EEN CIRCUS TREKT DOOR NEDERLAND
1
Minister Lieftinck opent zijn
politiek testament
Met Frans Mikkenie op tournee
Aluminiumconstructie kan tegen
een stootje
Frans Mikkenie
Talrijke problemen werden opgelost
Er is nog sfeer
Nieuw ballet van Kurt Jooss
MOEILIJKE TAAK NA DE OORLOG
Strijd in parlement
boeide hem
zeer
Commissie vakopleiding
landarbeiders ingesteld
Premie uit Terlingenfonds
voor woningverbetering
Kantoorbediende stal vijf
jaar lang boeken
Weer interimregeling inzake
ziektekosten rijkspersoneel
ZATERDAG 28 Jt'XI 1952
JJAAR waar zoeven nog het witte
tentzeil zachtjes op en neer bolde
tussen het zilvergrijze geraamte van
Europa's modernste circus, schijnt nu
alles bespannen te zjjn met het diep-
•wtrt fluweel van een hemel, waarin
op deze kille Juni-avond geen ster
twinkelt. Mysterieus, dat hoog naar
boven torenende bouwsel van alumi
nium palen en spanten tegen die don
kere achtergrond van de oneindigheid.
Maar hier beneden werkt de mens:
het Nationale Nederlandse Circus
Frans Mikkenie heeft nog geen uur
geleden zijn laatste voorstelling in
Gouda gegeven en waar zo pas nog
enige duizenden toeschouwers waren,
zijn nu tientallen werkers bezig de
zitplaatsen weg te slopen. In de nog
ateeds hel verlichte piste takelen de
..Meteors" de vliegende waaghal
zen van daarstraks hun ingewikkeld
instrumentarium af en het amphithea-
•WIJF jaar is het geleden, dat
Frans Mikkenie zijn Nationale
Nederlandse Circus oprichtte.
Maar het eerste contact, dat deze
zoon van een Maastrichts hote
lier met de circus-wereld had,
is reeds vijf-en-twintig jaar ge
leden. Frans Mikkenie voelde
maar heel weinig voor het vak
van zijn vader. Zijn hart trok in
z'n jonge jaren naar de journa
listiek en later legde hij door
zijn perfecte kennis van Frans
en Duits hij spreekt en schrijft
het net zo gemakkelijk als zijn
moedertaal gemakkelijk con
tact met buitenlandse artisten,
waarvoor hij als iYnpiessario op
trad.
In 1934 startte hij met een cir
cus-programma in Scheveningen
en later was hij het, die van de
Nederlandse regering concessie
kreeg om buitenlandse circussen
te engageren. Zo kwamen Strass
burger naar ons land, de grote,
ongeëvenaarde Sarrasani en het
Franse reuzen-circus van de ge
broeders Bouglione. Na een lange
samenwerking met Strassburger
stichtte Mikkenie in 1947 zijn
eigen circus. Hij begon met
groot succes in Rotterdam en
maakte daarna zijn eerste tour
nee door Nederland. Vervolgens
trok hij naar Belgie en begon
daar zijn voorbereidingen voor
een gigantische tournee naar
Spanje. In Barcelona, Valencia
en Madrid ivaren de resultaten
fantastisch. Na Spanje kwamen
er tijdens de tournee in Frank
rijk grote moeilijkheden door
de vernietigende concurrentie
van de Franse collega's. Maar
Mikkenie zette door, ging naar
Italië en veroverde met één slag
het Italiaanse publiek in Rome,
Firenze, Pisa, Livorno en Genua.
In 1951 reisde het circus met uit
stekende resultaten in Belgie en
Luxemburg.
En nu, in 1952, met de Brits-
Indische filmster Sabu in het oli
fanten-nummer, door Nederland.
