Onze landbouw en veeteelt leveren uitstekende prestaties Zaand ammer bouwde mee aan enorme stuwdam in de Nijl De K.N.V.B.-beker, stiefkind van ons voetbal Maar zijn deze vol te houden? Zonder Nijl kan Egypte niet bestaan nieuwe boek Enige import van krachtvoer is nodig Groslijst' van P. v.d. A. in de kieskring Den Helder Sformweer, later buien Sinds 1898 wordt er al om gespeeld PSV in het bezit van Nederlandse Cup Terug uit het land van koning Faroek Het meisje en de kameel WÏJ Onze Schaakrubriek X i Ui Vijftig jaar „Hellendoorn" DONDERDAG 81 JANUARI 1952 DE Nederlandse landbouw en veeteelt hebben de laatste tijd een ongekende prestatie geleverd door een aandeel In onze export voor hun rekening te ne men, waarop slechts grote optimisten hadden durven hopen. Dit was slechts mogelijk, doordat ze werden opgedreven tot een topproductie, waarvan in het verleden nimmer sprake is geweest. Deze gang van zaken kan natuurlijk alleen worden toegejuicht; het is een Nederlands belang, dat de boer ook in de toekomst uit zijn bedrijf blijft halen wat er in zit. Intussen begonnen we meer en meer de indruk te krijgen, dat er deskundi gen waren, die de hele gang van zaken toch niet met volkomen gerustheid gade sloegen. Bij topproducties bestaat nu eenmaal het gevaar, dat de boog wordt overspannen en dat men kan komen te staan voor een plotselinge inzinking. Het spreekt vanzelf, dat topproduc ties alleen te verwachten zijn van ge zonde dieren en voor deze gezondheid is een allereerste vereiste, dat de voe ding aan de hoogste eisen voldoet Nu is het met deze voeding een won derlijk geval men weet er veel van af, maar niet alles. Een halve eeuw geleden lagen de dingen allemaal veel eenvou diger. Toen werd gesproken over eiwit, vet en koolhydraten en daarmee was men er. Intussen is vast komen te staan, dat zowel mens als dier behalve die drie bestanddelen nog een menigte andere stoffen nodig heeft. De vereiste hoeveel heden zijn vaak uiterst gering, maar wanneer ze ontbreken, doen zich onher roepelijk ziekteverschijnselen voor. Het gaat hier om de zogenaamde sporen elementen. waarvan per dag één of enkele milligrammen nodig zijn en om vitaminen, waarvan de benodigde hoe veelheden nog veel geringer zijn. Het is echter de vraag, of we er met die sporen-elementen en die vitaminen zijn. WelKe geheimzinnige krachten werken in het krachtvoer weten we niet, zo verzekerde ons een veearts. Maur hijzelf gaf onomwonden uiting aan zijn overtuiging, dat er meer in zat dan alleen die sporen-elementen en die vitaminen. Nu is verder de zekerheid, dat het dier alles krijgt, wat het nodig heeft, ht grootst, wanneer zijn voeding af komstig is uit verschillende gebieden. De Nederlandse regering nu streeft er naar om de voeding voor het rund zoveel mogelijk te gaan betrekken van eigen bodem. De import van kracht voer wordt tot het uiterste beperkt en steeds opnieuw wordt beklemtoond, dat de Nederlandse veehouder er op moet rekenen voor de noodzakelijkheid te zullen worden geplaatst in de eigen be hoefte aan veevoer geheel te moeten voorzien. Hiermee wordt een weg be wandeld, die niet gevaarlijk behoeft te zijn, maar die het zeker kan zijn. Nieuwe ziekten. INTUSSEN schijnt het, dat zich ziekten voordoen, die we vroeger niet kenden. De mogelijkheid blijft hierbij natuurlijk open, dat ze zich vroeger ook wel heb ben geopenbaard, maar dat ze toen niet in het bijzonder opvielen. Of de t.b.c. onder bet rundvee vroeger dezelfde grote verspreiding had als