Deze zomer is de verlaagde taillelijn zeer in trek
Gevaarlijk gerief
Op eigen
houtje
k
1
c
-ij]
J jg
Krufswoordpuzzelaars aan de slag!
Hersengymnastiek
van Carven,
Ideeën
Dior en Eath
Hanneke
de schoenmaker
DE HAAS EN DOKTER BEER
EEN GARAGE
VOL AUTO'S
Al is de zon niet geregeld in ons ge
zelschap, toch is het wel zo, dat de
meeste lezeressen de winterse kledij
afgezworen en modieuze zomertoiletten
te voorschijn gehaald hebben. Nu is ons
klimaat niet bepaald van dien aard, dat
men zo maar buiten een kort jasje,
jumper of vest kan. Vooral de avonden
kunnen bedriegelijk koel zijn. Daarom
doet men er goed aan, wat achter de
hand te houden en niet alles op te ber
gen.
Nu wij toch de zomer in het hoofd
hebben, willen wij u meteen kennis la
ten maken met de nieuwste schepping
van Carven, een van de bekendste en
gevierde Parijse modeontwerpsters.
Laten het veelal de heren der schep
ping zijn, die het in de modewereld
voor het zeggen hebben, Carven is het
voorbeeld van de vrouw, die ook iets
te vertellen wil hebben. Zij heeft een
aparte smaak, houdt van het eenvou
dige, dat gedistingeerd aandoet. Wat
zegt u bijvoorbeeld van deze hemels
blauwe wollen ottoman japon, waar
van de coupe van het voorpand zo is
gesneden, dat het geheel enigszins aan
een bolero doet denken. De mouwen
zijn vrij kort, de kraag daarentegen
hoog. Gewoonlijk wordt dit model uit
gevoerd in zachte pasteltinten, waar
bij een ceintuur en tas in afstekende
kleur worden gedragen.
Carven heeft haar gedachten even
eens laten gaan over de deux-pièces
voor deze zomer. Men beweert, dat die
tot de aantrekkelijkste van Parijs be
horen. Carven gebruikt zwart met wit
te wollen ruitenstof of verwerkt uiterst
fijne streep- of ruitmotiefjes tot stevig
omgorde jasjes met fantasieschootjes
over wijde, geplisseerde rokkèn.
Cristian Dior zou geen bijzonder
ontwerper zijn, als hij niet met iets
aparts op tafel kwam. Hij voerde een
nieuwe taillelijn in, zoals uit bijgaan
de illustratie blijkt. Kwestie van smaak
zullen we maar zeggen....
Wat betreft de rug, ook bij de deux-
pièces houdt Dior er van om hieraan
extra zorg te besteden. Dit gedeelte is
vrij ruim en wordt bijeengehouden
door een ceintuurtje. Vaak ook past hij
zoals de mannequin laat zien, de blou-
sende rug toe, in combinatie met de
iets omhoog gewerkte taille. Dior ver
werkte in zijn deux-pièces alpaca en
veerkrachtige stoffen.
Jacques Fath daarentegen brengt
modellen van flanel, eenkleurig tweed
en ook alpaca. Van donkergrijs flanel
bijv. maakte hij een hooggesloten jas
je met zwaluwstaart, gegarneerd met
parelmoeren knopen langs de gehele
buitenrand. Het model werd gedragen
over een nauwsluitende rok met brede,
insnoerende ceintuur. Evenals bijna
alle Parijse ontwerpers toont Fath een
voorkeur voor laaggeplaatste ceintuurs
in de rug.
Tenslotte: Jacques Helm. Zijn oor
deel over de nieuwe deux-pièces is
dat zij een strak om de heupen slui
tende blouse dienen te hebben, van
voren gegarneerd met plissé en gedra
gen op een zwart rokje. Hij past ook de
verlaagde taillelijn toe, zowel bij de
blouse als bij het jasje. RITA.
u mij in een vorige kolom van
ontrouw aan mijn principe hebt
verdacht, kan ik u dat allerminst
kwalijk nemen. Want zo oppervlak
kig bekeken lijkt het daar wel op.
Wat? Dankbaar zjjn voor het goe
de, dat de eigen tijd brengt, en dan
wel in het bijzonder voor de zege
ningen van de techniek? Is dat niet
hulde brengen aan een vrijwel Dij
uitstek mannelijke prestatie? Moeten
wij, vrouwen, die dan maar klakke
loos bewonderen en aanvaarden?
