Het naadje van de kous over nylons
Onze electrische netten worden
centraal gevoed
Van glasaaltje tot paling
Waarom zingen
de vogels?
Du Pont de Nemours had de primeur
Cultureel Nieuws
StX%$M 25?Sz
De zegetocht door de
V.S. begon reeds in 1940
De trek van deze vis is een grooi mysterie
Niemand zag ooit een
Mevrouw Rooseveli aan het spinnewiel
palingei
In de nabije toekomst geen piekuren meer
Zelfs Italië levert ons
electriciteit
Voorjaarsklankcn
nLOTSELING op een morgen js j,et
er weer, een bekend geluid dat ons
sinds mensenheugenis doet weten dat
het lentetij dichterbij komt. Ook ae
durende de wintermaanden hebben de
winterkoninkjes en de mezen onze
tuin niet verlaten, maar nu wordt hun
getjilp nadrukkelijker en lijkt het of
zij reclame voor hun zaakje maken
en van de ophanden zijnde drukte me-
dedehnO willen doen.
AU u hieraan voorbij gaat dan zult
v waarschijnlijk ook niets merken van
al de voorjaarstekenen die nu dage
lijks waar te nemen zijn. Misschien
zal zelfs wel nooit het rhythmiech
verliop ivan de jaargetijden tot u.
als zelfs de groome geoeurtenissen
spreken. Maar waarom leeft V dan
waardoor alles op aarde geregeld
Wordt niet door U worden mee be.
leefd?
Het vroege voorjaarsgeroep van de
vogels maakt ons wakker en blij Het
wekt verwachting en het doet ons pit
tiger de dag instappen.
Alleen vogelmannetjes kunnen zin-
pen. Waarom is deze goddelijke gave
in de vogelwereld slechts voor hen
gereserveerdZij doen nog wel in
versterkte mate in de voorjaars
maanden hun best, als zij juist dan
de grote bijzondere taak te vervul
len hebben. Vaak uitgedost in hun
mooiste verenpak zingen zij juist in
deze tijd het allermooiste en zo aan
doenlijk ernstig dat zij in ons men
sen allerlei romantische gevoelens
wakker roepen.
De gedachte ligt voor de hand om
bij al die verschijnselen het mannetje
er van te verdenken de aandacht van
de vrouwtjes te Willen opwekken en
haar gunst te willen winnen. Zou zij
onder zijn soortgenoten niet de mooi
ste. de sterkste, de muzikaalste haar
liefde schenken?
Wij romantische mensen zouden dit
graag willen aannemen maar het is
gebleken dat het gezang van het man
netje het vrouwtje ijskoudlaat. Het
mannetje zingt slechts om uiting te
geven aan zijn krachtsoverschot en
door alle mannelijke soortgenoten
wordt het als een strijdroep opgevat.
Langzaam en in het begin bescheiden
van toon „claimt" zo'n vogel zijn ge
bied en waarschuwt hij vogelparen
van hetzelfde soort niet op zijn jacht
terrein te komen daar hij van plan
is er zijn toekomstige woning te bou
wen.
De maanden Maart en Aprij zyn
de bouwmaanden en al Hebben de
vogels geen wisselingen van bouwstijl
te ondergaan, toch zyn het de verschil
ler de opvattingen van de ouderparen,
hoe zii hun kinderen een onderdak
ri llen geven, die cr de oorzaak van
zijn dat de woningen sterk uit een lo
pen Er zijn nesten die uit wat losse
takjes en helmen zijn samengesteld.
Bij anderen zijp de bouwstoffen zorg
vuldig tot een nestholletje verwerkt.
Ook zijn er die zo kunstig geweven
zijn dat men ze met bewondering be
kijkt.
Een paar cijfers spreken misschien
duidelijker. Het nietige nest van een
geelgors bestond bijvoorbeeld uit: 630
paardeharen, 1755 korte haartjes, 195
gram kweekgras. 3 vruchten van de
klaver, 20 bladeren van havikskruid
en ten slotte nog 35 gram schapenwol
en een stuk van een oud vitrage gor
dijn. Kunt u uitrekenen hoe vaak zo'n
vogeltje heen en weer gevlogen moet
hebben tot het nest zover klaar was
■dat de eieren gelegd konden worden?
