Het naadje van de kous over nylons Onze electrische netten worden centraal gevoed Van glasaaltje tot paling Waarom zingen de vogels? Du Pont de Nemours had de primeur Cultureel Nieuws StX%$M 25?Sz De zegetocht door de V.S. begon reeds in 1940 De trek van deze vis is een grooi mysterie Niemand zag ooit een Mevrouw Rooseveli aan het spinnewiel palingei In de nabije toekomst geen piekuren meer Zelfs Italië levert ons electriciteit Voorjaarsklankcn nLOTSELING op een morgen js j,et er weer, een bekend geluid dat ons sinds mensenheugenis doet weten dat het lentetij dichterbij komt. Ook ae durende de wintermaanden hebben de winterkoninkjes en de mezen onze tuin niet verlaten, maar nu wordt hun getjilp nadrukkelijker en lijkt het of zij reclame voor hun zaakje maken en van de ophanden zijnde drukte me- dedehnO willen doen. AU u hieraan voorbij gaat dan zult v waarschijnlijk ook niets merken van al de voorjaarstekenen die nu dage lijks waar te nemen zijn. Misschien zal zelfs wel nooit het rhythmiech verliop ivan de jaargetijden tot u. als zelfs de groome geoeurtenissen spreken. Maar waarom leeft V dan waardoor alles op aarde geregeld Wordt niet door U worden mee be. leefd? Het vroege voorjaarsgeroep van de vogels maakt ons wakker en blij Het wekt verwachting en het doet ons pit tiger de dag instappen. Alleen vogelmannetjes kunnen zin- pen. Waarom is deze goddelijke gave in de vogelwereld slechts voor hen gereserveerdZij doen nog wel in versterkte mate in de voorjaars maanden hun best, als zij juist dan de grote bijzondere taak te vervul len hebben. Vaak uitgedost in hun mooiste verenpak zingen zij juist in deze tijd het allermooiste en zo aan doenlijk ernstig dat zij in ons men sen allerlei romantische gevoelens wakker roepen. De gedachte ligt voor de hand om bij al die verschijnselen het mannetje er van te verdenken de aandacht van de vrouwtjes te Willen opwekken en haar gunst te willen winnen. Zou zij onder zijn soortgenoten niet de mooi ste. de sterkste, de muzikaalste haar liefde schenken? Wij romantische mensen zouden dit graag willen aannemen maar het is gebleken dat het gezang van het man netje het vrouwtje ijskoudlaat. Het mannetje zingt slechts om uiting te geven aan zijn krachtsoverschot en door alle mannelijke soortgenoten wordt het als een strijdroep opgevat. Langzaam en in het begin bescheiden van toon „claimt" zo'n vogel zijn ge bied en waarschuwt hij vogelparen van hetzelfde soort niet op zijn jacht terrein te komen daar hij van plan is er zijn toekomstige woning te bou wen. De maanden Maart en Aprij zyn de bouwmaanden en al Hebben de vogels geen wisselingen van bouwstijl te ondergaan, toch zyn het de verschil ler de opvattingen van de ouderparen, hoe zii hun kinderen een onderdak ri llen geven, die cr de oorzaak van zijn dat de woningen sterk uit een lo pen Er zijn nesten die uit wat losse takjes en helmen zijn samengesteld. Bij anderen zijp de bouwstoffen zorg vuldig tot een nestholletje verwerkt. Ook zijn er die zo kunstig geweven zijn dat men ze met bewondering be kijkt. Een paar cijfers spreken misschien duidelijker. Het nietige nest van een geelgors bestond bijvoorbeeld uit: 630 paardeharen, 1755 korte haartjes, 195 gram kweekgras. 3 vruchten van de klaver, 20 bladeren van havikskruid en ten slotte nog 35 gram schapenwol en een stuk van een oud vitrage gor dijn. Kunt u uitrekenen hoe vaak zo'n vogeltje heen en weer gevlogen moet hebben tot het nest zover klaar was ■dat de eieren gelegd konden worden? Neen dan maakt de kievit de len teheraut, het zich gemakkelijker. V Weet toch dat die slechts een eenvou dig kuiltje op de grond draait en het camoufleert met wat strootjes en sprietjes? Het is een prettige opgave eens naar zo'n nestje te zoeken. Dat zal niet meevallen taant de slimmerd weet allerlei streken t°e te passen om u op een dwaalspoor te brengen. Werkelijk grappig doen de manne tjes kieviten, als de vrouwtjes in aan