Onze „witte ziel" en haar familie en Gevleugelde woorden in de politiek IVOROL Late lente op bloemenrijke Alpenweiden Een dramatisch soort leven EMIGRANTEN IN (2) Britse „atoomvloot vertrokken Staatsman moet steeds antwoord weten TREfKERSIIlM Honger Eva s hartroerende verhalen Het probleem Er hina een ijzeren gordiin rond Chatham Met dr Penney, de man die vrij goed kon rekenen Bewuste en onbewuste grappen GHEDENCKKLANCK Proberen blijft begeren! 's Werelds grootste atoomgeleerde Lied van de weefc (Van onze correspondent in Kaapstad) in da" hft zwarte w°nder zijn intrede in ons huis. Ze heette Eva, ze was ""'P0?1® zich al» oen artiste in de keuken. Ha!, die eerste avond «en op tafel zette zal ik onthouden tot in de dagen van mijn grijze al! Tas P en v'ees, er waren drie soorten groenten, er waren vreem- .?!L»?„i *e, En het dessert was een spijze voor vorsten en prinsen, ik t l VV! k,enren en geuren en vraag me niet, de smaak te beschrijven. *r i1" over stamelen. We zaten een kwartier stil, want zelfs ons ulifi u 0nr indruk. Maar toen vroeg mün vrouw, aarzelend als vreesde ïc Heiligschennis te plegen: Wat zou dat kosten? TK rook onraad. Hadden we in Hol land niet jaren lang geleefd volgens de strikte beginselen van bezuiniging en vermindering? En had men ons op de ambassade niet aangeraden, ons zo snel mogelijk aan te passen aan de Zuidafrikaanse gewoonten en levens vormen? Welnu: deze maaltijd was een eerste cursus in aanpassen! Derhalve zei ik haastig: Lieve vrouw, onze Eva heeft natuurlijk al vele jaren bij ech te Afrikaners gewerkt, zij is een ken nis van de meid van de neef van een vriend van de nicht van een lid van de Volksraad en zij wéét dus hoe het hoort. Leg het in haar handen. Door lekker te eten assimileren wij ons met het volk van dit land. En dat is pre cies het doel waarnaar we streven. Dit was een recht woord te rechter tijd. want mijn vrouw zweeg. Zij kent mijn zwakheden en verdraagt ze naar het woord van de Spreukendichter: haar man goed doende en geen kwaad, alle de dagen haars levens. En dat betekende in dit geval, dat Eva onbeperkt voort mocht gaan met haar toverkunsten in de keuken. Maar 's avonds, bij een laatste kop koffie vroeg mijn vrouw: Hoe moet ik Eva nu behandelen? Precies als mijn meisje in Holland? Ze lijkt me wel een goed kind Ik zei: De apartheid is een politiek begrip, gebaseerd op historische fei ten en gericht naar maatschappelijke principes en economische verhoudin gen en binnen dit kader zijn de per soonlijke relaties een zaak van indivi dueel inzicht en tactvol beleid. Wie dit voor ogen houdt zal de rechte wegen vinden. Het bleef enige ogenblikken stil. Toen zei mijn vrouw: Dank je wel, dat is erg duidelijk. Nou weet ik het precies! Daarna gingen we slapen. Een te vreden gezin van geslaagde immi granten, zes weken na aankomst in het nieuwe vaderland. Eva vertelt.... QP de tweede dag vertelde Eva haar geschiedenis. Het verhaal van een dramatisch leven, vol diepten van el lende en oceanen van rampspoed en onheil. Mijn vrouw was diep onder de indruk. Stel u voor: een meisje dat op zes jarige leeftijd binnen twee weken haar vader en haar moeder verliest. Arme wees in een wrede wereld. Een tante neemt haar op. beult haar af, mishandelt haar. Een andere tante haalt haar weg. maar laat haar hon geren. Omdat ze geen andere tantes meer heeft, hongert ze tot op de dag van vandaag. Kleren heeft ze niet. het geld dat ze verdient wordt door tante in dronkenschap verkwist. Angst en armoe beheersen haar eenzame leven. Die middag trok mijn vrouw de stad in en kocht schorten en mutsen en schoenen en een jurk. Voor Eva. En nog diezelfde avond konden we erva ren .welk een dankbaar hart ons zwarte wonder had; wij kregen soep en vis en vlees en rijst en drie