Heeft de techniek de mens in wezen
wel zo gelukkig gemaakt?
Een handdruk, over mjjn schrijfta
fel heen, als u zo spreekt. Want met
deze bezwaren er zijn er nog meer,
en van ernstiger aard hebt u de
medaille omgekeerd, en zijn wij bezig
ons te bezinnen op de slechte kant,
om zo te zeggen het onderbewustzijn
van deze onze eigen tijd. En dat is ce
meer belangrijk, omdat het scherpste
licht ook de zwaarste schaduwen
werpt, en de hoogste bloei meestal
vlak voor het verwelken valt.
Inderdaad hebben wij, vrouwen
het is dwaas om dat te ontkennen
aan de voortschrijdende techniek ont
zaglijk veel te danken. Wie eens een
tijdje, noodgedwongen, van „alle mo
derne gemakken" verstoken was, weet
ervan mee te praten. De ouderen zul
len het de jongeren wel vertellen, hoe
vermoeiend en ongezond het wel was,
met een harde stoffer en een blik op
de knieën over meters en meters cocos-
mat en vloerkleed te kruipen. Hoe
tijdrovend en ongestadig het koken op
een fornuis was. Wat een eindeloos ge-
duldwerk het met de hand naaien van
een ouderwetse uitzet was. En zo
voort en zo voort.
De vrouw van heden heeft er geen
begrip meer van, hoe de vrouw uit het
verleden zich moest behelpen en ver
moeien door haar gebrekkig gereed
schap. Hoe weinig tijd zij voor zich
zelf overhield, en hoe klein haar gees
telijke horizon daardoor bleef. Ook al
doordat de gelegenheid tot ontwikke
ling of ontspanning voor haar onbe
reikbaar waren, alweer mede door de
gebrekkige techniek van die dagen.
Voordat de fiets, de tram, de auto
bus waren uitgevonden, was het horen
van goede muziek, het zien van goed
toneel, om eens twee dingen te noe
men, alleen mogelijk voor een klein
percentage vrouwen: die der welge-
stelden. Zij konden zich de weelde van
paard en rijtuig permiteren, om on
gehavend van kapsel en kleding de
concertzaal of schouwburg te bereiken.
Natuurlijk speelde ook de standen
geest en de eis van toilet maken een
grote rol maar voor het platteland
bijvoorbeeld bleef de afstand alleen al
de jro'.e en onoverkomelijke slagboom.
In dat licht gezien is de uitvinding
van de gramofoonplaat en de radio een
geweldige verbetering geweest. De
mi ziek, tot nu toe een exclusief genot
voor enkele geldelijk bevoorrechten
(wat volstrekt niet altijd gelijk stond
met: kunstgevoeligen) werd hoorbaar
gemaakt voor al die duizenden, die tot
nu toe als het ware buiten in de regen
en sneeuw hadden gestaan, met het oor
tegen de deur van de muziekzaal ge
drukt.
Maar juist hier, bij dit voorbeeld van
de radio, zien wij de jammerlijke
breuk in het menselijk bestaan. Want
als ik „radio" neerschrijf, zie ik twee
opnamen van huiskamers, en dan is het
nog de vraag in hoeverre ik met dat
„twee" eerlijk blijf.
De eerste opname is die van de rus
tige, belangstellende vrouw laten wij
aannemen van het platteland die in
een rustig middaguur, met de stopmand
vóór zich, haar radiotoestel afstemt op
een zender, die een programma uitzendt
dat haar interesseert.
Het is stil in de kamer, en daarbuiten.
De kinderen zijn naar school, de man
is aan zijn werk. De handen van de
vrouw zijn zonder gerucht bezig; af
en toe laat zij de naald rusten om met
des te meer aandacht te luisteren.
Een klassieke symphonie, gespeeld
door een beroemd orkest onder leiding
van een bekwaam dirigent; een liede-
renvoordracht door een groot solist; een
glashelder betoog over een interessant
onderwerp; een opvoering van een goed
toneelstuk door uitstekende spelers.
Wat het ook mag zijn: als deze vrouw
de knop omdraait is zij wijzer, rijker,
gelukkiger dan een uur geleden.
Maar nu de andere opname. Weer
een huiskamer, en weer een vrouw.