Een kroon op het doorzettings
vermogen van Frans Mikkenie,
de man, die niet versaagde, maar
zich door alles heenbeet met een
ongeëvenaarde wilskracht.
ter wordt rustig, maar in een nooit af
latend tempo afgebroken. Losse werk
krachten worden gedirigeerd door
spreek-stalmeester Hommersom die
nog in rok rondloopt, en mensen van ad-
ministratie en van de circuskapel sjou
wen de stoelen ge zat in geen circus
ooit zo gemakkelijk naar de tapis
sières. waar ze zorgvuldig worden ge
borgen. Daarbuiten in het licht van
enkele grote lampen dreunen de mo
toren van de tractoren, die zich moei
zaam met hun zware lasten over de
verende veengrond voortbewegen, wor-
den de stallen afgebroken en is het
°en heen-en-weer gedraaf van vele
tien'allen; schijnbaar zonder enig
systeem. Maar toch kent ieder zijn
taak, de taak van al zo heel veel ke
ren. De taak van Rotterdam, Middel
burg, Brussel. Ostende, Barcelona, Va
lencia. Madrid. Rome.... en nu van
Gouda. Het eindpunt van dit alles
vindt ge op het stations-emplacement,
waar de oranje-wagens zich aaneen-
j rijen en als geduldige, logge dieren
staan te wachten op hun beurt om
heel voorzichtig de lange platte wa
gens van de spoorwegen te worden
opgereden.
Met z'n handen diep in zijn jekker
gestoken staat daar lading-meester
Erkrath. Herkent ge hem? Ja, het is
de man die vóór de voorstelling op
onmogelijk lange stelten programma's
staat te verkopen. Hier, tijdens dit wel
zeer belangrijke onderdeel van de af
bouw zwaait hij de scepter. Heel rus
tig. heel gemoedelijk. Maar er komt
geen wagen scheef te staan en op geen
tournee werden ze beter verankerd
dan deze, de jubileumtournée. En ze
zijn het er allemaal over eens: Erkrath
is een prima vakman.
„Het loopt lekker"
MENEER KERSTEN, het manusje-
1 van-alles van Circus Mikkenie:
voor-reiziger, reclameman, perschef, is
dik tevreden. Het loopt alles lekker.
Hij was net nog wel even bang ge
weest toen er een kameel een rare
sprong maakte en in plaats van in de
wagon er naast scheen te komen. Maar
het liep alles nog juist goed af en een
kameel is niet goedkoop.... In de
restauratie wordt er gauw even een
kopje koffie gedronken. De concurren
tie wordt besproken en het feit, dat
je nu nooit van je leven schijnt te
kunnen bepalen of een speelstad „goed"
of „slecht" zal zijn. De route voor
Noord-Holland wordt nog eens bezien
en in de gauwigheid gewijzigd, omdat
je nu eenmaal op die en die dag in
die en die stad niet behoeft te komen.
Meneer Kersten is één van die geluk
kige mensen, die van zichzelf weten,
dat ze niet volmaakt zijn en dat er
anderen zijn die al dat werk van hem
veel beter kunnen doen. „Ik werk
harder dan ooit, maar wat ik in tien
uur klaar speel, dat doet Bouman in
vijf minuten. „En dan komt het ge
sprek op die Bouman, die nu met
Strassburger in België zit, omdat hij
als tournée-expert tot in zijn vinger
toppen, ook daar de provincie kent
als z'n eigen broekzak.
Op de weg van het station naar het
speelterrein priemen de felle lichten
van de tractoren zich door het duister,
terwijl ze nijdig brommend hun zware
vrachten achter zich aan sleuren.
Je bedenkt spijtig hoe romantisch
dat vroeger toch wel moet zijn ge
weest toen die enorme wagens wer
den getrokken door een span van vier,
zes paarden, die met hun hoeven het
vuur uit de straatstenen lieten opspat
ten, opgejaagd door het geschreeuw
ACROBATIEK AAN DE
LOPENDE BAND
Het alluminium „geraamte" van
Mikkenie's circus wordt opgezet.
van de voerman en het knallen van
de zweep.
Een andere wereld
MAAR HEUS, alle sfeer van vroeger
en al die romantiek is nog niet ver
dwenen. Stap daar op de hoek dat
kleine cafeetje maar eens binnen en
ga zitten kijken naar het partijtje bil
jart van acrobaten en clowns. Ze heb
ben de stamgasten van hun tafels ver
dreven, maar die zitten bewonderend
en tevreden toe te kijken op een meer
bescheiden plekje, vlak bij de tapkast
en eigenlijk zijn ze in hun hart maar
wat trots, dat juist „hun zaak" de uit
verkoren pleisterplaats van al die ar
tisten is geweest. Dat cosmopolitische
gezelschap brengt kleur en verve in
dit anders maar zo heel sobere cafeetje.
