mijn schoenen?
Kleur is karakter, ook in huis
Marinewit fris
Vrolijke en dank
bare gevoelens
L..tr W
9 van de 10 vrouwen
zeggen „Ja"
K
Hoe scheppen
v/ij harmonie?
Dgt i IIC
Rinkeleking
Hoe zit dat nu?
Woordenraadsel
NIET MOOI
als 't voorjaar zelf
ZATERDAG 26 APRIL 1952
meet u, een mens is toch eigenlijk een
dwaas wezen. U neemt mij niet
kwalijk, dat ik dat zomaar rohduit in
de krant zet, want ik sluit er mij zelf
royaal bij in. Dwaas en onredelijk; en
daardoor voor een groot deel van zijn
korte leven beroofd van het vermogen
wezenlijk gelukkig te zijn.
Deze wijsheid die trouwens al zo
oud is als de goede aarde die maar ge
duldig met ons rond de zon toert
deze eenvoudige waarheid werd mij be
schamend duidelijk toen ik op die stra
lende Paas-Maandag in mijn erker zat,
omringd door het goede der aarde voor
alle vijf zinnen tegelijk. Het oog ging
te gast als al die prille kleurenpracht.
Dat schilderijtje kreeg ik zomaar ca
deau, in de lijst van mijn venster. En
achter mij speelde e enradio-orkest de
zangerige finale van Beethovens Pas
torale, met een motief zo verrukkelijk
en vleiend als een wiegelied: vrolijke en
dankbare gevoelens na de storm.
Doen wij daar eigenlijk wel eens aan,
dacht ik zo: aan die vrolijke en dank
bare gevoelens na die storm van een
jaar of zeven geleden? Wij hebben er.
zou ik zo denken, alle reden toe. Wij
dragen weer mantelpakjes en breien
weer korenblauwe truitjes tegen de
klippen op. (Hebt u ooit zulke inge-
rvieuzebreisters gezien als de Neder
landse vrouw?) Wij drinken weer, of
het vanzelf spreekt, onze echte thee,
warm en geurig, uit welk fraai aarde
werk wij maar verkiezen. Wij zetten
onze radio weer in volle vrijheid aan, zij
het niet altijd met onvermengd genoe
gen.
Maar herinnert u zich de tijd nog, dat
wij, ergens in een donkere kast, tussen
echoenen en jurken en hoedendozen,
met het oor op een angstvallig gecamou
fleerd kastje, iets hoorbaars probeerden
te schiften uit een jankend en gierend
sargeluid? Herinnert u zich de beklem
ming nog, juist van de feestdagen uit
die tijd. met de mannei achter de dichte
schuifdeuren, de schuilplaats op een
kier, en de straten, waar toch diezelfde
goede zon scheen, vol vrouwen, enkel
maar vrouwen, in vermaakte, verscho
ten mantels en verkleurde kousen in
oude schoenen?
Liet is trouwens niet alleen die storm
van de tweede wereldoorlog die
dankbare gevoelens 'ij ons behoorde
wakker te roepen. Men kan bij tijden
heimwee hebben naar bepaalde aspecten
van vervlogen tijden; maar waren die
tijden werkelijk zo benijdenswaard? Als
ik uit mijn erker de eindeloze lente
optocht naar buiten zie trekken, begin
ik mij eerlijk in mijn eigen tijd een klein
beetje behaaglijk te gevoelen.
Daar iaan een vader en een moeder
op de fiets, elk met een spruit op de
bagagedrager, en een kleiner aflevering
voarop. Zij hebben blijkbaar een fikse
tocht achter de rug, en komen zoetjes
aan weer eens huistoe omdat de kleine
magen beginnen te knorren.
Zou zoiets vijftig jaar geleden moge
lijk zijn geweest? Een arbeidersgezin
rond de eeuwwisseling, met vier kin
deren een hele dag erop uit? De ver
onderstelling is t; belachelijk om los te
lopen.
Van twee fietsen was om te beginnen
geen sprake geweest. Wie op zon
velocipède rondtoerde was een matador
van sportiviteit en daarenboven nog ge
zegend met niet onaardige middelen.
Tweede Paasdag, zo die al vrijaf op
leverde, bracht als enig vertier de kroeg
of een stoel op de stoep, om te ont-
Dit aardige mantel-jurkje werd op
de onlange te Parijs gehouden
lente-show getoond. Het is
dubbele jurk, waarvan de bovenste
door het van voren opengesneden
gedeelte het karakter heeft van
een mantel.
