Alkmaarse breiclub schiep vreugd in touringcar vol abonné's Huisvesting en verzorging Ouden van dagen zal steeds meer onze aandacht vragen Kampeerterrein „De Lepelaar" romantiek van duinpannetjes en bloeiende heide VanDenHeldernaarHogeVeluwe in blijmoedige eensgezindheid Hoofdtaak verzorgingshuis: Vreugde schenken aan valide bejaarden Verdreven vorsten Waar zijn de bikkels? Eenvoudige tentjes verdwalen er in de ruimte van fraai duinterrein Keren de kansen voor Corrie Donga? Daarnaast voor mmder validen Ter overweging r~ Koning Hoessein van Jordanië in Lausanne IXeTeTWmllkawardi- MET DE KRANT DOOR HET LAND Reisleider Blok ontzag geen incognito Snelle uitbouw? Leerdarnse politie wil nader overleg VRIJDAG 15 ATTGDSTTTS 1958 Er is een probleem in Nederland, er is een probleem vooral in Westfries- land, in onze onmiddellijke omgeving, dat ons boven het hoofd is gegroeid. Een probleem, dat we op het ogenblik niet aan kunnen. Al willen we niet ont- ontkennen, dat er verschillende plaat sen wel iets gedaan wordt, om tot een oplossing te komen. Dat probleem is de huisvesting en de verzorging van onze ouden van dagen. Naarmate de gemiddelde leeftijd van de mens steeg en nog stijgt, wordt het probleem ouden van dagen nijpender. Niet alleen door het toenemend aan tal, maar ook door vragen die met dat toenemen van het aantal en met het hoger worden van de leeftijdsgrens sterker naar voren springen dan in de achter ons liggende jaren het geval was. In de aanvang van de twintigste eeuw was er eigenlijk geen vraagstuk ouden van dagen. Het aantal mensen dat de vijf en zestig jaar bereikte, was relatief te klein, dan dat men zich zou gaan bezig houden met o.a. de vraag of het gewenst is grote groepen van ouden van dagen bij elkaar in één in richting onder te brengen. In de ste den kende men de hofjes. Op het plat teland werd aan de huisvesting van de ouden van dagen bijna geen aandacht besteed. Deze situatie is geheel veranderd. Het aantal boven vijf en zestigjarigen maakt ongeveer tien procent uit van de Nederlandse bevolking en het ziet er naar uit, dat dit percentage binnen enkele jaren nog groter zal worden Nu komen er vragen naar voren. Waarheen met deze mensen? Moeten re zo lang mogelijk in hun eigen wo ningen worden gehuisvest? Moeten ze uit het arbeidsproces worden geno men? Moeten ze in grote groepen bij elkaar worden gebracht, hetzij in Hof jes of in inrichtingen? Hoe staat het met de vrije tijdsbe steding van deze mensen, die soms Jjlotseling van een arbeidzaam tot Üdzaam leven gedoemd zijn? Er wordt iets gedaan. Inderdaad. Maar indien het niet snel ler gaat dan tot dusverre, zullen we de achterstand die we hebben op dit gebied, niet inhalen. Zelfs in de ge meenten, waar men het probleem uit alle macht heeft aangepakt, laten we Zijpe als voorbeeld noemen, (er zijn er meer), bestaat het probleem van de ouden van dagen. Indien we de basis van tien procent immers aannemen, dan valt het op, dat er voor de ouden van dagen wel iets gedaan wordt in die gemeenten, waar men het verst is. maar dan valt het tevens op, dat op «en honderdtal bewoners van een ver zorgingshuis, er honderden zijn. die het probleem van de oude dag met zich zelf uitvechten. Dat er honderden zijn, die de fatale leeftijdsgrens van 65 jaar hebben be reikt. maar die er toch niet over den ken, hun vrijheid prijs te geven. Of die uit financiële overwegingen maar liever op zich zelf blijven. Laten we ons echter gelukkig prijzen, dat er in verschillende gemeenten thans ten minste inrichtingen zijn. die de oud ste mensen kunnen opnemen. Tevens de meest behulphoevenden. Een gevaar Laten we ons tevens bewust zijn, dat daar een gevaar in schuilt. De verzor ging van ouden van dagen mag niet beginnen