soor ten groenten: het dessert was een droom van fruit en jelly met gesui kerde room. Een half uur later vond ik mijn vrouw in de slaapkamer te midden van hemdjes en bloesjes en jurken. De linnenkast stond wijd open en op het bed lag een groot stuk pak papier. Die avond ging Eva de deur uit met een kolossaal pak onder de arm. ..Het kind heeft geen kleren aan d'r lijf", zei mijn vrouw, „en je hebt zelf gezegd dat mijn individuele in zichten moeten zegevieren". In de dagen die volgden, groeide ons medelijden tot ongekende hoog:en. Eva vertelde ons ieder uur nieuwe verhalen van kommer en ellende. Er waren zieke broertjes en blinde ooms. er was een arme oma en een gevallen nichtje met een baby zonder hemd of broek'of luier. Mijn vrouw kocht kin- derkleertjes en versterkend voedsel, ze verschafte vlees en meel. boter en eieren. Binnen een week had ik het trotse, doch verontrustende gevoel kostwinner te zijn voor de halve negergemeenschap. Eva's broers QELUKKIG had Eva, temidden van al haar verdriet, toch oók haar deel in de vreugden des levens. Dins dagsavonds werd ze afgehaald door een vriend met een vlammende das en een strooien hoed en Donderdags zat er een forse neger in de keuken. „Het is haar broer", zei mijn vrouw, „hij eet een hapje mee". Eva was een goed kind. Ik zag 's avonds, hoe z^ haar broer in de tuin zoende; .het was dui delijk dat ze hield van haar familie. Het verbaasde ons dan ook niets, dat er Zaterdags een andere broer kwam. al vonden we het een beetje vreemd dat hij pas Zondagsmorgens vertrok. Toen er Maandagsavonds al wéér een andere broer op de trap zat. kregen we argwaan. En die argwaan groeide tot wantrouwen, toen we 's Woensdags in de vroegte een broer zagen vertrekken, waarmee we tot dusver nog geen kennis hadden ge maakt. Wat betekent dat allemaal?, vroeg mijn vrouw, maar ik wist het óók niet. Misschien is Eva een zeer bij zondere vrouw, zei ik voorzichtig, mis schien is ze wel een naamloze ven nootschap met veel aandeelhouders Omdat haar ongelukkige familie niet mocht lijden onder het opgewekte liefdeleven van ons zwarte wonder en omdat mijn eetlust nog steeds toenam onder haar toverkunsten in de keu ken. besloten we een compromis te treffen. De oom, de oma en de geval len nicht moesten in het vervolg zelf de eieren en de boter komen halen, want we wilden zekerheid hebben over de vraag, of onze liefdegaven nipt verdwenen in de magen van de gezonde en levenslustige broers. Bin nen drie dagen kwamen er zeven slor dige vrouwen aan de deur en de vier- tAdverienue, ing. Med.) Ome correspondent te Kaapstad vervolgt zijn betoog over het dienstbodenvraagstuk in Zuid- Afrika. In een vorig artikel zette hij uiteen, hoe moeilijk het voor een emigrantengezin is, een ge schikt meisje („een witte ziel in een zwart omhulsel") te vinden. Ditmaal schetst hij de zeer aparte problemen waarvoor een zeer bij zondere Eva hem stelde. de dag zaten er. toen wij terug kwa men van een visite, twee zwarte man nen in de keuken bij een kop koffie en een snee brood. „God zal op u zien zeiden ze allebei, toen ze met schoenen en een stuk kaas verdwenen maar dezelfde avond misten we een gouden ring. Wei goed, niet gek VAN dat ogenblik nam ik de leiding in handen, onder het motto dat een mens wel goed, maar niet gek be hoeft te zijn. Ieder familielid van Eva (to„ in het vierde geslacht) werd ver bannen en vogelvrij verklaard binnen een afstand van honderd meter van de voordeur. Wie dichterbij komt zal sterven!, zei ik tot het zwarte won der. Ze scheen mijn standpunt te billij ken .want ze zei: Ja baas. En ze ging vlijtig door met het bereiden van al wéér een bovenaardse maaltijd. Maar ze was die dag stil en verdrietig. Er lag een pijnlijke trek om haar ronde gezicht. Mijn vrouw zei: Het