Alkmaarse breiclub schiep vreugd
in touringcar vol abonné's
Huisvesting en verzorging Ouden van dagen
zal steeds meer onze aandacht vragen
Kampeerterrein „De Lepelaar" romantiek
van duinpannetjes en bloeiende heide
VanDenHeldernaarHogeVeluwe
in blijmoedige eensgezindheid
Hoofdtaak verzorgingshuis: Vreugde
schenken aan valide bejaarden
Verdreven vorsten
Waar zijn de bikkels?
Eenvoudige tentjes verdwalen er in
de ruimte van fraai duinterrein
Keren de kansen voor
Corrie Donga?
Daarnaast voor mmder
validen
Ter overweging
r~
Koning Hoessein van Jordanië in Lausanne
IXeTeTWmllkawardi-
MET DE KRANT DOOR HET LAND
Reisleider Blok ontzag
geen incognito
Snelle uitbouw?
Leerdarnse politie wil nader overleg
VRIJDAG 15 ATTGDSTTTS 1958
Er is een probleem in Nederland, er
is een probleem vooral in Westfries-
land, in onze onmiddellijke omgeving,
dat ons boven het hoofd is gegroeid.
Een probleem, dat we op het ogenblik
niet aan kunnen. Al willen we niet ont-
ontkennen, dat er verschillende plaat
sen wel iets gedaan wordt, om tot een
oplossing te komen. Dat probleem is
de huisvesting en de verzorging van
onze ouden van dagen.
Naarmate de gemiddelde leeftijd van
de mens steeg en nog stijgt, wordt het
probleem ouden van dagen nijpender.
Niet alleen door het toenemend aan
tal, maar ook door vragen die met dat
toenemen van het aantal en met het
hoger worden van de leeftijdsgrens
sterker naar voren springen dan in de
achter ons liggende jaren het geval
was.
In de aanvang van de twintigste
eeuw was er eigenlijk geen vraagstuk
ouden van dagen. Het aantal mensen
dat de vijf en zestig jaar bereikte, was
relatief te klein, dan dat men zich zou
gaan bezig houden met o.a. de vraag
of het gewenst is grote groepen van
ouden van dagen bij elkaar in één in
richting onder te brengen. In de ste
den kende men de hofjes. Op het plat
teland werd aan de huisvesting van de
ouden van dagen bijna geen aandacht
besteed.
Deze situatie is geheel veranderd.
Het aantal boven vijf en zestigjarigen
maakt ongeveer tien procent uit van
de Nederlandse bevolking en het ziet
er naar uit, dat dit percentage binnen
enkele jaren nog groter zal worden
Nu komen er vragen naar voren.
Waarheen met deze mensen? Moeten
re zo lang mogelijk in hun eigen wo
ningen worden gehuisvest? Moeten ze
uit het arbeidsproces worden geno
men? Moeten ze in grote groepen bij
elkaar worden gebracht, hetzij in Hof
jes of in inrichtingen?
Hoe staat het met de vrije tijdsbe
steding van deze mensen, die soms
Jjlotseling van een arbeidzaam tot
Üdzaam leven gedoemd zijn?
Er wordt iets gedaan.
Inderdaad. Maar indien het niet snel
ler gaat dan tot dusverre, zullen we
de achterstand die we hebben op dit
gebied, niet inhalen. Zelfs in de ge
meenten, waar men het probleem uit
alle macht heeft aangepakt, laten we
Zijpe als voorbeeld noemen, (er zijn er
meer), bestaat het probleem van de
ouden van dagen. Indien we de basis
van tien procent immers aannemen,
dan valt het op, dat er voor de ouden
van dagen wel iets gedaan wordt in
die gemeenten, waar men het verst is.
maar dan valt het tevens op, dat op
«en honderdtal bewoners van een ver
zorgingshuis, er honderden zijn. die
het probleem van de oude dag met zich
zelf uitvechten.