Het schijnt nu niet meer van Gouda
te zijn, maar van een andere wereld.
Een wereld, die niet die is van de
stamgast, maar waar hij in zijn hart
zo vaak naar kan verlangen. Waar het
leven zo veel eenvoudiger lijkt, waar
sleur een ongekend begrip moet zijn.
Ze zijn er een beetje stil van, die
stamgasten en ze filosoferen zo wat
over hun glaasje bier, terwijl ze be
denken hoe dat alles morgen weer
voorbij zal zijn. Het zal er weer even
kaal en ongezellig zijn als vóór die
eerste avond, toen de Zacchinis bin
nen stapten.
Binnen zal een achtergelaten kring
van een glas bier de enige stille ge
tuige zijn, precies als daar buiten op
het weiland de kring van de piste de
enige herinnering zal zijn, dat de ko
medianten hier voorbij trokken
Maar nu klinkt daarbuiten nog het
lied van de afbouw, is er nog acroba
tiek aan de lopende band als die ke
rels daar hoog boven in de aluminium
bouw de pinnen los slaan van dit
enorme mecano-werkstuk. Dat knappe
staal van vindingrijkheid en kennis
van Nederlandse ingenieurs, dat stor
men verdroeg, waartegen een gewoon
chapiteau het reeds lang had moeten
afleggen. Spreek maar eens met de
mensen van Mikkenie, die de tournee
in Frankrijk hebben meegemaakt, over
Toulon, waar een orkaan de palen van
de binnenste ring centimeters hoog
liet dansen.
Steeds eenzamer wordt het om het
langzaam kleiner tent-geraamte. In
een hoek staan nog een paar van die
luxueuze „campings", die morgen over
de weg naar Leiden zullen gaan.
evenals de zware „Macks" met hun
aanhangwagens, die er al zullen zijn
vóór de circustrein het emplacement
van Leiden komt binnenrollen.
Het circus-festijn voor Gouda is
voorbij; een gebeurtenis in het leven
van de stedeling, een korte episode in
de geschiedenis van het Nationale Ne
derlandse Circus Frans Mikkenie, dat
dit seizoen het vijfde jaar van zijn
beslaan viert.
Leiden wacht met spanning
En wij in Noord-Holland ook!
Z.
In de opera te Essen is dezer dagen
onder groot enthousiasme van het pu
bliek de premiere gegaan van een
nieuw ballet van Kurt Jooss: „Der Weg
im Nebel" (de weg in de mist). De in
houd is samen te vatten in de volgen
de woorden: Terreur en oorlog ver
woesten het leven van de enkeling
door ballingschap en 'concentratiekam
pen. In het leven van de achterblijven-
den rijzen steeds weer de schimmen
van hen, die zijn heengegaan. Na de
grote catastrophe is opgaan in het
werk voor de ontredderden de enige
mogelijkheid tot een nieuw leven. Het
ballet-Jooss zal de komende dageij in
ons land verschillende voorstellingen
geven en o.m. dit ballet ten tonele
brengen. Dan zal ook het ballet Dithy-
rambus worden vertoond. Voorstellin
gen: 2 Juli Utrecht, 3 Juli Rotterdam,
9 Juli Amsterdam.
Mevrouw Vibeke Mikkenie met de panter, die zij als verjaardagsgeschenk
ontving van John Ringling, directeur van het bekende circus Barnum and
Bailley.
(Van onze Haagse redacteur)
£R lagen drie grote, dikke plakboeken op de tafel voor minister Lieftinck, toen
hij dezer dagen de parlementaire en financiële redacteuren der dag- en
weekbladen om zich had verzameld om afscheid te nemen van hen vóór zijn
vertrek naar Ankara. In die boeken waren netjes gerangschikt honderden spot
prenten en caricaturen van Nederlands meest omstreden minister, als evenzovele
bewijzen, dat deze bewindsman gedurende zeven jaren in het middelpunt van
de belangstelling heeft gestaan en hem gedurende die tijd de critiek en zelfs de
verguizing niet bespaard is gebleven. Prof. Lieftinck moge vaak harde maat
regelen getroffen hebben, in de dageljjkse omgang is hij een goedmoedig mens.