kind gaat ge bukt onder de zorgen voor haar fami lie, dat is een beste karaktertrek. Mag ik u een volgende keer het slot vertellen? CVan onze Londense CINDS enige weken hing er een „hzeren gordijn rona rh,t ken van de Britse marinehaven Chatham, in K*nt- a" aantal dat op een uur sporens van Londen ligt, h d eerstP BrltM schepen der Britse vloot koers gezet naar Australië. Zij zu atoomwapenen en de voor atoomproeven benodigde uitrus i bewoonde Monte Bello-eilanden vervoeren, vijftig mtji en no Australië. Over enkele maanden zal Engeland daar zijn eers e ontploffing brengen en andere atoomwapenen testen. - Tnrlp«* Britse vliegdekschip Campania is het vlaggeschip van vice-admiraal T rlesso, die het commando heeft over de „atoomvloot die thans op «r. s naar u. ra Aan boord van de Campania bevindt zich o.a. de eerste ri se a om bom. De uit 700 koppen bestaande bemanning van de Campan a is stuk voor stuk aan een strenge politieke „screening onderworpen en ee absolute geheimhouding; gezworen. Tweehonderd wapen-experts %»n ministerie van bevoorrading, afdeling wapenonderzoek, maken eveneens de rei» TOEN onlangs de leider van de sociaal-democratische oppositie in West-Duits- land, dr Kurt Schumacher, ziek was, stuurde de Bondskanselier dr Adenauer hem een grote bos bloemen. „De Bondskanselier is natuurlijk bljj". fluisterden de mensen, „dat h(j nu in de Bondsdag een tijd lang kan doen en laten wat hij wil, zonder tegenwerking van zijn meest gevreesde tegenstander". In de wandel gangen van het Bondshuis in Bonn wisi men een andere verklaring: „Adenauer en Schumacher hebben vriendschap gesloten, omdat ze tegenwoordig allebei hun fracties volledig tegen zich hebben!" zjjn mond. „maak hem in godsnaam niet wakker, anders loopt hij ook nog weg!" TEN poosje geleden, toen er nog geen sprake was van de Duitse deelne ming aan de bewapening, onderhandel de Adenauer met de drie Hoge Com missarissen op de Petersberg over een zeer netelig onderwerp. Men kwam niet tot een resmtaat. Een ijzig stilzwijgen ontstond. Ten slotte merkte Frangois Poncet met een charmant glimlachje op: „Nu hebben we ons allemaal als rup sen in onze- cocons teruggetrokken". De Bondskanselier zuchtte: „En ik had toch de geachte Excellenties veel liever als vrolijke vlinders gezien!" „Zo gemakkelijk kunnen we het u helaas niet maken", antwoordde Poncet, „want dan zoudt u ons gewoon met een netje kunnen vangen". Waarop Adenauer weer: „Dat zou ik beslist niet kunnen want dan had men ons dit net al lang als gevaarlijk wapen verboden!" Ook de anders zo droge vroegere pre mier-minister van Engeland. Clement Attlee, bleek dikwijls buitengewoon slagvaardig te zijn. Zo kreeg hij eens kort voordat Churchill gekozen werd van een conservatief afgevaardigde een brochure met de titel „De ondergang van de vrijheid onder de Labourrege- ring". Spijtig het hoofd schuddend gaf Attlee hem het pamflet terug: „Het spijt me zeer", zei hij. „maar ik heb werkelijk niet veel tijd om romans te lezen". „Anders loopt hij ook nog weg!" UET is bekend dat alle politici klagen over het „vele werk, dat ze bijna niet meer aan kunnen". „Werk?", vroeg de Amerikaanse senator Henry Cabot Lodge eens, toen iemand sprak over de geweldige werkzaamheden van de par lementaire commissi.s van onderzoek. Zulke commissies doen mij altijd den ken aan de oude Hopkins. Hopkins moest namelijk bisamratten schieten. Op een dag zag ik hem in de zon op een dijkje zitten en rustig zijn pijpje roken. „Maar Hopkins", zei ik, „je moet toch bisam ratten schieten!" Hopkins grinnikte: „Ik zal toch niet zo gek zijn, denkt u soms, dat ik m'n baantje wil verliezen?" Een van de grappigste opmerkingen moet in dit verband Clemenceau ge maakt hebben: Om zich van de werklust in zijn ministerie