Onze landbouw en veeteelt leveren
uitstekende prestaties
Zaand ammer bouwde mee aan
enorme stuwdam in de Nijl
De K.N.V.B.-beker, stiefkind
van ons voetbal
Maar zijn deze vol te houden?
Zonder Nijl kan Egypte niet bestaan
nieuwe
boek
Enige import van
krachtvoer is nodig
Groslijst' van P. v.d. A. in de
kieskring Den Helder
Sformweer, later buien
Sinds 1898 wordt er al om gespeeld
PSV in het bezit van
Nederlandse Cup
Terug uit het land van koning Faroek
Het meisje en de
kameel
WÏJ
Onze Schaakrubriek
X
i Ui
Vijftig jaar „Hellendoorn"
DONDERDAG 81 JANUARI 1952
DE Nederlandse landbouw en veeteelt hebben de laatste tijd een ongekende
prestatie geleverd door een aandeel In onze export voor hun rekening te ne
men, waarop slechts grote optimisten hadden durven hopen. Dit was slechts
mogelijk, doordat ze werden opgedreven tot een topproductie, waarvan in het
verleden nimmer sprake is geweest. Deze gang van zaken kan natuurlijk alleen
worden toegejuicht; het is een Nederlands belang, dat de boer ook in de toekomst
uit zijn bedrijf blijft halen wat er in zit.
Intussen begonnen we meer en meer
de indruk te krijgen, dat er deskundi
gen waren, die de hele gang van zaken
toch niet met volkomen gerustheid gade
sloegen. Bij topproducties bestaat nu
eenmaal het gevaar, dat de boog wordt
overspannen en dat men kan komen te
staan voor een plotselinge inzinking.
Het spreekt vanzelf, dat topproduc
ties alleen te verwachten zijn van ge
zonde dieren en voor deze gezondheid
is een allereerste vereiste, dat de voe
ding aan de hoogste eisen voldoet
Nu is het met deze voeding een won
derlijk geval men weet er veel van af,
maar niet alles. Een halve eeuw geleden
lagen de dingen allemaal veel eenvou
diger. Toen werd gesproken over eiwit,
vet en koolhydraten en daarmee was
men er. Intussen is vast komen te staan,
dat zowel mens als dier behalve die drie
bestanddelen nog een menigte andere
stoffen nodig heeft. De vereiste hoeveel
heden zijn vaak uiterst gering, maar
wanneer ze ontbreken, doen zich onher
roepelijk ziekteverschijnselen voor. Het
gaat hier om de zogenaamde sporen
elementen. waarvan per dag één of
enkele milligrammen nodig zijn en om
vitaminen, waarvan de benodigde hoe
veelheden nog veel geringer zijn.
Het is echter de vraag, of we er met
die sporen-elementen en die vitaminen
zijn. WelKe geheimzinnige krachten
werken in het krachtvoer weten we
niet, zo verzekerde ons een veearts.
Maur hijzelf gaf onomwonden uiting aan
zijn overtuiging, dat er meer in zat
dan alleen die sporen-elementen en die
vitaminen.
Nu is verder de zekerheid, dat het
dier alles krijgt, wat het nodig heeft,
ht grootst, wanneer zijn voeding af
komstig is uit verschillende gebieden.
De Nederlandse regering nu streeft
er naar om de voeding voor het rund
zoveel mogelijk te gaan betrekken van
eigen bodem. De import van kracht
voer wordt tot het uiterste beperkt en
steeds opnieuw wordt beklemtoond, dat
de Nederlandse veehouder er op moet
rekenen voor de noodzakelijkheid te
zullen worden geplaatst in de eigen be
hoefte aan veevoer geheel te moeten
voorzien. Hiermee wordt een weg be
wandeld, die niet gevaarlijk behoeft te
zijn, maar die het zeker kan zijn.
Nieuwe ziekten.
INTUSSEN schijnt het, dat zich ziekten
voordoen, die we vroeger niet kenden.
De mogelijkheid blijft hierbij natuurlijk
open, dat ze zich vroeger ook wel heb
ben geopenbaard, maar dat ze toen niet
in het bijzonder opvielen. Of de t.b.c.
onder bet rundvee vroeger dezelfde
grote verspreiding had als thans in som
mige gebieden het geval is, valt moei
lijk te zeggen. Wel echter hebben we
herhaaldelijk horen zeggen, dat de ge
vaarlijke „open lijders" dikwijls worden
gevonden onder de hoogproductieve die
ren.
