Feest der verdoemden in Singapore PENNINGMEESTERS ATTENTIE! pnvpai Koningin Elizabeth moet kiezen tussen gevoel en staatsbeleid Wartelwerkiuigen veranderden in Lotusbloemen Geesien der afgestorvenen logeren een maand bij hun nakomelingen Beeldschone dame verstoorde orde in de hel Blommen iwoA. m imccuitie I Zo sportief en lekker voordelig.... SI h F i T" h°?r! C'6 W'J^i r°n^ ^m°y$*reet' waar de Chinezen wonen, draagt dezer dagen Lotusbloemen in de hel... Politiezorgen Wordt de Hertogin van Windsor aan het Britse Hof toegelaten? Publieke opinie aanvaardt haar niet WAT WIJ DEZE ZOMER BELEEFDEN Geen omzetbelasting over contributies van steunende leden OOK CRITIEK OP DE HERTOG Verkoudheid PW»®»»*»*» m E.1 mm »jjj§8$ mxmm t (Van een bijzondere medewerker) handel lid i K°" enorme <-. nao "e 'm L°nd-°n\ KoP™l»9°n of Washington wanen, in deze Septembermaand heeft Singapore een grote verandering ondergaan. Er hangt doorlopend een geur van verbrand vlees en wieroo e uizen en mezen, die men anders oo de kantoren, in de restaurants of in de theaters kan aantreffen, zijn nu thuisgebleven Het is de maand van de geesten der afgestorvenen, die - zo wil het de overlevering - deze tijd gebruiken om op aarde feest te vieren. Aangezien de Chinees een diepe eerbied koestert voor zijn voorouders, temeer wanneer deze op aarde niet altijd even braaf waren; en gezien ook de omstandigheid, dat de Chinees een feestvierder als een gevaarlijk wezen beschouwt, worden de voorvaderen die naar de aarde terugkeren, op gastvrije, maar niet minder voorzichtige wijze ontvangen. Men doet alles om het de feestvierenden zo gezellig mogelijk te maken. Men steekt kaarsjes aan voor de huizen - soms wel twintig op een rij -, men brandt grote vuren en de gehele dag door worden er wierookstokjes (joss-sticks) gebrand, w er geur de neusgaten van de bezoekers uit de andere wereld bedoelt ie strelen. Elke Chinees, die enige eerbied voor de goden koestert, zal er voor zorgen gedurende deze Septembermaand in de buurt van zijn woning te blijven, waar hij veilig is voor de vrolijke bezoekers. DE oorzaak van de situatie, die al deze maatregelen nodig maakt, is een beeldschone, Chinese prin ses, die vele eeuwen geleden leefde. Zij heeitte Miao Shan en volgens de overlevering bogen de bloemen hun kop, als zij voorbij trad. Ze geurde heerlijker dan het fijnste reukwater en de goden der ouden waren zó op haar gesteld, dat zij al haar gebeden direct verhoorden. Evenals in iedere oude legende, was het ook hier zo, dat zij door boze in vloeden en personen werd belaagd. Bij Miao Shan traden deze op in de per soon van haar vader, die haar in een huwelijk wou drijven, dat haar tot één der rijkste vrouwen op aarde zou heb ben gemaakt. Zu echter, verkoos de armoede boven de weeldei, en onder ging gewillig de doodstraf die de ont aarde vadfer over haar uitsprak. Is het wonder, dat de goden, die haar zo lang met een welgevallig oog hadden gade geslagen, haar nu een bijzondere be scherming boden? Direct nadat de scherprechter haar het leven ontnomen had, kwam de geest van een tijger de ziel van de prinses halen. De tijgergeest bracht haar naar een naaldwoud. Ter wijl Miao Shan zich afvroeg waar ze beland was, verscheen er een bood schapper, gekleed in een hemelsblauw gewaad, die haar begeleidde naar een sombere poort, die toegang gaf tot de achttien phases van de hel. „Treedt hier binnen", zei de boodschapper, „en zeg dat de goden u gazonden hebben!" rvOCH de bewakers van de meest u sinistere aller verblijfplaatsen had den reeds van haar komst gehoord. Miao Shan was zeer verbaasd, dat de macabere hellebewakers zo'n eerbied voor haar aan de dag legden. Doch toen bleek, dat ze gehoord hadden, dat een gebed van Miao Shan altijd ver hoord werd. De bewakers der