Neen dan maakt de kievit de len
teheraut, het zich gemakkelijker. V
Weet toch dat die slechts een eenvou
dig kuiltje op de grond draait en het
camoufleert met wat strootjes en
sprietjes? Het is een prettige opgave
eens naar zo'n nestje te zoeken. Dat
zal niet meevallen taant de slimmerd
weet allerlei streken t°e te passen om
u op een dwaalspoor te brengen.
Werkelijk grappig doen de manne
tjes kieviten, als de vrouwtjes in aan
tocht zijn. De dames hebben natuur
lijk een heerlijke lentemorgen uitge
zocht voor hun aankomst en cirkelen
statig bogen het weiland. Dat is het
teken voor de doffers om te laten zien
wat zfj kunnen. Zij maker de geks re
sprongen en roeven om het hardst
„kie-e-vit". Het lijkt wel of ze zenuw
achtig zijn zo druk vliegen ze heen
en weer. Het ene moment schieten zij
pijlsnel de lucht in. even later staan
zij trill»ti t»- emotie op her weiland
om eindelijk als toppunt van hun kun
nen. een kuiltje tussen het gras te
draaien.
Ziezo, dat zal de wijfjes wel naar
beneden lokken!
Ook in de vonelWereld is het vrouw
tje nieuwsgierig naar haar nieuwe
domein. Zij daalt vit hoger sferen neer
en viert haar bruiloft tussen de made
liefjes en de paardebloemen. Het is
vanaf dit ogenblik uit met helVrij
gevochten leventje van Heer Kievit
Het moet vu ernst worden met dat
kuifje draaien. Hit moet nu eens vlug
een behoorlijk vestje maken. waar
binnenkort de eieren in kunnen ver
schijnen.
Ja wie zo'n vogelgeschiedenis van
dichtbij meemaakt, voelt feest »u ZVU
hart en neemt rirh voor nog eens va
ker d"ze zonzijde van het leven op
1940 kreeg de Amerikaanse vrouw voor de eerste keer een nieuw soort
housen aangeboden, die opvielen door het ragfijne weefsel en die daardoor
sterk afstaken bgj de in die dagen veel gedragen kunstzijde, of rayonkous. Men
kreeg te horen, dat de nieuwe kous vervaardigd was uit nylon, een synthetische
\ezel, die door de chemici van Du Pont de Nemours Co. was samengesteld.
Het publiek had reeds in 1938 met het nieuwe product kunnen kennis maken
en wel in de vorm van tandenborstels, waarbij het haar door nylon vervangen
was maar tussen deze stekels en het uiterst fijne textielgaren was toch wel een
heel groot verschil. Du Pont vertelde van zo'n nylondraadje, dat het tweemaal
zo sterk was als een aluminiumdraad van gelijke dikte, maar daarentegen maar
liefst minder dan de helft woog. Nylon was even sterk als verschillende staal
soorten. Verder verklaarde Du Pont, dat nylonkousen op de normale wijze ge
wassen konden worden en dat zij daarna in zeer korte tijd droog zouden zijn,
omdat de vezel vrijwel geen water opneemt. Nylon is onbrandbaar; houdt men
een draad in de vlam, dan smelt het weg, maar dit houdt op, zodra de vlam
verwijderd wordt. De nieuwe vezel was bestand tegen warmte, dat wil zeggen:
textielgoederen uit nylon vervaardigd kunnen op de normale wijze gestreken
worden. Ten slotte tast het de huid niet aan en het is bestand tegen de inwer
king van verschillende chemische stoffen.
zoeken.