tocht zijn. De dames hebben natuur lijk een heerlijke lentemorgen uitge zocht voor hun aankomst en cirkelen statig bogen het weiland. Dat is het teken voor de doffers om te laten zien wat zfj kunnen. Zij maker de geks re sprongen en roeven om het hardst „kie-e-vit". Het lijkt wel of ze zenuw achtig zijn zo druk vliegen ze heen en weer. Het ene moment schieten zij pijlsnel de lucht in. even later staan zij trill»ti t»- emotie op her weiland om eindelijk als toppunt van hun kun nen. een kuiltje tussen het gras te draaien. Ziezo, dat zal de wijfjes wel naar beneden lokken! Ook in de vonelWereld is het vrouw tje nieuwsgierig naar haar nieuwe domein. Zij daalt vit hoger sferen neer en viert haar bruiloft tussen de made liefjes en de paardebloemen. Het is vanaf dit ogenblik uit met helVrij gevochten leventje van Heer Kievit Het moet vu ernst worden met dat kuifje draaien. Hit moet nu eens vlug een behoorlijk vestje maken. waar binnenkort de eieren in kunnen ver schijnen. Ja wie zo'n vogelgeschiedenis van dichtbij meemaakt, voelt feest »u ZVU hart en neemt rirh voor nog eens va ker d"ze zonzijde van het leven op 1940 kreeg de Amerikaanse vrouw voor de eerste keer een nieuw soort housen aangeboden, die opvielen door het ragfijne weefsel en die daardoor sterk afstaken bgj de in die dagen veel gedragen kunstzijde, of rayonkous. Men kreeg te horen, dat de nieuwe kous vervaardigd was uit nylon, een synthetische \ezel, die door de chemici van Du Pont de Nemours Co. was samengesteld. Het publiek had reeds in 1938 met het nieuwe product kunnen kennis maken en wel in de vorm van tandenborstels, waarbij het haar door nylon vervangen was maar tussen deze stekels en het uiterst fijne textielgaren was toch wel een heel groot verschil. Du Pont vertelde van zo'n nylondraadje, dat het tweemaal zo sterk was als een aluminiumdraad van gelijke dikte, maar daarentegen maar liefst minder dan de helft woog. Nylon was even sterk als verschillende staal soorten. Verder verklaarde Du Pont, dat nylonkousen op de normale wijze ge wassen konden worden en dat zij daarna in zeer korte tijd droog zouden zijn, omdat de vezel vrijwel geen water opneemt. Nylon is onbrandbaar; houdt men een draad in de vlam, dan smelt het weg, maar dit houdt op, zodra de vlam verwijderd wordt. De nieuwe vezel was bestand tegen warmte, dat wil zeggen: textielgoederen uit nylon vervaardigd kunnen op de normale wijze gestreken worden. Ten slotte tast het de huid niet aan en het is bestand tegen de inwer king van verschillende chemische stoffen. zoeken. HE nieuwe kous vond, dank zij zijn op vallend uiterlijk en de aangekondig de eigenschappen, al dadelijk gretig aftrek, maar de ontwikkeling werd sterk geremd door de oorlog, welke voor Amerika in December 1941 uit brak. Gedurende de oorlog werden wel iswaar enorme hoeveelheden nylon ge fabriceerd, maar deze werden uitslui tend voor militaire doeleinden ge bruikt en het gevolg daarvan was, dat de ontwikkeling in de civiele sector volkomen bleef rusten. Nauwelijks was de oorlog evenwel voorbij, of de nieu we kous en „nylons" werden in de kortst mogelijke tijd een begrip. De vraag naar nylons heeft in enkele jaren ongekende afmetingen aangenomen. Ondanks het feit, dat Du Pont nu reeds drie fabrieken voor de fabricage van nylon op volle toeren laat draaien en men met de bouw van een vierde fa briek is begonnen, ziet de firma geen kans om aan alle aanvragen te voldoen. Zij, die in 1940 uiterst sceptisch tegen over de nieuwe vezel stonden en be weerden deze „nooit" te zullen ver werken, lopen nu de deur bij Du Pont plat om hogere toewijzingen te krijgen. Men heeft verschillende buitenlandse fabrieken in ons land de AKU te Arnhem het recht gegeven om nylon volgens de patenten van Du Pont te vervaardigen ten einde zich op deze wijze enigszins lucht te verschaffen en zich zo veel mogelijk op de Amerikaan se markt te kunnen concentreren, maar ook deze