Brei niet langer
woor de vraat-
auohllge mollen
nu U volop
yeMITINiseerdc
molvrlje wol
kunt kopen
*A LS WE kleinbehuisd zijn, komen we
altijd bergruimte te kort, en is het
dikwijls een hele puzzle, hoe we een
vaste plaats voor alles moeten vinden.
Daarom is zo'n schoenenzak erg han
dig, want we kunnen hem aan de loand
of aan de binnenkant van een kast
deur ophangen. Hij neemt dus niet
veel plaats in en je kunt er heel wat
schoenen in kwijt. In elk vakje past
één heren- of damesschoen, van san
dalen of kinderschoentjes kunnen er
wel twee in.
Voor de achterkant heeft u nodig een
lap stof van 52 cm breed en 83 cm
hoog, plus drie repen van 17 bij 88 cm
voor de zakjes (naden en zomen niet
meegerekend). Is de stof niet stevig
genoeg, dan voert u ze. Hier zijn de
randen met band of andere stof afge
biesd, maar u kunt ze ook gewoon
zomen. Hieronder vindt u het patroon
van zo'n vakjesreep. Langs de boven
rand wordt hij gezoomd en afgebiesd.
Dan legt u x op o vallend de plooien
in en stikt de onderkant op de lap. De
onderste reep 2 cm, de tweede 29 cm
en de derde 54 cm vanaf de onderrand.
De zijkanten van de reep worden met
een klein inslagje 2 cm vanaf de zij
kanten van de lap opgestikt. Het mid
den van elke plooi stikt u eveneens op
m'
ADVERTENTIE
als U ee vraagt of ze wel
MAÏZENA DURYEA ge
bruiken. Maar er zijn er
onder, die zich vergissen.
Die vroegen wel - en welbe
wust-MAÏZENA DURYEA,
maar zij waren te goedge
lovig en letten niet op de
naam DURYEA, die beslist
op 't pak moet staan. Jawel -
uit de resultaten bleek t gauw
genoeg. Wat 'n verschil
Niet zö maar is MAÏZENA
DURYEA wereldvermaard
geworden als het ideale bind
middel voor groenten, soepen
en sausen. VrMg dus niet
alleenM AIZEN A DURYEA,
maar let op dat U ook
DURYEA krijgt.
(Advertentie, Ing. Med.)
komen aan de benauwdheid van het
duffe kamertje, het bedompte keukentje
met de pomp en de rioollucht.
Het thema is te verleidelijk om niet
te vervolgen. Zoudt u graag als vrouw
geboden zijn in de tijd van uw groot
moeder. om bij zomers weer, met nauwe
glacé handschoenen aan en een boordje
tot uw oren, onder de wiebelende veren-
pracht van een enorme hoed, in hoge en
hooggelakte laarsjes langs de zonnige
straten te trippelen, bij elke stap het
stof opvegend met uw sleep? Hoe zou u
ooit met al die tuigage langs een smal
sintelweggetje hebben kunnen wande
len of over een wiebelige plank boven
een boeresloot?
Had u huisvrouw willen zijn in de
tijd van de Camera Obscura, met al de
omslag van portières, étagères, olie
lampen, turffornulzen, lampetkannen,
stoffers en blikken, glazenspuiten,
strijkbouten? Had u voor de flatteuze
luifelhoed en crinoline grif uw stof
zuiger, uw electrisch licht, uw gascom-
foor, uw stromend water, uw lucifers,
uw fiets, uw naaimachine, uw reukloos
sanitair, uw hoorn des overvloeds van
fruit en groenten over gehad?
Wij hebben het nog niet zo slecht ge
troffen met onze tijd. Mits wij maar één
ding, van moeder op dochter, weten te
redden: de poëzie des levens, en het ver
mogen die te genieten. SASKIA
de lap. Van boven voorziet u de rand
van twee of drie lusjes om op te han
gen en klaar bent u.
Gebruikt u effen stof, dan is het wel
aardig om op de vakjes een versiering
aan te brengen, vooral als de lap op
een zichtbare plaats hangt. Is de zak
uitsluitend voor de kinderen bestemd,
dan zullen ze het prachtig vinden, als u
van overgeschoten lapjes grappige
figuurtjes knipt en deze met een fes-
tonneersteekje opnaait. In een groot
gezin is het practisch een dergelijke
zak naast de kapstok te hangen voor
handschoenen, sjaals, overschoenen
enz. De afmetingen kunt u naar be
lieven wijtigen. ELLA
ALS wij het nog niet
wisten, dan hebben
de Paasdagen het ons
wel verteld, „KLEUR IS
KARAKTER".