thans in som mige gebieden het geval is, valt moei lijk te zeggen. Wel echter hebben we herhaaldelijk horen zeggen, dat de ge vaarlijke „open lijders" dikwijls worden gevonden onder de hoogproductieve die ren. Van het mond- en klauwzeer kennen we thans vier variaties. Een veearts gaf als zijn vaste mening te kennen, dat sterke dieren er hek minst vatbaar voor zijn. Het zogenaamde „besmettelijk ver werpen", ook genoemd Abortus Bang, heeft in sommige gebieden een grote verbreiding. Dit verwerpen komt er op neer, dat de vrucht te vroeg wordt uit gestoten en dat het kalf vaak al is ge storven. Naast dit besmettelijk verwer pen, wordt thans een soort van verwer pen gesignaleerd, die met Bang niets te maken heeft en die we door enkele des kundigen in verband hoorden brengen met voedingsstoornissen. De bodem in het geding. VV/ANNEER een land als het onze met zijn grote veehouderij in de eigen behoefte an veevoer moet voorzien, be tekent dit, dat geweldige hoeveelheden moeten w)"'!en voortgebracht. Afgezien van de vraag of onze bodem alle stoffen bevat, die nodig zijn voor de instandhouding van de gezondheid van het rund, ontmoet men onder des kundigen een zekere scepsis omtrent de vraag of wel altijd voldoende aandacht is besteed aan de bewaring van het hu- musgehalte en of niet te veel is gewerkt met kunstmest. Deze laatste bevat weliswaar bepaalde nodige stoffen, Op de groslijst van de Partij van de Arbeid voor de kieskringen Den Helder en Haarlem komen de volgende candi- daten voor de Tweede Kamer voor. W. Drees; 2. J. G. Suurhoff; 3. J. de Kadt; 4. J. H. Scheps; 5. S. L Mansholt. 6. E. A. Vermeer; 7. G. J. N. M. Ruy- gers- 8. D. Roemers; 9. H. Peschar; 10. mevr. D. Heuroma-Meylink; 11. G. Egas- 12. W. H. Vermooten; 13. W. F. Happé; 14. mevr. G. E. Steert—Brou wer; 15. P. J. Kapteyn; 16. P. s- v- d' Vaart; 17. R. Laan Jr.; 18. W. v. d. Ka- pelle; 19. H. M. v. d. Giessen; 20. J. G. Addens. maar de levenwekkende kracht van de bodem is gelegen in de bumus. De grote behoefte aan veevoer heeft ten gevolge, dat sommige gewassen heel vroeg worden gemaaid, zo bijvoorbeeld het gras ot> de „kunstweiden". De vraag rijst of de snelgroeiende grassen in die korte tijd voldoende hebben geprofi teerd van de rijkdom van de bodem, vooral wanneer het de bedoeling is om ze na het ootsten in enige vorm te be waren. Het spreekt vanzelf, dat men er al leen met het signaleren van eventuele gevaren niet is. Het is ook nodig om wegen aan te geven, waardoor eventueel dreigend onheil kan worden afgewend. Waarbij uit de aard der zaak de produc tie op een zo hoog mogelijk peil moet worden gehandhaafd. Dit laatste eist 't algemeen Nederlands belang. Na tal loze besprekingen over deze kwestie menen we d° twee volgende conclusies te mogen trekken. Een moment uit de strijd tussen Luc van Dam (links) en de Tune siër Milazzo in het Palais des Spons te Parijs. Luc van Dam verloor op punten. LIET spreekt vanzelf, dat bij de hoge eisen, die aan onze veehouderij wor den gesteld, de uiterste nauwlettendheid moet worden in acht genomen. Wan neer zich ergens complicaties voordoen, vooral wanneer deze van ernstige aard zijn, moeten ze onmiddellijk worden ge signaleerd. opdat terstond de nodige tegenmaatregelen kunnen worden ge nomen. Na het bovenstaande is het wel dui delijk, dat landbouw en veeteelt meer met elkaar te maken hebben dan som migen denken. Een gebrek in de bodem kan voeren tot ziekte onder het vee. Daarom is het nodig, dat de verschil lende