op het tijdstip dat zij hulp behoevend worden. Te veel is dat op vele plaatsen nu het geval. Te veel krijgt men een weemoedig gevoel, in dien men ziet. welke mensen thans de verschillende inrichtingen bewonen. Blijft dat zo, dan zal elk verzorgings tehuis gedoemd zijn, slechts verzor ging te bieden; komt het aan de pri maire taak, het verschaffen van levens vreugde en ontspanning aan de men sen, die wel vijf en zestig jaar, maar nog niet oud geworden zijn. niet toe. De verschillende corporaties, die zich de verzorging van ouden van da gen ten doel stollen, zullen zich in de eerste plaais bewust moeten zijn, dat er in de verzorgingstehuizen plaats moet zijn voor c >n vitale ouderdom, zowel als voor gevallen van seniele aftake ling. Niet echter uitsluitend voor de laatste gevallen. Groot of klein In dat verband zouden wij de vraag willen stellen, of het verstandig is klei ne verzorgingstehuizen te stichten. Het is ons bekend, dat er in sommige ge meenten plannen zijn. In andere ge meenten daarentegen doet men nog niets. Over het algemeen kan wel wor den gezegd, dat de grootte van de ge meente, de geaardheid van de bevolking een rol speelt. Indien het echter zo ver komt, dat in de naaste toekomst wordt overge gaan tot het bouwen van verzorgings tehuizen, dan zullen de betrokken ge meentebesturen cr goed aan doen, het vraagstuk van de grootte van het te- huis niet te laten afhangen van de len behoren. Het is Ons opgevallen, dat in vele verzorgingshuizen de bevol king zo oud is, dat men niet meer van een werkelijk levenae ge meenschap kan spreken. Naar gelang deze huizen kleiner zijn, wordt dit euvel erger. Wy zou den dit verschijnsel onder de aandacht willen brengen van ge meentebesturen en oorporaties die zouden willen bouwen. De verzorging van de oude dag moet o.i. niet beginnen op het tijdstip, dat de mensen „zich zelf niet meer kunnen redden". gunstigste exploitatiemogelijkheden, hoe belangrijk zulks ook schijnt. Belangrijker is, dat tehuizen gesticht worden, waarvan niet geldt het gezeg de, dat het slechts doorgangstehuizen naar het kerkhof zijn. Onze indruk nu is, dat men meer vi taliteit, meer vreugde, meer ontspan ning, meer arbeidsmogelijkheden te genkomt in de tehuizen die groot van opzet zijn. Een samenspreking van verschillende gemeentebesturen zou op dit punt misschien een oplossing kun nen brengen. Misschien. Want veel vertrouwen hebben we op deze samen spreking niet, indien men het z.g. ge meentelijke belang zwaarder laat we gen dan het belang van een goede ver zorging van de categorie mensen, waar toe we binnen afzienbare tiid zelf zui- XjfOOnAL in het Oosten van Europa en het Midden-Oosten zijn de laatste jaren meerdere ko ningen van hun troon verdreven. In 1945 maakte Tito in Joegoslavië een eind aan het bewind van koning Peter. In 1946 kwam een eind aan de dynastie van het huis- Savoye in Italië. Door een volks stemming spraken de Bulgaren zich uit voor de republiek, terwijl ook in Albanië in dit jaar de commu nisten de republiek uitriepen, nadat koning Zog reeds in 1939 bij de Italiaanse invasie u».is gevlucht. Koning Michael van Roemenie deed in December 1947 afstand, na onenigheid met de communistische machtshebbers. In het Midden oosten verlieten kortelings Faroek en Talal de troon. In Perzie vond in 1941 een troonswisseling plaats op aandringen van Rusland en En geland. In alle landen van het Midden-Oosten werd de monarchie echter wel voortgezet door aan wijzing van de wettelijke opvolger Het blijkt dus, dat alleen de mo nareken van Griekenland, Irak en Saoedi-Ardbie hun troon konden behóuden. Wij hebben vanmorgen een klein meisje gezien, dat bus jes onder haar schoentjes had die ze met touwtjes vasthield, zodat ze er op