Nog eventjes.... en 't wordt lente!
LEVE DE SCHOONMAAK
De kracht van een
goede sfeer
Modieus schoeisel
Antje
Een heel klein
mannetje
ZATERDAG 15 WAART 1952
r-RGENS kom ik binnen, bij mensen
t* die ik niet ken. In de kamer «taat
een tafel er is een lage bank, planten
decoreren de raamkozijnen en een en
kel goedgeplaatst schilderij hangt aan
de effen muur. Voor de hoge vensters
hangen geen gordijnen, het licht van
de dag is gevangen tussen de brede
vertakkingen van glanzendengroene
planten en in de voorkamer zit iemand
achter de piano en speelt.
Twee kinderen, friskoud uit school
gekomen, hebben de mantels nog half
aan. Ze lopen me voorbij en roepen:
,Nee, Moeder, dat van Guusje. Guusje
zag een negerjongen." De vrouw kijkt
opzij en streelt het haar van de klei
ne jongen, het meisje pingelt met één
vinger over de zwarte toetsen en neu
riet vals een liedje. Met iets van ont
roering vraag ik mij af waarin de be
koring van dit tafereeltje ligt? In de
rust, in de prettige ongedwongenheid
van moeder en kind, of in de vreugde er
gens te komen waar geen gekiboel en
gescheld is?
Er is iets met me gebeurd, de sfeer
van begrijpen heeft me geraakt en
•weer voel ik de macht van deze onge
breidelde vreugde. Sfeer is niet te le
ren, maar men kan er zich voor open
stellen, proberen in huis iets goed te
bouwen.
Want, bekent U het maar, zij, die
dit artikeltje lezen, we hebben alle
maal in ons leven wel eens zo'n diep-
blij moment gehad. Als we ergens
kwamen en de warmte ons om het hart
sloeg, als de harmonie prettig was en
er iets goeds in ons hart naar boven
drong. Ik weet nog hoe ik als kind re
gelrecht naar huis vloog, omdat er een
pannetje chocolademelk op de kachel
stond. Buiten waaide het en het was
bitterkoud. O, dat verrukkelijke ge
voel dat men zich later pas realiseert,
dat vertrouwde gevoel van thuis zijn
aan de warme melk, terwijl de wind
tegen de ramen beukte. Moeder stond
aan de strijkplank en ik deed iets
heel geks; iets dat geen mens toen be
greep. Ik ging naar haar toe, drukte
m'n gezicht tegen haar rok en begon
te huilen. Het was niets. Voor mij was
het veel. Ik zag niet dat het tafelkleed
dunnetjes werd dat er een rekje met
wasgoed om de kachel stond en de
schemerlampjes een hardgeel licht
verspreiden. Ik onderging de sfeer. En
ik denk bij het schrijven van dit alles
aan de jongen van tien die zomaar
bloemen mee naar huis bracht omdat
hij er zo van hield. En die door zijn
moeder ontvangen werd met de woor
den: „Ben je nou helemaal gek? Denk
je dat ons het geld op de rug groeit?"
Ik hoef hier niets meer bij te vertel
len. Ook niets van het verdriet
Het is een gelukje als je ergens ge
boren wordt waar men op deze kleine
maar zo ontzettend grote vreugden van
het leven let
De tijd waarin wij leven wordt ge
kenmerkt door één leus: „Het is geen
tijd voor kinderen, het is een slechte
tijd". En dan heb ik wel eens een le
lijk woord op de lippen over de dom
heid en tactloosheid. Kinderen wor
den te allen tijde geboren en de tijd
om hen te ontvangen is altijd rijp. De
mens echter niet. Want als er nu er
gens in ons land gezinnen zijn zoals ik
in het begin aanhaalde, waar het kind
nog samen wat zingt met moeder, de
aardige kinderliedjes van Jacob Ha
mel, waar zij hen midden in de kin
derziel grijpt door een grote warmte,
waar een vader tijd kan vinden om
a'avonds voor het slapen gaan nog
eens met hen te dollen en spannende
verhalen te verzinnenlaat dan
de Tijd slecht zijn, die Kinderen krij
gen iets waarmee ze de slechtheid te
lijf kunnen./Ze zijn toegerust met het
beste wapen ter wereld, harmonie, liet-
de en een goede ondergrond. Want een
sfeer is niet gebonden aan rijke inte
rieurs aan veel opsmuk en dikdoene
rij. Elk kind zal kunnen zeggen waar
hij het fijn vindt om te komen. In die
gezinnen waar gespeeld mag worden,
geravot, geknoeid, en waar iemand is
die hun op een simpele manier on
merkbaar leiding geeft. En dan zou ik
met nadruk willen zeggen dat de tijd
wijzelf zijn. Wij onthouden onszelf de
sfeer in huis, en onze hummels hun
rust. Ieder mens kan gezelligheid in
zijn gezin krijgen als hij de moeite
neemt er voor open te staan. Dat gelat
niet uitsluitend voor hen die met veel
geldelijke middelen zijn toebedeeld,
maar misschien méér nog voor hen,
die voelen waar het in zit, in een le
vende belangstelling ten opzichte van
elkaar, in een willen aanvoe en wat
men vooral nu zo hard nodig heeft.