maatregel bleek niet voldoen de te zijn. Daarom heeft Du Pont in het begin van dit jaar een van zijn grootste en felste concurrenten op het gebied van syntetische vezels in Ame rika, de Chemstrand Corp., licentie voor de vervaardiging van nylon voor de Amerikaanse markt gegeven, het geen inderdaad een unicum genoemd mag worden. Hoe oordeelt het publiek? LIET spreekt vanzelf, dat het voor Du Pont van het allergrootste belang is om te weten, hoe het publiek uiteinde lijk over nylons oordeelt en dus werd enkele jaren geleden een Amerikaans bureau voor het onderzoek van de pu blieke opinie aan het werk gezet om eens een uitvoerig antwoord op deze vraag te geven. Het resutaat van dit onderzoek was in vele opzichten zeer merkwaardig. Er waren dames, die uiterst tevreden wa ren. Zij droegen dag in, dag uit het zelfde paar nylons; deze werden des avonds even vlug gewassen en waren de volgende morgen weer voor het ge bruik gereed. Vele van deze dames ver telden, dat zij slechts één paar nylons bezaten en het volkomen overbodig vonden een tweede of derde paar aan te schaffen. Er waren evenwel ook dames zij vormden zelfs een zeer grote groep die enige paren bezaten. Zij klaagden steen en been over de talloze kostbare reparaties en zij waren hoogst onte vreden. Daar stonden dus twee meningen lijnrecht tegenover elkaar. Waarschijn lijk heeft Du Pont dit alles voorzien en heeft deze firma juist daarom alle industrieën, die nylongaren tot nylon verwerken, verplicht op iedere kous een aanwijzing te plaatsen, die ons in staat stelt reeds bij voorbaat een oordeel over de hoedanigheden en de kwaliteit van de betreffende kous te vormen. Het naadje van de kous 70 vindt men op de boord van iedere nylon een opdruk, bijv. 51 gauge, 15 denier. Dit wil in de eerste plaats zeggen, dat de kous gebreid is met een fijnheid van 55 steken per li/2 inch (ca. 38 mm). Nylons worden doorgaans ge breid met een fijnheid van 45, 51, 54 of 60 gauge. Men is dikwijls van mening, dat het aantal steken beslissend is voor de kwaliteit van de kous, maar dit is niet juist. Inderdaad, hoe groter het aantal steken, hoe groter de kans dat er eens één zo'n steek loslaat, met alle hoogst onaangename gevolgen van dien. Aan de andere kant evenwel kan ge zegd worden, dat de moderne breima chines in technisch opzicht wel zo vol maakt zijn. dat het breien van kousen met een fijnheid tot 60 gauge geen moeilijkheden en geen verhoogd risico met zich brengt. De kwaliteit van nylons wordt ln hoofdzaak bepaald door de dikte van de gebezigde draad en daaromtrent geeft de tweede helft van de opdruk ons Zo wil 15 denier zeggen, dat 450 meter van het gebezigde garen 15x1/20 gram is 3/4 gram weegt, of wat hetzelfde is, dat 9000 meter 15 gram weegt. Tot voor zeer korte tijd gebruikte men voor ny lons uitsluitend garens van 15, 20 of 30 denier. Het is uiterst moeilijk om zich een voorstelling van de fijnheid van zo'n 15 denier nylondraad te maken. Men kan uitrekenen, dat een ons van dit ga ren een lengte heeft van 1200 km, maar het zegt ons zo weinig. Ook ten opzich te van de dikte van zo'n draadje schiet ons voorstellingsvermogen hopeloos te kort. Tot één millimeter gaat alles goed, maar reeds bij het tiende gedeelte daar van is het mis. Om u evenwel toch 'n idee te geven van de fijnheid van zo'n 15 denier-nylondraadje vertellen wij u, dat ons hoofdhaar doorgaans tot de klasse van 50 denier behoort Een technisch wonder CEN 45/15 kous is inderdaad eer. tech nisch wonder, waaraan zelfs de grootste optimist onder de insiders vijftien jaar geleden nog niet durfde te denken, maar na het bovenstaande voelt men wel, dat zo'n kous niet ge schikt is voor een wandeling van enkele uren of voor een danspartij. Voor der gelijke doeleinden stond tot voor korts tijd slechts de 30-denier ter beschik king, maar daarin is nu verandering gekomen en wel in de vorm van een 70-denier-kous, die sedert enkele maan den ook in