DIE ZATIERDAGAVCM» Dorst drijft de roofdieren het oerwoud uit Minister plunderde de staatskas Stedeschoon aan de rand van IJsselmeer Grootste roof der historie Dorp door olifanten omsingeld Geheiligde naam De python, de fakir en de man MET VUURWERK TEGEN LEEUWEN Neushoonrs bestormen een waterreservoir In Hoorn raken de eeuwen elkaar De romantiek van de Zeedijk HET KERSTMANNETJE VAN CUBA Frankie Laine in Londen De deviezenvoorraad verdween (Van een speciale verslaggever) DE langdurige droogte, die in Oost-Afrika heerst, heeft In een gedeelte van de Kenya-kolonie een catastrophe teweeggebracht: een gehele provincie leeft in voortdurende angst voor de wilde dieren, die door dorst geplaagd in troepen uit het oerwoud te voorschijn komen en in de bewoonde gebieden blanken zowel als Inboorlingen aanvallen. Het eerste alarmsignaal kwam uit het dorp Voi aan de rand van de Savanne. Direct daarop mobiliseerden de districtsleldcrs de gehele militie. Een dozijn zwaarbeladen vrachtwagens verliet al spoedig de hoofdstad van het district om langs het spoor, dat Vol met de buitenwereld verbindt, post te vatten. oppervlakte van een vierkante kilome ter op een stuk van het front na een vernietigend vuur van de zware artil lerie. ONVERHOEDS echter stond het kleine V groepje, dat niet in de verste verte vermoed had, wat het te wachten stond, tegenover een kudde van 400 razende olifanten, die de uitgedroogde rivieren en beken van het oerwoudge- bied de rug toegekeerd hadden en met alle middelen trachtten een kleine vijver bij Voi te bereiken. Ze omsin gelden het dorp, dat zich energiek verweerde, aangezien de bewoners zelf op het water van de vijver aan gewezen waren en vastbesloten het tot het uiterste te verdedigen. Steeds weer hernieuwden de olifanten hun woedende aanval en de pijlen en mes sen, waarmee de bewoners van Voi hen te lijf gingen, zouden nauwelijks in staat zijn geweest de dieren tegen te houden, a1' de met machinegeweren uitgeruste militie niet op- het toneel verschenen was. Woedende neushoorns HNGEVEER honderd kilometer ver- der, in de onherbergzame heuvels aan de grens tussen Kenya en Tan- ganyika, waren het de neushoorns, die eveneens een paniek onder de bevol king veroorzaakten. De rhinoceros, die zo bijziende is, dat hij bijna blind ge noemd kan worden, en die ieder we zen aanvalt, waarvan hij de lucht krijgt, is al in normale tijden een on aangename knaap, hoewel hy in het algemeen in het oerwoud een terugge trokken leven leidt. Maar de droogte heeft nu ook deze dieren wild gemaakt. De heuvels aan de grens worden door sneden dor een spoorlijn; midden in dit moeilijk toegankelijke gebied heeft de spoorwegdirectie een waterreservoir aangelegd, om de locomotieven van water te kunnen voorzien. Blijkbaar hebben de neushoorns hiervan de lucht gekregen. De watertanks, die uit plaatijzer bestaan van enkele cen timeters dikte en ter bescherming tegen verdamping met struikgewas bedekt Zijn, lijken sterk genoeg; maar een rhinoceros, die' met zijn 3500 5 4000 kg gewicht een enorme kracht kan ont wikkelen, hoeft niet eens zo erg veel moeite te doen om zelfs dit object te veroveren. Een twaalftal van deze dik huiden deed een aanval op het reser voir en het plaatijzer scheurde, alsof het karton was; de zwarte opzichters Vluchtten in paniek in de naastbijzijnde boom. Toen de dieren zich aan de naar buiten stromende waterstraal gelaafd hadden, verdwenen ze. Maar 's nachts hoorden de opzichters een gestamp en gekraak in het struikgewas; plotseling zagen ze een hele troep neushoorns opduiken, die blijkbaar hun dorst wil den lessen. Toen ze merkten, dat het reservoir leeggelopen was, speelde er zich een Ware nachtmerrie af. Razend van woe de en teleurstelling vertrapten de die ren alle bomen en struiken in de om trek en toen ze zich weer verwijderd hadden, leek het landschap over een Trein omver gegooid. LIET verhaal van de twee neger opzichters over dit voorval heeft onder de bevolking zo'n opwinding veroorzaakt, dat er niemand meer te vinden is, die bereid is het reservoir te repareren en te bewaken. Overi gens heeft ook niemand