De sfeer die opwelt uit het hart en
wonderen verricht. Ons verschuilen
achter de gejaagdheid van deze omwen
teling gaat niet altijd op. Ik vraag, U,
wat zet U tegenover de rusteloosheid
die ons allen kan bespringen? En dan
is er maar één ding. De kracht om m a
eigen woning iets uit te dragen dat
sfeér heet en geen enkel mens onsooit
kan ontrukken. De ziel, die haar heste
wapen gebruikt om onszelf, onze man
en ons kind het meest kostbare te
schenken
^JOG één week en het is lente! (Vol
gens de kalender althans....)
Wat onze garderobe aangaat, zal
het nog niet direct zo zijn, dat men
de zomerkleding kan aantrekken.
Wel zullen de optimisten de „over
winteraars" te voorschijn halen, om
ze alvast aan een grondige inspectie
te onderwerpen. Bij het ene japon
netje wordt een zoom uitgelegd en bi)
het andere een aardige garnering ge
zocht, welke de jurk een nieuw aan-
?,?n ?oet geven. Men diene evenwel,
bij wijze van reserve, enkele halfwol
len pullovers en vestjes achter de
hand te houden, want nog immer zijn
De nieuwe mode brengt kleine
hoedjes met voiles. Hierboven een
der voorjaarsmodellen de c -
lectie van Max Heymans, die ae
vorige week in Amsterdam wera
getoond.
de gezegden „Maart roert zijn staart'
en „April doet wat ht) wil" van
krachtOok een zachtwollen
deux-pièces is geen overdadige luxe.
Integendeel, juist dit tweedelig cos-
tuumpje kan onschatbare diensten
bewijzen in het voorjaar. Al is dat
alleen reeds door de vele variaties,
waartoe het zich leent: geheel als
costuum, de rok geassisteerd door een
verscheidenheid aan blouses en de
blouse in combinatie met gezellige
rokjes
Eigenlijk mag een deux-pièces in
geen enkele kleedkast ontbreken,
vooral niet wanneer de garderobe be-
fODRA er maar een bewijs je van voorjaar ia de lucht zU, krijgt de huls-
vrouw het te pakken. Of de heer des huizes nu al zucht en steunt, er
helpt geen moedertjelief aan: alles moet van rijn plaats en gesopt en Be
klopt worden. Maar voordien zorgen we eerst, dat ons schoonmaaktenue in
orde is, zodat niet behoeven te schrikken, al» er plotseling gebeld
wordt. In een goed wasbaar japonschort met een gezellig patroontje zijn
we altijd toonbaar.
perkt van omvang ishetgeen tj)
velen onder ons het geval is.
Een schattig wandelpakje is wel het
model van de eerste afbeelding, zacht
groen in eenvoudige gedistingeerde op
zet. De daaromheen gegroepeerde il
lustraties laten mogelijkheden voor
metamorphoses open.
Mocht hét toch te fris blijken Iets
waarop een zeer grote kans bestaat in
ons klimaat, dan weet de Frangaise
zich te redden met de grote pelsmof.
Een coquet mutsje in dezelfde borit-
soort verleent aan dit pakje aparte
charme.
Het kan echter ook gebeuren, dat
men zich ietwat boos maakt over de
Maartse buien: welnu dan is een
warme mantel, zoals de tweede af
beelding laat zien, een toevluchtsoord.
Het zeep ruime model heeft veel weg
van een swagger. Men draagt er, van
wege het sportief cachet, een cein
tuur bij, zodanig, dat de jas aan de
voorzijde ruim „overbloust". Er is
echter geen enkel bezwaar tegen om
een ceintuur in afstekende kleur te
kiezen! De grote zakken van
Franse oorsprong -komen altijd
goed van pas, ook bijvoorbeeld om een
alpientje te verbergen, dat onmiddel
lijk in top gaat, wanneer de moestal
duurbetaalde krullen een speelbal van
regen en wind dreigen te worden.
