Vreemd bijgeloof vermoordt een
oud volk op de Balkan
Belgie kan zich gelukkig
met het bezit van zijn
prijzen
Congo
Per kruiwagen van Sydney
naar Melbourne
De zeeslang is geen faniasieschepsel
Primitieve en gruwelijke zeden
Wat zijn' nu toch eigenlijk die vliegende schotels?
PHONEVISIE
Australië dorado voor gekke stunts
L
Raadselachtige afkomst
der Walachen
Televisie per ie'efoon
DE SPOORWEGEN WERDEN GEKLOPT
Men kan foch gekv/orden
als men wil
Wetenschappelijke en
komische oplossing
itu-tn tn donkeAlte
ditpten deA ^ee
uiiinü
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1952
(Van een speciale verslaggever)
ONGELOFELIJK primitieve levensomstandigheden in dorpen in het Noord-
Oosten van Servie, waarvan de bevolking een Roemeens dialect spreekt, kwa
men aan het licht, toen onlangs de Joegoslavische autoriteiten een poging waag
den uit dit gebied arbeidskrachten te recruteren. Er was onder de Walachen, zo
als ze in de volksmond heten, nauwelijks één man te vinden, die geschikt was.
pe oorzaak hiervan was ondervoeding en verwaarlozing en het Servische partij
blad onthult vol verontwaardiging, dat wat iedereen in dit gebied reeds weet
de plaatselijke instanties geen vinger uitgestoken hebben om de Walachen ook
maar de primitiefste begrippen van hygiëne en beschaving bij te brengen. Ze
waren veeleer blij, dat deze minderheid, die in de gehele staat slechts 93.500 ge
deeltelijk gevestigde, gedeeltelijk nomadiserende zielen telt, geen onrust stichtte
cn absoluut geen belangstelling heeft voor politiek. Daarom liet men ze liever
vegeteren.
vijftien mannen en tien vrouwen, die
met tovenarij mensen en vee in ziekte
gevallen behandelen. De vrouwen mo
gen alleen op stro, hooi of lompen hun
kind baren en de jonge moeders wor
den na de geboorte dagen lang dron
ken gevoerd om ze sterk te maken.
Zelfs zevenjarige kinderen krijgen nog
de moederborst; desondanks blijft ech
ter nauwelijks de helft van de zuige
lingen in leven. Als er een klein kind
sterft, wordt er een geestenbezwering
gehouden om de nog levende kinderen
voor de dood te beschermen. Men haalt
aarde van het graf van het dode kind,
vermengt deze met water en geeft dit
rgN raadsel omhult deze volkssplin-
D tcp dat de tot dusverre niet eens
door de volkenkundigen opgelost kon
worden. Bij de vorming van de Roe
meense staat in de vorige eeuw ble
ven ze buiten beschouwing. Ze worden
cd de gehele Balkan aangetroffen, in
Griekenland, in Bulgarije en in Joego
slavië, hier Walachen, daar Aromunen
0f Zinzaren genoemd, als Nomaden, die
•usteloos van dorp tot dorp zwerven
of in primitieve dorpen huizen. Iedere
vermenging met Zigeuners, met wie ze
door hun leven en in sommige gebrui
ken overeenstemming vertonen, wei
geren ze ten strengste en ze geven de
jonge leden van hun stam c^e over
levering mee, dat ze afstammelingen
van de Romeinen zijn, die eens in
Turn-Severin hun belangrijkste ves
ting gebouwd hebben.
Wassen op feestdagen.
OM de 14.000 Walachen in de Joego
slavische dorpen bij de Roemeense
staatsgrens, die tegenwoordig onder
hoge spanning staat, heeft zich tot
dusverre niemand •s.-kommerd. Dat ze
thans officieel ontdekt zijn, is waar
schijnlijk niet alleen toe te/schrijven
aan de onstilbare behoefte aan ar
beidskrachten, doch ook aan de poli
tieke maatregelen om deze laatste re
servaten door te kammen. De toestan
den, die men in de vervallen leemhut-
ten'aantrof, zijn onbeschrijfelijk. Mens
en vee huist onder hetzelfde dak. Meu
belstukken, zelfs bedden, zijn een zeld
zaamheid. Daar iedere hygiëne ont
breekt en niet eens latrines aanwezig
zijn, wemelt het water van ziektekie
men. Ondergoed kent men niet. Lakens
worden twee keer pgr jaar zonder zee,
in de beek gewassen, wgprbij men Ze
door slaan met stokken op een steen
bewerkt. Alleen op hoge feestdagen
wast men zich en de vrouwen en meis
jes geloven, dat ze slechts één keer
per week hun haar mogen kammen.