meer erg veel zin om met de trein te rijden, daar een van de neushoorns na de aanval op de watertank alleen langs de spoor lijn gelopen was en een aanval had ge daan op een aankomende trein. Welis waar was het dier bij de botsing met de locomotief gedood, maar het had toch door zijn gewicht de machine om vergegooid en de trein was ontspoord. Handige kc<onisten. ALLEEN twee Engelse kolonisten hebben alle reden om zich over de catastrophale droogte to verheugen. Ze hadden tot nog toe in Kenya zo'n beetje van de hand in de tand geleefd. Op een goede dag hoorden ze, dat er bij Igowa in het Noorden van Tan- ganyika goedkoop land te krijgen was en Ze kochten voor een appel en een ei een oppervlakte van 4000 hectare. De streek van Igowa was namelijk van de droogte verschoond gebleven, zodat van alle kanten de antilopen aan stroomden en daar achteraan de roof dieren, die dol zijn op een lekker hapje antiloop. Toen er dus honderden leeu wen kwamen opdagen, verkochten de wanhopige inboorlingen hun lande rijen aan de eerste de beste, die hun er iets voor wilde geven. Ze waren ook overtuigd, dat de twee Engelsen, die „blanke dwazen", het niet lang zouden uithouden. Maar ze hadden zich verrekend. De twee Britten waren vernuftige lieden, die wel wisten, dat men een dergelijke roofdierplaag niet eens met vuurwapens meester kon worden. In plaats daarvan staken ze een groots vuurwerk af, met kleurige vuurpijlen, raketten, knalbommen en alle andere toebehoren, waarmee men over de gehele wereld feesten pleegt op te luisteren. Vol angst over dit ver schrikkelijke verschijnsel zochten de leeuwen een heenkomen en lieten de twee Engelsen in -het onbetwiste bezit van het land en het vermogen, dat hun in de schoot was gevallen. Leeuwen dorsten in Afrika ^LS Jezus zijn discipelen leert bidden „Onze Vader die in de hemelen zijt", dan opent hij daarmee een nieuw tijdperk in het godsdienstig denken. Hij brengt er de aarde dicht mee tot de hemel, hij geeft de mens een nieuw;e waarde, de waarde van het kindschap. Het kind-zijn van God. Maar dat impliceert niet een gemeen zaamheid, die het verschil tussen God en mens, tussen hemel en aarde, tussen heiligheid en zonde uitwist. Christus verdoezelt de verschillen niet, hij ver heldert alleen maar de relatie. Wordt hij niet van overoude tijden geheten „de Zon des heils?" In dat verhelderen van de relatie, die sinds eeuwen verstoven lag onder het vernationaliseerde geloof der Israëlie ten, onder priestercultus en vermolmde vormendienst, heeft hij zijn blijdschap vervuld gezien. God herkreeg zijn volle waarde voor het menselijk denken. Christus heeft hem „geopenbaard". Zo als er over zijn eigen geslagen en ver nederde en veroordeelde persoonlijkheid geroepen werd: „Zie de mens", zo heeft hij in zijn vernedering triomfe rend tot de mens gezegd: „Zie uw God en zeg tot hem: ónze Vader die in de hemelen zijt". En hij, van wie gezegd werd dat hij God lasterde, hij heeft de mens geleerd als allereerste bede van God te vragen: „Uw naam worde geheiligd, gelijk in den hemel, alzo ook op aarde". Jezus leert ons niet eerst bidden om een goed stuk brood of redding uit narigheid. Hij leert ons niet in de eerste plaats bid den om vrede op aarde of verbetering van het mensenras. Hij laat ons vragen om de heiliging van Gods naam. Hier, op aarde. Precies zoals die naam geheiligd wordt in de hemelen. En omdat hij ons tevens laat leren, dat wii, in de opbouw van Gods ko ninkrijk op aarde, zijn „mede-arbei ders" zijn, legt hij ons met de bede om heiliging van Gods naam tegelijk de erkenning van onze verantwoordelijk heid daarvoor op de lippen. Is er iets. waartegen meer gezondigd wordt? Niet vooral door de vloekers uit gewoonte (zij weten niet wat zij doen), niet door de driftige man, die „er een knoop op legt", niet door de hysterische dwaas, die de vuisten ten hemel balt en God aanroept om hem te verdoemen. Het is allemaal onbe schaafd en ongodsdienstig en (als ge het zware woord horen wilt) zondig van karakter. Maar Gods naam wordt erger ontheiligd door het onrecht, dat bedreven wordt tussen mens en mens. door