Trouwens, tot deze bescherming
draagt ook ,'e flinke platte kraag een
steentje bij. Deze kan dienen als een
royale hals-bedekking, waarin de
punt van de hoofddoek onzichtbaar
verdwijnt. De kleur van deze mantel
is verder aangepast bij de moderne
staalkaart: beige-bruin.
Moge het echter niet van al te lan
ge duur zijn, dat wij een dergelijke
mantel moeten gebruiken. Of liever:
Wij wensen hem een spoedige wel
verdiende rust toe in de ouderwetse
mottenzakken welke het altijd prima
doen, alle andere middelen ten spijt!
RITA
Voor 't hier afgebeelde mo
del heeft u nodig ca. 3.25 M.
stof van 90 c.M. breed. Het
heeft een aangeknipte
kraag, flinke zakken,
elastiek in de taille en naar
verkiezing knoop- of rits
sluiting. Voor de laatste
vervalt het aangeknipte be
leg, terwijl de onderkant
van de kraag dan volgens de
stippellijn geknipt wordt.
We naaien in de voorbaan
de figuurnaad dicht en zet
ten de zakken op, die met
afstekend band gegarneerd
zijn. Zij. en schoudernaden
sluiten, waarbij de rug
schouders iets ingehouden
worden. Tegen de kraag
naaien we het beleg, dat aan
één stuk geknipt is, zodat
het middenachter geen naad
krijgt. Een 50 60 c.M.
lange rits stikken we tegen
de voorkanten en we sluiten
het overige gedeelte van de
middenvoorraad. We naaien
het garneerband op de mou
wen, voor we de naad
dichtmaken, en zetten ze
dan over de kop iets inge
houden, naad op naad val
lend in het armseat. In de
taille wordt een schuif
to
rf.\3Vli32V0W.
n»
Bral niet langer
voor de vraat
zuchtige motten,
nu U volop
geHIITINiseerde,
motvrlje wol
kunt kopen
(Advertentie, Ing. Med.)
tegengestikt, waardoor we elastiek ha.
len, dat de japon op taillewijdte in-
rimpelt.
Voelt u meer voor knoopsluiting,
dan knipt u het hier getekende beleg
wel aan, vouwt het naar binnen, waar
u het met het beleg van de kraag ver-
Dindt en brengt op de middenvoorltjn
knopen en knoopsgaten aan.
U kunt dit patroon ook heel goed
gebruiken voor een eenvoudig huis- of
vacantiejurkje met of zonder zakken.
U garneert de kraag dan b.v. met een
wit bloemmotief, zoals we tegenwoor
dig kant en klaar kunnen kopen en
maakt er ook een paar witte manchet
ten bij. Een wit ceintuurtje of één van
de japonstof (100 bij 3 4 c.M.) vol
tooit het geheel. Desgewenst kunt u
dan de schuif in de taille laten ver
vallen, de zijnaad een paar c.M. meer
tailleren en een coupenaadje of een
paar plooitjes in de rug maken. U
heeft dan met weinig moeite en kos
ten een gemakkelijk zittend japon
netje!
Als jullie eens wat vrien
den of vriendinnen op be
zoek hebben, weet ik een
erg leuk toneelstukje waar,
als je het goed opvoert,
iedereen zich tranen om zal
lachen. Goed opletten dan
zullen jullie spoedig begrij
pen wat de bedoeling is.
Tussen de eet- en de zit
kamer hangen meestal gor
dijnen. Je sluit deze en zet
er in het midden een tafel
tje of een bankje voor dat
50 tot 60 cm. hoog is. Nu
kun je misschien wel een
oud, wijd overhemd van va
der te pakken krijgen. Je
doet dit aan, sluit de boord
en doet er een das om. Ver
volgens heb je een kleine
korte broek of een kleine
plus-four van broertje no
dig. Je doet je armen door
de broekspijpen en trekt het
broekje dan op tot ongeveer
je elleboog. Doe nu aan je
handen een paar sokjes en
daar overheen een paar
kleine schoentjes.
u vr
Nu komt het er op aan.