Bloedzuigende geesten.
TN déze dorpen regeren de tovenaars
A en heksen. In een dorp vond men
papje aan de zuigelingen te drinken.
Afschuwelijke riten begeleiden de be
grafenisstoet, want men gelooft nog
aan bloedzuigende, nachtelijke geesten
De graven van de pas gestorven stam
leden worden weer geopend en de li.i
ken van kruisen voorzien om zich tc
beschermen tegen het verschijnen vart
de boze geesten. Daarmede hebben d
doden inog geen rust in hun graf. Wan
weduwen en weduwnaars woelen ci
graven open en zoeken naar een stukje
stof, omdat het bijgeloof zegt, dat zc I
niet weer kunnen trouwen, als een
stervende een stuk yan hun kleren af
gescheurd heeft en mee in het graf
neemt.
Een van de vreselijkste en afschu
welijkste zeden is echter de openbare
viering van de manbaarheid, die nv"
wilde orgiën gepaard gaat en waarbij
het gehele dorp stomdronken is. Kin
derhuwelijken zijn aan de orde van
de dag.
Hoog sterftecijfer.
HE sterfelijkheid in deze Walachen j
dorpen is zo groot, dat volgens offi- j
ciële opgaven geen enkele van deze
mensen een hoge ouderdom bereikt.
Bijna de helft sterft reeds vóór het der
tigste jaar. Onder de 14.000 inwoners
van deze „pas ontdekte" dorpen waren
meer dan 3000 syphilitisch en 13.500
hadden tuberculose. Als er geen radi
cale maatregelen worden genomen om
deze verschrikkelijke wantoestanden te
verbeteren, zal een nietige volksstam
uitsterven, nog eer de wetenschap ge
legenheid had déze nader te onderzoe
ken. Niemand gelooft echter, dat men
zich verder nog om ze zal bekommeren.
PJ 1951 waren in de Verenigde Staten
niet minder dan 108 televisie-stations
„in de lucht". De totale inkomsten
uit reclame-campagnes van de geza
menlijke stations waren in dat jaar
bijna twee honderd en veertig millioen
dollar. Het aantal televisie-stations
neemt echter voortdurend toe. New
York heeft thans zes en Los Angelos
zeven televisie-stations. Bij de Federal
Communications Commision wachten
nog ongeveer vijfhonderd aanvragen
om toestemming voor het uitzenden
van televisie-programma's op behande
ling. Het gevolg is, dat ondanks de
hoge opbrengsten uit advertenties de
stations de enorme kosten van de pro-
gramma's niet meer kunnen betalen.'
Eén der grootste fabrikanten van tele
visie-toestellen heeft thans bij de Ame
rikaanse regering een aanvraag inge
diend om zogenaamde phonevisie-toe-
stellen te mogen invoeren.
p)EZE toestellen, waarop de program-
ma's van gewone reclame-televisie
stations normaal kunnen worden ont
vangen, projecteren speciale culturele
programma's zeer gestoord, tenzij noen
tegen betaling per uitzending de „code_
op de zender per telefoon toegevoerd
krijgt. Voor elke keer, dat men deze
telefonische code toegevoerd krijgt,
wordt één dollar in rekening gebracht.