Van het mond- en klauwzeer kennen
we thans vier variaties. Een veearts gaf
als zijn vaste mening te kennen, dat
sterke dieren er hek minst vatbaar voor
zijn.
Het zogenaamde „besmettelijk ver
werpen", ook genoemd Abortus Bang,
heeft in sommige gebieden een grote
verbreiding. Dit verwerpen komt er op
neer, dat de vrucht te vroeg wordt uit
gestoten en dat het kalf vaak al is ge
storven. Naast dit besmettelijk verwer
pen, wordt thans een soort van verwer
pen gesignaleerd, die met Bang niets te
maken heeft en die we door enkele des
kundigen in verband hoorden brengen
met voedingsstoornissen.
De bodem in het geding.
VV/ANNEER een land als het onze met
zijn grote veehouderij in de eigen
behoefte an veevoer moet voorzien, be
tekent dit, dat geweldige hoeveelheden
moeten w)"'!en voortgebracht.
Afgezien van de vraag of onze bodem
alle stoffen bevat, die nodig zijn voor
de instandhouding van de gezondheid
van het rund, ontmoet men onder des
kundigen een zekere scepsis omtrent de
vraag of wel altijd voldoende aandacht
is besteed aan de bewaring van het hu-
musgehalte en of niet te veel is gewerkt
met kunstmest. Deze laatste bevat
weliswaar bepaalde nodige stoffen,
Op de groslijst van de Partij van de
Arbeid voor de kieskringen Den Helder
en Haarlem komen de volgende candi-
daten voor de Tweede Kamer voor.
W. Drees; 2. J. G. Suurhoff; 3. J. de
Kadt; 4. J. H. Scheps; 5. S. L Mansholt.
6. E. A. Vermeer; 7. G. J. N. M. Ruy-
gers- 8. D. Roemers; 9. H. Peschar; 10.
mevr. D. Heuroma-Meylink; 11. G.
Egas- 12. W. H. Vermooten; 13. W. F.
Happé; 14. mevr. G. E. Steert—Brou
wer; 15. P. J. Kapteyn; 16. P. s- v- d'
Vaart; 17. R. Laan Jr.; 18. W. v. d. Ka-
pelle; 19. H. M. v. d. Giessen; 20. J. G.
Addens.
maar de levenwekkende kracht van de
bodem is gelegen in de bumus.
De grote behoefte aan veevoer heeft
ten gevolge, dat sommige gewassen heel
vroeg worden gemaaid, zo bijvoorbeeld
het gras ot> de „kunstweiden". De vraag
rijst of de snelgroeiende grassen in die
korte tijd voldoende hebben geprofi
teerd van de rijkdom van de bodem,
vooral wanneer het de bedoeling is om
ze na het ootsten in enige vorm te be
waren.
Het spreekt vanzelf, dat men er al
leen met het signaleren van eventuele
gevaren niet is. Het is ook nodig om
wegen aan te geven, waardoor eventueel
dreigend onheil kan worden afgewend.
Waarbij uit de aard der zaak de produc
tie op een zo hoog mogelijk peil moet
worden gehandhaafd. Dit laatste eist 't
algemeen Nederlands belang. Na tal
loze besprekingen over deze kwestie
menen we d° twee volgende conclusies
te mogen trekken.
Een moment uit de strijd tussen
Luc van Dam (links) en de Tune
siër Milazzo in het Palais des Spons
te Parijs. Luc van Dam verloor op
punten.
LIET spreekt vanzelf, dat bij de hoge
eisen, die aan onze veehouderij wor
den gesteld, de uiterste nauwlettendheid
moet worden in acht genomen. Wan
neer zich ergens complicaties voordoen,
vooral wanneer deze van ernstige aard
zijn, moeten ze onmiddellijk worden ge
signaleerd. opdat terstond de nodige
tegenmaatregelen kunnen worden ge
nomen.
Na het bovenstaande is het wel dui
delijk, dat landbouw en veeteelt meer
met elkaar te maken hebben dan som
migen denken. Een gebrek in de bodem
kan voeren tot ziekte onder het vee.