ons land verkrijgbaar is. Het is ook voor insiders nog een vraag of deze 70 denier kous zich op den duur zal kunnen handhaven. Wie namelijk nylons uitsluitend prefereert om het ragfijne weefsel, zal bij het zien van een 70 denier kous ongetwij feld teleurgesteld zijn. Deze kous heeft, wat uiterlijk betreft, meer weg van een dunne rayon-kous dan van „nylons". Voor de huisvrouw die voor haar geld een maximum aan sterkte verlangt, is de 70 denier kous evenwel de aange wezen oplossing. Daar komt nog bij, dat nylons uitge sproken duur zijn. Het is best moge lijk, dat de prijzen in de toekomst enigszins zullen dalen; de Duitsers ko men met Perion en Phrilon, waarbij zij weliswaar niet dezelfde grondstoffen gebruiken als voor nylon, maar de uit eindelijke kwaliteit mag als gelijkwaar dig beschouwd worden. Enige tijd gele den heeft de Duitse industrie hét be richt verspreid, dat zij de achterstand tegenover Amerika reeds angelopen heeft en onder die omstandigheden is het zeer wel denkbaar, dat zii zich met élan op de verloren gegane markten zal werpen en het gevolg daarvan „kan" inderdaad een prijsverlaging zijn. Niet temin zullen nylons tot de duurdere klasse blijven behoren en wel om de eenvoudige reden, dat de fabricage van nylon nu eenmaal vrij ingewikkeld is, terwijl het in een wereld, die zich weer gaat bewapenen, steeds moeilijker wordt om de grondstoffen te bemach tigen. Voetverzorging is hoofdzaak TEN slotte nog één opmerking en zeker niet de onbelangrijkste. Men kan ny lons alleen dan met succes dragen en men heeft alleen dan het recht om eisen aan dit product te stellen, wan neer men er voor zorgt, dat de voeten werkelijk volkomen vrij van eelt zijn en bovendien, dat er na het knippen van de nagels geen „haakjes" aanwezig zijn. Wanneer men een aluminiumdraad van één millimeter dikte enkele malen krachtig over de kant van een scherpe vijl haalt, zal deze draad natuurlijk breken en het zal toch niet bij u op komen om dan te gaan vragen: Hoe kan dat nu? Welnu, zelfs een 70 denier nylondraad heeft slechts een dikte van een fractie van een millimeter; uiteraard is deze draad er niet tegen bestand, dat men hem 3 a 4 duizend keer per uur over een vijl haalt en daar komt het toch eigenlijk op neer als men met eelt aan de voeten eens een uurtje in ds stad gast wandelen. Mevrouw Eleanor Roosevelt vertoeft op het ogenblik in India. Zij bracht o.a. een bezoek aan de Harijan Colony in New Vehli, waar Ghandi veie malen heeft vertoefd. We zien haar hier aan de Charkahet Indiase spinnewiel. (Van onze Haaajse redacteur) yELKENJARE leveren de proefvang- «ten, die ln het voorjaar voor de sluizen ln de Afsluitdijk verricht wor den, minder glasaaltjes op, zo is dezer dagen gepubliceerd ln het „drie maandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken" over het eerste en tweede kwartaal 1951. Deze medede ling vestigt weer eens de aandacht op de betekenis, die de palingvisserij voor Nederland heeft en op het mysterie van de palingtrek. Hoe zit het eigen lijk met die trek en wat weten wij ervan? In de herfst, in donkere nachten, worden bij de Nederlandse riviermon den en kusten en bij de sluizen van de Afsluitdijk grote hoeveelheden vol wassen paling aangetroffen. Met de stroom mee verlaten zij sloot en rivier, meer en inham en trekken zee waarts, om hiermee één van de boei endste mysteries in de biologie: de palingtrek, te beginnen. Onder de palingen, dis vooral in maanloze Oc- tobernachten in grote getale in de fuiken van de Nederlandse visser terecht komen, zijn exemplaren van 60 c.m. tot ruim 1 meter, de wijfjes, en vissen van 30 tot 42 c.m., de man netjes. Gemiddeld zijn de wijfjes 10 jaar als ze gaan trekken en de man netjes 7 jaar. Bij de zoetwaterpalingen zijn de geslachtsorganen nagenoeg niet ont wikkeld. Over het algemeen treft men de kleinere mannetjes aan nabij de riviermonden, terwijl men de forsere wjjfjes verder in het binnenland