kon lopen en we vermoeden, dat er dezer dagen in vele huis gezinnen naar lege busjes van gelijke grootte zal ge zocht worden, omdat alle kinderen tussen zes en tien aar er plotseling op willen ■rpen. Wat het ene kind loet wil het andere ook, en rr vandaan één met een bijzonder spelletje op straat ziet kan men er zeker van zijn dat er morgen tien zijn en dat men ze over morgen in alle straten kan aantreffen. Wij hebben ons, wat het kinderspel betreft, wel eens afgevraagd of er voor diver se spelen bijzondere tijden zijn. Soms ziet men de straat vol tollen en met zweepjes slaande kinderen en plotse ling hebben de tollen weer plaats gemaakt voor knik kers en lopen jongens en meisjes met zakjes vol stui ters. Ook die verdwijnen op een goede dag en men zal er nog sporadisch een jon gen mee aantreffen. De meisjes hebben het spring- to-w uit de kast gehaald (n op alte trottoirs ziet men in- en uitspringende meis- De ongeschreven wetten jes, vaak zelfs meisjes, dia eigenlijk al jonge dames zijn geworden maar zich onmid dellijk weer kind voelen als zij een rondzwaaiend touw ontdekt hebben. Wie bepaalt wanneer het tol-tijd is of wanneer het springtouw uit de kast moet komen? Wij geloven dat daarvoor geen vastgestelde tijden zijn en dat één meisje met een drijftol in staat is de eerst volgende weken door mas sale navolging de gehele stad onveilig te maken. Er zijn kinderspelletjes die even spoorloos verdwe nen als ze gekomen zijn en nooit meer terugkeren, in onze prille jeugd liepen alle schooljongens met een dek seltje van een bus of een schoensmeerdnosje Er u-as in het midden een gaatje geboord 'waardoor 'n touw tje was gestoken dat met een lucifertje werd vastge houden. We wandelden naar school met het touwtje tv de hand en het dekseltje rolde naast ons Het was de grote kunst om het precies op de rand van het trottoir te laten lopen en diverse {7°In\nTstlateTzagPmen „eer terug te kere wij herinneren ons nog goed hoe onze kleine as ters - en alle meisjes m de stad - met bikkeltjes speel den. Ze zaten op deh.a,Td_ stenen stoepen en hadden een stuiter, die telkerj' °Jl en neer sprong en tijdens elk sprongetje moest er een bikkel gekeerd worden. Het waren bikkeltjes van koper of hout en ook wel van been en we hebben het vermoe den dat ook onze moeders en grootmoeders zich daar vroeger mee vermaakt heb ben Maar de bikkels zijn even spoorloos verdwenen als de dekseltjes van de schoensmeerdoosjes en men kan ze hoogstens nog in een antiquiteitenwinlcel aan treffen. En waar zijn onze hoepels gebleven, de houten met een stokje en de ijzeren met een haakje7 Er is een tijd ge weest, dat de smeden er een goed daggeld mee verdien den. van het kinderspel hebben ze afgeschreven en het ziel er naar uit of ze nooit mee» terug keren, tenzij m{7 schlen plotseling eens een meisje gaat bikkelen en de speelgoedwinkels een paar weken later voorraad te kort komen om alle meisje, aan materiaal te kunnen helpen. Twee spelen zijn er, dl» waarschijnlijk nooit zullen verdwijnen en die - merk waardig genoeg een scher'. pe scheidingslijn trekken tussen jongens en meisjes Dat zijn het springtouw en de bal of het balletje waar tegen getrapt kan worden Er zijn practisch geen touw. tje springende jongens en peen voetballende meisjes Voetballen is van alle tij. den, touwtje springen heeft bl{ikbaar zijn eigen tijd en „breekt eren los" zodra het eerste meisje met haar springtouw op straat ver. schijnt. Het is wel eens interes sant de ongeschreven wet. ten van het kinderspel na te gaan. Er zijn enkele axlo. ma's maar er is veel, dat van het toeval afhangt. Be. grijpen zullen we het nooit maar daar zijn we misschien te oud en te verstandig voor geworden. (Van onze vacantie-vierende redacteur) POEDE