voorlichtingsdiensten nauw con tact met elkaar houden. Wat de ene heeft vastgesteld, kan van belang zijn voor de andere en omgekeerd. We denken hierben aan diensten als de rijkslandbouwconsulentschappen, de rijksveeteeltconsulentschappen, de ge zondheidsdiensten voor dieren en ook aan de veeartsen. Beperkte Invoer van krachtvoer. ALLE deskundigen, die we hierover spraken, waren van oordeel, dat een beperkte invoer van krachtvoer ten dienste van het rundvee nodig blijft. Het is mogelijk, dat het zonder deze im port ook goed blijft gaan, zekerheid daaromtrent bestaat niet. Waar nu ver der dit rundvee is geworden tot de grootste deviezenbron van Nederland, is het ook niet nbillijk, dat een deel daar van wordt aangewend ten bate van dit rundvee. De zekerste weg is hier de beste. Want wanneer zich ergens onge makken mochten gaan voordoen, is het mogelijk, dat de aan de dag gelegde zui nigheid in hoge mate wordt berouwd. Marie van Zeggelen: Een liefde in Kennemerland. Uitgave: J. M. Meulenhoff, Amsterdam. Er is een tijd geweest, dat voorname geslachten en grote kooplieden uit de patriciërshuizen van de Amsterdamse Herengracht en Keizersgracht hun buitenplaatsen in Kennemerland had den. In Beeckenstein woonde da fami lie van de heer 3oreeI de advocaat fiscaal van de admiraliteitscolleges een der meest bekende regenten, die de moeilijkheden van de Republiek met Frankrijk en Engeiand mede- maakte en de Republiek menigmaal in Londen vertegenwoordigde. De familie Boreel had een groot aantal kinderen, die op de buitenplaats les kregen van een jonge Zwitser, Claude de Salgas, die in 1749 als gouverneur naar Hol land was gekomen. Uit het familie-archief van jhr. Bo reel van Hogelanden heeft Marie van Zeggelen de roman opgebouwd waar van thans een nieuwe druk is ver schenen, de met veel gevoel vertelde geschiedenis van de lcinderen-Boreel en van de liefde van Catherine, het oudste meisje, voor haar gouverneur. Zij heeft zich daarbij volkomen in de zeden, gewoonten en gesprekken uit die tijd ingeleefd en het geheel is een aantrekkelijke familieroman geworden, die tot een der beste werken van deze schrijfster wordt gerekend. „Mijn naam is Aram" door William Saroyan; N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam. In de goedkope A.B.C.-serie van de N.V. De Arbeiderspers is onlangs een werkje verschenen van de bekende Amerikaanse auteur William Saroyan, vertaald door Clara Eggink. Saroyan heeft een aantal schetsjes geschreven over het leven van een Armenische emigrantenfamilie in Noord-Amerika en de levenssfeer van deze volkomen zichzelf gebleven mensen met een" typisch Amerikaanse humor prachtig getroffen. Don Freeman zorgde voor illustraties, die hierbij uitstekend aan sluiten. (Van onze weerkundige medewerker) Een vrij actieve depressie van de Oceaan trekt met sterke luchtdrukda lingen naar West-Europa. Hier in het kustgebied zal de wind uit Zuidelijke richting tot stormkracht aanwakkeren. De neerslag, die aanvankelijk nog uit natte sneeuw zal bestaan, gaat later in regen over. De temperatuur schommel de hedenmorgen ook in Noord-Holland nog dicht bij het vriespunt, maar zal in de loop van de dag flink stijgen. De wind ruimt in de namiddag naar het Zuidwesten en neemt belangrijk aan kracht af. Ons land is dan in een Oceaanstroming komen te liggen, waarin af en toe nog opklaringen en buien voorkomen. De koude vorstlucht zal hierdoor naar Oost-Europa wegtrek ken. Nieuwe depressies, die nog boven de Oceaan liggen, zullen