De in platen vastgelegde spot is hem dan ook niet bijzonder onaangenaam ge
weest, zo verklaarde hij. Trouwens.er is ook wel eens w at vriendelijks van
hem gezegd.
hosfte zijn werk neer te leggen. Hij
kon zijn ontslagaanvrage ook niet
langer uitstellen, omdat de internatio
nale bank voor herstel en ontwikkeling
reeds enige tijd geleden een beroep
op hera gedaan heeft, om als adviseur
van de Turkse regering op te treden.
Hij had reeds uitstel gekregen, omdat
de bank de situatie, waarin hij ver
keerde, begreep.
Gaarne heeft prof. Lieftinck zijn
nieuwe functie aanvaard. In de eerste
plaats omdat hij nu, zoals tijdens zijn
hoogleraarschap, de gelegenheid zal
Wat de minister verder aan de jour
nalisten toevertrouwde, werd tot een
soort politiek testament. Hij vestigde
er de aandacht op, dat hij zeven jaar
achtereen aan het bewind geweest is
en dat hij gedurende die tijd het voor
recht gehad heeft samen te werken met
dr Drees en de heer Mansholt, die
eveneens van de bevrijding af aan
een portefeuille hebben beheerd. Daar
door heeft er continuïteit bestaan, het
geen van groot belang was voor de ge
zamenlijke verrichte arbeid.
In de afgelopen zeven jaren heb ik
drie ambtgenoten door de dood verlo
ren aldus prof. Lieftinck. Het waren
de heren Huismans. Fiévez en Van
Maarseveen. Ook met hen had hij pret
tig samengewerkt en daarom wilde hij
hen gedenken.
Men heeft eens geprobeerd uit te
rekenen, hoeveel collega's ik gehad
heb. zo vervolgde hij. Het waren er
37. Met veel genoegen denk ik aan
hen terug.
Op het departement van Financien
en met name op de thesaurie was de
minister langzamerhand een van de
veteranen geworden. Vroeger „ver
sleet" een thesaurier-generaal soms vier
ministers. Welnu. prof. Lieftinck heeft
vier thesauriers-generaal en boven
dien nog drie secretarissen-generaal
..versleten". Ook heeft hij verscheide
ne hoofden van afdelingen zien komen
en gaan.
Dankbaar was de minister voor de
samenwerking op zijn departement.
Ongeacht de eigen politieke overtui
ging zijn alle ambtenaren bezield ge
weest met hei sterke besef van de ge
meenschappelijke verantwoordelijkheid.
Men liet zich steeds leiden door de
liefde voor het werk.
Een van de boeiendste kanten V3n
zijn werk noemde hij het contact met
de beide kamers van de Staten-Gene-
raal.
Prof. Lieftinck houdt van de parle
mentaire strijd, al was deze niet altijd
even gemakkelijk; men denke slechts
aan de belastingontwerpen en de cre-
diet-contróle. De regering is steeds ge
dwongen de medewerking van de Ka
mers te verwerven. Telkens moet een
bewindsman door die vuqrproef. Met
trots gewaagde hij ervan, dat hij nim
mer de strijd om een wetsontwerp ver
loren heeft. Wel kreeg hij meermalen
moties en amendementen te incasseren.
Hij betreurde het. dat enkele keren
de krachten tegen hem werden gecon-
sentreerd. niet naar hii vermoedde
uit zakelijke, maar uit politieke
overwegingen. Doch ook daar is hij
doorheengekomen.