De phonovisie-televisiezender (links
boven) zendt de speciale program
ma's gecodeerd uit. De zender Pro
duceert tegelijkertijd de „sleutel"
op de code om het beeld ongestoord
te kunnen ontvangen. Deze sleutel
loopt evenwel via de telefoonlijn
en telefooncentrale. De ontvanger
kan de telefooncentrale vragen de
code voor een bepaalde uitzending
over zijn telefoonlijn door te geven,
waarvoor hij dan later de rekening
krijgt
(Van onze correspondent te Sydney)
„JJANDZAAMHEID" is een typische eigenschap van de meeste Australiërs. Nog
11 voortlevend in de geest en de traditie der pioniers, die nergens om steun en
raad konden vragen, doch die alles zelf moesten opknappen, is de echte Austra
liër nog steeds gauw geneigd om h-et eerst zelf maar eens tc proberen. In tegen
stelling tot de oude wereld, waar men niet zo licht over één nacht ijs gaat, en
eerst het voor en tegen van iets nieuws zorgvuldig tegen elkaar afweegt, is de
gemiddelde Australiër nog geneigd om met een „give it a go" laat maar eens
proberen er direct maar de schouders onder te zetten, ook al heeft hij het
nog nooit eerder bij de hand gehad. Dit maakt, dat het vijfde werelddeel nog
steeds het dorado voor gekke kunststukken is. De gemiddelde Australiër praat
er doorgaans niet lang over hij doet wat om zo te zeggen in zijn malle hoofd
opkomt.
LIET laatste kunststuk is de tocht van
een zestal cement-kruiers uit Syd
ney, die een kruiwagen met een
vrachtje van 25 kilo van Sydney naar
Melbourne geduwd hebben de lieve
afstand van 945 kilometer om te la
ten zien dat zij het op deze wijze vlug
ger konden doen dan de vrachtdienst
van de spoorwegen der staten Nieuw
Zuid-Wales en Victoria.
De zes wandelaars zetten een ver
pakte stoel als vrachtgoed op de trein
in Sydney, geadresseerd aan iemand in
een voorstad in Melbourne, en gingen
zelf met hun kruiwagen lopen. Met
blaren op de voetzolen, stijve armen
en gebroken ruggen zijn zij idderdaad
eerder op het adres in Melbourne aan
gekomen dan het vrachtgoed, dat per
trein ging.
Staaltjes
TOT de sinds het einde van de oorlog
A uitgehaalde kunststukken behoren
de volgende, staaltjes:
Een arbeider in de vleesindustrie, die
Australië in een bokkenwagen rond
wilde rijden. Hij startte in de provin
ciestad Gladstone, doch moest na 800
kilometer zijn reis opgeven, omdat de
staat Nieuw Zuid-Wales hem niet toe
stond zijn bok over de grens te brengen.
•Een man, die in het hartje van Syd
ney midden op de dag,30 keer achter
elkaar ,.De Heilige Stad" zong alleen
maar, omdat een vriend had gezegd,
dat hij dit niet zou durven.
Een leerling uit de een of andere in
dustrie, die in het midden van de win
ter veertien dagen lang op het dak van
zijn huis bleef zitten om vijf honderd
gulden aan weddenschappen te winnen.
Een voetballer en golfspeler uit Vic
toria, die elkaar 35 kilometer achterna
renden, de één een voetbal trappend en
de andere een golfbal slaande.
Een man die een witte haan met een
zwart'strikje aan op een kinderkruiwa
gen door de straten van Melbourne
duwde. Een 22-jarig meisje uit Sydney,
dat om geld voor liefdadige doelein
den bijeen te krijgen, acrobatische oefe
ningen uitvoerde op een vijftig centi
meter brede rand veertig meter boven
een dei' hoofdstraten. En een 180 pond
wegende man, die geblinddoekt over
een soortgelijk randje liep.
Kruiwagens hebben hierbij altijd om
de een of andere onverklaarbare reden
een grote rol gespeeld. In 1946 duwde
Henry Cook zijn kruiwagen in tien
maanden tijds van Darwin aan de
Noordkust naar Adelaïde aan de Zuid
kust ongeveer 3600 kilometer door
de woestijn.
TOT de na-oorlogse afdeling „hele
maal gek" behoren de 63-jarige
voorvechter voor lichtere mannenkle
ding, die op een driewieler van Mel
bourne in het Zuiden naar Cairns in
het Noorden fietste alleen gekleed In
zwembroek, hoed en een paar schoe
nen en de jonge man die op een „surf
ski" de 130 kilometer van Sydney naar
Newcastle over zee roeide.
Op het gebied van eten en drinken
verschenen de laatste jaren de 75-jari-
ge grijsaard uit Perth die zijn verjaar
dag vierde met het drinken van 75
glazen whiskey. Toen hij het dit jaar
weer wilde proberen, werd hij tot zijn
verbazing na het 60ste glas ziek.
