw. 11.00 R.V.U.:
Zr. F. Meyboom: „Hoe en waar worden
onze geesteszieken verpleegd?". 11.30
Gram.muziek. 12.00 Voordracht. 12.15 Ac-
cordeonmuziek. 12.30 Land- en Tulnbouw-
mededellngen. 12.33 Voor het platteland.
12.38 Accordeonmifiek. 12.55 Kalender.
13.00 Nieuws. 13.15 Dansmuziek. 13.45
Gram.muziek. 14.00 Gesproken portret.
14.15 Jeugdconcert. 15.00 Kinderkoor.
15.20 Vierhandig pianospel. 15.30 Voor de
zieken. 18.10 Idem. 17.40 Gram.muziek.
18.00 Nieuws. 18.15 Vara-varia. 18.20 Ac
tualiteiten. 18.35 Amusementsmuziek.
19.00 „Sluizen naar groter welvaart",
klankbeeld. 19.20 Gram.muziek. 19.30 Voor
de Jeugd. 20.00 Nieuws. 20.05 Muzikale
causerie. 20.15 „Prins Igor", opera (ln de
pauze: pl.m. 21.30 Voordracht.) 23.00
Nieuws. 23.15 Sport. 23.25 Orgelspel. 23.45
—24.00 Gram.muziek.
IER 1951
ma.,» s, nv\X.\\VW/W
of griep? Sanapirin brengt weer
gezondheid in Uw lichaam.
Prijs per koker 77 ct. doos 4l ct.
(Advertentie, Ing. Med.)
83. Jimmy Brown keek heel voldaan
naar de leeuw Piet, die aan zijn voeten
rustig scheen te sluimeren. „Ziezoo",
mompelde hij tevreden, „die heeft zijn
bekomst. Nu moet ik zien hem zo gauw
mogelijk stevig vast te binden; dan
kan die tenminste geen kwaad meer
doen. Waar haal ik echter zo gauw een
flink eind touw vandaan?" Jimmy
keek in het rond, maar op het totaal
verlaten Marktplein viel niemand te
bekennen. De enige, die bemerkte dat
Jimmy iets zocht en die ook wel zag,
dat er van de leeuw Piet niet veel
meer te duchten viel, was bode Bies
jes, de enige, die het gehele tafereel
van achter een der vensters van het
raadhuis had aanschouwd. Hij schoof
het raam open en schreeuwde naar
Jimmy „Hééé meneer, zoekt u soms
wat?" Jimmy keek verrast naar bo
ven. „Ja" zei hij, „ik zoek een stevig
stuk touw om dit lastige heerschap
mee vast te binden, want als hij straks
een beetje bijkomt, begint hij misschien
van voren af aan". Bode Biesjes was
iemand die nog al vlug van begrip
was. Hij trok haastig zijn hoofd naar
binnen, rende naar de rommelzolder
van het raadhuis en kwam met een
hele bos touw naar buiten. Op een
holletje zette hij koers naar Jimmy,
om echter op een meter of vijf eens
klaps stil te blijven staan. „Dat
beest...." zei hij aarzelend „Maak
je geen zorgen", zei Jimmy geruststel
lend, „als hij een vin yerroert, sla ik
z'n andere oog dicht!"
VOOR
MARJORIB
VERNON
77)
Na de dans begeleidde haar partner
haar naar een stoel en ging weg om
iets te drinken te halen, en bijna dade
lijk zag Peta haar moeder op haar af
stevenen.
„Daar gaat ie", dacht ze toen me
vrouw Darley zwaar in de stoel naast
haar neerzonk, en inderdaad ging de
laatstgenoemde direct tot de aanval
over.
„Peta, wie was in 's hemels naam die
vreselijke kerel waarmee je danste?"
„Welker* pareerde Peta zonder een
spier te vertrekken. Ze trachtte tijd te
winnen; ze was nog te veel in de wol
ken om al te hebben bedacht hoe ze
Blake zou „verklaren". Maar nu haar
moeder op de proppen was gekomen,
bleef haar geen tijd over om zich in
rooskleurige dromen te verliezen en
moest ze snel nadenken.
