STILLE WINTEROCHTEND IN
Schoonheid van Schoorl, Groei
en Camperduin
DE DUINEN
Zelfs de uitverkorene is noodlijdend
r
Siaring redde de Schoorlse duinen
En na de winter komt de lente
D
Drie porireiten
Beschaafde kampeerders zijn welkom
J
Voor brommende
bromfietsen verboden
Een uifkijkforen
van
J r faan op Tiet duin, waar water en land
J gras elkaar bijna raken, is een geluk.
De zee is dan als een vrouw, „die op je toekomt
alsof zij nooit zal sterven", krachtig van een
stalen grijs haar ogen, mild in de schuimende
omhelzing van haar zachte armen; die het spel
van naderkomen en terugwij
ken, van gewillig aanvaarden,
en gebiedend onthouden uur na
uur beoefent tot in het tijde-
loze
Wij staan op het duin, waar
water en land van gras elkaar
bijna raken. Ons gezicht is naar
de zon geheven, naar het Zuiden; achter ons de
zeewering tot aan Petten, daar waar natuur en
techniek een strijd hebben gestreden, die de
kracht van wat wij niet vatten kunnen, be
dwong; naar het Oosten de vette polder, tot
aan Burgerbrug te zien op deze winterdag;
rondom de vier of vijf huizen van Camperduin
en een rokende schoorsteen ergens zomaar tus
sen de helmplanten, als was het de lieve warme
In de naiuur voelt de
mens zich beter, een-
voudiger en meer waar
(Vosmaer)
aarde zelf, die ons noodde; recht vooruit het
witte badhuis van Camperduin, als een herinne
ring en een belofte, gebed tussen twee ruige
duinruggen. En boven op de hoogste top de paal
met het stormsein, klein en iel van ons plekje
af, maar een baken op de kust voor wie van
ver op zee het oog wendt naar
het blonde land.
Het heeft gesneeuwd van
nacht en wat gevroren.
Maar deze winterochtend aan
zee in Februari draagt onmis
kenbaar iets van de zachte
krachten van de lente. Velden
wit poeder liggen tegen het duingras gestreken.
De zon steekt fel in de ogen. Daar de winter, die
zijn laatste lied zingt en hier onder onze voeten
en in ons hart de lente, die preludeert over haar
komst.
Staan op het duin tussen winter en lente
en kijken naar de zee en het land, de dijk en
het zand, is méér dan een voorbijgaand geluk.
Het is een ervaring. Ervaringen blijven.
j. „Soms heerscht in een duinkom
omtrent vroeg vallend donker
een zwijge' als van rondom
daar Wachtenden".
Schreef Roland Holst in „Een
winter aan de zee",
F) AT zwijgen ervoeren wij in zelfde
V mate op deze Februarl-morgen, toen
wij het duin beklommen hadden. Een
zamer nog door het hese ritselen van
de wind door het helm en om een dode
tak, die misschien vorig jaar nog bloe
sem droeg.
Wijdbeens met het schetsboek in
volle arm liefkozend de tekenaar, de
ogen toegeknepen, het stift over pa
pier. Een verroeste smalspoorlij n en in
de verte de stille, arbeidzame figuur
van de man van de dijk, die iets voor
ons ondefinieerbaars doet, dat wel nut
tig zal zijn.
Links de huizen, koud van buiten,
warm daarbinnen. Onder de dijk het
gras; waarboven de wijduitlopende
duinen van Schoorl en Bergen en
Egmond. Gezegende oorden in een kos
telijk land.
Zo ontdekten wij deze week op een
Stralende winterdag Camperduin en
3 Groet en Schoorl; de Blink, de Ijsbeer
-"•eri'hef Zonneduin; de jeugdherberg in
een verstild terrein met oorlogsherin-
neringen, Catrijp en Bregtdorp.
En telkens stonden wij stil.