Dat er honderden zijn, die de fatale
leeftijdsgrens van 65 jaar hebben be
reikt. maar die er toch niet over den
ken, hun vrijheid prijs te geven. Of
die uit financiële overwegingen maar
liever op zich zelf blijven. Laten we
ons echter gelukkig prijzen, dat er in
verschillende gemeenten thans ten
minste inrichtingen zijn. die de oud
ste mensen kunnen opnemen. Tevens
de meest behulphoevenden.
Een gevaar
Laten we ons tevens bewust zijn, dat
daar een gevaar in schuilt. De verzor
ging van ouden van dagen mag niet
beginnen op het tijdstip dat zij hulp
behoevend worden. Te veel is dat op
vele plaatsen nu het geval. Te veel
krijgt men een weemoedig gevoel, in
dien men ziet. welke mensen thans de
verschillende inrichtingen bewonen.
Blijft dat zo, dan zal elk verzorgings
tehuis gedoemd zijn, slechts verzor
ging te bieden; komt het aan de pri
maire taak, het verschaffen van levens
vreugde en ontspanning aan de men
sen, die wel vijf en zestig jaar, maar
nog niet oud geworden zijn. niet toe.
De verschillende corporaties, die
zich de verzorging van ouden van da
gen ten doel stollen, zullen zich in de
eerste plaais bewust moeten zijn, dat
er in de verzorgingstehuizen plaats moet
zijn voor c >n vitale ouderdom, zowel
als voor gevallen van seniele aftake
ling. Niet echter uitsluitend voor de
laatste gevallen.
Groot of klein
In dat verband zouden wij de vraag
willen stellen, of het verstandig is klei
ne verzorgingstehuizen te stichten. Het
is ons bekend, dat er in sommige ge
meenten plannen zijn. In andere ge
meenten daarentegen doet men nog
niets. Over het algemeen kan wel wor
den gezegd, dat de grootte van de ge
meente, de geaardheid van de bevolking
een rol speelt.
Indien het echter zo ver komt, dat
in de naaste toekomst wordt overge
gaan tot het bouwen van verzorgings
tehuizen, dan zullen de betrokken ge
meentebesturen cr goed aan doen, het
vraagstuk van de grootte van het te-
huis niet te laten afhangen van de len behoren.
Het is Ons opgevallen, dat in
vele verzorgingshuizen de bevol
king zo oud is, dat men niet meer
van een werkelijk levenae ge
meenschap kan spreken. Naar
gelang deze huizen kleiner zijn,
wordt dit euvel erger. Wy zou
den dit verschijnsel onder de
aandacht willen brengen van ge
meentebesturen en oorporaties
die zouden willen bouwen. De
verzorging van de oude dag moet
o.i. niet beginnen op het tijdstip,
dat de mensen „zich zelf niet
meer kunnen redden".
gunstigste exploitatiemogelijkheden, hoe
belangrijk zulks ook schijnt.
Belangrijker is, dat tehuizen gesticht
worden, waarvan niet geldt het gezeg
de, dat het slechts doorgangstehuizen
naar het kerkhof zijn.
Onze indruk nu is, dat men meer vi
taliteit, meer vreugde, meer ontspan
ning, meer arbeidsmogelijkheden te
genkomt in de tehuizen die groot van
opzet zijn. Een samenspreking van
verschillende gemeentebesturen zou op
dit punt misschien een oplossing kun
nen brengen. Misschien. Want veel
vertrouwen hebben we op deze samen
spreking niet, indien men het z.g. ge
meentelijke belang zwaarder laat we
gen dan het belang van een goede ver
zorging van de categorie mensen, waar
toe we binnen afzienbare tiid zelf zui-
XjfOOnAL in het Oosten van
Europa en het Midden-Oosten
zijn de laatste jaren meerdere ko
ningen van hun troon verdreven.