het weer de komende dagen een sterk wisselend maar vrij zacht karakter geven. De voetbalcompetitie schiet dit seizoen zo vlot op zonder de regen- en vorst» stagnatie, dat niettegenstaande de grotendeels verregende twintigste Januari do eerste klassers 70% van hun ongekend-groot aantal van 26 competitiewedstrijden achter de rug hebben. De tweede, derde en vierde klassers, die in afdelingen van tien of elf clubs zijn ingedeeld, zijn al over de driekwart van hun program ma heen. Hoe vlot de competitie dit seizoen verloopt blijkt wel het duidelijkste, als men nagaat, dat na de wedstrijden van 20 Januari 24 der 56 eerste klassers reeds 18 wedstrijden hadden gespeeld en de overigen 16 of 17. Daarbij gelieve men te bedenken dat tot 1950 de eerste klassers waren ingedeeld in competities van tien clubs en dus 18 wedstrijden te spelen hadden. Zulks wil zeggen, dat ze zonder de nieuwe competitie indeling dit seizoen reeds in Januari uitgespeeld zouden zijn, terwijl voorheen de achttiende wedstrijd pas in Maart of April ge speeld werd. Natuurlijk kunnen er nog allerlei stagnaties voorkomen in de eerstvol gende weken, maar het KNVB-bestuur is toch reeds aan het nagaan, of er weer eens bekerwedstrijden georgani seerd moeten worden ais het gebruike lijke „sluitpostje" op de seizoenbegro ting. Alleen indien alles vlot verloopt, krijgen de bekerwedstrijden in Neder land een kans en men had deze kans reeds voor de eerstkomende jaren af geschreven, toen bepaald was, dat de eerste klase-competities van tien clubs vergroot zouden worden tot veertit (seizoenen 195119-52 en 19521953) en tot dertien (seizoenen 19531954 en 1954—1955). Een bekertournooi zonder eerste klassers zou alle attractie missen, hoe gaarne de lager geklasseerde clubs ook nog wat extra wedstrijden na hun 18 of 20 ontmoetingen van de competitie te spelen krijgen. Niet in het minst, omdat ze zich anders zouden moeten beperken tot vriendschappélijke wed strijden met lage recettes vanwege het feit, dat het voetbalpubliek nu eenmaal weinig voor friendly games voelt. Nu de meeste lagere clubs al over enige weken uitgespeeld zijn, zou de beker uitermate welkom zijn in Maart en April. Glorie in de bezettingsjaren. In Nederland zijn de bekerwedstrij den de stiefkinderen van ons voetbal. Van 1898 af is er om gespeeld zonder dat het ooit een succes werd; van 1898 tot 1918 organiseerde men de wedstrij den elk jaar, daarna werd de beker min of meer een postje „pro memorie" en alleen in de bezettingsjaren, toen interlandwedstrijden niet mogelijk wa ren, beleefde de beker een korte glorie periode, net als het andere stiefkindje: de districtswedstrijden. Direct na de bevrijding was het weer mis, men ver gat ook het voornemen om elk jaar de Nederlandse „cupfinal" in het Olym pisch Stadion te spelen, waar in 1943 de finale AjaxD.F.C. (30) volkomen uitverkocht was. Wat een verschil met het buitenland! In Engeland en Frankrijk is het win nen van de beker belangrijker dan het behalen van het nationale kampioen- MEN in de woning van de heer en mevr. De Lange aan dè Prins Hendrik kade te Zaandam binnenkomt, dan treedt ge eigenlijk in een sfeer, die niet meer geheel Hollands is. Natuurlijk kijkt ge uit het brede raam op het winterse beeld van de Voorzaan met het grijzige water en de sneeuw-overdekte, voorbij trekkende schuiten. Maar in de kamer zelf staart ge via een kleurig wandkleed naar de Egyptische pyramiden, de kamelen en de eeuwig zwijgende sfinx. Daar wordt uw oog gestreeld