onder- Wereld vroegen Miao Shan, belust op sensatie als ze waren, of zij een gebed wilde uitspreken. De prinses stemde toe, doch op voorwaarde dat alle ver doemde zielen naar haar zouden mogen luisteren en bevrijd zouden worden van hun ketenen. Haar verzoek werd ingewilligd en toen bad Miao Shan. De verbazing van de hellebewa kers, alsmede die van de gekluis terde zielen had niet groter kunnen zijn. De sombere omgeving werd herschapen in een paradijs en de voorwerpen waarmee gestraft ®n gegeseld werd, veranderden in geu rige lotusbloemen. Men moet weten, dat de Chinese hel voor iedere zon de een aparte strafmaatregel garan deert. De leugenaar wordt doorlo pend van zijn tong ontdaan ®n dcgeen die tegen de regels van zijn godsdienst in vlees gebruikt, wordt neergeworpen op een spijkerbed. DP veranderingen in de hel waren ingrijpend. Geen enkele voormalige zondaar was er zich nog van bewust dat hij ooit kwaad had gedaan, want hij bevond zich nu immers in de hemel. Deze toestand kon niet voortbestaan. De administrateur van levenden en doden, Pan Kuan, diende onmiddellijk een verzoekschrift in bij de koning van de hel. Hij wees erop, dat sinds de komst van Miao Shan, elke verdoemde ziel volkomen gelukkig was geworden, en dat er op deze manier twee hemels zouden zijn. De koning van de hel deed een compromis-voorstel. Hij zou Miao Shan naar de aarde terugsturen, doch tevens omdat haar gebeden nu een- hiaial altijd moesten worden verhoord zou hij bepalen, dat de geesten uit de hel één maand naar de aarde zou den mogen gaan om hun pleizier te zoeken. Ze zouden bij dit carnaval der verdoemden aanspraken op hun nako melingen kunnen doen gelden, omdat onzichtbare wezens anders moeilijkheden zouden kunnen hebben hij hun feestviering. DEZE laatste voorwaarde, die de koning der onderwereld de hel lebewoners meegaf, heeft op degenen die aan deze zijde van het graf wonen, een diepe indruk gemaakt. Heel secuur, volgens de stand van de maan, rekenen zij telkenjare weer uit, wanneer hun afgestorven voorvaderen verwacht kunnen worden. Men treft reeds lang voor .de eerste dag van de feestmaand voorbereidingen, zodat het niet lijkt, dat de hellebewoners onwel kom zijn. Is de periode van geestenvacantie eenmaal aangebroken, dan worden er enorme maaltijden klaargemaakt, teneinde daarmee de bezoekers te vreden te stellen. Midden op straat leggen de Hokkiens, Cantonezen of Teochew-Chinezen grote vuren aan. Om de voorvaderen te dienen wor den heerlijke, malse kippenboutjes in de vlammen gesmeten. Natuur lijk komen ze er geblakerd uit, doch dit is juist het bewijs voor de nakomelingen van een voormalige booswicht, dat_.de geest zijn portie De geesten der afgestorvenen staan bij de Chinezen in groot aanzien. Dit blijkt behalve uit „het feest der verdoemden" ook uit de bloemen- verering. De sterfdag van een over- leden Chinees wordt door zijn familie gevierd als een dag van grote devotie. heeft gehad. De restanten van de kippenboutjes, voorzover ze nog eetbaar zijn, worden binnenshuis gebracht en daar door de familie leden opgepeuzeld. De vijftiende September bereikte het feest in Singapore zijn hoogtepunt. Om in de geest van de geesten te spreken: dan komt er een extra-trein in het ondermaanse aan. De winkels van wild en gevogelte worden bestormd en de handige handelaars laten al lang van te voren de prijzen stijgen, zodat er dikke winsten gemaakt worden. In Singapore speelt de activiteit rond de ontvangst der geesten, zich voorna melijk af in Amoystraet, de „Kalver- strnat" van de Chinczenwijk. Deze maand waren er daar tientallen grote vuren, waar omheen gehele families gezeten waren. Steeds opnieuw werden er schotels met het kostelijkste voed sel aangedragen en in de vlammen ge worpen. De rijkere zonen van het Hemelse