In 1945 maakte Tito in Joegoslavië
een eind aan het bewind van
koning Peter. In 1946 kwam een
eind aan de dynastie van het huis-
Savoye in Italië. Door een volks
stemming spraken de Bulgaren zich
uit voor de republiek, terwijl ook
in Albanië in dit jaar de commu
nisten de republiek uitriepen, nadat
koning Zog reeds in 1939 bij de
Italiaanse invasie u».is gevlucht.
Koning Michael van Roemenie
deed in December 1947 afstand, na
onenigheid met de communistische
machtshebbers. In het Midden
oosten verlieten kortelings Faroek
en Talal de troon. In Perzie vond
in 1941 een troonswisseling plaats
op aandringen van Rusland en En
geland. In alle landen van het
Midden-Oosten werd de monarchie
echter wel voortgezet door aan
wijzing van de wettelijke opvolger
Het blijkt dus, dat alleen de mo
nareken van Griekenland, Irak en
Saoedi-Ardbie hun troon konden
behóuden.
Wij hebben vanmorgen een
klein meisje gezien, dat bus
jes onder haar schoentjes
had die ze met touwtjes
vasthield, zodat ze er op kon
lopen en we vermoeden, dat
er dezer dagen in vele huis
gezinnen naar lege busjes
van gelijke grootte zal ge
zocht worden, omdat alle
kinderen tussen zes en tien
aar er plotseling op willen
■rpen. Wat het ene kind
loet wil het andere ook, en
rr vandaan één met
een bijzonder spelletje op
straat ziet kan men er zeker
van zijn dat er morgen tien
zijn en dat men ze over
morgen in alle straten kan
aantreffen.
Wij hebben ons, wat het
kinderspel betreft, wel eens
afgevraagd of er voor diver
se spelen bijzondere tijden
zijn. Soms ziet men de straat
vol tollen en met zweepjes
slaande kinderen en plotse
ling hebben de tollen weer
plaats gemaakt voor knik
kers en lopen jongens en
meisjes met zakjes vol stui
ters.
Ook die verdwijnen op
een goede dag en men zal
er nog sporadisch een jon
gen mee aantreffen. De
meisjes hebben het spring-
to-w uit de kast gehaald (n
op alte trottoirs ziet men
in- en uitspringende meis-
De ongeschreven
wetten
jes, vaak zelfs meisjes, dia
eigenlijk al jonge dames zijn
geworden maar zich onmid
dellijk weer kind voelen als
zij een rondzwaaiend touw
ontdekt hebben.
Wie bepaalt wanneer het
tol-tijd is of wanneer het
springtouw uit de kast moet
komen?
Wij geloven dat daarvoor
geen vastgestelde tijden zijn
en dat één meisje met een
drijftol in staat is de eerst
volgende weken door mas
sale navolging de gehele
stad onveilig te maken.
Er zijn kinderspelletjes
die even spoorloos verdwe
nen als ze gekomen zijn en
nooit meer terugkeren, in
onze prille jeugd liepen alle
schooljongens met een dek
seltje van een bus of een
schoensmeerdnosje Er u-as
in het midden een gaatje
geboord 'waardoor 'n touw
tje was gestoken dat met
een lucifertje werd vastge
houden. We wandelden naar
school met het touwtje tv
de hand en het dekseltje
rolde naast ons Het was de
grote kunst om het precies
op de rand van het trottoir
te laten lopen en diverse
{7°In\nTstlateTzagPmen
„eer terug te kere
wij herinneren ons nog
goed hoe onze kleine as
ters - en alle meisjes m de
stad - met bikkeltjes speel
den. Ze zaten op deh.a,Td_
stenen stoepen en hadden
een stuiter, die telkerj' °Jl
en neer sprong en tijdens
elk sprongetje moest er een
bikkel gekeerd worden. Het
waren bikkeltjes van koper
of hout en ook wel van been
en we hebben het vermoe
den dat ook onze moeders
en grootmoeders zich daar
vroeger mee vermaakt heb
ben Maar de bikkels zijn
even spoorloos verdwenen
als de dekseltjes van de
schoensmeerdoosjes en men
kan ze hoogstens nog in
een antiquiteitenwinlcel aan
treffen.