Wij zouden u datzelfde willen laten
doen. Stilstaan op iedere hoek: staan
en kijken en alles wat van alledag is
achter u laten....
iAAR in Schoorl, aan de voet van de
duinen eindigt de roes van het
leven. Neemt, lezers, van degene, die
proberen zal met uw ogen te kijken
naar het onvergelijkelijk schone van
Neerlands duinstreek, aan, dat hij na
honderd meter nog slechts aarzelend
durfde te gaan. Hij had op ieder mo
ment de indruk door het fris geschil
derde doek van een kunstenaar heen
te trappen. En wat zelfs het met vaar
digste meesterhand beschilderde linnen
niet vermag te geven: de rijke wisse
ling van kleur en sfeer, van minuut
tot minuut verrassend nieuw en diep
boeiend, dat doet de natuur, als was
het gewoon.
UET duingebied van Schoorl,
Groet en Camperduin is een
recreatieoord bij uit stek. Het is er
vooral voor de minnaressen en
minnaars van de stilte, de rust,
de eenzaamheid, het zand, de zon
671 de Z66.
Het Staatsbosbeheer, Boswachterij
Schoorl, heeft alles gedaan om
dit terrein te ontsluiten. Het is
doorkruist met paden langs de
schoonste gedeeltenDe snelheid
en het lawaai van auto's en mo
toren en bromfietsen vloeken
daar.
Voor het komende seizoen zal
men Wel op bromfietsen mogen
fietsen; evenwel niet
brommen!
QAAT men de Klimweg op tot
boven langs de Jeugdher
berg, dan komt men bij het ba
sement van de radartoren, over
blijfsel van kwade jaren.
De plannen om op dit hecht fun
dament een uitkijktoren, toegan
kelijk voor publiek, te bouwen,
verkeren in een vergevorderd
stadium.
Het Torenduin zal alsdan een
panorama bieden, dat in Noord
hollands duinen zijns gelijke niet
heeft.
Meestentijds hollen wij voor dat
beeld langs: andere gedachten hebben
ons gevangen. En het oog is ziende
blind. Wij jachten voort naar wat ons
begeerlijk lijkt; wij haken naar de
wereld, die op de aarde is gebouwd;
wij hebben geen tijd om terug te ke
ren tot de oorsprong. Die aarde.
Het is de kreet van de dag: geen
tijd....
Dan staat de mens eensklaps daar
waar van tijd geen sprake is; op grond,
die de millennia trotseerde.
Iets „van die duizend jaren hebben
wij gevoeld.
Wij stonden op het duin bij Camper
duin; wij stonden op het Torenduin in
Schoorl, wij stonden bij de zandmen-
nerij en bij Hartjesnol in Groet. Daar,
waar water en land van gras elkaar
bijna raken en waar de duinen de
schutse zijn van onze lage landen.
En wij voelden ons gelukkig!
DURGEMEESTER Mr. C. A. J.
JOCHEMS zit in zijn werkkamer.
Boeken langs de muren. Een prachtige
herder, Sander, aan zijn voeten. Hij is
het type van de jurist met Indische
ervaring. Kernachtig in zijn woordkeus,
exact en duidelijk ,els de geboren be-
stuursautoriteit. Geestig en gastvrij. Een
edelman met ruime blik.
r\E BOSWACHTER H. W. STOEL-
HORST staat naast ons in het duin.
In een groen verweerd pak; scherpe
blik, gewend om in de verte te zien;
taai en onverzettelijk als het duinge
bied, maar liefkozend als het gaat om
zijn bossen, zijn helm, zijn plassen. Een
man, uit Twente geboortig, die kenner
is van deze kuststrook en volkomen op
de hoogte van de historie.
Een wandeling of rit met hem is bijna
een wonder.
V.V.V.-VOORZITTER M. W. van de
Garde Jr. is de vechter voor het
gemeentebelang. Hotel-exploitant, na
tuurminnaar en vervent propagandist
met het voorzichtige optimisme van de
zakenman. Hij luistert graag en is vol
ledig in zijn antwoorden. Snel organi
sator en uitermate behulpzaam.
Drie mannen, drie functjes, één ge
dachte; Schoorl!