Rijk lieten pakjes papiergeld in het vuur vaülen. Ook dit was bestemd voor de zielen der afgestorvenen. Misschien, zo redeneert men, lusten onze voor vaderen onze maaltijden niet. In dat geval kunnen ze het geld nemen en ergens anders gaan eten DE mogelijkheid bestaat natuurlijk, dat bepaalde families niet in staat zijn om de geesten van de voor ouders tevreden te stellen. Daarom worden er massa-bijeenkomsten en openbare feestelijkheden gehouden, om er van verzekerd te zijn, dat niet één geest wordt overgeslagen bij deze mas sale bedeling ten behoeve van nevel achtige bezoekers. 's Avonds en 's nachts branden er in alle straten van de Chinezenwijk duizenden kaarsjes. Ook de wierook stokjes ziet men overal. De kooplui maken uiteraard goede zaken. Hun echt Oosterse manier van reclame-maken geeft Singapore gedurende deze Sep tembermaand ook aen apart cachet. Voor de politie zijn het zware we ken. Overal heeft men het druk met het verbieden van de te grote vuren. De eenparige zorgvuldigheid die be tracht wordt bij het verzorgen van de merkwaardige logé's, leidt een enkele maal Weieens tot vechtpartijen, waarbij de politie mag uitzoeken welke geest van welke Chinees nu de geheime aan stichter is van de herrie. Een moeilijke kwestie^, want de bewoners van de hel zijn in een ontstellende mate kwaardaardig en.... eensgezind! In Princess-street, waar honderden Chinezen wonen, stonden gehele families voor de huizen, met brandende wierookstokjes in de hand. De wierookgeur bedoelt de hellebewoners te behagen. (Van onze correspondent te Londen) QOK de Engelse pers houdt zich thans bezig met de vraag, die sinds het over» lijden van de koning de gemoederen van het Engelse volk in beweging ge bracht heeft: zullen de Hertog en de Hertogin van Windsor bU de aanstaande kroningsfeesten aan het hof uitgenodigd worden? En als de thans nog bestaande hindernissen wegvallen, zal het echtpaar zich dan definitief in Engeland ves tigen? Het is beslist geen overdrijving, als men beweert, dat dit probleem mis schien een van de voornaamste zorgen van de jonge koningin is. Het gaat hier immers niet om een kwestie van de etiquette, van het hof-protocol, maar om het bepalen van een standpunt ten opzichte van de fundamentele morele prin cipes van het Engelse volk. MOG slechts kort geleden heeft het onvriendelijke commentaar van het officiële orgaan van de staatskerk, de GE behoeft er geen „ach" voor te slaken, maar feit is dat ik één van de weinige arme jour nalisten ben, die in ons lie ve landje de blaren op de vingers schrijven. Dit impli ceert voor mij echter dat, wanneer er over vacantie wordt gesproken, ik daaraan onverbrekelijk de vraag ver bind of 't wel kan lijen. En zij die in ons leven onze vreugde verdubbelt en onze smart halveert, geeft op die vraag dan dit verlossende antwoord: Lijen of niet, we gaan! Daarmee is dan de proloog van onze jaarlijkse vacantie ten einde. De eerste aicte, het opma ken van een afgebakend plan. geschiedde vlot. „We moesten het toch maar voordelig aan doen" zei ik, hetgeen zij beaamde. En actueel afgestemd als we zijn, viel voor het vervoers middel de keus op de brom fiets. Met een liter benzine, zo was ons verteld, konden we Aafjes op zijn voetreis naar Rome met gemak in halen. Wij wilden echter niet naar Rome, maar naar Zeeland, een reden te meer dus om de bromfiets te ne men. En toen de grote dag dat ajles in orde was en dat met alles rekening was ge houden Behalve dan met het weer, dat miserabel slecht was, maar wie op zo'n kleinigheid let, is een knies oor. Even vóór Alkmaar weigerde mijn motor. De dealer daar bracht er weer leven in. Waarvoor wij hem dankbaar waren en hij drie gulden vroeg, ,,'t Gaat nog" troostten we elkaar. Ten- maair dorsen, maar wij ne men een warm maal. Moet