door de warme rode kleuren van een .JPers", afkomstig uit een schemerdonker winkeltje in de Arabische wijk van Port Said, door de heer De Lange na regelmatig een heel jaar loven en bieden op de kop getikt en krijgt ge een sigaret aangeboden uit een prachtige, met symmetrische figu ren ingelegde Arabische doos, die bij het openen, gelijk een Oudhollandse speel dooseen zoet tokkelliedje doet horen. waren dezer dagen even bij de heer De Lange aangelopen, omdat wij wisten, dat hij verre reizen pleegt te maken, omdat dergelijke mensen in de regel veel weten te „verhalen" en hij juist dezer dagen voor een verlof van enkele weken was teruggekeerd uit het toch altijd weer belangrijke land daar aan de Nijl, belangrijk omdat het sinds verre,' verre eeuwen steeds weer „in het nieuws" is, hetzij door zijn wondere bouwsels, de rol die het speel de in het leven der Romeinse macht hebbers, de bijzondere belangstelling die Napoleon er voor koesterde of de jongste anti-Engelse gebeurtenissen, die het gehele midden-Oosten en daar mede de gehele wereld in spanning houden. Nederlanders zijn waterbouwkundi gen van de bovenste plank. Een feit, dat over de gehele wereld bekend is en daarom worden onze grote maatschap pijen er bij het uitvoeren van water bouwkundige werken steeds weer bij geroepen, of het nu is in Turkije, Zuid- Amerika, Australië of Egypte. Als em ployé bij dergelijke Nederlandse onder nemingen, bedrijven die onze vlag on danks alles in de wereld nog hoog we ten te houden, heeft de heer De Lange reeds enkele Afrikaanse jaren er op zitten. Hij was in Kenya, in Mozam bique, werkte aan de geweldige stuw dam bij Edfina in de benedenloop van de Nijl en is thans gestationneerd in Port Said. MACHTIG BOUWSEL RONDER de Nijl kan noch de Soedan, noch Egypte bestaan. Wanneer, aldus de Leer De Lange, vandaag bij wijze van spreken de Nijl zou opdrogen, zou den de dertig inillioen bewoners van beide landen moeten wegtrekken of.... de hongerdood sterven. Het water van de Nijl moet de anders dode aarde er haar vruchtbaarheid ge ven. In oude tijden was men daarvoor van de natuur alleen afhankelijk. Als de rivier eens niet ver genoeg buiten haar oevers trad en het land met slib en vocht doordrenkte, betekende dat hongersnood. De moderne mens kan de natuur tegenwoordig gelukkig een ste vig handje helpen. Het gaat er om van het Nijlwater een zo goed mogelijk ge bruik te maken. De stuwdammen, waar van er in de loop van de laatste decen nia reeds enkele zijn voltooid, laten het water doorstromen als er voor de irri- gatiewerken voldoende aanwezig is, maar nadert de droge periode, dan gaan de dammen bijtijds dicht om het water op te sparen teneinde ook in die tijd over voldoende water te beschikken. Van 1948 tot 1950 woonde de heer De Lange met zijn gezin in Edfina in de builrt van Alexandrië, waar toen werd gebouwd aan een nieuwe stuwdam, een bouwwerk, zo imposant, dat men er zich eigenlijk geen voorstelling van kan vor men, doch er slechts een idee van krijgt, als men zoals wij een aantal foto's kan bekijken. Men kon natuurlijk voor de bouwput niet de Nijl in de hele breedte droogmaken. Daarom werd de bouw in twee etappes voltooid. Op een over zichtsfoto van zo'n bouwput zagen we de betonmolens bij tientallen, de zwar te rook spuwende heiïnstallaties, de stapels graniet voor de pijlers van de dam, een materiaal dat over een afstand van 18000 km moet worden aangevoerd en de duizenden arbeiders, die elk met een taak, uiteindelijk uit al dat