Ook zij heeft haar radiotoestel afge
stemd op dezelfde zender en "Tiet zelfde
programma. Maar daarmee houdt alle
overeenkomst op. Want zij zit niet stil,
en luistert nog veel minder. Zij doet
van alles en nog wat, behalve juist
luisteren. Zij rammelt met theegerei,
zij zingt, zij telefoneert, zij converseert
druk en luidkeels met een vriendin,
die komt binnenstuiven en al evenmin
enige neiging tot luisteren vertoont. Zij
laat het beroemde orkest spelen, de
grote solist zingen, de deskundige spre
ker betogen alleen als achtergrond van
haar eigen lege en oppervlakkige pra
ten.
Als zij eindelijk de knon omdraait
(misschien pas over een etmaal) heeft
zij niets ervaren; niets geleerd, niets
genoten. Zij heeft alleen maar een on
bestemde potpourri van geluiden op de
achtergrond gehoord; zij heeft op een
ergerlijke manier met de schoonste
uitingen van de menselijke geest ge
knoeid. Voor haar is de techniek een
vloek, en zij is even strafbaar, geeste
lijk gesproken, als iemand die zijn
kachel zou stoken met een tot flarden
gesneden doek van Rembrandt.
Het menselijk brein is steeds scher
per, steeds vernuftiger, steeds stoutmoe
diger geworden. Het is uit de kinder
schoenen van het primitiefste gereed
schap gegroeid, totdat de zevenmijls
laarzen van ruimte en tijd nog maar
nauwelijks passen.
Maar de menselijke geest is, helaas,
voor de overgrote massa der aardbe
woners niet meegegroeid. Zij zijn kin
deren gebleven, die met veel te duur
en te fijn bewerktuigd speelgoed sollen
en knoeien.
Het is de man geweest, die dit speel
goed heeft bedacht en geconstrueerd.
Het is de vrouw van vandaag geraden,
het juiste en zinvolle gebruik aan te
geven wil deze wereld niet onder
gaan. SASKIA.
De haas riep; „Au..,, ik heb
Hanneke was een arm [het weer!
schoenmakertje. Zijn kleine Ik ga maar gauw naar
scheefgezakte huisje stond [dokter beer!
in een smal straatje en als Het puntje van mijn staart
de mensen langs liepen [doet pijn,
konden ze altijd het regel- Wat kan dat nu wel zijn?!"
matig geklop horen van zijn
hamertje. Als Hanneke be- 2
zig was de oude, versleten ue beer zei: „Zo, kom maar
schoenen van zijn klanten [eens hier!
te repareren gingen zijn ge- Wat is er aan het handje,
dachten altijd uit naar het [dier?"
grote, prachtige kasteel van nAu", Zei de haas. „Oei,
Koning Frans dat buiten [dokter beer,
de stad stond, omgeven door het puntje van mijn staart
prachtige tuinen en bossen. [doet zeer!"
„Waarom moet ik altijd
deze oude schoenen oplap-
pen", zuchtte hij dan. „Ik En zo stopte er een prach-
zou best eens een paar tig rijtuig voor
De beer pakte een grote
[bril
„Zo", zei hij „zit maar
[even stil!"
Hij tureluurde naar de
staart en riep: „Hé
[dat's de moeite waard!"
De mensen zeggen wel
eens, „hij doet dat op eigen
houtje". Waar komt die uit
drukking vandaan? Wel,
toen in vroeger tijden nog
niet alle mensen konden
leven en schrijven hadden
de winkeliers lange stokken
in hun winkel staan, waar
in ze met een mes telkens
krasten als een klant nog
iets had te betalen.
De klant zelf had ook
zo'n stok. Vanzelfsprekend
moesten de inkervingen op
beide stokken precies gelijk
zijn. Nu kwam het wel eens
voor dat de winkelier stil
letjes alleen op zijn eigen
stok de schuld van de klant
verhoogde door er enkele
krasjes op te zetten. Hij
deed dat dan op zijn eigen
houtje.
Wanneer iemand op het
ogenblik alleen iets doet of
iets doet wat een ander niet
mag weten doet hij dat „op
zijn eigen houtje".
Nu begrijpen jullie met
een een ander gezegde, na
melijk: „Hij heeft nog iets
op zijn kerfstok. Dus: hij
heeft nog iets te betalen,
heeft nog een en ander te
boeten.
„Wat is het dan?", riep het
[haasje bang
„Toe, zeg het dokter, wacht
[niet lang!"