Daarom is het nodig, dat de verschil
lende voorlichtingsdiensten nauw con
tact met elkaar houden. Wat de ene
heeft vastgesteld, kan van belang zijn
voor de andere en omgekeerd.
We denken hierben aan diensten als
de rijkslandbouwconsulentschappen, de
rijksveeteeltconsulentschappen, de ge
zondheidsdiensten voor dieren en ook
aan de veeartsen.
Beperkte Invoer van krachtvoer.
ALLE deskundigen, die we hierover
spraken, waren van oordeel, dat een
beperkte invoer van krachtvoer ten
dienste van het rundvee nodig blijft.
Het is mogelijk, dat het zonder deze im
port ook goed blijft gaan, zekerheid
daaromtrent bestaat niet. Waar nu ver
der dit rundvee is geworden tot de
grootste deviezenbron van Nederland, is
het ook niet nbillijk, dat een deel daar
van wordt aangewend ten bate van dit
rundvee. De zekerste weg is hier de
beste. Want wanneer zich ergens onge
makken mochten gaan voordoen, is het
mogelijk, dat de aan de dag gelegde zui
nigheid in hoge mate wordt berouwd.
Marie van Zeggelen: Een liefde
in Kennemerland. Uitgave: J. M.
Meulenhoff, Amsterdam.
Er is een tijd geweest, dat voorname
geslachten en grote kooplieden uit de
patriciërshuizen van de Amsterdamse
Herengracht en Keizersgracht hun
buitenplaatsen in Kennemerland had
den. In Beeckenstein woonde da fami
lie van de heer 3oreeI de advocaat
fiscaal van de admiraliteitscolleges
een der meest bekende regenten, die
de moeilijkheden van de Republiek
met Frankrijk en Engeiand mede-
maakte en de Republiek menigmaal in
Londen vertegenwoordigde. De familie
Boreel had een groot aantal kinderen,
die op de buitenplaats les kregen van
een jonge Zwitser, Claude de Salgas,
die in 1749 als gouverneur naar Hol
land was gekomen.
Uit het familie-archief van jhr. Bo
reel van Hogelanden heeft Marie van
Zeggelen de roman opgebouwd waar
van thans een nieuwe druk is ver
schenen, de met veel gevoel vertelde
geschiedenis van de lcinderen-Boreel
en van de liefde van Catherine, het
oudste meisje, voor haar gouverneur.
Zij heeft zich daarbij volkomen in de
zeden, gewoonten en gesprekken uit
die tijd ingeleefd en het geheel is een
aantrekkelijke familieroman geworden,
die tot een der beste werken van deze
schrijfster wordt gerekend.
„Mijn naam is Aram" door
William Saroyan; N.V. De
Arbeiderspers, Amsterdam.
In de goedkope A.B.C.-serie van de
N.V. De Arbeiderspers is onlangs een
werkje verschenen van de bekende
Amerikaanse auteur William Saroyan,
vertaald door Clara Eggink. Saroyan
heeft een aantal schetsjes geschreven
over het leven van een Armenische
emigrantenfamilie in Noord-Amerika
en de levenssfeer van deze volkomen
zichzelf gebleven mensen met een"
typisch Amerikaanse humor prachtig
getroffen. Don Freeman zorgde voor
illustraties, die hierbij uitstekend aan
sluiten.
(Van onze weerkundige medewerker)
Een vrij actieve depressie van de
Oceaan trekt met sterke luchtdrukda
lingen naar West-Europa. Hier in het
kustgebied zal de wind uit Zuidelijke
richting tot stormkracht aanwakkeren.
De neerslag, die aanvankelijk nog uit
natte sneeuw zal bestaan, gaat later in
regen over. De temperatuur schommel
de hedenmorgen ook in Noord-Holland
nog dicht bij het vriespunt, maar zal in
de loop van de dag flink stijgen. De
wind ruimt in de namiddag naar het
Zuidwesten en neemt belangrijk aan
kracht af. Ons land is dan in een
Oceaanstroming komen te liggen,
waarin af en toe nog opklaringen en
buien voorkomen. De koude vorstlucht
zal hierdoor naar Oost-Europa wegtrek
ken. Nieuwe depressies, die nog boven
de Oceaan liggen, zullen het weer de
komende dagen een sterk wisselend
maar vrij zacht karakter geven.