mate riaal de dam maken. Tenslotte is die dam dan klaar. Het geheel draagt via de tientallen pijlers ook een brug, die gelijk beide oevers verbindt, terwijl aan een kant een flin ke sluis is ingebouwd voor het doorla ten van de rivierschepen, de langgerek te schuiten met de grote kleurige drie hoekige zeilen, die ge óók wel van de plaatjes kent. Een nieuw staaltje van Nederlands vernuft. Het werd in opdracht van de Egyptische regering uitgevoerd door de Ned. Maatschappij van Havenwerken tezamen met een Franse maatschappij. Zoals gezegd is de heer De Lange nu werkzaam te Port Said bij de combina tie „Holma" (drie Nederlandse firma's), die daar zorgt voor de havenuitdieping en de aanleg van een nieuwe kade. Over een paar weken vliegt hij weer naar Egypte terug. Hebt u, zo vroegen wij hem, nog iets gemerkt van de on lusten? Veel eigenlijk niet, was zijn antwoord. Maar je merkt wel de ge spannenheid, er kan natuurlijk ook in je omgeving plotseling iets gebeuren en dat is niet zo aantrekkelijk. Ik was eigenlijk al bezig maatregelen te tref fen om mijn vrouw deze zomer weer te laten overkomen, maar zie daar nu toch van af. Alleen kun je vlugger uit de voeten Komen. EEN PRETTIG LAND MEVROUW De Lange mengde zich in ons gesprek en vertelde, dat ze die jaren met heel veel genoegen in Egypte had gewoond. Ze hadden steeds Euro pese groenten kunnen krijgen en zelfs Hollandse boter en chocolade. Kennis sen hadden spinaziezaad opgestuurd en dat werd in de tuin gezaaid. Zo aten we spinazie uit eigen tuin en de collega's van mijn man kwamen ook om een maaltje. Over de voorkomendheid en de gast- JOHN DE LANGE vrijheid van de winkeliers en kooplie den raakte ze niet uitgesproken. Tel kens als ze bij de kruidenier kwam, moest ze eerst coca cola drinken en sandwiches eten. Dat is in vele andere zaken ook zo. Ze beschouwen je gewoon als hun gast, ook al koop je niets. Je voelt je door dat gedoe in het begin wel wat vreemd en je denkt natuurlijk direct dat het verplichtingen schept. Maar dat is toch niet zo. Overigens weten de lui, die het op de toeristen bv. hebben voorzien hun weetje wel. De dochter van de heer De Lange toonde ons een foto, waar ze boven op een kameel zat. De begeleider wilde het dier niet doen knielen, zodat ze er af kon stappen, alvorens er nog iets extra's zou worden betaald.... De Amerikanen zijn de Engelsen, wat de omgan- met en de tact tegenover de vreemde volkeren betreft, ook in het Midden-Oosten verre de baas. Het liefst zou de heer De Lange dan ook in een of andere Amerikaanse olieconcessie in Arabië gaan werken. Dat is stabieler. En wie weet gebeurt dat wel gauw ook. Nog eenmaal tokkelde de Oosterse sigarettendoos voor ons een liedje, sta ken we op en toen stonden we weer buiten op de Prins Hendrikkade in de sneeuw, die de heer De Lange met vreugde had begroet omdat het een prettige variatie betekent met de war me, droge woestijnwinden, die in Egyp te zijn gelaat een bijna tropische tint hadden gegeven. schap; in Wembley (100.000 toeschou wers) en in het Stade de Colombes (60.000 toeschouwers) zijn alle plaatsen voor de finale weken te voren uitver kocht na, een stormloop voor kaartjes, zoals bij HollandBelgie ten onzent. In Belgie daarentegen heeft men nooit bekerwedstrijden gekend. Nederland begon er mee in het sei zoen 18981899, toen wijlen H.' M. C. Holdert een wisselprijs (de Holdert- beker) aanbood, nadat hij enkele jaren te voren reeds een beeld had uitge loofd, waarvoor de animo uiterst ge