HE nieuwe kous vond, dank zij zijn op
vallend uiterlijk en de aangekondig
de eigenschappen, al dadelijk gretig
aftrek, maar de ontwikkeling werd
sterk geremd door de oorlog, welke
voor Amerika in December 1941 uit
brak. Gedurende de oorlog werden wel
iswaar enorme hoeveelheden nylon ge
fabriceerd, maar deze werden uitslui
tend voor militaire doeleinden ge
bruikt en het gevolg daarvan was, dat
de ontwikkeling in de civiele sector
volkomen bleef rusten. Nauwelijks was
de oorlog evenwel voorbij, of de nieu
we kous en „nylons" werden in de
kortst mogelijke tijd een begrip. De
vraag naar nylons heeft in enkele jaren
ongekende afmetingen aangenomen.
Ondanks het feit, dat Du Pont nu reeds
drie fabrieken voor de fabricage van
nylon op volle toeren laat draaien en
men met de bouw van een vierde fa
briek is begonnen, ziet de firma geen
kans om aan alle aanvragen te voldoen.
Zij, die in 1940 uiterst sceptisch tegen
over de nieuwe vezel stonden en be
weerden deze „nooit" te zullen ver
werken, lopen nu de deur bij Du Pont
plat om hogere toewijzingen te krijgen.
Men heeft verschillende buitenlandse
fabrieken in ons land de AKU te
Arnhem het recht gegeven om nylon
volgens de patenten van Du Pont te
vervaardigen ten einde zich op deze
wijze enigszins lucht te verschaffen en
zich zo veel mogelijk op de Amerikaan
se markt te kunnen concentreren, maar
ook deze maatregel bleek niet voldoen
de te zijn. Daarom heeft Du Pont in
het begin van dit jaar een van zijn
grootste en felste concurrenten op het
gebied van syntetische vezels in Ame
rika, de Chemstrand Corp., licentie
voor de vervaardiging van nylon voor
de Amerikaanse markt gegeven, het
geen inderdaad een unicum genoemd
mag worden.
Hoe oordeelt het publiek?
LIET spreekt vanzelf, dat het voor Du
Pont van het allergrootste belang is
om te weten, hoe het publiek uiteinde
lijk over nylons oordeelt en dus werd
enkele jaren geleden een Amerikaans
bureau voor het onderzoek van de pu
blieke opinie aan het werk gezet om
eens een uitvoerig antwoord op deze
vraag te geven.
Het resutaat van dit onderzoek was
in vele opzichten zeer merkwaardig. Er
waren dames, die uiterst tevreden wa
ren. Zij droegen dag in, dag uit het
zelfde paar nylons; deze werden des
avonds even vlug gewassen en waren de
volgende morgen weer voor het ge
bruik gereed. Vele van deze dames ver
telden, dat zij slechts één paar nylons
bezaten en het volkomen overbodig
vonden een tweede of derde paar aan
te schaffen.
Er waren evenwel ook dames zij
vormden zelfs een zeer grote groep
die enige paren bezaten. Zij klaagden
steen en been over de talloze kostbare
reparaties en zij waren hoogst onte
vreden.
Daar stonden dus twee meningen
lijnrecht tegenover elkaar. Waarschijn
lijk heeft Du Pont dit alles voorzien
en heeft deze firma juist daarom alle
industrieën, die nylongaren tot nylon
verwerken, verplicht op iedere kous een
aanwijzing te plaatsen, die ons in staat
stelt reeds bij voorbaat een oordeel
over de hoedanigheden en de kwaliteit
van de betreffende kous te vormen.
Het naadje van de kous
70 vindt men op de boord van iedere
nylon een opdruk, bijv. 51 gauge,
15 denier. Dit wil in de eerste plaats
zeggen, dat de kous gebreid is met een
fijnheid van 55 steken per li/2 inch (ca.
38 mm). Nylons worden doorgaans ge
breid met een fijnheid van 45, 51, 54 of
60 gauge. Men is dikwijls van mening,
dat het aantal steken beslissend is voor
de kwaliteit van de kous, maar dit is
niet juist. Inderdaad, hoe groter het
aantal steken, hoe groter de kans dat
er eens één zo'n steek loslaat, met alle
hoogst onaangename gevolgen van dien.
Aan de andere kant evenwel kan ge
zegd worden, dat de moderne breima
chines in technisch opzicht wel zo vol
maakt zijn. dat het breien van kousen
met een fijnheid tot 60 gauge geen
moeilijkheden en geen verhoogd risico
met zich brengt.