In een overmoedig
land. dat tintelde van
blauw, geel en groen, is
een ieder er op uit ge
trokken. Lachend en
flirtend met de zon ge
loofde men in beloften
van eeuwige trouw. Men
leefde er op los alsof er
geen koudje aan de lucht
was. En dat was er dan
Ook niet! Daarom zong
elk vogeltje zoals het
gebekt was en sloeg zijn
vleugels uit naar Ooit
en Zuid, naar duin en
bos, naar geluk en zalige
goedheid van roosteren
de warmte.
Vergeten was het grijs
en grauw van de voor
bije weken en ons landje
ontvouwde zijn stalen
kaart van wisselende
kleurenlandschappen als
een ijverig standwerker
zijn producten.
Ontelbare kleuren sier
den de dagen en zij dien
den niet voor camouflage,
maar werkten in op fan
tasie en ondernemings
geest. Zij brachten leven
en vrolijkheid. Zij gaven
het land haar karakter
en lieten het een duide
lijke taal spreken tegen
jong en oud, vriend en
vreemdeling.
Kleur is karakter. Zo is
het buiten, zo is het in
huis, waar de bewoners
het in de hand hebben
dat karakter te bepalen.
Willen wij kleur in
huis? Willen wij leven
te midden van grauwe
tinten of van warme
kleuren die onze kamers
gezellig maken? Of ver
kiest U de mooie volle
kleuren als blauw, oranje.
groen die in de moderne
stoffen verwerkt zijn?
Meer dan wij mis
schien beseffen werken
kleuren op ons in. Een
kleur kan rust geven,
opwekken en ter neer
drukken. In werkruim
ten kan de arbeid er
prettig door verlopen of
de lust tot werken ver
groot worden.
En is voor ons. ons huis
hiet zowel de grote werk
ruimte als de plaats waar
wij weer tot rust kunnen
komen? Waar wij op alle
menieren van ons leven
willen genieten en ons
volop mens kunnen
oelen?
I/LEUR heeft een het
leven veraangenamen
de taak en de kleuren in
ons huis, gesteund door
vcrm en lijn, zijn meestal
een weergave van onze
persoon.
Wij, in Nederland, zijn
steeds voorzichtig met
de kleuren omgegaan. Wij
matiger, te sterk enthou
siasme. wij zitten vast
aan oude normen en oude
stijlen.
Maar nieuwe bouw
kunst, nieuwe levenseisen
vragen ook om verjon
ging binnenshuis. Wij
zullen met behoud van
het goede en reeds lang-
bepioefde, zonder ons de
wet voor te laten schrij
ven door extremisten,
naar een goede oplossing
zoeken. Veel lelijks, veel
overbodigs, veel node
loze tierlantijnen maken
het leven vermoeiend.
Een te-veel aan kleuren,
een te grote verscheiden
heid, een onharmonieue
geheel maakt de men»
misselijk, dood-op en be
zorgt hem schele hoofd
pijn.
Een harmonieus geheel
redt ons van alle klach
ten en maakt het hui»
tot een aangename ver
blijfplaats van het gezin.
Nu is het gemakkelijk
gezegd dat wij het in onze
eigen hand hebben ka
rakter aan onze huis
inrichting te geven. Maar
om het nu uit te voercnl
Heeft men hier en daar
eens rond gekeken, dan
weet men wel dat men
alles in overeenstemming
moet nemen. Een kamer
geheel nieuw inrichten i»
dus niet zo moeilijk.
Maar nu, om van oud
iets nieuws te maken,
om slechts een enkel
stuic te vervangen, hetzij
dat een gordijn of vloer
kleed, een nieuwe verf
of een wandversiering is.
Zo'n keuze vraagt een
grotere verantwoording.
Om dan iets behoorlijks
tot stand te brengen moet
men zich wel degelijk af
vragen of het niet te zeer
afwijkt van de rest van
de omgeving, of het past
bij onszelf en onze levens
manieren, en vooral hoe
en waarvoor wij het ge
bruiken moeten. Laten
wij vooral zorgen geen
vlag op een modder
schuit te hijsen.
Ja werkelijk, dèt Is een
opgave die de moeite
waard is om met zorg te
worden uitgevoerd. Mis
schien wel een opgave
om een kleur van te
krijgen omdat wij hier
moeten laten zien wat er
in ons zit. PETRA.
MET WAARDEBON VOOR
Num GOAL VOETBAlfOTO
(Advertentie,
Med.)