De bewindsman achtte het overbodig
een overzicht te geven van alle be
langrijke wetsontwerpen, waarin hij
de hand gehad heeft. In het algemeen
zo zeide hij is hij voor talrijke
problemen geplaatst geweest, lang niet
altijd liggend op zuiver financieel ter
rein. Na de oorlog is de taak van een
minister veel omvangrijker geworden
dan daarvóór. Vóór 1940 lag het zwaar
tepunt op de begroting en op de mid
delen. Na 1945 eiste vooral het mone
taire beleid zijn volle aandacht op. Men
denke hierbij aan de verstoorde valu
ta-verhoudingen en de ongunstige be
talingsbalans, waarmede men vroeger
nimmer te maken kreeg. Vóór de oor
log bestond er ook geen oorlogsschade
vraagstuk en waren er geen subsidie
kwesties.
Daarnaast moest hij zich bezig hou
den met de problemen van de finan
ciën buiten de overheidssector, zoals de
herstelfinanciering, de financiering van
de woningbouw, grote projecten in het
ecoomische leven, als de Spoorwegen,
de K. L. M„ de Artillerie-inrichtingen
en Breedband. Vraagstukken van het
rechtsherstel en van juridisch-finan-
ciële aard vroegen sterk de aandacht.
Hierover hoopte hij nog nota's aan
de Kamer aan te bieden, waarin hij
rekening en verantwoording van het
gevoerde beleid aflegt.
Ook internationaal heeft minister
Lieftinck veel arbeid moeten verrich
ten; hij stond aan de wieg van het in
ternationale monetaire fonds en van de
internationale bank voor herstel en
ontwikkeling. Talrijke internationale
conferenties vereisten zijn aanwezig
heid elders.
De bewindsman had de indruk, dat
tal van vraagstukken thans opgeloó
zijn: er is een monetair evenwicht en
er is evenwicht in de begroting. Het
betalings-balansprobleem staat er
thans veel gunstiger voor dan enige
tijd geleden. Het moeilijke blijvende
dollarvraagstuk is nog niet opgelost,
maar dat geldt ook voor andere lan
den.
Is het verstandig al dit werk nu los
te laten? vroeg prof. Lieftinck zich
af. Hij vertrouwde ons toe, dat hij
leeds verleden jaar bij de kabinets
formatie een sterke neiging bij zich
voelde opkomen om te zeggen: „Ik
doe het niet HngerHij kon namelijk
geen verantwoordelijkheid dragen, als
er geen zekere stabiliteit was. Ook
was hij buitengewoon moe.
Niettemin heeft hij zich weer laten
„inhuren", evenwel op de nadrukke
lijke voorwaarde, dat hij eventueel
niet gehouden zou zijn de volle vier
jarige periode uit te dienen.
T^ch is hij tot het einde gebleven en
hij is daar naar hij verzekerde
niet treurig om. De oplossing van een
aantal'kwesties kon daardoor voltooid
worden. Ook heeft hij nog kunnen
meemaken de uitslag van deze verkie
zing. die aldus de bewindsman
het beleid van de P. v. d. A. niet zo
sterk heeft veroordeeld als de verkie-
zingslectuur van een aantal partijen
zou hebben doen vermoeden.
Thans heeft prof. Lieftinck grote be-
PROF. LIEFTINCK
....keert financiënde rug toe
krijgen tot rustige bezinning op de
grote vraagstukken van financiële,
economische en internationale aard en
in de tweede plaats, omdat hij gelooft,
dat hij in Turkije nuttig en belangrijk
werk zal kunnen verrichten. Niet al
leen ten bate van het land zelf. maar
van de gehele wereld. Dit aspect heeft
hem zeer aangetrokken.
Turkije had geen bezwaar om hem
te ontvangen. De bewindsman ver
wachtte. dat er in Turkije goede voor
uitzichten zijn. Hij was er allerminst
rouwig om, dat de kabinetsformatie
„dat zijn altijd heel vervelende dingen"
nu aan hem voorbij gaat.
Op enkele hem gestelde vragen ant
woordde prof. Lieftinck tenslotte, dat
hij zich als de ontwikkeling dit toe
laat nog met de desbetreffende com
missie uit de Tweede Kamer in ver
binding zal^stellen over het effecten-
rechtsherstel. Tegenover de Benelux
stond hij niet zonder vertrouwen. Maar
er moeten nog tal van vragen worden
opgelost De Economische Unie is niet
alleen afhankelijk van de interne voor
waarden, die in de drie landen verwe»
zenhjkt moeten worden, maar ook van
politieke en economische aard op
Europees terrein.