De kwaliteit van nylons wordt ln
hoofdzaak bepaald door de dikte van de
gebezigde draad en daaromtrent geeft
de tweede helft van de opdruk ons
Zo wil 15
denier zeggen, dat 450 meter van het
gebezigde garen 15x1/20 gram is 3/4
gram weegt, of wat hetzelfde is, dat
9000 meter 15 gram weegt. Tot voor
zeer korte tijd gebruikte men voor ny
lons uitsluitend garens van 15, 20 of 30
denier.
Het is uiterst moeilijk om zich een
voorstelling van de fijnheid van zo'n
15 denier nylondraad te maken. Men
kan uitrekenen, dat een ons van dit ga
ren een lengte heeft van 1200 km, maar
het zegt ons zo weinig. Ook ten opzich
te van de dikte van zo'n draadje schiet
ons voorstellingsvermogen hopeloos te
kort. Tot één millimeter gaat alles goed,
maar reeds bij het tiende gedeelte daar
van is het mis. Om u evenwel toch 'n
idee te geven van de fijnheid van zo'n
15 denier-nylondraadje vertellen wij u,
dat ons hoofdhaar doorgaans tot de
klasse van 50 denier behoort
Een technisch wonder
CEN 45/15 kous is inderdaad eer. tech
nisch wonder, waaraan zelfs de
grootste optimist onder de insiders
vijftien jaar geleden nog niet durfde
te denken, maar na het bovenstaande
voelt men wel, dat zo'n kous niet ge
schikt is voor een wandeling van enkele
uren of voor een danspartij. Voor der
gelijke doeleinden stond tot voor korts
tijd slechts de 30-denier ter beschik
king, maar daarin is nu verandering
gekomen en wel in de vorm van een
70-denier-kous, die sedert enkele maan
den ook in ons land verkrijgbaar is.
Het is ook voor insiders nog een
vraag of deze 70 denier kous zich op
den duur zal kunnen handhaven. Wie
namelijk nylons uitsluitend prefereert
om het ragfijne weefsel, zal bij het
zien van een 70 denier kous ongetwij
feld teleurgesteld zijn. Deze kous heeft,
wat uiterlijk betreft, meer weg van een
dunne rayon-kous dan van „nylons".
Voor de huisvrouw die voor haar geld
een maximum aan sterkte verlangt, is
de 70 denier kous evenwel de aange
wezen oplossing.
Daar komt nog bij, dat nylons uitge
sproken duur zijn. Het is best moge
lijk, dat de prijzen in de toekomst
enigszins zullen dalen; de Duitsers ko
men met Perion en Phrilon, waarbij zij
weliswaar niet dezelfde grondstoffen
gebruiken als voor nylon, maar de uit
eindelijke kwaliteit mag als gelijkwaar
dig beschouwd worden. Enige tijd gele
den heeft de Duitse industrie hét be
richt verspreid, dat zij de achterstand
tegenover Amerika reeds angelopen
heeft en onder die omstandigheden is
het zeer wel denkbaar, dat zii zich met
élan op de verloren gegane markten
zal werpen en het gevolg daarvan „kan"
inderdaad een prijsverlaging zijn. Niet
temin zullen nylons tot de duurdere
klasse blijven behoren en wel om de
eenvoudige reden, dat de fabricage van
nylon nu eenmaal vrij ingewikkeld is,
terwijl het in een wereld, die zich weer
gaat bewapenen, steeds moeilijker
wordt om de grondstoffen te bemach
tigen.
Voetverzorging is hoofdzaak
TEN slotte nog één opmerking en zeker
niet de onbelangrijkste. Men kan ny
lons alleen dan met succes dragen en
men heeft alleen dan het recht om
eisen aan dit product te stellen, wan
neer men er voor zorgt, dat de voeten
werkelijk volkomen vrij van eelt zijn
en bovendien, dat er na het knippen
van de nagels geen „haakjes" aanwezig
zijn.