En waar zijn onze hoepels
gebleven, de houten met een
stokje en de ijzeren met een
haakje7 Er is een tijd ge
weest, dat de smeden er een
goed daggeld mee verdien
den.
van het kinderspel hebben
ze afgeschreven en het ziel
er naar uit of ze nooit mee»
terug keren, tenzij m{7
schlen plotseling eens een
meisje gaat bikkelen en de
speelgoedwinkels een paar
weken later voorraad te
kort komen om alle meisje,
aan materiaal te kunnen
helpen.
Twee spelen zijn er, dl»
waarschijnlijk nooit zullen
verdwijnen en die - merk
waardig genoeg een scher'.
pe scheidingslijn trekken
tussen jongens en meisjes
Dat zijn het springtouw en
de bal of het balletje waar
tegen getrapt kan worden
Er zijn practisch geen touw.
tje springende jongens en
peen voetballende meisjes
Voetballen is van alle tij.
den, touwtje springen heeft
bl{ikbaar zijn eigen tijd en
„breekt eren los" zodra het
eerste meisje met haar
springtouw op straat ver.
schijnt.
Het is wel eens interes
sant de ongeschreven wet.
ten van het kinderspel na te
gaan. Er zijn enkele axlo.
ma's maar er is veel, dat
van het toeval afhangt. Be.
grijpen zullen we het nooit
maar daar zijn we misschien
te oud en te verstandig voor
geworden.
(Van onze vacantie-vierende redacteur)
POEDE wyn behoeft geen krans. Dit spreekwoord heeft de reisafdeling van de
Verenigde Noordhollandse Dagbladen tot haar zinspreuk gemaakt. Vandaar
dat alle „krantenreizen", zowel naar het binnenland als over de grenzen, bijzon
der succesvol konden worden, ook zonder dat de redactiestaf onder de reizigers
vertegenwoordigd was. De berichten over de feestelijke tochten onder het
motto „met de krant door het land" waren dermate gunstig, dat één der journa
listen meende één zijner (schaarse) vacantiedagen voor de trip naar Apeldoorn
en de Hoge Vcluwe te moeten reserveren. Het is wel eens aardig, nietwaar, een
dagje uit te gaan zonder de noodzaak, na afloop nog even in een gezellig stukje
de belevenissen tijdens de tocht te releveren. Met dit zelfs voor een Journalist,
die volgens velen van het ene uitstapje naar het andere huppelt, uitgaanderige
gevoel besteeg onze vacantie-vierende redacteur gistermorgen om zeven uur de
grot# touringcar van de fa. Van Konlngsbruggen voor het bureau in Den Helder.
Koning Hosse'. i I van Jordanië, die zijn geesteszieke vader Talal heeft
opgevolgd, vertoeft met zijn moeder, zijn broertje Hassan en zijn zu je met
vacantie in Lausanne. De jonge koning heeft in de afgelopen elf maanden
aan de bekende school van Harrow in Engeland gestudeerd. Koning Hossein
van Jordanië (geheel links) voor het hotel te Lausanne, waar hij verblijft.
TJA, beste lezeress en lezer. U hebt het
natuurlijk al gemerkt. Van dat
chone voornemen is niets terecht ge
komen. Vacantie of geen vacantie. een
iournalist behoort over zo'n prachtige
dag zijn pen en zijn brein volkomen
leeg te schrijven. Dat is hij aan zijn
stand en aan de gemeenschap verplic'it.
Mocht ik daaraan gistermorgen in alle
prille vroegte hebben getwijfeld, de
dames van de Alkmaarse breiclub
„Bloemwijk" en de heer Blok van de
reisafdeling hebben mij wel het juiste
inzicht bijgebracht.