Je gaat tussen de tafel en
de gordijnen staat met je
gezicht aar de kamer en
zet je handen (waar de
schoentje aan zitten) op het
tafelblad. De opening tus
sen de twee gordijnen is
dus vlak achter je rug. Een
vriendje of vriendinnetje
van je, die ongeveer de zelf
de lengte heeft, gaat nu ach
ter het gordijn staat. Doet
de twee gordijnen iets van
elkaar en steekt de armen
in de mouwen van het wijde
overhemd dat de ander aan
heeft. Het gordijn wordt nu
weer zo goed mogelijk ge-
slotep, zodat de persoon ach
ter het gordijn niet is te
zien. Van voren gezien is het
nu net of er een heel klein
mannetje op de tafel staat
dat de malste fratsen Kan
maken. 'Voordat je het gaat
opvoeren moet je goed oefe
nen en dan moet het man
netje natuurlijk iets gaan
zeggen of een verhaaltje
vertellen dat ook van te vo
ren moet zijn ingestudeerd.
Mijn zusje Antje
heeft een jurkje
met een kantje
en een hoedje
met een veer
en nog heel
veel meer.
Als aan Zondags
zusje Antje
in haar jurkje
met het kantje
en haar hoedje
met de veer
en nog heel
veel meer
aan 't wand'len gaat
in de straat,
kijkt iedereen
naar haar.
't Is waar!
En men zegt:
„Zie je dat
wat een schat!"
Maar thuis
is Antje,
met haar jurkje
en het kantje
met het hoedje
en de veer
en nog heel
veel meer,
altijd stout
hard en koud.
Altijd treuzelen
met eten.
Altijd alles
prompt vergeten.
Altijd ruzie.
Altijd naar.
't Is waar!
Heb jij ook soms
net als Antje
een mooi jurkje
met een kantje
en een hoedje
met een veer
en nog heel
veel meer?
Vergeet dan
(zo Je ziet)
het voornaamste
niet!
Zorg dat je mooi bent
om te beginnen
niet van buiten
maar van binnen!
WAT STAAT ER OP
DE KLOK?
Zoek de B's
Op deze tekening staan 'n
heleboel dingen afgebeeld
die met een B beginnen. Ik
zie een Bakfiets en een
Boom en een.... nee, meer
zeg ik niet. Jullie moeten 't
maar eens opschrijven, je
kunt er zeker wel 25 vin
den. Je kunt er ook een
leuk spelletje van maken.
Ieder m&g de tekening 5
minuten bekijken en dan de
woorden met een B op
schrijven. Wie de meeste
heeft is winnaar.
Hiernaast staat 'n wijzer
plaat getekend waarvan de
cijfers zijn vervangen door
letters. Deze letters vormen
een belangrijke spreuk die
op ieder van jullie van toe
passing is. Hoe kunnen we
nu deze zin vinden? Er zijn
een* aantal tijdaanduidingen
gegeven. Als je goed op de
klok kunt kijken weet je
hoe steeds de wijzers moe
ten staan. Staat er bijvoor
beeld: vijf voor zes, dan
wijst de grote wijzer naar
de 11 (dus de T) en de klei
ne naar de 6 (dus de L).
Op deze wijze stellen alle
letters voor. Zet deze letters
achter elkaar en je kent de
spreuk. Denk er om: steeds
eerst de letter van de grote
wijzer en daarna de letter
van de kleine wijzer op
schrijven.
Tien over twaalf, tien
over half zes, kwart voor
acht, half negen, kwart
voor één, vijf voor tien, vijf
over half twaalf, half vijf,
twee uur, zeven uur, tien
over half twee, kwart over
elf, twintig over twaalf,
half zes. Bij de laatste tijd
aanduiding staan de wijzers
op elkaar hier wordt dus
maar één letter bedoeld.
Mie» voelt zich beslist
niet floed,
'k Denk dat ze naar een
dokter moet.
De dokter schrijft een
drankje voor:
„Drie maal daags een
lepel hoor!"
Mies neemt gauw een
lepel in,
„Lekker zeg, dat 's
naar mijn zin!"
Het drankje smaakt naar
zoute drop,
Ze drinkt alles uit 't
flesje op!
Zo dom als Mies is
er niet een.
Nu i» ze zieker dan
voorheen!
Lakschoentjes met ingebouwd
hakje. Met een bijpassende tas
vormt het geheel een aardige
combinatie bij een gekleed
toiletje.
Heerlijke sportschoenen van
shrunkleer.
Een paar aardige schoentjes met
modieuze enkelbandjet