UET armelijke Schoorl, noemde Hildebrand het huidige pronkjuweel onder aan
de duinen. Vandaag de dag is dat niet helemaal waar meer. Want wie ter
wereld zou een plekje grond armelijk durven noemen, dat zo rijk is aan aardse
goederen, indien wij deze woorden eens anders willen verstaan. Het leven heeft
helaas niet uitsluitend immateriële kanten. Al zouden wy dit soms vurig wensen.
Een moderne gemeente heeft te maken met een modern bestuur. Zelfs Schoorl
heeft een gemeentebegroting. Wij hebben eeriijk gezegd de grootste moeite gehad
ons dat te realiseren. Wij worstelden er mee, toen wij in de werkkamer van
burgemeester Jochems' particuliere woning aan de Laanweg naar buiten keken
over het besneeuwde gras naar de duinenrij toe. Weliswaar noteerden pen en
hersens de cijfers en trachtten onze verstandelijke vermogens iets vast te houden
van de problemen, waarmee zelfs Schoorl te kampen heeft.
Wij zeggen „zelfs" Schoorl, maar al schrijvende stellen wij de vraag of het niet
moet zijn „juist" Schoorl. Want Hildebrand heeft nu nog gelijk: het dorp is
noodlijdend als gevolg van het feit, dat het een recreatie-oord is en volkomen
afhankelijk van het seizoenbedrijf. Industrie bestaat er niet, al moet er in
vroeger jaren de papierfabriek van Gervink hebben gestaan, die glashelder water
uit een duinwei gebruikte.
bevreesd als zij was voor weerkerende
geweldige overstromingen. Na 800 keer
den de bewoners van het Zuiden uit
oooRte'jKJE» wvw KLSiv-2wrrsett.tAMO AP»...
„nE Rijksduinen onder Schoorl schij- eerbetoon aan de man, die de moed gen geniet, door mensenhand is aan-
nen tot 1877 zeer verwaarloosd te had om te beginnen met wat officieel gelegd. Het zijn de mannen van Staats-
zijn", staat er geschreven in een rap- ridicuul scheen. bosbeheer, die r it presteerden.
port, opgesteld in November 1856 door DIJ het nagaan van wat in dat wijde Begon de aanplant in 1892, van de
een commissie uit de Provinciale Sta- u duingebied van ruim 2000 h.a. de jaren 19201933 is het werk op ruime
ten. Dat betekent niet, dat de na- laatste 50 of 60 jaar is gedaan moeten schaal aangepakt. Het is nimmer de
tuurliefhebbers in die dagen tot dank we voor ogen houden, dat de Schoorlse bedoeling geweest alles te bebossen.
voor het aangenaam verpozen de schil- duinen een eeuw of daaromtrent ge- De samenstelling van de bodem zou
len en dozen achterlieten; het Wil zeg- leden een kale, woeste zandvlakte dit in het Noord-Oosten ook onmoge-
gen, dat de autoriteiten eerst toen het waren, prooi van zee en wind. lijk maken. Men liet op deze wijze 800
gevaar van landafslag door de zee on- Staring verrichtte zijn vrijwillig werk h.a. in oorspronkelijke toestand. Naar
derkenden. Tussen 1670 en 1754 ver- rond de jaren 1870. Hij vestigde zijn het Zuiden neemt de bebossing zo
loor Nederland aan de zee bij Kijkduin oordeel op zijn kennis van de duin- sterk toe, dat de bezoeker zich daar op
813 m. grond, bij Petten tussen 1670 grond en op het feit, dat hii hier en de Veluwe of in het Gooi waant.