KAMPEREN... een dikke bos stro op het zand en dun zeildoek lussen dat
stro en de wijde sterrenhemel. Kamperen. een primus en wat pannen, waarin
je met wat handigheid tóch een heerlUk maal klaarmaakt. Al moet dan na de
piepers de bloemkool nog gaar en de jus nog heet worden. Kamperen.de ro
mantiek van een stille duinpan en rijpe bramen vijf meter van je tent, die je
desgewenst elk ogenblik van de dag op Je fiets laadt en even willekeurig weer
kunt opzetten. Kamperen.het ideaal van duizenden jonge mensen, die op goed
kope wijze hun vacantie willen doorbrengen, langs de duinen, door de bossen
en over de heide willen zwerven. Die misschien In veertien dagen de vlakke
polders van Noord-Holland, de bossen van Gaasterland, de pittoreske Acb,ter-
lioekse dorpen, de vennen van Noord-Brabant en nog véél meer vaderlands
schoon willen zien. Dat kón gemakkelijk, jaren geleden. Ze spreidden het
grondzeil uit waar ze wilden. In 1952 is alles iets anders geworden. Kamperen?
Goed, zegt de overheid. Maar dan op een kampeerterrein met honderd tenten
op een kluitje. Stadjes en dorpen van linnen huisjes maken. De romantiek van
de eenzame duinpan, waar 's avonds een duinkonijntje nieuwsgierig naar de
„touristische kampeerder" komt kijken, is bijna verleden tijd...
BIJNA.... want er zijn nog plekjes,
waarop men ver van andere mensen
de tent kan opzetten en eenzaam kan
genieten van drijvende wolken boven
het altijd bruisende water van de
Noordzee. Waar heus! het duin
konijntje nog bestaat. En die plek is
niet zo heel ver weg.
Aan de nieuwe betonweg langs de
brede duinen tussen Petten en Cal-
lantsoog bloeit de heide hei-paars. En
de bramen lijpen er tussen de bosscha
ges. Even Noordelijk van Sint Maar
tenszee ligt „De Lepelaar", een uit
gebreid bondskampeerterrein van de
ANWB, langs die prachtige witte weg,
waarlangs steeds meer verkeer gaat.
Hier zijn de duinen nog wild en woest,
bijna zoals vóór 1940, toen slechts en
kele bramenzoekers van deze weelde
aan natuurschoon wisten.
Nu, in 't hartje van het vacantie-
seizocn. staan er misschien vijftig
kampeertenten en enkele caravans.
Men vindt ze er nauwelijks terug.
Slechts zelden is hier en daar vanaf
de betonweg een linnen tentdak zicht
baar. De kinderen van de stad zoe
ken er in het wijde duinterrein naar
bramen en ergens op een vlak stukje
terrein heeft een gezette meneer (vijf
tig weken opgeborgen geweest tussen
muffe papieren in een kantoor met
dikke muren) een voetbalveld uitge
zet voor zijn zonen en dochters. Met
verbeten ijver probeert hij iets van
zijn lichaamsomvang weg te werken
door hoogstpersoonlijk als midvoor
tp fungeren. En vijftig meter verder,
'Zichtbaar voor de voetballende ste-
'eling, staat een sheltertje misschien
de eerste woning van een jong echt
paar, dat van plan was in de witte
broodsweken véél van ons land te
gaan zien. Ze houden het ideale plek
je nu al acht dagen bezet en zullen
wel niet weggaan vóór de dagen van
/let bruine brood aanbreken. Er is nie
mand, die er iets van zegt, want er
zijn nog tientallen mooie plekjes op
„De Lepelaar".
LANGZAAM IN TREK
Kamperend Nederland heeft „De Le
pelaar" ontdekt. In 1950 kwamen er
slechts enkele honderden kampeerders,
nu is hun aantal al vervijfvoudigd.