„Je hebt", klonk het op
[zware toon
„Een knijper aan je staart
[gewoon!"
een glimlach op zijn gezicht
Hanneke's voor zich uit. Ja, dacht hij,
ik wil niets anders dan
schoenen met gouden ges
pen maken. Hij legde zijn
hamertje even neer, zette
zijn twee handen onder zijn
schoenen of pantoffels voor huisje. Het mannetje dat
Zijne Majesteit willen ma- zijn ogen niet kon geloven
ken!" Dan liet hij even zijn rende naar de deur en boog
hamertje rusten en staarde diep voor de rijk aange-
dromerig voor zich uit. Dan klede kamerdienaar. „Je
zag hij zichzelf al de hoge moet direct schoenen voor kin en gaf zich over aan de
trappen van het paleis op- de koning maken", zei deze. heerlijkste gedachten tot
gaan met onder zijn arm „Ga mee om de maat te dat.... hij in slaap viel.
de prachtige schoenen. Dan nemen!" Verlegen trok Han- Hoelang het schoenmaker-
zag hij de lakei buigen en neke zijn mooiste jas aan en tje sliep weten we niet,
hem voorgaan naar de zaal zat een kwartier later bib- maar hij werd gewekt door
van de koning. berend op zijn knieën voor dat iemand heftig op
Maar nee, jaren achter- de troon van de koning en deur
een lapte Hanneke schoe- legde voorzichtig een cen-
nen van 's morgens vroeg timeter om diens voet.
„Morgen moeten ze klaar
zijn Hanneke", zei de ko
ning vriendelijk. „Doe je
best. Hier heb je het mooiste dienaar". Hanneke
leer dat je je maar kunt een kleur als vvur.
denken, deze twee gouden
gespen moeten er bovenop
en hier zijn wat edelstenen
ACH
TER
DAK
OM
DER
RüiT
l
C.~t.
wf ml
tot 's avonds laat, want als
hij héél hard werkte ver
diende hij juist genoeg om
zijn eten te kunnen kopen
en zijn huisje te betalen.
Toch kreeg Hanneke op
een heerlijke dag zijn kans.
Het was één dag voordat de
zijn
bonkte. Verschrikt
vloog het mannetje op.
Voor de deur stond weer
het mooie rijtuigIk
kom de schoenen van de
koning halen" zei de kamer-
kreeg
koning een rijtoer door de om de schoenen nóg mooier
stad zou gaan maken. Alles te maken!"
ge
was in gereedheid
bracht alleende
schoenmaker werd
„Hoe moet het nu met mijn
schoenen!", had de koning
kwaad geroepen. „Zoek di
rect een ander die mijn
schoenen kan maken!"
Nog niet klaar
de dienaar. „Doe alles in je
tasje en ga mee!" Ongeluk
kig zat Hanneke even later
in het rijtuig. Oh.... wat
Direct toen Hanneke met was de koning kwaad. Han
neke werd gepakt en in de
gevangenis gestopt.
Maar gelukkig hadden de
bewakers vergeten zijn
tasje af te pakken en toen
ging Hanneke aan het
werk. Hij hamerde, sneed.
Teken op dun karton of
stevig papier bijgaande te
kening over, daarna geheel
uitknippen en de stippel
lijnen met een bot mes in-
kerven zodat je de lipjes
bromde makkelijk om kunt vor
men. Tenslotte het autootje
in elkaar plakken. Onder
aan de tekening staan een
paar voorbeelden hoe je de
wagentjes leuk kunt be
schilderen. Fig. B. laat zien
hoe de wielen er aan moe
ten. Plakjes van een kurk
zijn de wielen en een
stukje ijzerdraad is de as.
hof- zijn kostbare materiaal thuis
ziek. kwam, begon hij te werken.
Dit was zijn levensdroom,
misschien werd hij nu wel
hof-schoenmaker! Hij zou
eens laten zien wat hij
kon. Hanneke staarde met
plakte en naaide alsof zijn gen en aan de kamerdienaar
leven er van af hing. Eén vertelden, moest Hanneke
kwartier voordat de koning wéér voor de koning ver.
zijn rijtoer ging maken schijnen. De schoenen pas.
ten prachtig en het kleine
waren de schoenen klaar
en.... van een stukje leer
dat nog over was had Han
neke zelfs nog een paar
schattige slofjes gemaakt
voor het kleine prinsesje.
prinsesje was zó blij met
haar pantoffels dat Hanne
ke in ere werd hersteld en
zich vanaf die dag „Hof-
Toen de bewakers dat za- schoenmaker" mocht noemen.