Wanneer men een aluminiumdraad
van één millimeter dikte enkele malen
krachtig over de kant van een scherpe
vijl haalt, zal deze draad natuurlijk
breken en het zal toch niet bij u op
komen om dan te gaan vragen: Hoe
kan dat nu?
Welnu, zelfs een 70 denier nylondraad
heeft slechts een dikte van een fractie
van een millimeter; uiteraard is deze
draad er niet tegen bestand, dat men
hem 3 a 4 duizend keer per uur over
een vijl haalt en daar komt het toch
eigenlijk op neer als men met eelt aan
de voeten eens een uurtje in ds stad
gast wandelen.
Mevrouw Eleanor Roosevelt vertoeft op het ogenblik in India. Zij bracht
o.a. een bezoek aan de Harijan Colony in New Vehli, waar Ghandi veie
malen heeft vertoefd. We zien haar hier aan de Charkahet Indiase
spinnewiel.
(Van onze Haaajse redacteur)
yELKENJARE leveren de proefvang-
«ten, die ln het voorjaar voor de
sluizen ln de Afsluitdijk verricht wor
den, minder glasaaltjes op, zo is
dezer dagen gepubliceerd ln het „drie
maandelijks bericht betreffende de
Zuiderzeewerken" over het eerste en
tweede kwartaal 1951. Deze medede
ling vestigt weer eens de aandacht op
de betekenis, die de palingvisserij voor
Nederland heeft en op het mysterie
van de palingtrek. Hoe zit het eigen
lijk met die trek en wat weten wij
ervan?
In de herfst, in donkere nachten,
worden bij de Nederlandse riviermon
den en kusten en bij de sluizen van
de Afsluitdijk grote hoeveelheden vol
wassen paling aangetroffen. Met de
stroom mee verlaten zij sloot en
rivier, meer en inham en trekken zee
waarts, om hiermee één van de boei
endste mysteries in de biologie: de
palingtrek, te beginnen. Onder de
palingen, dis vooral in maanloze Oc-
tobernachten in grote getale in de
fuiken van de Nederlandse visser
terecht komen, zijn exemplaren van
60 c.m. tot ruim 1 meter, de wijfjes,
en vissen van 30 tot 42 c.m., de man
netjes. Gemiddeld zijn de wijfjes 10
jaar als ze gaan trekken en de man
netjes 7 jaar.
Bij de zoetwaterpalingen zijn de
geslachtsorganen nagenoeg niet ont
wikkeld. Over het algemeen treft men
de kleinere mannetjes aan nabij de
riviermonden, terwijl men de forsere
wjjfjes verder in het binnenland vindt.
Wanneer de vissen hun trek beginnen
en in het zoute water van de zee te
recht komen, beginnen hun geslachts
organen zich te ontwikkelen. Over het
geheel treedt sr tijdens de trek een
verandering van uiterlijk bij de palin
gen op. Ze worden donkerder op de
rug; de onderzijde, die eerst geelachtig
was, wordt blinkend wit. Verder wor
den de borstvinnen donkerder en de
ogen groter.
Zolang ze trekken, eten de palin
gen niets. Hun darm krimpt in en zt)
teren op hun vet. Zo trekken de vis
sen de Noordzee door, dagelijks 10 en
meer kilometer afleggend. Alsof zij op
een kompas koersen, trekken zij langs
de krjjtkust van Engeland en de
Franse strtfnden en vandaar naar
men aanneemt naar de Saragossa-
zee, de plaats waar het hoogste zout
gehalte en de hoogste temperaturen
zijn.
Nieuwe generatie
UIER schijnen de palingen dan te
paren en na het kuitschieten te
sterven. Niemand kent een ei van de
paling, maar op een gegeven ogenblik,
in het voorjaar en in de zomer, treft
men op een bepaald centrum in de
Saragossazee kleine palinglarven aan
van een paar m.m. lengte. Van hun
geboorteplaats verspreiden üe larven
zich grotendeels diffuus ln alle rich
tingen, waarbij de grootste aantallen
zich begeven in N.O. richting. Met de
golfstroom trekken de larven glas
heldere doorzichtige visjes met de
vorm van een wilgenblad voort. Als
de vissen, na verloop van twee jaar,
bij de Middellandse Zee en langs de
Europese kusten zijn gearriveerd en
van 5 tot 7 m.m. zijn gegroeid tot 714
c.m., treedt er bij hen een gedaante
verwisseling op. Meer en meer krijgen
ze de gedaante van een paling, maar
ze blijven doorzichtig, wat hen ln
Nederland de naam van glasaal heeft
gegeven.