„De Lepelaar" is ontdekt en Sint Maar
tenszee is ontdekt. Twee kampeer-
huisjes stonden er twee jaar geleden
op het terrein „Centrum", twee hec
tare groot, juist bij de ingang door het
duin. Nu zijn er ruim zestig en ze
hebben alle kleuren van de regenboog.
Er is ook nogal wat verschil in kwa
liteit en in prijs wellicht. Tussen de
bomen van de landelijke Belkmerweg
vindt men er ook nog een tiental. Daar
wonen ook, voor een week, veertien
dagen of een maand „kampeerders". Ze
missen de romantiek van de duinpan,
't konijntje en de primus, want kam-
peerhuisjes bieden wat meer comfort.
In de meeste hangt een ouderwetse
petroleumlamp en nagenoeg allemaal
hebben ze gas.
Maar de mensen uit de tenten en de
huisjes zijn met één doel naar het
rustige, gemoedelijke Sint Maartenszee
gekomen. Daar is de gulden vrijheid
nog groot en de VW beijvert zich het
dc gasten zo prettig mogelijk te ma-
In 1950 bezochten ongeveer ne
genhonderd mensen in hun vacan
tie het onbekende Sint Maartens
zee en ze hadden het er naar hun
zin. De jonge VVV werkte hard
om Sint Maartenszee meer be
kendheid te geven en dat is ge
lukt. Naar schatting zullen er aan
het einde van het seizoen 3250
mensen zijn geweest en 't ziet er
naar uit, dat het bezoek van jaar
tot jaar nor groter zal worden.
Het kampeerterrein voor vaste
huisjes is bijzonder in trek, de be
hoefte aan recreatieruimte is
groot. EnSint Maartenszee heeft
die ruimte. Er zün dan ook plan
nen om nóg een terrein voor kam-
peerhuisjes te gaan stichten. Men
zal er dan nog ongeveer vierhon
derd kunnen plaatsen! De plannen
voor de zo begeerde nieuwe weg
door de duinen naar het strand
konden nog niet worden verwer
kelijkt, doch men hoopt ze toch
zeer binnenkort te kunnen uitvoe
ren. En dan is Sint Maartenszee
gereed voor snelle uitbouw.
ken. En daarom is het zo jammer, dat
er rond „De Lepelaar" bijna voortdu
rend moeilijkheden zijn. Pal achter
dit ideale kampeerterrein strekt zich
namelijk het verboden gebied van het
natuurreservaat „Het Zwanenwater"
uit en men meent, dat het kampeerter
rein een bedreiging vormt voor dit
schone gebied. Kampeerders zouden
de beruchte bordjes „Verboden toe
gang" negeren en er zijn al heel wat
boze brieven over geschreven. „Nee",
zeggen de mensen van de VVV in Sint
Maartenszee, ,zo is 't niet. De narig
heid wordt veroorzaakt door passeren
de automobilisten en fietsers die even
bij de duinen opklauteren en hun wan
deling door de prachtige natuur wel
eens te ver uitstrekken. De kampeer,
ders krijgen uitdrukkelijk opdracht in
het vrije gebied van „De Lepelaar" te
blijven en het overgrote deel houdt
zich daaraan".
Vervelend die ruzie. Want 't is daar
zo mooi bU Sint Maartenszee. De heide
bloeit er en de bramen rijpen. De hon
derden vacantiegangers gaan er verlo
ren in de uitgestrektheid van strand,
bos en duinen dat is de aantrekke
lijkheid van dit prachtige recreatiege
bied.
Zulks geschiedde nauwelijks nadat bij
de Zevenhuizerlaan te Heiloo de laat
ste passagiers waren ingestapt. De heer
Blok, leider van de reis, achtte het
ogenblik gekomen om allen op gepaste
wijze welkom te heten, een goede mor
gen en een prettige dag te wénsen. Om
meteen de stemming er even in te
brengen, onthulde spreker het incog
nito van de man, wiens pennevruchten
zo onschatbaar veel bijdragen tot de
leesbaarheid van ons aller dagblad.