hemeltergende toestanden, die men ontwikkelen laat tussen een man en zijn vrouw, tussen ouders en kinderen. Door heel de wolk van ongerechtigheid, die er hangt over onze verworden, be dorven samenleving. Wie bidt dat Gods naam geheiligd moge worden en zijn naaste het vol gend ogenblik bedriegt of belastert, doet erger kwaad dan de domme mens, die gedachteloos zijn vloeken uitbraakt. Gods naam heiligen, dat wil zeggen leven naar zijn Woord. Niet praten. Dat is gemakkelijk en goedkoop. Maar doen. Alle de dagen onzes levens. Opdat ons leven een zichtbaar gebed worde en daardoor een „levende brief van Jezus Christus". OUD HooRN «ei/r— UOORN, onvergelijkelijk schoon ge legen aan de baai van het IJsel- meer, die men het Hop noemt, is een stad, waar de eeuwen elkaar raken. Voert uw weg door het oude gedeelte met de patriciërshuizen, die nog getui gen van de glorie van weleer, dan waant ge u in de rijke koopstad van de 17de eeuw en even verder treft ge een volkomen modern stadsbeeld, bre de winkelstraten met tegeltrottoirs en daar langs aaneengerjjd de talloze zakenpanden, die u de overtuiging bij brengen, dat Hoorn nog steeds de koop stad is bij uitnemendheid. Daarom is Hoorn de stad van de prettige con trasten, waar ge kunt wegdromen in het verleden en waar ge slechts een enkele stap behoeft te doen om weer te keren tot de hedendaagse werkelijk heid. HE havenwijk van de goede oude ste- de is wel het meest pittoresk. Daar domineert de fraaie hoofdtoren, één der schoonste historische bouwwerken van ons land en heel de entourage, de ge vels van de kaaspakhuizen aan de kade, die alle namen dragen van een ver en vreemd land, past zich hier wonderwel bij aan. Stil ligt daar het water van de binnenhaven, waarop ranke jachtjes af en aan varen en waar enkele scheepjes van de Hoornse vis sersvloot verzonken zijn in rust. (Van onze speciale verslaggever) nE succesvolle staatsgreep van kolonel Batista, die zich meester maakte van de macht in Cuba, was een gebeurtenis, die reeds tijdens de beslissende uren door de bevolking met instemming en opluchting toegejuicht werd, omdat iedereen hoopte, dat er hierdoor een einde zou komen aan een onbeschrijfelijke corruptie. Deze gebeurtenis wordt achteraf nog gerechtvaardigd door de ont hullingen, die thans over één van de ergste schandalen van het regiem Prio en zijn voorgangers tot de openbaarheid doorgedrongen zijn. In Havana behoort de „Affaire 82" tot het gesprek van de dag; men spreekt van de „sluwste opllcht-ersbende der geschiedenis" en dit superlatief schijnt niet ongegrond te zijn, daar het hier gaat om een bedrag van rond 80 millioen gulden en de belangrijkte acteur een minister was van de regering San Martin, die voorafging aan het door Batista afgezette regiem van president Carlos Prio; deze minister, een gangster van bijzonder formaat, heette Manuel José Aleman. andere deviezen hadden ze aan hun medeplichtigen overgelaten. Toen hen door de Amerikaanse douane-ambtena ren gevraagd werd wat er in hun koffers zat, gaven ze onbekommerd ten antwoord: „We hebben 19 millioen dol lar bij ons: maar u weet wel, mijne heren, dat dollars in de Verenigde Sta ten vrij ingevoerd mogen worden". De ALS ER nog enig bewijs voor nodig was geweest, dat de regeringen waar aan kolonel Batista een einde maakte, ffosJbfedeni's1 van' de' ^ffabe^'^abso^ douane-ambtenaren, enigszins beduusd, autoriteit in de staat na de president, ,*e.S?h ±"LS„Ian„fn nas verneemt vroegen telefonisch om instructies en populair, rijk en machtig. Het lijkt dan geknoopt. Vrouwenkenner, die hij was, overlaadde hij in die tijd zijn vriendin met geschenken, die zich hiervoor er kentelijk toonde door hem de porte feuille van minister van Onderwijs te bezorgen. Aleman had een geraffineerd systeem verzonnen om vooruit te komen. Om geen afgunst te wekken, bewees hij degenen, die hem gevaarlijk konden worden, eerst opvallende, later meer substantiële diensten, totdat hij hen zo ver had, dat ze compromitterende ge schenken van hem aannamen. Zijn edelmoedigheid kende geen grenzen; hij kreeg hierdoor zelfs de bijnaam van het „Kerstmannetje van Cuba". Van 1937 tot 1940 moet hij onder zijn vrien den en begunstigers alleen al 50 Ame rikaanse wagens, waaronder een dozijn luxe modellen, talrijke woningen en landhuizen verdeeld hebben. De akten werden gestolen OP 10 October 1940, de dag van zijn zorgvuldig uitgewerkte en voorbereide diefstal van de staatskas, was Aleman minister zonder portefeuille, een van de hoogste, misschien wel de hoogste autoriteit in de staat na de president, luut voldoende zijn. Nu pas verneemt vroegen het Cubaanse volk, wat er met de de- moesten inderdaad constateren dat de viezenvoorraad aan dollars, pesos, pon- Cubanen volkomen gelyk hadden. Met den, lires, francs en roebels gebeurd is. hoog opgeheven hoofd en volle zakken Si» in rfn middac van 10 October 1940 hield de Cubaanse Excellentie haar ïn- ook .begrijpelijk, dat hij zijn schurken- die in de middag van 10 October op de eenvoudigste wijze ter wereld j verdween. l Op deze dag verscheen minister Ale man, vergezeld van enige ambtenaren, met vier regeringsauto's voor het ge- bouw. waar de Cubaanse schatkist be- waard werd. Tegen de wachtposten, die Twee jaar later stierf hij zonder het geweer presenteerden, zei hij. dat lastig gevallen te zijn. hij van de president opdracht had ge- Ongewone carrière kregen al het beschikbare contante «eld uit de staatskas mee te nemen. Do NOG ONGEWONER dan deze roof- hegelciders van Aleman leegden toen, overval op de kas van een staat is mis- zonder op enige tegenstand te stuiten, sehien de carrière van Aleman zelf stopten de Meer dan twintig jaar was hij een kleine ambtenaar in het ministerie van onderwijs geweest, tot op de dag, dat hij de schoonzuster van de toenmalige president. Paulina Grau Alcina, ont- tocht in Florida. Aleman was wel zo verstandig een teruggetrokken leven te leiden; hij kocht een prachtig land goed, dat op een waarde van millioenen guldens geschat werd en bracht daar ongestoord zijn levensavond door ooit De bekende zanger Frankie Laine, "ie de hele wereld wist te verove ren met „Jezebel", is in Londen 1angekomen om voor twee weken b* het Palladium op te treden Frankie Laine met zijn vrouw bij inkomst op het vliegveld van Londen. a'le safes en brandkasten 'bankbiljetten in de meegebrachte kof- "ars en verdwenen. Direct daarna ging te bende uiteen: Aleman en drie van ziin spitsbroeders reden naar het vliegveld van Havana, waar een Dakota moette. Zij bezorgde Aleman de func- op hen stond te wachten. tie van directeur van de Polytechnische School van Havana. Van deze positie Met 19 millioen dollar naar Florida w;sj. Aleman handig gebruik te maken, EEN UUR later waren de vier boe- Hij deelde promoties en diploma's uit, ven in Miami in Florida. Ze hadden de waarbij hij zorgzaam de zoons van In- gehele voorraad van de Cubaanse vloedrijke persoonlijkheden .bevoor- sfWtskas in Amerikaanse dolltrs bij deelde. Binnen korte tijd had Aleman zich' in het geheel 19 millioen; alle zeer goede en veelzijdige relaties aan- MANUEL ALEMAN greep de staatskas BATISTA Cuba's machthebber streek kon uitvoeren zonder dat er een haan naar kraaide, hoewel het onbe grijpelijk blijft, waarom hij, die de hele wereld aan zijn voeten had, zozeer van geldzucht bezeten was. Thans schrijft men in Cuba de schuld toe aan zijn ziekte ruggemerg-tuberculose en is zelfs van mening, dat hij, als hij voor het gerecht gekomen was, op grond van deze ziekte vrijgesproken zou zijn. In ieder geval zou de openbare me ning over de plundering van de staats kas nooit iets vernomen hebben, in dien niet Senator Pilayo Cuervo van de oppositie vol moed aan het werk getogen was om de kwestie op te hel deren. Doch in het gehele rechter- collge was er slechts een, Giustianinl, te vinden, die bereid was alle dreigin gen, die tegen hem uitgesproken wer den, te trotseren om de kwestie te on derzoeken. In Juli 1950 werden echter door vijf gewapende mannen alle ak ten over het proces Aleman in het Pa leis van Justitie met geweld in beslag genomen en Giustianlni moest, bij ge brek aan enig bewijsmateriaal, het pro ces opheffen. Maar Senator Cuervo liet het er niet bij