vindt. Wanneer de vissen hun trek beginnen en in het zoute water van de zee te recht komen, beginnen hun geslachts organen zich te ontwikkelen. Over het geheel treedt sr tijdens de trek een verandering van uiterlijk bij de palin gen op. Ze worden donkerder op de rug; de onderzijde, die eerst geelachtig was, wordt blinkend wit. Verder wor den de borstvinnen donkerder en de ogen groter. Zolang ze trekken, eten de palin gen niets. Hun darm krimpt in en zt) teren op hun vet. Zo trekken de vis sen de Noordzee door, dagelijks 10 en meer kilometer afleggend. Alsof zij op een kompas koersen, trekken zij langs de krjjtkust van Engeland en de Franse strtfnden en vandaar naar men aanneemt naar de Saragossa- zee, de plaats waar het hoogste zout gehalte en de hoogste temperaturen zijn. Nieuwe generatie UIER schijnen de palingen dan te paren en na het kuitschieten te sterven. Niemand kent een ei van de paling, maar op een gegeven ogenblik, in het voorjaar en in de zomer, treft men op een bepaald centrum in de Saragossazee kleine palinglarven aan van een paar m.m. lengte. Van hun geboorteplaats verspreiden üe larven zich grotendeels diffuus ln alle rich tingen, waarbij de grootste aantallen zich begeven in N.O. richting. Met de golfstroom trekken de larven glas heldere doorzichtige visjes met de vorm van een wilgenblad voort. Als de vissen, na verloop van twee jaar, bij de Middellandse Zee en langs de Europese kusten zijn gearriveerd en van 5 tot 7 m.m. zijn gegroeid tot 714 c.m., treedt er bij hen een gedaante verwisseling op. Meer en meer krijgen ze de gedaante van een paling, maar ze blijven doorzichtig, wat hen ln Nederland de naam van glasaal heeft gegeven. In October begint de trek van de glasaaltjes naar het zoete water. Zodra hun gedaanteverwisseling aan vangt, houden de alen op met eten en de hele trek van de oceaan tot in het zoete water leggen zij af zonder voedselopneming. Pas wanneer zij in hun 4de jaar zijn, hebben zij in de regel het zoete water bereikt. In Maart tot Mei komen de alen meestal bij de Nederlandse kust aan, waar ze dan in zeer grote getale worden aan getroffen, overal waar het water uit rivieren, beken, sluizen en andere waterlopen in zee uitkomt. Vooral bij de sluizen van het IJsselmeer is het aantal glaralen in deze maanden groot. DLINDE Franse variété-artisten zullen voor een deel niet langer afhanke lijk zijn van andere toneel- en cabaret directies voor het krijgen van een con tract. Zij hebben n.1. in Parijs hun eigen cabaret. „La Taupière" geheten ge opend. De artisten, die er zullen optre den worden bij toerbeurt gekozen uit 2—1 2—1 1—l 2—1 1 1 1 1 l—l —2 0 1 —3 1 0 -0 -3 4 -1 -1 -2 PETRA alle gewenste inlichtingen. rable company", heeft een nieuwe machine op de markt h ïet muaeluk maakt om telegrammen te ontvangen en versturen direct i vanaf ft machine af en dH wordt ontvangen op het T^vandfcabUCoZ. die het op de gewone manier verderft, omgekeerd zendt de Compontvangen telegrammen naar het bureau. Deze apparaten worden in 26 Amerikaans, steden gebruikt. (Van onze speciale verslaggever) MISSCHIEN heeft u al eens iets gelezen of gehoord van het Nederlandse „kop- pelnet", zonder er een duidelijke voorstelling van te hebben wat dit eigen lijk is. Het wil zeggen, dat binnen afzienbare tijd, wanneer het grote project voltooid is, elke Nederlander die electrische aansluiting heeft, zijn stroom be trekt uit één gigantische gemeenschappelijke bron. Het is niet meer de stede lijke electriciteitsfabriek, die in de plaatselijke behoefte voorziet. Alle centrales, grote en kleine, zijn thans nog slechts schakels in een grote ketting, in de letterlijke zin. Men kan deze ketting zien: de grote hoogspanningsmasten met de diephangende zware draden, die men overal aantreft. Zij zijn zo nuttig, dat u liever niet over de aesthetische schade moet spreken, die zij het landschaps beeld berokkenen. I QORSPRONKELIJK waren het de grotere