Dat was koren op de molen van de
breiclub, welker zes leden zich reeds
onmiddellijk na het instappen hadden
getooid met montere feestmutsen. Ik
kwam alras aan de weet, dat er een
zevende muts was. Deze werd mij on
der groot vreugdebetoon op de lokken
gedrukt, ter bevestiging van mijn be
noeming tot erelid van de breiclub
Bloemwijk".
QE zult begrijpen, dat terstond alle
ochtendlijke traagheid uit mijn
vacantie-vierend .brein moest verdwij
nen. Dienovereenkomstig werden alle
gevoelens van éénkennigheid en on
wennigheid uit de hoofden en harten
van de andere reizigers weggevaagd.
Dat waren begrijpelijke gevoelens, want
je stapt toch maar met z'n tweeën of
gedrieën in zo'n bus vol wildvreemde
mensen en d_an wil je graag even de
kat uit de boom kijken. Welnu, de
dames van „Bloemwijk" en de heer
Blok hebben er voor gezorgd, dat een
levenslustig poesje in een minimum
van tijd uit de boom duikelde en, nog
vóór Limmen een tip-top stemming
schiep. En dat is nodig ëo zo'n dag Zet
je zorgen maar op zij, werd uit volle
borst gezongen.
Het reisgezelschap was al één grote
familie geworden, toen de bus. gedre
ven door de bekwame hand van chauf
feur JL. Andringa, bij „Eemland" in
Soest stopte, en de heer Blok een kop
koffie liet serveren. En omstreeks het
middaguur, op het terras van de Ju-
Iiana-toren onder Apeldoorn, was de
saamhorigheid zo gneot geworden, dat
van alle kanten cake en krentenbrood
op de journalistieke tafel werden ge
deponeerd ter completering van het
lunchpakket, dat volgens een aloud
journalistiek gebruik in de keuken
was achtergebleven. De weg naar het
hart van een man jaat door de maag.
Wilt ga daarom geioven, dat die blij.
moedige breipenvriendinnen van X het
Alkmaarse „Bloemwijk" een warm
plekje in mijn (ruime) hart hebben
veroverd?
Laat ik niet uitweiden over ons aller
pleizier in het mysteriehuis, de spie-
gelzalen, de mi%orbootjes ei? de „au>
tootjes". Deze geneugten zyn genoeg,
zaam bekend, maar wel staat vast dat
zij extra prettg zijn wanneer men met
een gezellig clubje eens echt uit is. Een
groot deel van de middag besteedde
ons gezelschap aan de bezichtiging van
ht fraaie jachtslot, dat naar St. Huber-
tus is genoemd, en aan een rondgang
door het prachtige natuurreservaat
„De Hoge Veluwe", waar men geluk,
kig nergens door schillen en dozen
wordt herinnerd aan het aangenama
verpozen van andere stervelingen op
het vacantiepad,
{-JET gerucht werd bevestigd, dat de
maaltijd het hoogtepunt van der*
gelijke dagen is. Precies op tijd ora
zes uur werd ons in „De Nieuwe
Poort" te Woudenberg een diner voor
geschoteld, dat dei toets van de zwaar
ste critiek kon doorstaan. In een in
drukwekkende tafelrede sprak de
heer Blok als zijn overtuiging uit, dat
zo'n krantenreis toch van onschatbare
waarde Is voor het versterken van de
onderlinge band tussen de abonné's.
Wanneer ik deze overtuiging deel|
dan wil dat iets zeggen, omdat jour
nalisten nu eenmaal van huis uit zijn
behept met het denkbeeld, dat zij toch
eigenlijk de band tussen krant en
haar lezerskring scheppen. Een denk
beeld, waaruit misschien niet hele
maal logisch, maar begrijpelijk de
gedachte voortvloeit dat ook de band
tussen de lezers onderling een redac-
tionele aangelegenheid is.