zitten; hij heeft nieuwe documenten gevonden en aangelegd, die door de zuivering tengevolge van de staatsgreep van Batista nog grotere practische betekenis gekregen hebben. Daar achter ligt de Zeedijk, de Itall- aansche, romantisch door zijn bouw valligheid van oude huizen, die schots en scheef door elkaar zijn gebouwd. De steegjes, die op de Zeedijk uitmon den, zijn veelal niet meer dan mans- breed, de muren hellen er voorover en zelfs midden op de zomerdag, als de stad blaakt in de zonnegloed, valt hier maar een smalle streep licht. Om het schemeruur is het er duister en even later verspreidt er een gaslamp wat spookachtig licht. Gelukkig voor de bewoners wordt deze wijk binnenkort gesaneerd, maar daarmee verdwijnt toch wel een brok romantiek. Wij dwalen verder door Hoorn, langs Veermanskade en Nieuwendam, waar de sfeer van het verleden nog vrijwel ongeschonden is en ge behoeft heus geen kunstschilder te zijn om da schoonheid van de stille plekjes hier te ondergaan. De geveltjes hebben er de eeuwen getrotseerd en ze vormen voor de stad een kostelijk en kostbaar bezit. Hoorn heeft iets van Delft en iets van Brugge, maar het is toch ook weer zich zelf. Het heeft een eigen karakter, sprekende uit het plein, de Roode Steen, met het Waaggebouw, het Museum en het stoere beeld van Coen, de stoute zeevaarder en veroveraar, die éénmaal voor zijn compagnie in de Oost schatten verwierf en daarmee Hoorn het aanzien gaf van de belang rijkste stad van Holland, sprekend ook uit zijn schone Oosterpoort, de Maria- of Kruittoren, de Bossuhuizen en wat er al meer voor monumenten mogen zijn. De kerken zijn er vele, de Noorder en Oosterkerk, machtige bouwsels met veel schoonheid van interieur en ook de hofjes moeten genoemd. Binnen de beslotenheid van hun muren heerst rust en vree en veel is er, zoals bijvoor beeld de kloostergangen in het Sint Pietershof, wat het oog boeit. Hoorn is de stad van de oude gevel tjes van de gebouwen uit een ver ver leden tijd, die nu een bezienswaardig heid zijn geworden voor de vreemde ling. Thans tuurt men vanuit zijn ha ven vergeefs naar de zeeschepen, die met specerijen en kostbaarheden be- laên, weerkeren van een verre reis. Wat binnenvaart en watertourisme is al wat de sluizen passeert. Maar aaa de andere zijde heeft Hoorn voor een welvarend en nijver achterland de poorten wijd opengezet. Boer en vreemdeling zijn er welkom en een ieder zal er vinden wat van zijn gading is, vooral hij of zij, die een tikje ge voel heeft voor oud stedeschoon. Het vreemdelingenbezoek aan de Coenveste, zoals men Hoorn nog gaarne noemt, neemt hand over hand toe en wie er eens is geweest, keert er zo mogelijk na korter of langer tijd nog eens terug, bekoord door de charme, welke onmiskenbaar van het plaatsje uitgaat en die nog niet, zoals in Volen- dam. en andere touristencentra, op uit bundige wijze wordt geëxploiteerd. Hoorn heet de vreemdeling welkom in de overtuiging, dat hij er zich vol komen thuis voelen zal. TEN fakir, de gelukkige eigenaar van 1-1 een bijna vijf meter lange python, trad hiermee in een circus op, dat voor stellingen gaf te Laakirchen, in Opper- Oostenrijk, meldt „Das Kleine Volks- blatt". Doch op een kwade dag wist de python te ontsnappen en gleed, ver heugd met de pas verworven vrijheid, een naburig bos in. Een man zag de reuzenslang, schrok zeer, nam een stok en begon, uitgaande van de stelling dat de aanval de beste verdediging is, een verwoed gevecht met de python. De python geraakte aan de winnende hand. Het dier wist zich om de man heen te kronkelen en begon hem lang zaam aan dood te drukken. Met de laatste lucht, die het slachtoffer nog in zijn longen had, riep hy om hulp. De fakir hoorde de nulpkreten en snelde, slechts gewapend met zijn fluit, toe. Hij zag de verstrengelde groep, greep in zijn borstzak, haalde de fluit er uit en begon te spelen. De python luisterde, liet geleidelijk aan zijn slachtoffer los en zocht ziin oude plaats in zijn mand weer op. De kleine fluit bleek sterker te zijn dan de dikke stok van de aan valler.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 7