In October begint de trek van de
glasaaltjes naar het zoete water.
Zodra hun gedaanteverwisseling aan
vangt, houden de alen op met eten
en de hele trek van de oceaan tot in
het zoete water leggen zij af zonder
voedselopneming. Pas wanneer zij in
hun 4de jaar zijn, hebben zij in de
regel het zoete water bereikt. In
Maart tot Mei komen de alen meestal
bij de Nederlandse kust aan, waar ze
dan in zeer grote getale worden aan
getroffen, overal waar het water uit
rivieren, beken, sluizen en andere
waterlopen in zee uitkomt. Vooral bij
de sluizen van het IJsselmeer is het
aantal glaralen in deze maanden
groot.
DLINDE Franse variété-artisten zullen
voor een deel niet langer afhanke
lijk zijn van andere toneel- en cabaret
directies voor het krijgen van een con
tract. Zij hebben n.1. in Parijs hun eigen
cabaret. „La Taupière" geheten ge
opend. De artisten, die er zullen optre
den worden bij toerbeurt gekozen uit
2—1
2—1
1—l
2—1
1
1
1
1
l—l
—2
0
1
—3
1
0
-0
-3
4
-1
-1
-2
PETRA alle gewenste inlichtingen.
rable company", heeft een nieuwe machine op de markt
h ïet muaeluk maakt om telegrammen te ontvangen en versturen
direct i vanaf ft machine af en dH wordt ontvangen op het
T^vandfcabUCoZ. die het op de gewone manier verderft,
omgekeerd zendt de Compontvangen telegrammen naar het bureau. Deze
apparaten worden in 26 Amerikaans, steden gebruikt.
(Van onze speciale verslaggever)
MISSCHIEN heeft u al eens iets gelezen of gehoord van het Nederlandse „kop-
pelnet", zonder er een duidelijke voorstelling van te hebben wat dit eigen
lijk is. Het wil zeggen, dat binnen afzienbare tijd, wanneer het grote project
voltooid is, elke Nederlander die electrische aansluiting heeft, zijn stroom be
trekt uit één gigantische gemeenschappelijke bron. Het is niet meer de stede
lijke electriciteitsfabriek, die in de plaatselijke behoefte voorziet. Alle centrales,
grote en kleine, zijn thans nog slechts schakels in een grote ketting, in de
letterlijke zin. Men kan deze ketting zien: de grote hoogspanningsmasten met
de diephangende zware draden, die men overal aantreft. Zij zijn zo nuttig, dat
u liever niet over de aesthetische schade moet spreken, die zij het landschaps
beeld berokkenen.
I
QORSPRONKELIJK waren het de
grotere gemeenten, die een electrici
teitsfabriek bouwden; dat was 40, 50
jaren geleden, in de periode van de ge
lijkstroom, toen ook de technici nog
geen besef hadden van het landelijke
of zelfs internationale karakter en de
onafzienbare mogelijkheden en vertak
kingen, die de licht- en krachtbron elec
triciteit zou gaan verkrijgen. Sindsdien
is men van de gelijkstroom naar de
wisselstroom overgestapt en zijn, onge
veer van 1910 af, de provincies zich er
mee gaan bemoeien, met het resultaat,
dat zij thans veelal de toonaangevende
rol spelen.
Wellicht verduidelijkt een beeld de
betekenis van het koppelnet enigszins:
stelt u het u voor als een verende gum-
mimat. Hij vangt de plotselinge sterke
stoten op die periodiek in de loop van
een etmaal in de stroombehoefte van
het land optreden en wel in de beruch
te „piekuren". Dit zijn de tijdstippen,
waarop de meeste fabrieken ongeveer
gelijktijdig hun motoren laten aanlo
pen, waarop in de winter in honderd
duizenden huizen licht voor aankleden
en ontbijt nodig is en het verkeer van
electrische treinen en trams bijzonder
veel stroom eist. Hoe nader een» cen
trale daarbij bij de grens van haar ver
mogen komV des te riskanter het wordt
en des te groter het gevaar van de
fecten.