„Ik heb het niet gedaan!"
verdedigde Roel zich. „Ik
ben helemaal niet op de
speelplaats geweest. Ik
moest voor moeder nog
even een boodschap doen
en ben direct daarna naar
huis gegaan. Ik geloof dat
Frans ter Beek en Rien
Takken hebben gevoetbald.
Ze doen dat wel meer!"
„Best, Roel", antwoordde het
hoofd der school. Ik wil je
wel geloven, maar iemand
moet toch die bal door de
ruit van de derde klas heb
ben geschoten. Misschien
heb ik jé verkeerd beoor
deeld. Ga maar, ik zal het
wel verder uitzoeken".
Roel verliet de directie
kamer en meneer Zandstra
bleef met zijn gedachten
alleen. Toen om 4 uur de
schoolbel blonk betrad me
neer Zandstra juist de zes
de klas. „Dag jongens"
groette hij. „Er is door een
van jullie een ruit van de
school gebroken. Eerst
dacht ik dat Roel de schul
dige was, maar hij zegt er
niets van te weten. Frans
ter Beek en Rien Takken,
zijn jullie gisteren na 4 uur
nog op de speelplaats ge
weest?" Het werd zo stil in
de klas, dat je een speld
on horen vallen. „Als jullie
vanaf je plaats geen ant
woord willen geven doe
het dan maar voor de klas",
vervolgde het hoofd 2ijn
stem verheffend. „Kom jij
er ook even bij, Roel!"
Schoorvoetend trad het
drietal naar voren. „Ik was
het niet, meneer", sprak
Rien Takken zacht. „Ik ben
samen met Frans ter Beek
naar huis gelopen!" „Zo, dan
heeft niemand het dus ge
daan!", sprak Meester
Zandstra. „Dan hebben de
kaboutertjes zeker gevoet
bald. Wat is jouw ant-
Meneer Pieterse wilde
graag naar Canada verhui
zen en daarom ging hij
naar het emigratie-kantoor
om zich op te geven. Hij
moest eerst erg lang in de
rij wachten en stak, toen hij
woord nu, Roel?" „Ik.... eindelijk aan de beurt was,
ik heb het U al gezegdzijn hoofd door het loketje.
stotterde de jongen. „Ik...
ik ben direct voor moeder
naar de slager gegaan
ik.,., ik heb trouwens niet
eens een rode bal....!"
„Nu, dan geef ik het op!",
eindigde het hoofd, „tot
morgen, jongens!" Joelend
verliet de zesde klas het
schoolgebouw. Ook Roel
wilde snel wegrennen, maar
voelde zich plots bij zijn
kraag gegrepen. „Ga eens
even mee, vriend!", sprak
Meneer Zandstra streng.
Met een hoog rode kleur
zat Roel even later in de
directie-kamer. „Ik.... ik
weet echt nie....", begon
hij weer. „Stil!", riep het
hoofd, „met ieder woord
werk je je dieper in het
spinneweb. Je hebt het wèl
gedaan.... Je hebt jezelf
verraden.... zeg maar eens
hoe je wist dat het een
RODE bal was!"
Hij zag een jongeman zit
ten met een bril op het
puntje van zijn neus. „Ik
wil emigreren!" zei Pie
terse.
„Juist", zei het ventje.
„Dan moet deze vragenlijst
worden ingevuld. Uw naam
Pieterse beantwoord
de veertien vragen en ging
toen weer naar huis met de
mededeling dat hij spoedig
wel iets zou horen.
Wat er nu met die jon
geman achter het loketje
aan de hand was weten we
niet. In ieder geval had hij
alle antwoorden achter de
verkeerde vragen gezet.
Toen hij het formulier nog
eens nalas, stond er het
volgende;
Uw naam:
Piet, de rood-bonte koe
Adres:
In een hutje in Canada
Geboren:
Nee
Wat heeft U
voor bedrijf?
Morgen
Had U pluimvee?
Twee jongens en een
meisje
Nog ander vee?
Vliegen
Heeft U kinderen?
895
Waar wilt U het
liefst wonen?
Aan de Oostkant no. 78
Wilt U er heen
vliegen of varen
en wanneer?
in 1922
Op wat voor wijze
denkt U in Canada
Uw geld t' verdie
nen?
Met Anna van Buren
Hoeveel gulden
heeft U?
Een boerderij met wat
er aan vast zit
Wanneer wilt U
vertrekken?
Pieterse
Heeft U familie in
Canada?