Weegbrugemployé Harry Fulton
dronk kort geleden 60 glazen bier ach
ter elkaar, en mejuffrouw May Dow-
nie trachtte bet oester-eten-record te
breken, doch zakte na 21 dozijn en 4
oesters in een uur tijds in elkaar.
Misschien is al dit fraais het beste
te beschrijven in de woorden van de
grapjas, die een paar dagen geleden
een tot de garde der „ijsbergen" beho
rende tandarts uit het ijskoude zee
water aan het strand bij Bendi riep
om hem, daarna hard weglopend, al
leen maar te vragen: „Zeg, hoe gek
kan je je eigenlijk wel aanstellen
De temperatuur van de „vliegende
schotel"-koorts in de Verenigde
Staten stijgt met de dag. Honder
den rapporten worden ontvangen
over „vreemde dingen", die door
het luchtruim vliegen. Allerlei theo
rieën worden verkondigd, foto's
worden gemaakt en vliegtuigen
maken jacht op de voorwerpen.
Iedereen spreekt of redetwist over
de „vliegende schotels" de „mode
van de dag".
Hierboven: De Amerikaanse na
tuurkundige Noel W. Scott heeft
in zijn laboratorium in Virginia
proeven genomen, die werden
bijgewoond door officieren van
de technische legerdiensten. Hier
bij werd in een glazen klok met
constante druk lucht in steeds
grotere hoeveelheden toegelaten
totdat een tevoren vastgestelde
hoeveelheid bereikt was. Vervol
gens werd een bepaalde lading
statische electriciteit aangevoerd,
waarna de hoeveelheid ingebrachte
lucht en de spanning werden ver
minderd. Daarna traden verschijn
selen op, die overeenkwamen met
de beschrijvingen van de „vliegen
de schotels". Noel Scott is van
mening dat de door hem in zijn
laboratorium verkregen „schotels"
miniaturen zijn van die, welke door
piloten van vliegtuigen en waar
nemers op vele plaatsen van het
land werden gezien. Links: Noel
Scott bezig met het vervaardigen
van „vliegende schotels" welke
we op rechtse afbeeldingen zien. Het
zijn oranjekleurige bollen, omgeven
door vlammende saturnusringen.
Hoezeer de „vliegende schotel"-
koorts de Amerikaanse burger te
pakken heeft vertolkt nevenstaande
foto op originele ïvijze.
(Van onze correspondent te Brussel)
ALS men denkt aan de moeilijkheden, die Nederland gehad heeft met zijn
koloniën, kan men niet zeggen dat het bezit van de Congo voor onze Zuider
buren reeds het karakter van een probleem aangenomen heeft. Er zijn natuur
lijk moeilijkheden, maar niets wijst er op, dat de Congo zich zou willen vrij
maken van Belgie en in dit opzicht in het schuitje van Indonesië wil gaan varen,
Hoe gelukkig dit voor Belgie is kan ieder begrijpen, die bedenkt dat dit land
een parasiet van de Congo is en op dezelfde manier er van leeft als de .water
lelie van het water. Wat zou Belgie zonder de Congo zijn? Het Amerikaanse
weekblad „Business Week" wees er onlangs op dat de Belgische Congo zich
momenteel met een grote snelheid ontwikkelt tot een van d« belangrijkste
Afrikaanse gebieden. In „Kecsings financiële en economische berichten" gaat
men nog verder en noemt men de Congo de rijkste kolonie ter wereld. De Congo
is welhaast de enige kolonie, welke toekomst heeft als zodanig. Het is een der
weinige gebieden op de wereld waar privaat kapitaal nog veilig kan worden
belegd. Congo is niet onderhevig aan communistische infiltratie of een opge
zweept nationalisme der inboorlingen.
(Van een spéciale
verslaggever)
r\E krantenmensen van
tegenujoordig kunnen
zich nauwelijks de moei
lijkheden voorstellen, die
voor hun voorgangers in de
goede oude tijd met de honds
dagen plachten aan te bre
ken. Toentertijd had de hoge
politiek nog respect voor
het welverdiende recht op
vacantie en ontspanning en
de hoofd- en politieke
redacteuren konden gerust
een paar Weken met vacan
tie gaan en aan de thuis
blijvers de zorg overlaten,
hoe ze iedere dag de kolom
men vol zouden krijgen. Als
dan in de kranten der ge
hele wereld de zeeslang op
dook, kon men er zeker van
zijn, dat geen internationale
verwikkelingen te vrezen
waren. Dit fantasieschepsel
vervulde steeds het doel van
zijn bestaan: de lezers te
tliiderhouden en de krant
door de komkommertijd
heen te helpen!