Omgekeerd zijn er natuurlijk lange
perioden, 's nachts vooral, waarin
slechts een minimum aan stroom ge
bruikt wordt. Het bedrijf is dan uiterst
onrendabel, vooral bij de kleinere en
verouderde electriciteitsfabrieken, die
zware en kolenverslindende machines
bijna leeg moeten laten lopen.
Ziehier nu, hoe het net uitkomsf
geeft. In de piekuren „vult" men het
met alle energie uit alle aangesloten
fabrieken; 's nachts verzorgen een paar
centrales, de modernste, die het zuinigst
werken, het hele land.
Het Noorden gereed
T)AT IS het ideaalbeeld. De moeilijk-
u heden van de laatste jaren vinden
eenvoudig hun oorzaak daarin, dat het
net nog niet voltooid is. Of juister ge
zegd de netten. Want Nederland heeft
twee zulke netten. Het kleinere, noord
oostelijke is vrijwel klaar; het ligt om
sloten door de lijnen, die lopen door
de plaatsen Hengelo-Deventer-Zwolle
Leeuwarden-Groningen. Daar heeft men
in de afgelopen winter geen last van
de beperkingen ondervonden. Dit net
is berekend op een spanning van 110
kilovolt; deze constructie maakt het
ook op zeer lange termijn mogelijk alle
denkbare uitbreidingen in de energie
behoefte van dit landsgedeelte op te
vangen.
Anders staat het met de dichter be
volkte westelijke en zuidelijke landsde
len, waar bovendien een in verhouding
veel sterkere uitbreiding van stroom
behoefte tengevolge van industrialisatie
te verwachten is. Hier in het veel lan
gere westelijke net moeten ook veel
het is
hogere eisen gesteld worden;
daarom op 150 kv berekend.
Dit enorme net is echter nog niet
klaar. De reusachtige ketting loopt op
het ogenblik van Roermond over Geer-
truidenberg (waar een zeer groot nieuw
productiestation „Amer" gedeeltelijk
klaar, gedeeltelijk in aanbouw is), Rot
terdam, Den Haag, Velsen, Amsterdam
tot Utrecht. Hier is thans het einde; het
resterende stuk via Arnhem en Nijme
gen naar Roermond terug wordt in de
komende twee jaren voltooid. Het tem
po is vooral een kwestie van de bouw
van de nodige grote transformatoren en
andere electrische apparaten, welker af
levering soms zeer vertraagd wordt,
50 MW als grondslag.
Voor de nieuwe fabrieken gebruikt
men thans algemeen in Nederland als
grondslag een productie-eenheid die
50 MW ss 50.000 kilowatt voortbrengt.
Elke fabriek bevat een of meer van de
ze eenheden, die als de standaard van
het meest bedrijfszekere, meest ratio
nele en modernste op electriciteitsge-
bied te beschouwen zijn. In Geertrui-
denberg hoopt hen nog dit jaar een
tweede van deze 50 MW aggregaten op
te stellen: verder in elk geval in 1953
twee in Dordrecht en voorts in Velsen,
Rotterdam, enz. Uiteindelijk is het doel,
de grote netten uitsluitend uit circa
vijftien 5 twintig moderne, zuinig en
secuur werkende fabrieken te voeden;
de oude kleinere fabrieken worden
langzaam aan stilgelegd.
Piekuren verdwijnen
LIET IS mogelijk en zelfs waarschijn-
lijk, dat voortaan de lastige piekuur,
beperkingen niet meer nodig zuilen zijn.