wyn behoeft geen krans. Dit spreekwoord heeft de reisafdeling van de Verenigde Noordhollandse Dagbladen tot haar zinspreuk gemaakt. Vandaar dat alle „krantenreizen", zowel naar het binnenland als over de grenzen, bijzon der succesvol konden worden, ook zonder dat de redactiestaf onder de reizigers vertegenwoordigd was. De berichten over de feestelijke tochten onder het motto „met de krant door het land" waren dermate gunstig, dat één der journa listen meende één zijner (schaarse) vacantiedagen voor de trip naar Apeldoorn en de Hoge Vcluwe te moeten reserveren. Het is wel eens aardig, nietwaar, een dagje uit te gaan zonder de noodzaak, na afloop nog even in een gezellig stukje de belevenissen tijdens de tocht te releveren. Met dit zelfs voor een Journalist, die volgens velen van het ene uitstapje naar het andere huppelt, uitgaanderige gevoel besteeg onze vacantie-vierende redacteur gistermorgen om zeven uur de grot# touringcar van de fa. Van Konlngsbruggen voor het bureau in Den Helder. Koning Hosse'. i I van Jordanië, die zijn geesteszieke vader Talal heeft opgevolgd, vertoeft met zijn moeder, zijn broertje Hassan en zijn zu je met vacantie in Lausanne. De jonge koning heeft in de afgelopen elf maanden aan de bekende school van Harrow in Engeland gestudeerd. Koning Hossein van Jordanië (geheel links) voor het hotel te Lausanne, waar hij verblijft. TJA, beste lezeress en lezer. U hebt het natuurlijk al gemerkt. Van dat chone voornemen is niets terecht ge komen. Vacantie of geen vacantie. een iournalist behoort over zo'n prachtige dag zijn pen en zijn brein volkomen leeg te schrijven. Dat is hij aan zijn stand en aan de gemeenschap verplic'it. Mocht ik daaraan gistermorgen in alle prille vroegte hebben getwijfeld, de dames van de Alkmaarse breiclub „Bloemwijk" en de heer Blok van de reisafdeling hebben mij wel het juiste inzicht bijgebracht. KAMPEREN... een dikke bos stro op het zand en dun zeildoek lussen dat stro en de wijde sterrenhemel. Kamperen. een primus en wat pannen, waarin je met wat handigheid tóch een heerlUk maal klaarmaakt. Al moet dan na de piepers de bloemkool nog gaar en de jus nog heet worden. Kamperen.de ro mantiek van een stille duinpan en rijpe bramen vijf meter van je tent, die je desgewenst elk ogenblik van de dag op Je fiets laadt en even willekeurig weer kunt opzetten. Kamperen.het ideaal van duizenden jonge mensen, die op goed kope wijze hun vacantie willen doorbrengen, langs de duinen, door de bossen en over de heide willen zwerven. Die misschien In veertien dagen de vlakke polders van Noord-Holland, de bossen van Gaasterland, de pittoreske Acb,ter- lioekse dorpen, de vennen van Noord-Brabant en nog véél meer vaderlands schoon willen zien. Dat kón gemakkelijk, jaren geleden. Ze spreidden het grondzeil uit waar ze wilden. In 1952 is alles iets anders geworden. Kamperen? Goed, zegt de overheid. Maar dan op een kampeerterrein met honderd tenten op een kluitje. Stadjes en dorpen van linnen huisjes maken. De romantiek van de eenzame duinpan, waar 's avonds een duinkonijntje nieuwsgierig naar de „touristische kampeerder" komt kijken, is bijna verleden tijd... BIJNA.... want er zijn nog plekjes, waarop men ver van andere mensen de tent kan opzetten en eenzaam kan genieten van drijvende wolken boven het altijd bruisende water van de Noordzee. Waar heus! het duin konijntje nog bestaat. En die plek is niet zo heel ver weg. Aan de nieuwe betonweg langs de brede duinen tussen Petten en Cal- lantsoog bloeit de heide hei-paars. En de bramen lijpen er tussen de bosscha ges. Even Noordelijk van Sint Maar tenszee ligt „De Lepelaar", een uit gebreid bondskampeerterrein van de ANWB, langs die prachtige witte weg, waarlangs steeds