De voetbalcompetitie schiet dit seizoen zo vlot op zonder de regen- en vorst»
stagnatie, dat niettegenstaande de grotendeels verregende twintigste Januari do
eerste klassers 70% van hun ongekend-groot aantal van 26 competitiewedstrijden
achter de rug hebben. De tweede, derde en vierde klassers, die in afdelingen
van tien of elf clubs zijn ingedeeld, zijn al over de driekwart van hun program
ma heen. Hoe vlot de competitie dit seizoen verloopt blijkt wel het duidelijkste,
als men nagaat, dat na de wedstrijden van 20 Januari 24 der 56 eerste klassers
reeds 18 wedstrijden hadden gespeeld en de overigen 16 of 17. Daarbij gelieve
men te bedenken dat tot 1950 de eerste klassers waren ingedeeld in competities
van tien clubs en dus 18 wedstrijden te spelen hadden. Zulks wil zeggen, dat ze
zonder de nieuwe competitie indeling dit seizoen reeds in Januari uitgespeeld
zouden zijn, terwijl voorheen de achttiende wedstrijd pas in Maart of April ge
speeld werd.
Natuurlijk kunnen er nog allerlei
stagnaties voorkomen in de eerstvol
gende weken, maar het KNVB-bestuur
is toch reeds aan het nagaan, of er
weer eens bekerwedstrijden georgani
seerd moeten worden ais het gebruike
lijke „sluitpostje" op de seizoenbegro
ting. Alleen indien alles vlot verloopt,
krijgen de bekerwedstrijden in Neder
land een kans en men had deze kans
reeds voor de eerstkomende jaren af
geschreven, toen bepaald was, dat de
eerste klase-competities van tien clubs
vergroot zouden worden tot veertit
(seizoenen 195119-52 en 19521953) en
tot dertien (seizoenen 19531954 en
1954—1955).
Een bekertournooi zonder eerste
klassers zou alle attractie missen, hoe
gaarne de lager geklasseerde clubs ook
nog wat extra wedstrijden na hun 18
of 20 ontmoetingen van de competitie
te spelen krijgen. Niet in het minst,
omdat ze zich anders zouden moeten
beperken tot vriendschappélijke wed
strijden met lage recettes vanwege het
feit, dat het voetbalpubliek nu eenmaal
weinig voor friendly games voelt. Nu
de meeste lagere clubs al over enige
weken uitgespeeld zijn, zou de beker
uitermate welkom zijn in Maart en
April.
Glorie in de bezettingsjaren.
In Nederland zijn de bekerwedstrij
den de stiefkinderen van ons voetbal.
Van 1898 af is er om gespeeld zonder
dat het ooit een succes werd; van 1898
tot 1918 organiseerde men de wedstrij
den elk jaar, daarna werd de beker
min of meer een postje „pro memorie"
en alleen in de bezettingsjaren, toen
interlandwedstrijden niet mogelijk wa
ren, beleefde de beker een korte glorie
periode, net als het andere stiefkindje:
de districtswedstrijden. Direct na de
bevrijding was het weer mis, men ver
gat ook het voornemen om elk jaar de
Nederlandse „cupfinal" in het Olym
pisch Stadion te spelen, waar in 1943
de finale AjaxD.F.C. (30) volkomen
uitverkocht was.
Wat een verschil met het buitenland!
In Engeland en Frankrijk is het win
nen van de beker belangrijker dan het
behalen van het nationale kampioen-
MEN in de woning van de heer en mevr. De Lange aan dè Prins Hendrik
kade te Zaandam binnenkomt, dan treedt ge eigenlijk in een sfeer, die niet
meer geheel Hollands is. Natuurlijk kijkt ge uit het brede raam op het winterse
beeld van de Voorzaan met het grijzige water en de sneeuw-overdekte, voorbij
trekkende schuiten. Maar in de kamer zelf staart ge via een kleurig wandkleed
naar de Egyptische pyramiden, de kamelen en de eeuwig zwijgende sfinx. Daar
wordt uw oog gestreeld door de warme rode kleuren van een .JPers", afkomstig
uit een schemerdonker winkeltje in de Arabische wijk van Port Said, door de
heer De Lange na regelmatig een heel jaar loven en bieden op de kop getikt
en krijgt ge een sigaret aangeboden uit een prachtige, met symmetrische figu
ren ingelegde Arabische doos, die bij het openen, gelijk een Oudhollandse speel
dooseen zoet tokkelliedje doet horen.