20 kippen en een haan
Is U gehuwd?
als scharensliep.
Jullie begrijpen dat de
jongeman direct de goede
vragen bij de goede ant
woorden ging zoeken. Wil
len jullie hem even helpen?
De acht tekeningen beel
den acht woorden uit van
vijf letters. Probeer de
woorden in het figuur te
plaatsen. Van ieder woord
zijfl twee letters bekend.
Denk er om, de woorden
beginnen en lopen in de
richting van de pijltjes.
Een aapje zit
met een kersepit
in zijn kooi.
Mooi.
Hij zegt: „sapperloot,
ik verveel me dood",
stopt de pit
van de grond
in zijn mond,
allemaal in die kooi.
Mooi!
Ineens,
met fluit-geluid
vliegt de pit
zijn mond weer uit,
door het hek
in Pa's nek.
Pa roept „Au",
wat heb ik nou,
't Komt uit die kooi!"
Mooi!
Hij opent de deur
Zegt „Rare signeur".
Maar 't aapje lacht.
had dat vervracht.
Slaat, over pa's bol,
op hol,
Uit de kooL
Mooi!
De deur smakt dicht
voor pa's gezicht,
't Aapje is vrij
en zichtbaar blij.
Maar pa zit op 't hooi
in de kooi.
Niet mooi!!!
Mies is heel vroeg
opgestaan,
Om eens flink aan
't werk te gaan.
„Wat donker nog!",
roept ze. „Komaan,
Dan vlug het licht
maar aangedaan!"
„Wat is er nu weer
aan de hand.'
De lamp is zeker
doorgebrand!"
Een uur zwoegt Mies,
kwaad als een spin.
De nieuwe lamp wil er
niet in.
Als eindelijk de lamp
het doet,
Schijnt 't zonnetje
in Mietjes snoet!
QARNERINGEN spelen altijd een
grote rol in bnze garderobe en kun
nen japonnetjes en pakjes een zeker
cachet of frisse noot verlenen. Een
saai jurkje kan door een aardig garni-
tuurtje, bestaande uit kraagje of vest
je met bijbehorende manchetjes, ge
heel opgevrolijkt worden en zelfs een
oud kledingstukje krijgt hierdoor vaak
een geheel nieuw aanzien.
Op dit terrein zijn er heel veel mo
gelijkheden. Klein geruite stof, waar
in de kleur van het toiletje domineert
of tenminste voorkomt, is hier een
voorbeeld van. Maar dit voorjaar en
deze zomer zullen de witte garnerin
gen en vooral die van wit piqué een
goede beurt maken. Ze zijn dan ook
verreweg het meest flatteus en kunnen
door een ieder met succes gedragen
worden, mits men er natuurlijk voor
zorgt dat ze smetteloos zijn. Er gaat
altijd een zekere verzorgdheid van
uit Vooral op zwart en marineblauw
(Advtrtenti», 1»». Med.)
Dit zeer jeugdig modelletje is van
zacht-blauw linnen vervaardigd en
heeft een franjegarnering langs de
halsuitsnijding en de kort aange
knipte mouwtjes. De rok is wijd
klokkend 4-baanswaarvan de
toomaad zich in het lijfje voort
zet. Dit laatste krijgt hierdoor èn
door de figuurnaadjes vanuit de
zijnaden de gewenste coupe.
doen ze het uitstekend. Marine-wit
hoort a.h.w. bij deze tijd van het jaar
en is even fris als het voorjaar zelf.
Naast zwart en marineblauw leent
ook grijs zich goed voor deze witte
garneringen, welke we dit seizoen dan
ook veelvuldig zullen zien dragen.
De Parijse modehuizen hebben al
enige jaren getracht ook de bruin-wit
combinatie te infiltreren, maar tot nu
toe hebben ze daarmee nog weinig
succes geboekt. De dames staan er
schijnbaar wat huiverig tegenover. Ten
onrechte echter! Zij zullen er vast en
zeker geen spijt van hebben.
Handig is. dat er op het ogenblik
piqué in d<» handel is, dat ook na het
wassen haar stevigheid behoudt, zodat
het steeds opnieuw stijven overbodig
wordt. Op een show zag ik vele zomer
japonnetjes, die een grote ronde opge
stikte pas van wit piqué hadden. Juist
voor dergelijke jurkjes is deze pretti
ge eigenschap zeer zeker een groot
voordeel.
Hypermodern is de franje-garnering.
De Franse ontwerper Hubert de Gi-
venchy bracht ze, naast volants en
broderie in zijn romantische collectie