meer verkeer gaat. Hier zijn de duinen nog wild en woest, bijna zoals vóór 1940, toen slechts en kele bramenzoekers van deze weelde aan natuurschoon wisten. Nu, in 't hartje van het vacantie- seizocn. staan er misschien vijftig kampeertenten en enkele caravans. Men vindt ze er nauwelijks terug. Slechts zelden is hier en daar vanaf de betonweg een linnen tentdak zicht baar. De kinderen van de stad zoe ken er in het wijde duinterrein naar bramen en ergens op een vlak stukje terrein heeft een gezette meneer (vijf tig weken opgeborgen geweest tussen muffe papieren in een kantoor met dikke muren) een voetbalveld uitge zet voor zijn zonen en dochters. Met verbeten ijver probeert hij iets van zijn lichaamsomvang weg te werken door hoogstpersoonlijk als midvoor tp fungeren. En vijftig meter verder, 'Zichtbaar voor de voetballende ste- 'eling, staat een sheltertje misschien de eerste woning van een jong echt paar, dat van plan was in de witte broodsweken véél van ons land te gaan zien. Ze houden het ideale plek je nu al acht dagen bezet en zullen wel niet weggaan vóór de dagen van /let bruine brood aanbreken. Er is nie mand, die er iets van zegt, want er zijn nog tientallen mooie plekjes op „De Lepelaar". LANGZAAM IN TREK Kamperend Nederland heeft „De Le pelaar" ontdekt. In 1950 kwamen er slechts enkele honderden kampeerders, nu is hun aantal al vervijfvoudigd. „De Lepelaar" is ontdekt en Sint Maar tenszee is ontdekt. Twee kampeer- huisjes stonden er twee jaar geleden op het terrein „Centrum", twee hec tare groot, juist bij de ingang door het duin. Nu zijn er ruim zestig en ze hebben alle kleuren van de regenboog. Er is ook nogal wat verschil in kwa liteit en in prijs wellicht. Tussen de bomen van de landelijke Belkmerweg vindt men er ook nog een tiental. Daar wonen ook, voor een week, veertien dagen of een maand „kampeerders". Ze missen de romantiek van de duinpan, 't konijntje en de primus, want kam- peerhuisjes bieden wat meer comfort. In de meeste hangt een ouderwetse petroleumlamp en nagenoeg allemaal hebben ze gas. Maar de mensen uit de tenten en de huisjes zijn met één doel naar het rustige, gemoedelijke Sint Maartenszee gekomen. Daar is de gulden vrijheid nog groot en de VW beijvert zich het dc gasten zo prettig mogelijk te ma- In 1950 bezochten ongeveer ne genhonderd mensen in hun vacan tie het onbekende Sint Maartens zee en ze hadden het er naar hun zin. De jonge VVV werkte hard om Sint Maartenszee meer be kendheid te geven en dat is ge lukt. Naar schatting zullen er aan het einde van het seizoen 3250 mensen zijn geweest en 't ziet er naar uit, dat het bezoek van jaar tot jaar nor groter zal worden. Het kampeerterrein voor vaste huisjes is bijzonder in trek, de be hoefte aan recreatieruimte is groot. EnSint Maartenszee heeft die ruimte. Er zün dan ook plan nen om nóg een terrein voor kam- peerhuisjes te gaan stichten. Men zal er dan nog ongeveer vierhon derd kunnen plaatsen! De plannen voor de zo begeerde nieuwe weg door de duinen naar het strand konden nog niet worden verwer kelijkt, doch men hoopt ze toch zeer binnenkort te kunnen uitvoe ren. En dan is Sint Maartenszee gereed voor snelle uitbouw. ken. En daarom is het zo jammer, dat er rond „De Lepelaar" bijna voortdu rend moeilijkheden zijn. Pal achter dit ideale kampeerterrein strekt zich namelijk het verboden gebied van het natuurreservaat „Het Zwanenwater" uit en men meent, dat het kampeerter rein een bedreiging vormt voor dit schone gebied. Kampeerders zouden de beruchte bordjes „Verboden toe gang" negeren en er zijn al heel wat boze brieven over geschreven. „Nee", zeggen de mensen van de VVV in Sint Maartenszee, ,zo is 't niet. De narig heid wordt veroorzaakt door passeren de automobilisten