Mies doet ochtend
gymnastiek,
Want dan wordt je flink,
en niet ziek.
Eerst de beentjes
van de vloer.'
Dat U niet zo'n grote toer.
En nu buigen, strekken
maar!
Miesje speelt het
prachtig klaar.
Je handen naar je
tenen toe.
„Poeh", denkt Miesje,
Jk word moe!"
een kwartier kin
Mies niet meer'
Daar ligt ze, uitgeput
terneer
Horizontaal: 1 Zuigdop, 5 verpak
kingsgewicht, 10 wetboek, 12 landbou
wer, 13 bijwoord, 14 vennootschap, 16
onderdeel Marshall-plan, 17 afstand
tot meridiaan, 18 vergelden, 20 radio
actief element, 21 schaap, 22 yordt
vervolgd (afk.), 24 insect, 27 alles
kwijt, 29 kledingstuk, 30 weefsel, 32
Berl. dierentuin, 33 giftige plant, 35
bijwoord, 36 stad in Ned., 37 opberg
plaats, 38 gevaarte, 39 keukengerei,
40 gistmiddel, 41 handeling, 42 maat,
43 crème, 44 zonder jaar (tal), 46 be
vestiging van spier, 47 tussenwoord,
49 meisjesnaam, 51 Staatsspoor, 52
hogepriester, 54 klein diertje, 55 roof
dier, 56 stad aan Rivièra, 58 zithokje,
59 woudkoe, 60 Mongoolse vorst.
Verticaal: 1 zendeling In Congo, 2
overjas, 3 plaats in Gelderland, 4 wa
terloop, 6 jongensnaam, 7 maat, 8
ontvangbewijs, 9 berg van Noach,- 11
meisjesnaam, 14 stad in Italië, 15 van
een (afk.), 18 roeivereniging, 19 wind
richting, 21 meer, 23 inhalig mens,
25 zwart, 26 ook, 28 planeet (afk.),
30 zuil, 31 merg, 33 scheiden, 34 laat
ste Tachtiger, 36 kledij. 37 onedel, 38
hond, 39 r.k. kerkvorst, 40 titel, 41
poedel, 42 jongensnaam, 43 zintuig,
45 bepaalde tijd, 46 louter, 48 teerling,
5o betaald antwoord. 51 aardappel
meel, 53 keizer (afk.), 55 hond, 57
naar onze mening, 58 onderwijs.
(Voor oplossing zie weer ons blad van
Dinsdag).
Aan de drukke verkeersweg, we
zouden zelfs kunnen spreken van
de drukste verkeersader te lande,
n.L de Rijswijkse weg bij Den
Haag, bevindt zich een café
restaurant, dat als de oudste her
berg in ons land gerekend kan
worden. Het draagt als huidige
naam „Kuys Witsenburg". Nu een
modern bedrijf, doch de funderin
gen etc. zijn reeds vele eeuwen
oud. In de elfde eeuw werd deze
voormalige herberg gesticht door
•een onbekende man, die het „Wit
senburg" doopte. In de vorige
eeuw liet de toenmalige eigenaar
Kuys zijn eigen naam ervóór
plaatsen. Een kleine tragedie heeft
zich nog binnen de muren van
deze herberg afgespeeld. De echt
genote van Cornelis de Witt kreeg
n.L in de gelagzaal van deze her
berg indertijd het verschrikke
lijke nieuws te horen, dat haar
man door het gepeupel vermoord
was.
En nu de vragen:
1 Waaruit wordt hondenbrood
samengesteld?
2 Wat is een „ulster" en wat een
„unster"?
3 Wat bedoelt men met de
„Union Jack"?
4 In welk jaar deed het „Turf.
schip van Breda" van zich
spreken?
5 Wanneer van een acteur ge
zegd wordt, dat hij „naar het
hok groeit", wat wordt er dan
mee bedoeld?
7 Hoeveel is het totaal aantal
ogen van een spel Domino
stenen?
8 Wie was Eduard Douwes Dek
ker?
9 Wanneer u in Noord-Holland
naar een „kapper" vraagt, zal
men u naar de barbierswinkel
verwijzen. Waar zal men u
echter in Belgie op eenzelfde
vraag naar toe verwijzen?
10 Wanneer een nieuw benoemd
ambassadeur aan H M. de Ko
ningin zijn Geloofsbrieven
komt overhandigen, wat wil
dit dan zeggen?
(Voor de antwoorden zie men
nummer van Dinsdag.)