En nu vaart er opeens een
ruisen door de bladen, dat
de zeeslang helemaal geen
fantasieschepsel was, of, om
in het krantenjargon te blij
ven, een canard. Hij bestaat
werkelijk en waarachtig,
een wetenschappelijke expe
ditie heeft het verkondigd.
Hij leeft aan de Westkust
van Afrika, in het Züiden
van de Atlantische Oceaan,
in de Stille Oceaan en wordt
ook aangetroffen in de wa
teren langs de kusten van
Zuid-Amerika. De kans, dat
men hem van een oceaan
stomer af te zien zou krij-
"en, is echter zeer gering;
hij huist op' een zeediepte
van 1500 a 2000 meter en
schijnt slechts zelden dit
begrensde rijk te verlaten,
om zich aan de oppervlakte
te vertonen.
Het Britse fregat, H. M.
„Galathea", dat 100.000 kilo
meter ver de wereldzeeën
doorploegd heeft, brengt het
bericht mee naar huis. De
elf Britse en Scandinavische
geleerden aan boord staan
voor de geloofwaardigheid
hiervan in; z(j zijn allen er
varen diepzee-onderzoekers,
die op deze expeditie met
een zeer moderne uitrusting
uitgevaren en zodoende in
staat waren met een tot dus-
proeven nemen van de zee
bodem. De Deen Bruun ont
dekte in een van deze proe
ven kleine levende wezens,
eenvoudige bacteriën. Daar
mee was het bewijs gele
verd, dat daar beneden
leven bestond, al was het
maar op de primitiefste
trap; eveneens kon men
thans de mogelijkheid aan
nemen, dat daar ook hoger
ontwikkelde dieren leven,
die zich met deze kleine
levende wezens voeden.
De geleerden hadden ge
luk. Op een goede dag vis
ten ze een grote kiezelsteen
verre ongekende nauwkeu
righeid tot in de donkerste
diepten der zeeën door te
dringen, speciaal het onder
zeese ravijn bij de Philip-
pijnen, met een diepte tot
10.000 meter.
r\E eerste verrassende ont-
dekking, die de oceaan
onderzoekers deden, was de
aanwezigheid van dierlijk
leven in deze diepten, waar
sinds het begin aller tijden
de diepste duisternis heerst.
In het begin baggerden ze
alleen de roodachtige mod
der op, die, naar men aan
neemt, de zeebodem bedekt.
Maar in de loop van hun
onderzoekingen konden ze
met hun graaftoestel een
beweeglijke hand, die aan
het einde van een 10.50C
meter lange stalen kabel be
vestigd was grondiger
op, waaraan twee zee-ane
monen ringen, vleesetende
dieren, die met hun op een
bloem gelijkende tast- en
grijporganen vissen vangen.
De wijze, waarop deze zee
anemonen aan de kiezel
steen hingen, bewees, dat
ze van de zeebodem zelf af
komstig moesten zijn.
p\E belangrijkste ontdekking
was echter een dier, dat
iemand een ware nachtmer
rie zou kunnen bezorgen:
een soort spin, roodachtig-
zwart, zonder ogen, die op
deze diepte ook geen zin zou
den hebben; het geheel was
een organisme, dat aan een
fabriek deed denken, met
echte photo-electrische cel
len, één aan iedere poot.
Het monster heeft twaalf
poten, die ieder vijftig keer
zo lang zijn als het gehele
lichaam. De electriciteit
speelt bij de dieren van deze
zeediepten een belangrijke
rol. Ze zenden alle licht
stralen uit, waarmee som
mige hun prooi naar zich
toe lokken. De geleerden
van de „Galathea" hebben
een diepzeevis ontdekt, die
de natuur met een geper-
fectionneerd radartoestel
uitgerust heeft. Met het ra
dartoestel, waarschijnlijk de
sensationeelste uitvinding
van de laatste oorlog, kan
immers een vliegtuig, een
schip, een wachtpost op hon
derden kilometers afstand
een vijand of een hindernis
waarnemen. Het dier, dat
door de „Galathea" gevon
den werd, beschikt over een
nog veel gevoeliger radar
toestel misschien zal deze
vondst nog meehelpen de
menselijke techniek weer
een stap vooruit te brengen.