en fietsers die even bij de duinen opklauteren en hun wan deling door de prachtige natuur wel eens te ver uitstrekken. De kampeer, ders krijgen uitdrukkelijk opdracht in het vrije gebied van „De Lepelaar" te blijven en het overgrote deel houdt zich daaraan". Vervelend die ruzie. Want 't is daar zo mooi bU Sint Maartenszee. De heide bloeit er en de bramen rijpen. De hon derden vacantiegangers gaan er verlo ren in de uitgestrektheid van strand, bos en duinen dat is de aantrekke lijkheid van dit prachtige recreatiege bied. Zulks geschiedde nauwelijks nadat bij de Zevenhuizerlaan te Heiloo de laat ste passagiers waren ingestapt. De heer Blok, leider van de reis, achtte het ogenblik gekomen om allen op gepaste wijze welkom te heten, een goede mor gen en een prettige dag te wénsen. Om meteen de stemming er even in te brengen, onthulde spreker het incog nito van de man, wiens pennevruchten zo onschatbaar veel bijdragen tot de leesbaarheid van ons aller dagblad. Dat was koren op de molen van de breiclub, welker zes leden zich reeds onmiddellijk na het instappen hadden getooid met montere feestmutsen. Ik kwam alras aan de weet, dat er een zevende muts was. Deze werd mij on der groot vreugdebetoon op de lokken gedrukt, ter bevestiging van mijn be noeming tot erelid van de breiclub Bloemwijk". QE zult begrijpen, dat terstond alle ochtendlijke traagheid uit mijn vacantie-vierend .brein moest verdwij nen. Dienovereenkomstig werden alle gevoelens van éénkennigheid en on wennigheid uit de hoofden en harten van de andere reizigers weggevaagd. Dat waren begrijpelijke gevoelens, want je stapt toch maar met z'n tweeën of gedrieën in zo'n bus vol wildvreemde mensen en d_an wil je graag even de kat uit de boom kijken. Welnu, de dames van „Bloemwijk" en de heer Blok hebben er voor gezorgd, dat een levenslustig poesje in een minimum van tijd uit de boom duikelde en, nog vóór Limmen een tip-top stemming schiep. En dat is nodig ëo zo'n dag Zet je zorgen maar op zij, werd uit volle borst gezongen. Het reisgezelschap was al één grote familie geworden, toen de bus. gedre ven door de bekwame hand van chauf feur JL. Andringa, bij „Eemland" in Soest stopte, en de heer Blok een kop koffie liet serveren. En omstreeks het middaguur, op het terras van de Ju- Iiana-toren onder Apeldoorn, was de saamhorigheid zo gneot geworden, dat van alle kanten cake en krentenbrood op de journalistieke tafel werden ge deponeerd ter completering van het lunchpakket, dat volgens een aloud journalistiek gebruik in de keuken was achtergebleven. De weg naar het hart van een man jaat door de maag. Wilt ga daarom geioven, dat die blij. moedige breipenvriendinnen van X het Alkmaarse „Bloemwijk" een warm plekje in mijn (ruime) hart hebben veroverd? Laat ik niet uitweiden over ons aller pleizier in het mysteriehuis, de spie- gelzalen, de mi%orbootjes ei? de „au> tootjes". Deze geneugten zyn genoeg, zaam bekend, maar wel staat vast dat zij extra prettg zijn wanneer men met een gezellig clubje eens echt uit is. Een groot deel van de middag besteedde ons gezelschap aan de bezichtiging van ht fraaie jachtslot, dat naar St. Huber- tus is genoemd, en aan een rondgang door het prachtige natuurreservaat „De Hoge Veluwe", waar men geluk, kig nergens door schillen en dozen wordt herinnerd aan het aangenama verpozen van andere stervelingen op het vacantiepad, {-JET gerucht werd bevestigd, dat de maaltijd het hoogtepunt van der* gelijke dagen is. Precies op tijd ora zes uur werd ons in „De Nieuwe Poort" te Woudenberg een diner voor geschoteld, dat dei toets van de zwaar ste critiek kon doorstaan. In een in drukwekkende tafelrede sprak de heer Blok als zijn overtuiging uit, dat zo'n krantenreis toch van onschatbare