te overtuigen, ging hij eens onverwacht met zijn secretaris alle kamers do.ir. Er was niemand te zien. Slechts in één kamer vonden de heren een ambtenaar, die rustig zat te slapen. De verontwaardigde secretaris wilde de luilak al wakker schudden, maar Clemenceau gaf hem een wenk: „Sst", fluisterde hij. met eert vinger op Wordt één dag Wiltzangh! Treckt er. uyt naer waer de vooghels fluyten. Neemt broot en Limonade mee en soeck uw heyl daerbuyten! Het koel flanel streelt uwen huyt, een bril met groene glaazen maeckt duysterder hetgheen u siet en brenght u tot verbaazen. Joechey! Daerbuyten is het goet, daer lysters kwinkeleeren en luxe auto's vol met chroom hun topsnelheyt forceeren. Daer hulpmotoren groot en kleyn leuck voor cicade spelen en 't kryten eener wandelclub u 't moede oor comt streelen. Siet togh de pracht van de natuur! Anschouwt de nette lanen waerin de banckjes groen van kleur u tot wat calmte manen. Siet dan hoe fraey de letters syn „Verboden hier te loopen" (Dit met de melding van de plaets waer je 'n wandelkaert kunt koopen). Seer fraey van vorm syn immer oock de stalen prullemanden waerin de vriend van de natuur het afvgl doet belanden. Aanschouwt oock hoe Staatsbosbeheer u daer de wet comt leeren door bordjens. die natuurgetrouw het wetboeck releveren. De vryheyt lonckt u buyten toe uyt bordjens, pylen, hecken. De voogh'len passen eigh reets aen en houden hunne becken. Want eigentlyck is oock lawyt in de natuur verboden. Dat seghen in dit vrve lant de wetsartieckel-goden THOMASSIUS Pop ilariteit kwade zin. in goede i f DONMOTS zijn als een lauwe voor- jaarsregen voor het ongestadige ge was der populariteit. „Ik heb mezelf nog nooit als een groot man beschouwd" beweerde Truman in een interview, „integendeel, ik ben maar een eenvou dige farmer uit Missouri, die de pech had. een belangrijke positie te moeten bekleden. Nu moet ik er maar het beste van maken". Heel anders klinkt de „populariteit" achter het IJzeren Gordijn: Pieck en Grotewohl rijden met een auto door de straten van Drasden. Overal staan men sen langs de weg en juichen: „Leve Pieck! Hoera vcor Grotewohl!" De twee heren zijn zichtbaar geroerd. „Eigenlijk moesten we de mensen nu eens een heel groot plezier doen", meent Pieck. „Dat is al heel eenvoudig", moet de chauffeur van hun auto toen voor gesteld hebben, „u hoeft maar één woord te zeggen en ik rijd de Elbe in!" Een andere keer krijgt Pieck een splin ternieuwe auto cadeau. Er ontbreekt maar één ding aan: hij heeft geen mo tor! „Dat is het toppunt!" roept Pieck verontwaardigd, maar Grotewohl fluis tert hem toe: „Wind je niet op! Zolang het bergaf gaat, doet de wagen het zo ook wel en als het weer eens bergop gaat dan, mijn beste, moeten we im mers toch uitstappen!" In zulke bon mots uit zich de stem des volks Het juiste woord op het juiste ogenblik QOK van de UNO zijn verschillende gevleugelde woorden in omloop. Zo kwam bijvoorbeeld Stalin ter ore, dat Molotow op een UNO-vergadering in plaats van het gebruikelijke „njet" (neen), „ja" gezegd had. Verontwaar digd vroeg Stalin hem om rekenschap. Molotow telegrafeerde terug: „De re denaar vroeg, of hij hard genoeg sprak". Een Amerikaans gedelegeerde be zocht de toenmalige Iraanse voorzitter, Nasrollah Enteza.n, die hem vol trots zijn kostbare Perzische tapijten liet zien: „Allemaal echte, oude Perzen", verklaarde de gastheer, „met de hand geknoopt enDe Amerikaanse gast knikte verstrooid en vroeg: ,.En hoe hoog is de maximum snelheid?" En de UNO zelf?.... Een Engelsman een Fransman en een Amerikaan, zo vertelt men onder de gedelegeerden, vielen in de handen van menseneters. Als laatste wens verzocht de Amerikaan hém een oorvijg te geven, terwijl de Fransman nog eei. laatste kus van een negermeisje