De krantenreis naar de Hoge Velu
we heeft bewezen, dat zo'n dagje uit
met de abonné's meer kan doen dan
vele kolommen uiteraard) welver
zorgde kopij. Laat ik deze ootmoedige
bekentenis als journalistieke vrucht
van een vacantie-uitstapje neerschrij
ven in een krant, die mij waarschijn
lijk pas over tien dagen onder de (het
lezen ontwende) ogen komt. Ik hoop
dan weer aan de slag te gaan en M
gaat dat nu eenmaal na de vacantie
m(jn schrijfmachine als vanouds te
betokkelen in de (eigengereide) over
tuiging dat zonder mijn pennevruch
ten de krant als een waardeloos vodje
papier in duizenden prullenbak
ken verzeild zou raken. En vergetend,
dat het tijdens mijn afwezigheid toch
ook best is gelopen
WORMERVEER. - Het ziet er naai
uit, dat de kansen voor het Leerdarnse
meisje Corrie Donga, dal zich onttrok
aan emigratie met haar ouders naai
Canada, om in Nederland te kunnen
blijven, niet ongunstig staan.
Zoals men weet, heeft de vader bij de
Leerdarnse politie aangifte gedaan van
haar vermissing en haar opsporing
verzocht. Gisteren nu heeft zich een in
specteur van de Leerdarnse politie be
geven naar het Prot. Weeshuis waar
CoirieDonga thans bij haar oom ver
blijft. Eigenlijk min of meer tegen de
verwachting in heeft de politieman
haar met direct meegenomen om haar
haar ouders achterna te sturen Hii
heeft de thans ontstane situatie met
Corne besproken en kennis genomen
van haar vaste besluit om in Neder"
land te blijven. Verder heeft hij zich
op de hoogte gesteld van haar tegen
°™geving «n kunnen conclu-
deren, dat het meisje een tehuis heef»
^etoigem De politie^.peeteu
toonde veel begrip voor
van Corrie en bVeep,°dat hUr
sprake is van een plotselinge opwellinc
besïuritVaHiiezn.i,dng^rtip\ en
oesiuit. Hij zegde dan ook toe, da) hii
alvorens tot ingrijpende maatreen'
over te gaan, nog eens duidelijk en na
vader' °Verlt* wil mët de
Dit kan onder dc gegeven omifanji.
heden practisch niet anders betekenen,
dan dat de inspecteur de vader m'
voorhouden, dat het voor alle partijen
toch werkelijk het beste zou zijn, sli
zijn vasthoudende en vastbesloten doch
ter haar zin zou krijgen en hier in Hol
land zou mogen blijven.
En zo gezien, st»sn de papleren van
Corrie niet ongunstig. Want bij dl-
alles komt een factor, die theoretisch
misschien niet meetelt, maar die in de
practijl# toch wel degelijk van belang
is. De vraag Is n.l„ wie de kosten van
eo'\ eventuele opzending van het meisje
zilt dragen. Want het is uiteraard ge
makkelijk opsporing en opzending te
vragen, maar uiteindelijk krijgt de-
geen, die dat verzoek doet, ook de rJ'
kening van dit geval gepresenteerd.
het staat te bezien of de enkele hon-
guldens, di# met dit geval ge-
moeid zijn, nog wel door de vader kun-
Yorden opgebracht. Als men alle
k. t *8n emigratie verbonden -*
hééft betaald, dan is er normaal niet
zo heel veel meer aan contanten over.
„d>J d« familit in Holland het b«-
orag beschikbaar zou stellen, moet
f^5!leone onwaarschijnlijk worden ge*
cwi T^zlen dus het medeleven. d»t
Donga ondervindt en de zo Juiij
g noemde practische bezwaren
baar opzending verbonden, is het nif
?"m0g*U1k. dat deze hele geschiedenis
ten slotte èen happy end zal kfijgen'
Laten we het voor Corriê hopen.