waarde Is voor het versterken van de onderlinge band tussen de abonné's. Wanneer ik deze overtuiging deel| dan wil dat iets zeggen, omdat jour nalisten nu eenmaal van huis uit zijn behept met het denkbeeld, dat zij toch eigenlijk de band tussen krant en haar lezerskring scheppen. Een denk beeld, waaruit misschien niet hele maal logisch, maar begrijpelijk de gedachte voortvloeit dat ook de band tussen de lezers onderling een redac- tionele aangelegenheid is. De krantenreis naar de Hoge Velu we heeft bewezen, dat zo'n dagje uit met de abonné's meer kan doen dan vele kolommen uiteraard) welver zorgde kopij. Laat ik deze ootmoedige bekentenis als journalistieke vrucht van een vacantie-uitstapje neerschrij ven in een krant, die mij waarschijn lijk pas over tien dagen onder de (het lezen ontwende) ogen komt. Ik hoop dan weer aan de slag te gaan en M gaat dat nu eenmaal na de vacantie m(jn schrijfmachine als vanouds te betokkelen in de (eigengereide) over tuiging dat zonder mijn pennevruch ten de krant als een waardeloos vodje papier in duizenden prullenbak ken verzeild zou raken. En vergetend, dat het tijdens mijn afwezigheid toch ook best is gelopen WORMERVEER. - Het ziet er naai uit, dat de kansen voor het Leerdarnse meisje Corrie Donga, dal zich onttrok aan emigratie met haar ouders naai Canada, om in Nederland te kunnen blijven, niet ongunstig staan. Zoals men weet, heeft de vader bij de Leerdarnse politie aangifte gedaan van haar vermissing en haar opsporing verzocht. Gisteren nu heeft zich een in specteur van de Leerdarnse politie be geven naar het Prot. Weeshuis waar CoirieDonga thans bij haar oom ver blijft. Eigenlijk min of meer tegen de verwachting in heeft de politieman haar met direct meegenomen om haar haar ouders achterna te sturen Hii heeft de thans ontstane situatie met Corne besproken en kennis genomen van haar vaste besluit om in Neder" land te blijven. Verder heeft hij zich op de hoogte gesteld van haar tegen °™geving «n kunnen conclu- deren, dat het meisje een tehuis heef» ^etoigem De politie^.peeteu toonde veel begrip voor van Corrie en bVeep,°dat hUr sprake is van een plotselinge opwellinc besïuritVaHiiezn.i,dng^rtip\ en oesiuit. Hij zegde dan ook toe, da) hii alvorens tot ingrijpende maatreen' over te gaan, nog eens duidelijk en na vader' °Verlt* wil mët de Dit kan onder dc gegeven omifanji. heden practisch niet anders betekenen, dan dat de inspecteur de vader m' voorhouden, dat het voor alle partijen toch werkelijk het beste zou zijn, sli zijn vasthoudende en vastbesloten doch ter haar zin zou krijgen en hier in Hol land zou mogen blijven. En zo gezien, st»sn de papleren van Corrie niet ongunstig. Want bij dl- alles komt een factor, die theoretisch misschien niet meetelt, maar die in de practijl# toch wel degelijk van belang is. De vraag Is n.l„ wie de kosten van eo'\ eventuele opzending van het meisje zilt dragen. Want het is uiteraard ge makkelijk opsporing en opzending te vragen, maar uiteindelijk krijgt de- geen, die dat verzoek doet, ook de rJ' kening van dit geval gepresenteerd. het staat te bezien of de enkele hon- guldens, di# met dit geval ge- moeid zijn, nog wel door de vader kun- Yorden opgebracht. Als men alle k. t *8n emigratie verbonden -* hééft betaald, dan is er normaal niet zo heel veel meer aan contanten over. „d>J d« familit in Holland het b«- orag beschikbaar zou stellen, moet f^5!leone onwaarschijnlijk worden ge* cwi T^zlen dus het medeleven. d»t Donga ondervindt en de zo Juiij g noemde practische bezwaren baar opzending verbonden, is het nif ?"m0g*U1k. dat deze hele geschiedenis ten slotte èen happy end zal kfijgen' Laten we het voor Corriê hopen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 4