waren dezer dagen even bij de
heer De Lange aangelopen, omdat
wij wisten, dat hij verre reizen pleegt
te maken, omdat dergelijke mensen in
de regel veel weten te „verhalen" en
hij juist dezer dagen voor een verlof
van enkele weken was teruggekeerd uit
het toch altijd weer belangrijke land
daar aan de Nijl, belangrijk omdat het
sinds verre,' verre eeuwen steeds weer
„in het nieuws" is, hetzij door zijn
wondere bouwsels, de rol die het speel
de in het leven der Romeinse macht
hebbers, de bijzondere belangstelling
die Napoleon er voor koesterde of de
jongste anti-Engelse gebeurtenissen,
die het gehele midden-Oosten en daar
mede de gehele wereld in spanning
houden.
Nederlanders zijn waterbouwkundi
gen van de bovenste plank. Een feit,
dat over de gehele wereld bekend is en
daarom worden onze grote maatschap
pijen er bij het uitvoeren van water
bouwkundige werken steeds weer bij
geroepen, of het nu is in Turkije, Zuid-
Amerika, Australië of Egypte. Als em
ployé bij dergelijke Nederlandse onder
nemingen, bedrijven die onze vlag on
danks alles in de wereld nog hoog we
ten te houden, heeft de heer De Lange
reeds enkele Afrikaanse jaren er op
zitten. Hij was in Kenya, in Mozam
bique, werkte aan de geweldige stuw
dam bij Edfina in de benedenloop van
de Nijl en is thans gestationneerd in
Port Said.
MACHTIG BOUWSEL
RONDER de Nijl kan noch de Soedan,
noch Egypte bestaan. Wanneer, aldus
de Leer De Lange, vandaag bij wijze
van spreken de Nijl zou opdrogen, zou
den de dertig inillioen bewoners van
beide landen moeten wegtrekken of....
de hongerdood sterven.
Het water van de Nijl moet de anders
dode aarde er haar vruchtbaarheid ge
ven. In oude tijden was men daarvoor
van de natuur alleen afhankelijk. Als
de rivier eens niet ver genoeg buiten
haar oevers trad en het land met slib
en vocht doordrenkte, betekende dat
hongersnood. De moderne mens kan de
natuur tegenwoordig gelukkig een ste
vig handje helpen. Het gaat er om van
het Nijlwater een zo goed mogelijk ge
bruik te maken. De stuwdammen, waar
van er in de loop van de laatste decen
nia reeds enkele zijn voltooid, laten het
water doorstromen als er voor de irri-
gatiewerken voldoende aanwezig is,
maar nadert de droge periode, dan gaan
de dammen bijtijds dicht om het water
op te sparen teneinde ook in die tijd
over voldoende water te beschikken.
Van 1948 tot 1950 woonde de heer De
Lange met zijn gezin in Edfina in de
builrt van Alexandrië, waar toen werd
gebouwd aan een nieuwe stuwdam, een
bouwwerk, zo imposant, dat men er zich
eigenlijk geen voorstelling van kan vor
men, doch er slechts een idee van krijgt,
als men zoals wij een aantal foto's kan
bekijken. Men kon natuurlijk voor de
bouwput niet de Nijl in de hele breedte
droogmaken. Daarom werd de bouw in
twee etappes voltooid. Op een over
zichtsfoto van zo'n bouwput zagen we
de betonmolens bij tientallen, de zwar
te rook spuwende heiïnstallaties, de
stapels graniet voor de pijlers van de
dam, een materiaal dat over een afstand
van 18000 km moet worden aangevoerd
en de duizenden arbeiders, die elk met
een taak, uiteindelijk uit al dat mate
riaal de dam maken.
Tenslotte is die dam dan klaar. Het
geheel draagt via de tientallen pijlers
ook een brug, die gelijk beide oevers
verbindt, terwijl aan een kant een flin
ke sluis is ingebouwd voor het doorla
ten van de rivierschepen, de langgerek
te schuiten met de grote kleurige drie
hoekige zeilen, die ge óók wel van de
plaatjes kent.
Een nieuw staaltje van Nederlands
vernuft. Het werd in opdracht van de
Egyptische regering uitgevoerd door de
Ned. Maatschappij van Havenwerken
tezamen met een Franse maatschappij.