wilde hebben en de En gelsman de laatste wens trots afwees en in plaats daarvan „God save the Queen" riep. Nauwelijks had de Ame rikaan zijn oorvijg gekregen, of hij trok twee revolvers uit zijn zakken en schoot alle kannibalen meedogenloos neer. „Maar waarom heb je toch zo lang gewacht?" vroegen zijn verbaasde vrienden. De Amerikaan bromde: „Had den jullie je door de UNO als aggres- sor willen laten aanklagen?" lAdverteutie, lug. Med., MAAR Churchill heeft bekend ge maakt, zullen de Britse atoom- proeven in Australië zo geheim zijn. dat er zelfs geen Amerikaanse waar nemers bij tegenwoordig mogen zijn. Amerikaanse experts in Londen zijn van mening, dat Engeland o.a. zekere atoomprojectielen geconstrueerd heeft, die als verdedigingswapen dienst kun nen doen. Terwijl de Britse vice-admi- raal Torlesse het commando zal voe ren over deze gehele Britse expeditie naar Australië, zal een burger het commando hebben over de feitelijke proefnemingen op de Monte Bello- eilanden daar. Naar dezer dagen offici eel bekend gemaakt is, is dit de bril jante 42-jarige Britse atoomgeleerde dr. William Georgt Penney, van wie de Amerikanen reeds gezegd hebben dat zijn kennis van atoomwapenen groter is, dan die van enig ander man ter wereld. Het is voornamelijk te danken aan de phenomenale hersenen van dr Penney, dat Engeland thans zelfs Ame rika vooruit is naar de Amerikanen zelf hebben toegegeven in de ont wikkeling van nieuwe atoomwapenen. De levensloop van dr Penney, die zijn positie als Engeland's atoomge leerde nummer één hoofdzakelijk door zelfstudie heeft bereikt, is al even merkwaardig als zijn grote beschei denheid en het feit dat men hem da gelijks door de straten van de Zuidlon- dense voorstad Norwood kan zien fiet sen, daar hij een auto een overbodige luxe vindt! Op zijn achttiende jaar, toen Penney eigenlijk veel liever beroepsvoetballei zou zijn geworden, won hij echter een studiebeurs voor het Londense Impe- rial College of Science and Technolo gy. Twee jaar later gradueerde hij daar in de wis- en natuurkunde. Over het opmerkelijke feit, dat hij die graad in twee jaar haalde, in plaats van in de gebruikelijke vier jaar, zegt dr Pen ney slechts: „Ja, 't ging wel vlot, maar ik heb altijd vrij goed kunnen reke nen, en dat hielp natuurlijk". In 1931 qualificeerde hij voor een beurs van het Commonwealth Fund Fellowship, waardoor hij werd uitge zonden naar de Amerikaanse universi teit te Wisconsin. Twee jaar later keer de hij naar Engeland terug, waar hij een leidende functie aan de universi teit te Cambridge kreeg op het gebied van natuurkundig onderzoek. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak, was hij inmiddels professor in de wis- en na tuurkunde geworden aan het Imperial College in Londen. Tegen het einde van de oorlog zond men hem naar Amerika, waar hij met Amerikaanse atoomgeleerden samen werkte te Los Alamos. In Mei 1945 werd aldaar Amerika's en daarmee 's werelds eerste proefutoombom tot ontploffing gebracht. Een week la- QP het perron van het station Bazel is een ver versingskiosk. Als wij ons de vergaderingen van de Ver enigde Naties even wegden ken, dan is hier één van de voornaamste trefpunten van allerhande volken. In de vroege morgenuren staan twee Finnen hun koffie te drinken naast een Turkse familie. Het broodje met de Zwitsers beeld van lieflijkheid croissant voor de donker- ogige Egyptenaar staat naast dat van de slanke Engelse dame. die een sinaasappel als ontbijt prefereert. De Hol landse drinkt haar thee aan de zijde van een Romein. Het is een gevarieerd gezel schap dat van Oost en West gekomen, hier zich ver kwikt met een drank of snel „Frühstückt", om straks weer weg te vliegen, óf op de lgnge trip naai Parijs of Rome, Wenen of Madrid, óf om na een paar