Mevrouw Darley wuifde geprikkeld
met haar hand.
„Welke? Die schooier natuurlijk. Die
vreemdeling, die de brutaliteit had in
een beschaafde balzaal te verschijnen
inin smerige oude kleren en een
open shirt! Ik heb nooit zo'n schanda
lige vertoning gezien! En jij stemde er
nog in toe met hem te dansen! Ben je
helemaal gek geworden, Peta?"
Peta, die zelf meermalen de man die
ze als Blaks Holdcroft kende, een
schooier had genoemd, was diep bele
digd nu iemand anders dat zelfde
woord gebruikte.
„Blake Holdcroft is helemaal geen
schooier", sprak ze op een toon die
ijzig van woede was. „Hij is even goed
een gentleman als wie dan ook hier in
de zaal, eerder meer".
„Dus heb je hem al eens eerder ont
moet?" Mevrouw Darley keek haar
dochter aan met een mengsel van ach
terdocht en misnoegen. „Mag ik je
vragen waar en wanneer? Ik vertrouw
dat je er niet de een of andere stie
keme verhouding op nahoudt als d«
eerste de beste ordinaire dienstmeid,
Peta. Ik vond aat die kerel zeer fami
liaar met je was".
Het meisje beet op haar lippen en
kreeg tranen van woede in haar bruine
ogen. De schoonheid van het afgelo
pen uur was nu bezoedeld, het was net
alsof iemand een regenboog naar bene
den had getrokken en die met modder
had besmeurd.
„Hij brengt zijn vacantie in Lynford
door", sprak ze stijfjes. „Ik ben hem
toevallig een keer tegengekomen toen
ik 'met Bill aan het wandelen was. Bill
vloog hem aan en toen maakte ik na
tuurlijk excuses en zo raakten we
vanzelf aan het praten".
„Juist", Mevrouw Darley klemde
haar lippen opeen alsof ze meer be
greep dan haar lief was.
„Dus uit hoofde van die ontmoeting
had hij de brutaliteit om zich hier te
kofnen indringen. Je kunt zeggen wat
je wilt, Peta, maar dat kan niemand
beschouwen als de daad van een gentle
man. Maar jij had hem toch tenminste
op zijn nummer kunnen zetten en hem
kunnen vertellen dat zijn aanwezig,
heid hier niet gewenst was, in ieder
geval om mijnentwil of terwille van
Neville als het je zelf dan al niet kon
schelen." (Wordt vervolgd)
en de
(Advertentie, Ing. Med.)
39. Met grote passen beende Kap-
pie naar het achterdek, terwijl de Maat
hem met knikkende knieën volgde.
Madame Mirabelle had het papier reeds
uit de fles gehaald en ze hoorden haar
gillen: „Laatste waarschuwing! Geef de
steen aan Madame Mirabelle! Zij zal
hem vernietigen! Zo niet, dan zal uw
schip met man en muis vergaan! Dit is
de allerlaatste waarschuwing!"
„Wat is dat nu weer", bromde Kap-
pie, terwijl hij het papier uit haar han
den griste. Doch ineens kreeg hy in
de gaten, dat de Maat achter hem
stond en hij viel uit: „En jij naar de
brug, klont! Moeten er ongelukken van
komen? Bah, sta niet zo te bibberen,
jong, maar ga je werk doen!"
De Maat haastte zich naar voren,
maar in plaats van het trapje naar de
brug te bestijgen, daalde hij het trapje
naar de machinekamer af.
De Meester keek heel verbaasd, toen
hij daar de Maat met een angstig ge
zicht, hijgend en snuivend, op zich af
zag komen.
„Het gaat mis", mekkerde de Maat
„We vergaan! Een laatste waarschu
wing! Doof de vuren man en laat de
machines stoppen, of we gaan allemaal
naar de kelder!"
Jan Plezier loopt naar een
grote stad met een klein
aapje op zijn schouder. Jan
Plezier doet zijn naam eer
aan, want hy lacht zingt en
fluit de hele dag. Jullie zul
len vragen: „Met wie heeft
hy dan altyd zo'n pret?"
Wel, met het kleine aapje,
zyn grootste vriend, want...