Zoals gezegd is de heer De Lange nu
werkzaam te Port Said bij de combina
tie „Holma" (drie Nederlandse firma's),
die daar zorgt voor de havenuitdieping
en de aanleg van een nieuwe kade.
Over een paar weken vliegt hij weer
naar Egypte terug. Hebt u, zo vroegen
wij hem, nog iets gemerkt van de on
lusten? Veel eigenlijk niet, was zijn
antwoord. Maar je merkt wel de ge
spannenheid, er kan natuurlijk ook in
je omgeving plotseling iets gebeuren en
dat is niet zo aantrekkelijk. Ik was
eigenlijk al bezig maatregelen te tref
fen om mijn vrouw deze zomer weer te
laten overkomen, maar zie daar nu toch
van af. Alleen kun je vlugger uit de
voeten Komen.
EEN PRETTIG LAND
MEVROUW De Lange mengde zich in
ons gesprek en vertelde, dat ze die
jaren met heel veel genoegen in Egypte
had gewoond. Ze hadden steeds Euro
pese groenten kunnen krijgen en zelfs
Hollandse boter en chocolade. Kennis
sen hadden spinaziezaad opgestuurd en
dat werd in de tuin gezaaid. Zo aten we
spinazie uit eigen tuin en de collega's
van mijn man kwamen ook om een
maaltje.
Over de voorkomendheid en de gast-
JOHN DE LANGE
vrijheid van de winkeliers en kooplie
den raakte ze niet uitgesproken. Tel
kens als ze bij de kruidenier kwam,
moest ze eerst coca cola drinken en
sandwiches eten. Dat is in vele andere
zaken ook zo. Ze beschouwen je gewoon
als hun gast, ook al koop je niets. Je
voelt je door dat gedoe in het begin
wel wat vreemd en je denkt natuurlijk
direct dat het verplichtingen schept.
Maar dat is toch niet zo.
Overigens weten de lui, die het op
de toeristen bv. hebben voorzien hun
weetje wel. De dochter van de heer
De Lange toonde ons een foto, waar ze
boven op een kameel zat. De begeleider
wilde het dier niet doen knielen, zodat
ze er af kon stappen, alvorens er nog
iets extra's zou worden betaald....
De Amerikanen zijn de Engelsen, wat
de omgan- met en de tact tegenover de
vreemde volkeren betreft, ook in het
Midden-Oosten verre de baas. Het liefst
zou de heer De Lange dan ook in een
of andere Amerikaanse olieconcessie in
Arabië gaan werken. Dat is stabieler.
En wie weet gebeurt dat wel gauw ook.
Nog eenmaal tokkelde de Oosterse
sigarettendoos voor ons een liedje, sta
ken we op en toen stonden we weer
buiten op de Prins Hendrikkade in de
sneeuw, die de heer De Lange met
vreugde had begroet omdat het een
prettige variatie betekent met de war
me, droge woestijnwinden, die in Egyp
te zijn gelaat een bijna tropische tint
hadden gegeven.
schap; in Wembley (100.000 toeschou
wers) en in het Stade de Colombes
(60.000 toeschouwers) zijn alle plaatsen
voor de finale weken te voren uitver
kocht na, een stormloop voor kaartjes,
zoals bij HollandBelgie ten onzent.
In Belgie daarentegen heeft men nooit
bekerwedstrijden gekend.
Nederland begon er mee in het sei
zoen 18981899, toen wijlen H.' M. C.
Holdert een wisselprijs (de Holdert-
beker) aanbood, nadat hij enkele jaren
te voren reeds een beeld had uitge
loofd, waarvoor de animo uiterst ge
ring was gebleken. Een der weinige
daarvoor gespeelde wedstrijden was
HaarlemHFC (13), die in een dus
danige orkaan plaats vond, dat men
over de „beeldenstorm" sprak.
Het laatste bekerseizoen, waarin PSV
de beker verwierf door Haarlem met
43 te verslaan (19491950) was verre
van een succes. De clubs voelden er
weinig voor, het publiek ook niet en
de kranten brachten slechts een rijtje
uitslagen zonder uitvoerige verslagen
zoals bij competitiewedstrijden. En
toch hebben we in Nederland eenmaal
een bekerfinale bijgewoond, die in
Engeland of Frankrijk sensatie ver
oorzaakt zou hebben en nog dagen lang
het gesprek van de dag in voetbalkrin
gen gevormd zou hebben.