uur reizen neer te strijken in een va- cantieoord t.issen bloemen en hoge sparren. Zij. die in Mei of Juni door de bergweiden dwalen, zien Zwitserland als één groen tapijt, geborduurd met sierlijke ranken in rood of geel en verbazen zich over het kleurrijke bloemen- mozaiek langs de Alpen hellingen. Langzaam, heel langzaam is het beneden in het dal be gonnen, toen enkele spriet jes het waagden boven de sneeuw uit te komen en na enige dagen witte en lila crocusknoppen bleken te zijn. Alsof zij alles wat leven heeft zullen aanmoe digen wakker te worden, zo overdekken zij in hun jeug dige overmoed met hun tere kelken het hele dal. Dit is het begin, waarbij uitge strooide steranemoontjes worden opgevolgd door lichtgele primula's en lelie tjes van dalen. Zij verwel ken. zodra de zon warmer is en deze het gras doet groeien tot zomerse lengte. Een groei, die slechts wordt bij gehouden door lila pinkster bloemen, witte trossen ker vel en veelsoortige klaver. In het dal is het bloemen- tijd! Het zijn niet de zeldzame, de k istbare of moeilijk te plukker bloemen, die men nu vindt, maar ze zijn er niet minder om. Zij. met hun eenvoudige opgave alleen maar te bloeien en te geuren, sieren het landschap in hun overvloed en verkondigen de tot romer rijpende lente: Verscholen onder mar grieten, klaprozen, rood bruine zuring en gele boter bloemen slingeren zich de paadjes omhoog waar, boven de 1000 meter, de lente en de zomer elkaar ontmoeten Hier, aan de voeten van de toppen, die nog met sneeuw bedekt zijn, blijft de lente dralen en kan het zijn dat vingershoedskruid en gele ranonkels naast paarse en witte klaver aan de voet ian een wild": appelboom groeien. Langs de beekjes, die in wilde vaart het smeltwater afvoeren, staan de bloemen, die vochtigheid nodig heb ben: anjers, munt, riekende kruiden en mos in mooie doorgewerkte, men zou kun nen zeggen, oude kleuren. Hier, op deze hoogte, is het goed rusten. Boven ons tronen de met sneeuw bedekte grootvorsten in majestueuse ongenaak baarheid. Hun felle pieken dringen in het oneindige blauw van de hemel. Beneden maaien de boe ren, die van hier op kleine poppetjes lijken, voor de eerste maal het grao en zet ten het op houten droog- rekken. Regelmatig doen de zeisen hun werV en wordt de rijkdom van groen en bloemen omgewerkt tot een glad biljartlaken. Aan onze voeten bloeien nog de bloe men en in de ondergaande zon doen de allerhoogste toppen daaraan mee. Maar daar is het de sneeuw, die roze tint. Het is onnodig een kenner van de natuur te zijn, om van dit alles te kunnen ge nieten. Zonder iets van vo gel- of bloen.ennamen af te weten kunt u hun zuiver geluid, hpn subtiele fijnheid bewonderen. Het gaat om de liefde voor de natuur, die in u gewekt of versterkt wordt op uw zwerftochten langs de kron kelpaadjes, waarbij u eens op een goede dag van aan gezicht tot aangezicht zult komen te staan met de Ko ningin der Alpenbloemen, „de EDELWEISZ". P. ter vloog dr Penney naar de Mariana- eilanden met een groep Amerikaanse atoomgeleerden, teneinde de tegen Ja- pan te gebruiken atoombommen „reis vaardig" te maken. Dr Penney was de enige Britse atoomgeleerde, die als waarnemer tegenwoordig mocht zijn bij de dropping van de atoombom op Nagasaki. „Rekensommetjes" A MERIKA's waardering voor dr Pen- ney's „rekensommetjes", zoals hij zijn ingewikkelde atoomberekeningen zelf gekscherend beschrijft, steeg ten top tijdens de Amerikaanse atoom- proeven te Bikini. Dr Penney produ ceerde daar namelijk een soort prtvê ei van Columbus. Eén van de hoofd doelen van de proeven te Bikini was om een accurate meting tu krijgen van de graad der vernieling, die een atoom bom kan aanrichten. De Amerikanen hadden een aantal uiterst gevoelige en zeer kostbare instrumenten rondom