„Brrr!", roept Miesje.
„Het is koud zeg!
Op de straat is 't niets
gedaan!
Ik ga heel vlug naar
mijn huisje
En maak gauw de kachel
het aapje kan praten, echt
praten. Soms gaan ze bei
den aan de kant van de weg
zitten om eens goed te kun
nen uitlachen en dan lopen
de tranen hen over de wan
gen. Maar als ze de stads
poort gepasseerd zyn en door
de straatjes wandelen, ky-
ken ze toch wel een beetje
vreemd op. „Hé!" zegt Jan.
„De mensen hier kyken al
lemaal even somber. Zie je
dat? er lacht er niet één."
„Gunst ja!", antwoordt het
aapje. „En het Ujkt wel of
ze met hun zure gezichten
iets lopen te zoeken. Ze
snuffelen ln alle hoeken en
gaten!" Jan en zyn vriend
aan!
i»
Hiernaast staan acht te
keningetjes. Het stellen
allemaal voorwerpen van
drie letters voor.
De namen van deze voor.
werpen moeten onder el
kaar worden ingevuld. Hier-
voor dienen de vakjes aan
de rechterkant.
Maar... dat invullen moe*,
op een bepaalde wyze ge
beuren. Wanneer je bilvoor.
beeld een woord hebt Inge-
Maar de kachel staat
geborgen
In een grote diepe kast.
„Poeh!", zucht 't muisje,
trekkend, steunend,
,JStönd dat zware ding
maar vast!"
kyken de vreemde vertoning
een tyd lang aan, maar dan
kunnen ze zich niet langer
goed houden. Ze proesten
het uit. Hun lach weer
kaatst tegen de oude huis
jes. Ze houden werkeiyk hun
buiken vast. Maar de men
sen in de stad slaat de
schrik om het hart „Sssssttt
roepen ze met som
bere gezichten. „Stil
Ssssstten dan komen
er twee grote agenten aan.
Het aapje klimt snel boven
op een lantaarnpaal, maar
Jan Plezier wordt gegrepen.
„Kun jy lezen!!" snauwen
de agenten. „Ja, beste dien
ders!" antwoordt Jan. „Lees
dan!!!" knorren de mannen
verder en ze zetten Jan Ple
zier voor een groot aanplak
biljet waarop met grote let.
ters te lezen staat: „Ik ver
bied ledereen in deze stad te
vuld mag je, om het woord
daarONDER te vormen
Als de zwarte kachel
eind'lijk
Voor de schoorsteenmantel
staat.
Gaat Mies heel snel
houtjes hakken
Want het is al tamelijk laat
lachen, totdat myn lieve
papegaai is gevonden. Hy
die mön papegaai vindt
krjjgt honderd goudstukken!
KONING KRIEBEL."
Als Jan verwonderd de
aankondiging heeft gelezen,
wordt hy door de agenten
verder geduwd, de trappen
van het paleis op en twee
minuten later staat hy vooj-
de troon van de koning. Dé
arme Kriebel heeft tranen
in zijn ogen en zit met een
droevig gezicht te staren
naar een grote, gouden,
maar lege kooi, die vlak
naast zyn troon staat. „Hy
heeft gelachen, majesteit!"
zeggen de agenten. „Hy
heeft verschrikkeiyk hard
gelachen!!" Als de koning
dat hoort wordt hy woe
dend. „Hoe durf je!" zegt
hy tegen Jan. „Je weet niet
wat myn lieve papegaai
voor my betekende! Als ik
tegen hem zei: „Lorre, wie
is de voornaamste in het
hele land?" dan kraste hy
altyd: „U, meneer de majes
teit, en daarna ik!" En als
slechts één letter veran
deren.
Stel je eens voor dat er
een tekening van een PAN
bijstond (het is natuuriyk
niet zo) dan denk je „Ja,
dat een pan, een woord
van drie letters dat Ujkt me
wel goed!" Je vult dus het
woord ergens in maar dan
mag je maar één van
deze drie letters verwisselen
om het volgende woord te
kunnen Invullen. Van dit
woord moet natuuriyk weer
Spoedig brandt ie
echter heerlijk
En de houtjes knapperen
luid.