gemeenten, die een electrici teitsfabriek bouwden; dat was 40, 50 jaren geleden, in de periode van de ge lijkstroom, toen ook de technici nog geen besef hadden van het landelijke of zelfs internationale karakter en de onafzienbare mogelijkheden en vertak kingen, die de licht- en krachtbron elec triciteit zou gaan verkrijgen. Sindsdien is men van de gelijkstroom naar de wisselstroom overgestapt en zijn, onge veer van 1910 af, de provincies zich er mee gaan bemoeien, met het resultaat, dat zij thans veelal de toonaangevende rol spelen. Wellicht verduidelijkt een beeld de betekenis van het koppelnet enigszins: stelt u het u voor als een verende gum- mimat. Hij vangt de plotselinge sterke stoten op die periodiek in de loop van een etmaal in de stroombehoefte van het land optreden en wel in de beruch te „piekuren". Dit zijn de tijdstippen, waarop de meeste fabrieken ongeveer gelijktijdig hun motoren laten aanlo pen, waarop in de winter in honderd duizenden huizen licht voor aankleden en ontbijt nodig is en het verkeer van electrische treinen en trams bijzonder veel stroom eist. Hoe nader een» cen trale daarbij bij de grens van haar ver mogen komV des te riskanter het wordt en des te groter het gevaar van de fecten. Omgekeerd zijn er natuurlijk lange perioden, 's nachts vooral, waarin slechts een minimum aan stroom ge bruikt wordt. Het bedrijf is dan uiterst onrendabel, vooral bij de kleinere en verouderde electriciteitsfabrieken, die zware en kolenverslindende machines bijna leeg moeten laten lopen. Ziehier nu, hoe het net uitkomsf geeft. In de piekuren „vult" men het met alle energie uit alle aangesloten fabrieken; 's nachts verzorgen een paar centrales, de modernste, die het zuinigst werken, het hele land. Het Noorden gereed T)AT IS het ideaalbeeld. De moeilijk- u heden van de laatste jaren vinden eenvoudig hun oorzaak daarin, dat het net nog niet voltooid is. Of juister ge zegd de netten. Want Nederland heeft twee zulke netten. Het kleinere, noord oostelijke is vrijwel klaar; het ligt om sloten door de lijnen, die lopen door de plaatsen Hengelo-Deventer-Zwolle Leeuwarden-Groningen. Daar heeft men in de afgelopen winter geen last van de beperkingen ondervonden. Dit net is berekend op een spanning van 110 kilovolt; deze constructie maakt het ook op zeer lange termijn mogelijk alle denkbare uitbreidingen in de energie behoefte van dit landsgedeelte op te vangen. Anders staat het met de dichter be volkte westelijke en zuidelijke landsde len, waar bovendien een in verhouding veel sterkere uitbreiding van stroom behoefte tengevolge van industrialisatie te verwachten is. Hier in het veel lan gere westelijke net moeten ook veel het is hogere eisen gesteld worden; daarom op 150 kv berekend. Dit enorme net is echter nog niet klaar. De reusachtige ketting loopt op het ogenblik van Roermond over Geer- truidenberg (waar een zeer groot nieuw productiestation „Amer" gedeeltelijk klaar, gedeeltelijk in aanbouw is), Rot terdam, Den Haag, Velsen, Amsterdam tot Utrecht. Hier is thans het einde; het resterende stuk via Arnhem en Nijme gen naar Roermond terug wordt in de komende twee jaren voltooid. Het tem po is vooral een kwestie van de bouw van de nodige grote transformatoren en andere electrische apparaten, welker af levering soms zeer vertraagd wordt, 50 MW als grondslag. Voor de nieuwe fabrieken gebruikt men thans algemeen in Nederland als grondslag een productie-eenheid die 50 MW ss 50.000 kilowatt voortbrengt. Elke fabriek bevat een of meer van de ze eenheden, die als de standaard van het meest bedrijfszekere, meest ratio nele en modernste op electriciteitsge- bied te beschouwen zijn. In Geertrui- denberg hoopt hen nog dit jaar een tweede van deze 50 MW aggregaten op te stellen: verder in elk geval in 1953 twee in Dordrecht en voorts in Velsen, Rotterdam, enz. Uiteindelijk is het doel, de grote netten uitsluitend uit circa vijftien 5 twintig