de arena geplaatst, waarin de atoombom gedropt zou worden. „Alles was zorgvuldig in orde ge bracht, en de Amerikanen hadden wer kelijk prachtige meet-instrumenten", vertelde dr Penney, „maar ik besefte plotseling dat niemand rekening had gehouden met de mogelijkheid dat de bom buiten het doelwit zou kunnen vallen. „Daarom verzocht ik de Amerikanen of ik ten overvloede nog mijn eigen maatregelen mocht nemen om de luchtdruk te meten, en verzekerde hun dat voor mijn methode geen speciale instrumenten nodig zouden zijn. Enfin, ze zeiden dat ik mijn gang kon gaan. Met de hulp van een collega heb ik toen duizend lege benzineblikken met gewoon zeewater gevuld. Deze blikken heb ik rond het doelwitterrein gedeponeerd, en er rekening mee gehouden, dat de bom een paar honderd meter buiten het doel zou kunnen terechtkomen. Wel", vervolgde dr Penney, „het was toe vallig, maar de bom kwam inderdaad naast het doel terecht. Bijna alle dure Amerikaanse instrumenten werden of geheel vernield of weigerden de lucht druk te registreren. Maar onze ben zineblikken waren O.K.! Ze waren tot alle mogelijke vormen verwrongen, maar de vorm van elk blik was op zich zelf een gegeven, waaruit we onze berekeningen konden maken. Ik heb toen wat sommetjes gemaakt, en kon aan de Amerikanen precies verteilen wat ze wilden weten over de lucht druk". Voor die „sommetjes" die dr Penney te Bikini had uitgerekend, en die, zo als later bleek, de belangrijkste gege vens voor het rapport over die proe ven verstrekt hadden, ontving hij eni ge tijd later de Amerikaanse Medal of Freedom (Silver Palm). De onderschei ding werd hem uitgereikt op de Ame rikaanse ambassade in Londen. Het is geen wonder, dat de Ameri kaanse autoriteiten getracht hebben dit wiskunde-genie van Engeland af te kopen. Verleden jaar hebben de Ame rikanen hem vergeefs een salaris aangeboden dat vijf maal hoger was dan zijn huidige salaris van driedui zend pond per jaar (f 30,000,—) dat het Britse ministerie van Bevoorra ding hem betaalt. Maar ondanks het enome salaris dat Amerika hem biedt, is dr Penney niet te koop- „Ik werk liever in Engeland", zegt hij, „en heb geen zin om naar Amerika te gaan verhuizen. En dat vijfmaal hogere sa laris dat Amerika me aanbiedt? Wel, ik ben tevreden met wat ik heb". Met sneeuw bedekte grootvorsten tronen ongenaak baar boven de wereld uit. Hun felle pieken dringen in het oneindige blauui van de hemel. In een overzicht van de voedsel en landbouworganisatie der Ver. enigde Naties wordt medegedeeld, dat een groot deel der wereld nog honger lijdt en ondervoed is. Krantenbericht k Heb na 't lezen dezer regels Sul mijn krant op zij gelegd En gepeinsd over de weedom Die daarin wordt uitgezegd. Want het wil toch wel iets zeggen- In deez' zo verlichte tijd, Dat de helft der mensheid nog aan Honger, ondervoeding lijdt, k Weet niet hoeveel Nederlanders Daar onder begrepen zijn, Doch vaar mijn gescheiden mening Is dat aantal wel heel klein. Want laat ons maar eerlijk wezen: Ieder krijgt nog steeds zijn deel I an hetgeen de aartle voortbrengt. 7.'i het dan niet evenveel. Maar te spreken over honger, 7.0 men in de oorlog deed, :°°rt Goddank hier tot t verleden, Alhoewel men 't nooit vergeet, f.n wat wordt er door ons allen Toch gekankerd en geklaagd. Wat een rust en levensvreugde Op die wijze weggejaagd. En maar kijken naar wie mtir heeft, Schoon men helemaal vergeet Dat die ander vaak nehukt gaat Qnder niet te zeggen leed. Waarlijk, ik hen geen apostel i an een soort berustingsleer, k I.eo miI zelf ook om de dromme' Niet. bij alle onrecht ne'r. Maar wij mooen na het lezen Van ritt nershericht, hoe klein. Ziende op hetgeen wij hebben. Toch óók wel eens dankbaar zijn.' JABSON

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 10