en 1856 2%p m., bij Callantsoog tussen daar in het Zuiden tussen net Grote DEGRIJPT de lezer nu, waarom Staats-
1818 en 1856 in 40 jaar tijd! 77 m.! Ganzenveld en Botjesnollen heivlakten bosbeheer zo krachtig de hand
Geen wonder, dat men naar midde- vond met een natuurlijke opslag van houdt .aan het gebod om op de paden
len zocht om dit gevaar te keren. Het berk en eik. en wegen te blijven? De grond heeft
duurde niettemin tot 1888 voordat als In 1899 werd Staatsbosbeheer opge- vrijwel geen bindend vermogen en een
gevolg, mogen wij zeggen, van een richt, thans een onderdeel van het slordige voet kan vernielen wat zorg
rapport van de provinciale waterstaat Ministerie van Landbouw. Moderne van jaren en nauwkeurige controle tot
de in dat zelfde jaar opgerichte Heide- methoden van bodemonderzoek wezen stand brachten. Deze dienst heeft een
uit, dat het Schoorlse duingebied tot grondige hekel aan prikkeldraad. Maar
de armste van ons land behoort. De de onachtzame wandelaar of fietser
grond bevat zelfs niet of zeer weinig kan deze onsympathieke versperring
kalk. De duingebieden in Nederland vereisen.
zijn in de eerste plaats natuurlijke Wij zijn ons ervan bewust veel te
zeewering. De houtvesterijen en bos- hebben overgeslagen. Wij leerden het
wachterijen van Staatsbosbeheer in de verschil tussen de pijnboom (pinus),
en qua ligging geschikt leken, de zee- kuststrook doen eigenlijk nfets anders de den (abies) en de spar (picia)- wij
den en de grote den. Zijn werk had dan met moderne middelen de natuur zagen de noordelijke hellingen vaster
resultaat: de z.g.n. Staringbosjes zijn assisteren. liggen dan de Zuidelijke (een gevolg
in het Schoorlse duingebied nog altijd QM een idee te krijgen van dit werk van te vroege groei en schade door
te vinden. Soms verscholen in betrek- vy moet men even bedenken, dat alle nachtvorst); wij keken verbaasd, dat
kelijk jonge bebossing, soms ergens natuurschoon, waarvan de rust en de Amsterdammer op het Rokin loopt
in het open terrein, als een duurzaam verpozing zoekende mens in onze da- op zand van Hartjesnol....
En wij doorkruisten het duin in gro
te bewondering voor wat de mens kan,
indien hij de natuur een bepaalde
richting geeft.
De lezer lette gedurende het komen
de seizoen eens op deze dingen. Het
zal hem vergaan als ons. J^e Houtves
terij Alkmaar, de Boswachterij Schoorl
hebben de controle in handen.
maatschappij in sterke mate zeeafslag
en verstuiving ging bestrijden.
Voor die tijd lachte men wat om de
dwazen, die heil zagen in doelbewuste
duinbeplanting. Zo'n dwaas was Sta
ring. Op eigen risico zaaide hij op
plekken, die hem na bodemonderzoek
terug. Bijna elf eeuwen geleden, in 868,
komen wij de naam Schoorl als Sco-
ronlo tegen op de lijst der Utrechtse
kerkgoederen. Later werd de naam
veranderd in Scoorle, Scorel (bekend
is de schilder Jan van Scorel uit het
begin van de 16e eeuw, die in Utrecht
werkte; er is daar een straat naar hem
genoemd), Schorel en tenslotte in
Schoorl. In de Franse tijd werd er ge
vochten. In 1799 landden de Engelsen
er. In 1801 vonden gevechten plaats bij
Schoorldam. Zeven Engelse kanonneer
boten in de toenmalige Schoorlscha
Vaart steunden de Russen tegen da
Franse voorposten.
Camperduin maakte eveneens ge
schiedenis. In 1421 leed het dorp van
de St. Elisabethsvloed; later verdween
het geheel in de golven. De Ruyter le
verde twee mijl uit dé kust slag tegen
de Engelse en Franse vloot op 21
Augustus 1673. De Ruyter won, het zij
gezegd ten overvloede!
Het dubbeltje
IVat Schoorl is thans noodlijdend. En
terwijl burgemeester Jochems dit
constateert, zitten wij eensklaps midden
in de kwesties van de autonomie der
gemeenten, woningbouw, financierings
vraagstukken, budgetaire problemen,
begrotingen en het Schoorlse dubbeltje.
Ja, lezer, dat dubbeltje weet wat.
Heel jvat!