Op zeer korte termijn zullen zich
geen grote perspectieven openen, maar
komen we steeds
dichter bij de Benelux-gedachte.
literaard zal prof. Lieftinck geen
Eerste Kamerzetel aanvaarden. Hij
staat evenwel op de lijst van de P v
d. A. omdat niet te zeggen valt. hoe
lang hij in Ankara zal vertoeven.
De Minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening heeft een com
missie ingesteld om hem te adviseren
over de mogelijkheden van de oplei
ding tot vakbekwame landarbeiders
met subsidie van overheidswege. Voor
zitter der commissie is ir N. van Vliet,
directeur van het landbouwonderwijs,
secretaris de heer P. van der Schans,
adjunct-secretaris van de hoofd-afde-
ling sociale zaken van de Stichting
voor de Landbouw.
In verband met een verruiming raa
de middelen van het Terlingen-fonds
zal het mogelijk zijn op een ruimere
schaal premiën toe te kennen voor ver
betering van slechte woningen van bo
nafide eigenaren, die niet in staat zijn
uit eigen middelen de noodzakelijke
verbeteringen te bekostigen.
Aanvragen voor dergelijke premiën
moeten bij de gemeentebesturen wor
den ingediend. Voorwaarde is o.m. dat
met de verbouwing geen aanvang is
gemaakt op het ogenblik van indiening
van het verzoek. De beslissing of de
aanvrager voor toekenning van een
premie in aanmerking komt, berust bij
de gemachtigde van het Terlingen
fonds (particuliere schenking).
Het toe te wijzen premiebedrag zal
ten hoogste de helft van de gemaakte
kosten kunnen bedragen met een
maximum van 50 pet. van f 2800.
Een Leidse kantoorbediende heeft
er vijf jaar een gewoonte van gemaakt
boeken te stelen uit Haagse boekwin
kels. Later verkocht hij de boeken. Op
deze manier heeft hij voor een waarde
van 35.000 a 40.000 gulden bijeengekre
gen. Toen hij hoorde dat iemand an
ders voor dergelijke diefstallen gear
resteerd was. hield hij er mee op. Nu
heeft de politie hem toch nog kunnen
aanhouden.
„Derde Weg" wil Nederlandse
troepen in Korea terugtrekken
De vredesbeweging „De Derde Weg" i
heeft in een telegram, gericht aan mi-
nister-president Drees, onmiddellijk
terugtrekking gevraagd van de Neder
landse troepenmacht uit Korea. De be
weging zegt van mening te zijn, dat
de Amerikaanse luchtaanvallen op de
electrische centrales aan de Jaloe als
onderdeel van de militaire actie van ie
Verenigde Naties in Korea, het gevaar
van uitbreiding van de oorlog buiten
Korea belangrijk vergroten en dat deze
operaties er belangrijk toe bijdragen
de deelnemende landen in geheel Azie
gehaat te maken.
Hoger pensioen Kamerleden
Bij de Tweede Kamer is een voorstel
van de regering ingediend, om het
pensioen voor leden dezer Kamer te
verhogen van f 187.50 tot f 207.50 per
jaar voor elk jaar, dat zij ztting hebben
gehad, zulks tot een maximum van
f 3750.Reeds verleende pensioenen
alsmede pensioenen voor weduwen en
wezen van Kamerleden zouden dien
overeenkomstig dienen te worden ver
hoogd.
De ministerraad heeft besloten ook
voor 1952 een interimregeling ziekte
kosten voor het betreffende rijksperso
neel in het leven te roepen. Het ligt in
het voornemen bij deze regeling, welke
in hoofdzaak gelijk zal zijn aan die
voor 1951, uit te gaan van een ver
hoogd percentage van 1,9 pet. van da
bezoldiging op het loon en gelijktijdig
de maxinum-bedragen op te voeren tot
f 60.(gehuwden) onderscheidenlijk
f 30.— (ongehuwden) per jaar.