Thans is nl. het stormachtige tempo
enigszins verlangzaamd, waarin in de
eerste na-oorlogse jaren vooral door de
vestiging van nieuwe industrieën de
aanwas van grootverbruikers steeg
Tenslotte een woord over de inten
sieve samenwei ing, die sinds enkele
jaren tussen de Westeuropese electrici-
ieitsproducenten bestaat. Er is in feite
hier al van een Europese electriciteits-
federatie sprake. Bij Maastricht komen
enorme (hier zelfs op 220 kv werkende)
leidingen binnen, die ons met Duits
land en België en via deze landen met
Zwitserland, Italië en Frankrijk ver
binden. Op deze wijze betrekt elk der
aangesloten landen in gevallen van extra
grote behoefte stroom van de andere
Deze ruil werkt naar alle kanten.
n
t,
a
n
Londense schoolkinderen hebben
een bezoek gebracht aan het im-
perial Instituut, Waar zij de laatste
werken vap bekende schilders en
beeldhouwers becritiseerden. Met
stembriefjes werd beslist wat het
populairste werk was. Valerie
Hartwell uit Sutton, bestudeert
hier „De Acrobaat", een werk van
de beeldhouwer David Tucker.
meer dan 250 Franse zangers, musici,
etc. Behalve optreden in het eigen ca
baret in de hoofdstad, staat ook een
tournee door „de provincie" op het
programma. Men heeft reeds aanbie
dingen om op te treden ontvangen uit
Engeland en Zwitserland. (Unesco),
Talrijke grote kunstenaars, musici,
philosophen en schrijvers zullen zich
in Mei naar Parijs begeven voor een
groot internationaal kunstfestival. Er
zullen schilderijententoonstellingen, con
gressen, toneel- en balletvoorstellingen
worden georganiseerd. Ook zullen
voorstellingen worden gegeven van
een aantal nieuwe opera's.
Het geheel wordt opgezet door
het Congres voor de Vrijheid van de
Cultuur, een internationale organisatie
waarvan ere-presidenten zijn Jacques
Maritain, Bertrand Russell, Benedette
Croce. Karl Jaspers, John Dewey en
Salvador de Madariaga. (Unesco).
£)E staatssecretaris van O. K. en W.
heeft een commissie voor advies in
gesteld voor het toekennen van prijzen
en het verlenen van opdrachten aan
Nederlandse componisten in 1952. In
deze commissie zijp benoemd prof. dr.
A. A. Smijers, H. Andriessen, dr. Anton
v. d. Horst. Secretaris is B. P. Wage-
mans te Den Haag.
In Maart en Mei zullen te Bonn ge
denkdagen worden gehouden ter gele
genheid van het feit, dat Beethoven
125 jaar geleden stierf. De eerste reeks
concerten begint in Maart en men re
kent er op 12000 bezoekers, w.o. 3000
buitenlanders. De symphonieconcerten
zullen worden gedirigeerd door drKarl
Böhm (Wenen), Eugen Jochum (Mün-
cben) en Otto Volkmann (Bonn) Be
halve talrijke Duitse musici en solisten
verleent een Loridens kamermuziekge
zelschap medewerking.
De Nederlandse componist Max Vre-
denburg heeft zojuist een nieuwe com
positie voltooid. Het is een siciliano
voor clavecimbel. Het is opgedragen
aan de claveciniste Jannie van Wering,
die dezer dagen voor de eerste maai
heeft uitgevoerd op een concert van
Nederlandse werken te Aken. Dit con
cert werd gegeven onder auspiciën van
het Ned. Voorlichtingsbureau te Bonn
ter gelegenheid van een in verband met
de Boekenweek gehouden tentoonstel
ling van Nederlandse boeken.
TN HET museum Boymans te Hotter-
dam wordt de tentoonstelling „Kunst
van de Maasvallei" gehouden (tot 28
April). Kunstschatten afkomstig uit het
stroomgebied van de Maas en thans be
waard in musea over de gehele wereld
zijn hier bijeengebracht. Een unieke
verzameling.
Op 65-jarige leeftijd is te Berlijn
overleden Lotte Pritzel, bekend als
vervaardigster van de naar haar ge
noemde poppen. Twee jaar geleden hield
zij nog te Londen een tentoonstelling,
die een groot succes werd.