Dat was VelocitasFeijenoord in
1934 te Utrecht, waarbij de Groningers
drie fraaie doelpunten ten onrechte ge
annuleerd zagen, tien minuten vóór
het einde een hopeloos schijnende 20
achterstand hadden, toch nog gelijk wis
ten te maken en in de verlenging de
bal van de aftrap meenamen om het
winnende doelpunt te maken, zonder
dat een Feijenoorder de bal zelfs maar
had kunnen aanraken. Onze chronome
ter gaf aan, dat deze verlenging zestien
seconden geduurd had; toen was de
wedstrijd geëindigd en Velocitas had
met 32 de beker gewonnen!
Wij zullen moeten afwachten of de
KNVB de bekerwedstrijden weer in ere
zal herstellen. Wat de tijd betreft zal
het zeker mogelijk zijn.
DE OPENING
QNDERSTAANDE partij werd gespeeld
in de wedstrijd, MSC 1 (Den Helder)
tegen Rolland 1 (Overveen) en leert
ons weer eens hoe nauwkeurig men de
Siciliaanse verdediging moet spelen om
niet in het nadeel te komen.
Wit: W. Geus (MSC 1)—Zwart: S.
Herfst (Rolland 1).
1. e2e4, c7—c5; 2. Pgl—f3, d7—d6;
3. d2d4, c5xd4; 4. Pf3xd4, Pg8—f6; 5.
Pbl—c3, e7e6; 6. Lfl—e2, a7—a6 be
ter Pc6 gevolgd door Le7 en korte ro-
chade; 7. 00, Dd8c7; zwart wil de
z.g. Scheveninger opstelling, maar is
met zijn volgorde van zetten niet ge
lukkig; 8. f2—f4 wit opent 't vuur, b7—
b5? een verkeerde tactiek; zwart opent
lijnen voor wit, daar laatstgenoemde 'n
belangrijke voorsprong in ontwikkeling
heeft, Pc6 was noodzakelijk; 9. e4e5!
een vaak voorkomende wending in de
Siciliaan, b5—b4; op.... de5; 10. fe5:
De5:? 11 Lf3 Ta7 12. Lf4! en wint;10. Le2
f3, d6d5; 11. e5xf6, b4xc3; 12. 14
f51! c3xb2; 13. Lclxb2, g7xf6; 14. f5xe6;
f7xe6; 15. Lf3—h5t, Ke8—d7; 16. i'd4x
e6 ook op 15Ke7 volgt 16 Peb; Leb:
17 Lf6t en de toren op h8 valt; 16....
Dc7—b6t op Ke6 volgt Dg4!; 17. Lb2—
d4, Db6xe6:? 18. Lh5—g4 zwart geeft op.
HUff
m.;:
m. v/yj&y/>
tW"\Vl/,|§| *|g fg|j$
Stelling na 9. e4e5!
Wit: Kgl, Ddl, Tal, Tfl, Lel, Le2,
Pc3, Pd4, pi. a2, b2, c2, e5, f4, g2, h2.
Zwart: Ke8, Dc7, Ta8, Th8, Ls8, Lf8,
Pb8, Pf6, pi. a6, b5, d6, e6, f7, g7. h7.
Men verzoekt ons opneming van het
volgende:
Het vijftigjarig bestaan van het
Volkssanatorium te Hellendoorn zal op
3-. Mei op eenvoudige, doch feestelijke
wijze worden herdacht. Eenvoudig, om
dat de ongunst der tijden grote uitgaven
niet mogelijk maakt. Feestelijk omdat in
de halve eeuw van zijn bestaan het sa
natorium aan ongeveer 15.000 personen
genezing heeft geboden. Het is voor de
geneesheer-directeur uiteraard niet mo
gelijk alle oud-patiënten persoonlijk uit
te nodigen, maar zij, die de feestelijk
heden willen bijwonen en hun wens
daartoe te kennen geven, kunnen reke
nen op een invitatie. Het sanatorium
heeft in de loop der jaren een grondige
uitbreiding ondergaan. Het aantal bed
den, dat bij de opening 48 bedroeg
groeide tot driehonderd.