Er zijn vergaderingen over gehou
den, protestnota's gestuurd en in stilte
zijn er grote groepen mensen, die dat
ene dubbeltje verwensen. Waar gaat
het om?
Het gaat om de kampeerder. Het is
een teken des tijds, dat velen, die vroe
ger genoeg contanten hadden om hun
vacantie in een hotel of pension door
te brengen, thans overgaan tot „kam
peren". Zij doen dat weliswaar niet op
de manier van de woudlopers in een
klein tentje en kokend op een takken
vuur; zij zetten zomerhuisjes „van alle
mogelijke gemakken voorzien", blijven
daarin zelf enige weken wonen en ver
huren deze huisjes later aan stad- of
streekgenoten.
Vele anderen hebben nóg een motief.
Het jachtende leven grijpt hen dage
lijks zozeer, dat zij in de vacantietijd
een poging doen naar de natuur en de
oorsprong van het leven zelf terug ta
keren.
Om deze twee redenen is het aantal
kampeerders in de gehele wereld ont
zaglijk toegenomen. In Schoorl, Groet
en Camperduin werden in 1947 50.000
overnachtingen geteld. In 1951 190.000!
Wel een bewijs, dat deze gemeente haar
portie ruimschoots toebedeeld krijgt.
Er zijn nu 32 kampeerterreinen, die in
het zomerseizoen worden gecontroleerd.
Zulk een toevloed van mensen schept
natuurlijk problemen. Burgemeester
Jochems legde er enerzijds sterk de na
druk op, dat zijn gemeente prijs stelt
op het behoud van de rust, de stilte.
de ongestoorde beschouwing voor de
natuur. Hoe te handelen met groepjes
zingende kampeerders, die 's avonds
laat nog haar tenten opzoeken?
Van de andere kant is de gemeente
gebaat bij levendig bezoek. De nering
doenden zouden er zelfs niet meer bui
ten kunnen. Ook de gemeente zélf niet.
Gy züt wellekome
Vorig jaar bracht het dubbeltje, dat
van iedere kampeerder wordt ge
vraagd een bedrag van f 19.000 op. Die
som wordt, aldus de burgemeester, voor
verreweg het grootste deel besteed aan
verbetering van de wegen. Zij is op de
begroting in verschillende kleinere pos
ten verdeeld. Schoorl kan dat bedrag
niet missen!
Vandaar, dat Schoorl aan allen, die
bereid zijn zich ook in hun vacantie goed
te gedragen, een welkom toeroept. Dit
prachtige dorp heeft geen enkele be
hoefte aan wettelijke regelingen van
het kampeerwezen van boven af. De
autoriteiten zijn volkomen in staat or
de op eigen zaken te stellen. In deze
geest moeten wij de opmerkingen be
grijpen, die de burgemeester kort ge
leden op het kampeercongres van de
A.N.W.B. in Utrecht heeft gemaakt.
En als we dan kennis nemen van het
uittreksel uit de Politieverordening van
de gemeente Schoorl, voorzover het be
treft de bepalingen nopens het kampe
ren, dan kunnen wij niet anders da»
tot de overtuiging komen, dat zowel
kampeerders als gemeentenaren, gas»
ten in hotels en pensions bij deze maat
regelen zijn gebaat.
In het algemeen is het onjuist van
boven af op te leggen, wat door lagere
organen kan worden geregeld. In de
politiek heet dat het „subsidiariteits
beginsel"! Daarenboven is het kam-
peerprobleem voor iedere streek, voor
ieder dorp zó verschillend, dat een uni
forme regeling altijd onbillijkheden in
houdt.
Het armelijke Schoorl, noemde Hil
debrand het dorpje aan de duinen in
de Camera t bscura.
Schoorl is nóg noodlijdend. Er moe
ten huizen worden gebouwd voor de
zeventig woningzoekenden. En de toe
wijzing van bouwvolume is te gering.
Zo is er meer. Maar bovenal staat de
zekerheid, dat deze gemeente door haar
prachtige ligging aan Holland's breed,
ste duinenrij tot de meest uitverkoren#
van Nederland behoort.
P