ring was gebleken. Een der weinige daarvoor gespeelde wedstrijden was HaarlemHFC (13), die in een dus danige orkaan plaats vond, dat men over de „beeldenstorm" sprak. Het laatste bekerseizoen, waarin PSV de beker verwierf door Haarlem met 43 te verslaan (19491950) was verre van een succes. De clubs voelden er weinig voor, het publiek ook niet en de kranten brachten slechts een rijtje uitslagen zonder uitvoerige verslagen zoals bij competitiewedstrijden. En toch hebben we in Nederland eenmaal een bekerfinale bijgewoond, die in Engeland of Frankrijk sensatie ver oorzaakt zou hebben en nog dagen lang het gesprek van de dag in voetbalkrin gen gevormd zou hebben. Dat was VelocitasFeijenoord in 1934 te Utrecht, waarbij de Groningers drie fraaie doelpunten ten onrechte ge annuleerd zagen, tien minuten vóór het einde een hopeloos schijnende 20 achterstand hadden, toch nog gelijk wis ten te maken en in de verlenging de bal van de aftrap meenamen om het winnende doelpunt te maken, zonder dat een Feijenoorder de bal zelfs maar had kunnen aanraken. Onze chronome ter gaf aan, dat deze verlenging zestien seconden geduurd had; toen was de wedstrijd geëindigd en Velocitas had met 32 de beker gewonnen! Wij zullen moeten afwachten of de KNVB de bekerwedstrijden weer in ere zal herstellen. Wat de tijd betreft zal het zeker mogelijk zijn. DE OPENING QNDERSTAANDE partij werd gespeeld in de wedstrijd, MSC 1 (Den Helder) tegen Rolland 1 (Overveen) en leert ons weer eens hoe nauwkeurig men de Siciliaanse verdediging moet spelen om niet in het nadeel te komen. Wit: W. Geus (MSC 1)—Zwart: S. Herfst (Rolland 1). 1. e2e4, c7—c5; 2. Pgl—f3, d7—d6; 3. d2d4, c5xd4; 4. Pf3xd4, Pg8—f6; 5. Pbl—c3, e7e6; 6. Lfl—e2, a7—a6 be ter Pc6 gevolgd door Le7 en korte ro- chade; 7. 00, Dd8c7; zwart wil de z.g. Scheveninger opstelling, maar is met zijn volgorde van zetten niet ge lukkig; 8. f2—f4 wit opent 't vuur, b7— b5? een verkeerde tactiek; zwart opent lijnen voor wit, daar laatstgenoemde 'n belangrijke voorsprong in ontwikkeling heeft, Pc6 was noodzakelijk; 9. e4e5! een vaak voorkomende wending in de Siciliaan, b5—b4; op.... de5; 10. fe5: De5:? 11 Lf3 Ta7 12. Lf4! en wint;10. Le2 f3, d6d5; 11. e5xf6, b4xc3; 12. 14 f51! c3xb2; 13. Lclxb2, g7xf6; 14. f5xe6; f7xe6; 15. Lf3—h5t, Ke8—d7; 16. i'd4x e6 ook op 15Ke7 volgt 16 Peb; Leb: 17 Lf6t en de toren op h8 valt; 16.... Dc7—b6t op Ke6 volgt Dg4!; 17. Lb2— d4, Db6xe6:? 18. Lh5—g4 zwart geeft op. HUff m.;: m. v/yj&y/> tW"\Vl/,|§| *|g fg|j$ Stelling na 9. e4e5! Wit: Kgl, Ddl, Tal, Tfl, Lel, Le2, Pc3, Pd4, pi. a2, b2, c2, e5, f4, g2, h2. Zwart: Ke8, Dc7, Ta8, Th8, Ls8, Lf8, Pb8, Pf6, pi. a6, b5, d6, e6, f7, g7. h7. Men verzoekt ons opneming van het volgende: Het vijftigjarig bestaan van het Volkssanatorium te Hellendoorn zal op 3-. Mei op eenvoudige, doch feestelijke wijze worden herdacht. Eenvoudig, om dat de ongunst der tijden grote uitgaven niet mogelijk maakt. Feestelijk omdat in de halve eeuw van zijn bestaan het sa natorium aan ongeveer 15.000 personen genezing heeft geboden. Het is voor de geneesheer-directeur uiteraard niet mo gelijk alle oud-patiënten persoonlijk uit te nodigen, maar zij, die de feestelijk heden willen bijwonen en hun wens daartoe te kennen geven, kunnen reke nen op een invitatie. Het sanatorium heeft in de loop der jaren een grondige uitbreiding ondergaan. Het aantal bed den, dat bij de opening 48 bedroeg groeide tot driehonderd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 7