MOG sensationeler was ech
ter de buit, die de ge
leerden op enige mijlen af
stand van het eiland St.
Helena maakten: een soort
paling, 1.80 meter lang,
waarvan de specialisten con
stateerden, dat het een larve
moest zijn. Evenals Cuvier
met behulp van een enkel
wervelbeen een van deze
reuzen-reptielen uit het
Tertiair kon reconstrueren,
trachten thans de geleerden
van de „Galathea" het vol
wassen dier te bepalen, dat
uit deze larve zal voortko
men. Volgens hun bereke
ningen moet dit een 25 30
meter lange en in doorsnee
1 meter dikke slang zijn
dezelfde zeeslang, die daar
door ten slotte uit het rijk
der fabelen aan het licht der
werkelijkheid gebracht zou
zijnl
MEN moet echter niet denken, dat
het bezit van de Congo voor Bel
gië een sinecure is. Het is veel eerder
een probleem, maar tot haar eer moet
gezegd worden, dat zij dit probleem
in een moderne geest aanpakt en dat
zij profijt blijkt getrokken te hebben
uit de bittere ervaringen die andere
landen met hun koloniale politiek heb
ben opgedaan.
„Koloniale .politiek,"!: hiermee zijn
wij gekomen bij het punt waarom het
gaat. De kwestie is deze: zal België
gewapend met de lessen der jongste
geschiedenis voortgaan een koloniale
politiek in de ouderwetse zin te voe
ren, of zal zij nieuwe banen gaan be
wandelen, waarop de oude fouten wor
den vermeden?
Er zijn Belgen, die in dit opzicht
liefst conservatief zijn en stokstijf op
het oude koloniale standpunt blijven
staan. Maar toen dit punt onlangs be
sproken werd op een conferentie van
de „Jonge Balie", een vereniging van
jonge Belgische juristen, bleek, dat de
meerderheid der aanwezigen een an
der standpunt innam en meer moder
ne ideeën huldigde. Zelfs als men er
kende, dat de beste oplossing voor
België deze is, dat men Belgische bur
gers naar de Congo zendt om daar te
werken, zei men rondrit dat het oude
systeem niet had gedeugd en dat men
in het verleden niet het bewijs kon
vinden, dat België niet. in de slechte
zin, aan koloniale politiek had ge
daan, in de zin van onderdrukking en
onrecht aan de inboorlingen.
Toen twintig jaar geleden de inboor
lingen een zwakke poging ondernamen
om een coöperatieve vereniging op te
richten om de landbouw te bevorderen,
hadden de „kolonisten" deze poging in
de kiem gesmoord. Ook, zeide de jon
ge juristen, waren het de kolonisten
geweest die in de Congo de verhoging
der salarissen van de inboorlingen
hadden tegengehouden, ondanks de ja
ren van grote voorspoed en welvaart.
Streven naar gelijkheid
hit is voldoende om er twee dingen
mee aan te tonen: in de eerste
plaats, dat een duidelijke wil en ver
langen zich openbaart een front te ma
ken tegen de methoden van de oude
koloniale politiek, door meer de rech
ten en belangen van de inboorlingen
te beschermen. En in de tweede plaats,
dat er wel terdege sprake is Van „pro
blemen" rondom de Congo en de me
ningen verdeeld zijn over de toekom
stige wijze van bewindvoering in dat
land. Voeg daar nog bij, dat in de Con
go de bevolking met reuzenschreden
vooruitgaat en dat steeds groter wor
dende eenheden hun pr'mitief karak
ter hebben verloren om zich aan te
passen aan het Europese model van le
ven en de ambten te vervullen waar
voor België hen heeft opgeleid, dan
verstaat men vanzelf dat er staatsmans
wijsheid van de eerste rang nodig zal
zijn om de Congo vast te houden en
het embleem waarheid te maken, dat
de Congolese en Belgische Boy-scouts
onlangs op hun Jamboree vertoonden*
twee saamgevocgde handen, blank en
zwart, voor de triomf van de Christe
lijke beschaving in de Congo,