Maar.... plots komen
grote wolken
Links en rechts
de kachel uit.
ik vroeg „Wie is het rykste
van het hele land?", dan
kraste hy „Ik, meneer de
majesteit, want ik woon in
een gouden huis!" En als ik
vroeg „Lorre, waar houd Je
het meest van?" dan kraste
hy.' „Van U, meneer de ma
jesteit, maar ook van andere
suikerklontjes!" En nu is
myn lieveling weg. En jy
hebt daarom gelachen?"
„Oh nee!" zegt Jan. „Maar
nu U het zegt heb ik Jw
Lorre gezien...!" „M...maar
...w...vvaar is ie dan
breng hem hierstot
tert de koning ineens „Snel
gauw weg, ik zal je ryk be
lonen!!" „Geeft U me de
gouden kooi dan maar mee'
vervolgt Jan, „dan ben Ik
over een uur terug!"
Een uur later betreedt
Jt.i weer de koningszaal. Hy
draagt met moeite de gou
den kool waar een grote
doek overheen hangt. De
koning kan zyn nieuwsgie
righeid haast niet bedwin
gen. „Haal de doek weg!!"
roopt hy tegen Jan. Maar
deze schudt zyn hoofd. „Nog
n et, Koning Kriebel!" zegt
by „Vraagt U eerst maar
raran iPf PaPe838', dan
zult u zelf horen wat er ge.
beurd is. „Juistahum...
een tekening bestaan. En zo
naar door.
Nu zullen Jullie natuur
lik wel graag willen weten
velk woord bovenaan moet
tomen. Dat is nu echter de
noellykheid. Dat woord
moeten jullie zelf eens pro-
beren te vinden.
„Maar!", roept Mies.
„Hoe is dat mooglijk,
Kijk eens! Voor- en
achteraan!
„Grutjes!",, roept ze.
„Grote grutjes!
Ik heb geen pijp er
in gedaan!"
Om het een béétje ge-
makkeiyker te maken 4Jn
in de vakjes al verschillen
de letters ingevuld.
Uren blijft de kachel
Roet zweeft door de°ken!
Fr, A„ VI kamer Heen'
ten ae kleine muis zit
Bibberend van top buiten'
tot teen!
eh..." begint de koning.
„Lorre, wie ls de voornaam
ste in het land??" Plots
klinkt er een stem van on-
de- di doek; „U meneer de
majesteit, en daarna de mi
nisters, de advocaten, de
doktoren en alle mensen en
daarna ik pas!" De koning
Is verheugd de stem van
z'jn lieveling weer te horen,
maar ook verwonderd over
dat vreemde antwoord. ..Wie
is de rijkste van hef land?",
vraagt hy verder. „U, me
neer de majesteit!" klinkt
het weer, „maar de armste
ben ik!" De koning zet
grote ogen op en vraagt
„Van wie houd je't meest?"
„Van U, meneer de majes
teit. Maar U houdt niet
meer van my„Maar waar
om dan niet!!" stamelt de
koning. „Ik ben veranderd!"
klinkt het onder de doek.
„Ik ben geen papegaal meer
omdat U de mensen verbiedt
te lachen. Lachen is ge
zond!!" Dan trekt Jan Ple
zier het doek we? en staart
de koning met grote ogen
naar het aapje ln de gouden
kooi. Maar het aapje scha
tert en schatert het uit.
Dan begint ook Jan Plezier
te lacljpi en de lakei en de
ijjnlster. Ja, er ls ineens
een vroiyke stemming in de
koningszaal. En dan gebeurt
het ongeloveiyke. De Ko
ning begint eerst wat te
grinneken, dan te schok
schouderen en daarna te
lac*en- Niet gewoon, maar
rd dat de ruiten ervan
trillen. „De Koning lacht!!",
roept een lakei naar buiten
„De koning lacht!!", roopen
de mensen door de straat
en rukken de aanplakbiljet.
ya" de muur en daarna
lacht de hele stad.
Maar Jan Plezier trekt
verder met zyn aapje,
"adat de koning hem hon
derd goudstukken ende
souden kool had geschon