moderne, zuinig en secuur werkende fabrieken te voeden; de oude kleinere fabrieken worden langzaam aan stilgelegd. Piekuren verdwijnen LIET IS mogelijk en zelfs waarschijn- lijk, dat voortaan de lastige piekuur, beperkingen niet meer nodig zuilen zijn. Thans is nl. het stormachtige tempo enigszins verlangzaamd, waarin in de eerste na-oorlogse jaren vooral door de vestiging van nieuwe industrieën de aanwas van grootverbruikers steeg Tenslotte een woord over de inten sieve samenwei ing, die sinds enkele jaren tussen de Westeuropese electrici- ieitsproducenten bestaat. Er is in feite hier al van een Europese electriciteits- federatie sprake. Bij Maastricht komen enorme (hier zelfs op 220 kv werkende) leidingen binnen, die ons met Duits land en België en via deze landen met Zwitserland, Italië en Frankrijk ver binden. Op deze wijze betrekt elk der aangesloten landen in gevallen van extra grote behoefte stroom van de andere Deze ruil werkt naar alle kanten. n t, a n Londense schoolkinderen hebben een bezoek gebracht aan het im- perial Instituut, Waar zij de laatste werken vap bekende schilders en beeldhouwers becritiseerden. Met stembriefjes werd beslist wat het populairste werk was. Valerie Hartwell uit Sutton, bestudeert hier „De Acrobaat", een werk van de beeldhouwer David Tucker. meer dan 250 Franse zangers, musici, etc. Behalve optreden in het eigen ca baret in de hoofdstad, staat ook een tournee door „de provincie" op het programma. Men heeft reeds aanbie dingen om op te treden ontvangen uit Engeland en Zwitserland. (Unesco), Talrijke grote kunstenaars, musici, philosophen en schrijvers zullen zich in Mei naar Parijs begeven voor een groot internationaal kunstfestival. Er zullen schilderijententoonstellingen, con gressen, toneel- en balletvoorstellingen worden georganiseerd. Ook zullen voorstellingen worden gegeven van een aantal nieuwe opera's. Het geheel wordt opgezet door het Congres voor de Vrijheid van de Cultuur, een internationale organisatie waarvan ere-presidenten zijn Jacques Maritain, Bertrand Russell, Benedette Croce. Karl Jaspers, John Dewey en Salvador de Madariaga. (Unesco). £)E staatssecretaris van O. K. en W. heeft een commissie voor advies in gesteld voor het toekennen van prijzen en het verlenen van opdrachten aan Nederlandse componisten in 1952. In deze commissie zijp benoemd prof. dr. A. A. Smijers, H. Andriessen, dr. Anton v. d. Horst. Secretaris is B. P. Wage- mans te Den Haag. In Maart en Mei zullen te Bonn ge denkdagen worden gehouden ter gele genheid van het feit, dat Beethoven 125 jaar geleden stierf. De eerste reeks concerten begint in Maart en men re kent er op 12000 bezoekers, w.o. 3000 buitenlanders. De symphonieconcerten zullen worden gedirigeerd door drKarl Böhm (Wenen), Eugen Jochum (Mün- cben) en Otto Volkmann (Bonn) Be halve talrijke Duitse musici en solisten verleent een Loridens kamermuziekge zelschap medewerking. De Nederlandse componist Max Vre- denburg heeft zojuist een nieuwe com positie voltooid. Het is een siciliano voor clavecimbel. Het is opgedragen aan de claveciniste Jannie van Wering, die dezer dagen voor de eerste maai heeft uitgevoerd op een concert van Nederlandse werken te Aken. Dit con cert werd gegeven onder auspiciën van het Ned. Voorlichtingsbureau te Bonn ter gelegenheid van een in verband met de Boekenweek gehouden tentoonstel ling van Nederlandse boeken. TN HET museum Boymans te Hotter- dam wordt de tentoonstelling „Kunst van de Maasvallei" gehouden (tot 28 April). Kunstschatten afkomstig uit het stroomgebied van de Maas en thans be waard in musea over de gehele wereld zijn hier bijeengebracht. Een unieke verzameling. Op 65-jarige leeftijd is te Berlijn overleden Lotte Pritzel, bekend als vervaardigster van de naar haar ge noemde poppen. Twee jaar geleden hield zij nog te Londen een tentoonstelling, die een groot succes werd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 11