het maar een riks meer kos ten!" Het heeft in dat Haarlem nog veel meer gekost. Een bioscoopbezoek om de vol gende bui af te drukken, daarna thee met gebak (moeten we ons schaarse geld in armoede verteren') en toen nog een stukje eten. Dat alles tezamen voor een slotte hadden we voor die prijs per trein Alkmaar niet kunnen bereiken. Tegen hef middaguur bereikten we Haarlem. We waren drijfnat, maar nog altijd vol goede moed en ik zelfs een tikje overmoedig, want ik sprak een woord, waarmee ik Roc- kefeller (maar dan levend) voelde: „Vrouw", zei ik, „wat zijn we nu feitelijk: vacantie- of mekkaganger?" „Vacanti/eganger" ver zuchtte zij, terwijl ze een vergeefse poging deed om het water uit een verse bul van haar gelaat te wissen. Hierop liet ik heldhaftig volgen: „Laat de boeren bedrag, waarmee we de treinreis naar Zeeland had den kunnen betalen. Om zes uur was 't droog. En om half acht arriveerden we in Den Haag in een stromende re gen. Verkild tot op ons ge beente. „Zat ik maar thuis bij m'n bloedjes van kinde ren" zuchtte de vrouw. „Hadden we maar een warm bed in het deftige Den Haag" sprak ik met beven de stem. Wij waren kinderlijk blij tien minuten later een hotel gewonden te hebben dat npg plaats beschikbaar had voor twee verregende mensjes. Ik had nog de tegenwoordigheid van geest om te vragen wait het tarief was. De prijs die de man ons noemde viel als een nieuwe regenbui oo ons neer. „Vijftien gulden, inclu sief!" Ik stamelde iets van „Wel wat prijzig" maar de man had daarop een ant woord wait ons totaal ont wapende. „Maar daarvoor heeft u dan ook telefoon op de kamer". We hebben van dat apparaat geen gebruik gemaakt, maar het kan soms toch wel gemakkelijk zijn zo'n ding bij de nand te hebben. We besloten even te rus. ten om daarna de Residen tiestad te bezichtigen. Het is er r.iet van gekomen, want de volgende morgen kwa men we eerst bij kennis, 's Avonds daarop zijn we in Zeeland gearriveerd. Daar genoten we ieders bewonde ring. „Helemaal uit Noord- Holland en dat op de brom fiets. En zeker goedkoop?" „Nou en of" zeiden wij, eikaars blik vermijdend. „Drie liter benzine en dan nog wdt onkosten' onder weg". Ja, we hebben een onver getelijke vacantie gehad. Nu. weken later, brommen we nog. „Hoe?" zult u vragen. Kijk, dat is een nieuw stuk. REEDS jaren ben ik lid van twee voetbal verenigingen, een eerste klasser en een derde klasser. Het lidmaatschap van die derde klasser is weinig meer dan een ondersteuning van de mij sympathieke vereniging. Met het lidmaatschap van de eerste klasse-ver eniging beoog ik in wezen niets anders, dan mij bij de thuiswedstrijden verzekerd te weten vap een plaatsje op de overdekte tribune. Een mens komt nu eenmaal niet gemakkelijk volkomen los van zijn dagelijkse beslommeringen. Zo heb ik mij, als ik daar 's Zondags vóór de wedstrijd op de tribune zat, meermalen de vraag gesteld of over de door mij betaalde contributie omzetbelasting verschuldigd was. Niet omdat ik het belasten zo ideaal vond, maar enkel uit het oogpunt van de wetgeving op dit terrein, was ik telkens weer geneigd deze vraag bevestigend te beantwoordden. Totdat nu juist een uitspraak van ons hoogste rechtscollege op dit gebied is gepubliceerd, blijkens welke uitspraak geen om- ZCHetafs'interessant^de standpunten van de In specteur en van de vereniging eens met elkander te vergelijken. VANWEGE de vereniging is in beroep aange- V voerd dat de leden worden onderscheiden in: ere-leden, leden van verdienste, werkende leden, ondersteunende leden en junior- en adsplrantleden. Weliswaar is er verschil tussen werkende- en ondersteunende leden, maar beide-categoneen zijn nochtans leden. Behalve het met name genoemde stemrecht en het recht om een bestuursfunctie te bekleden, beschikken de ondersteunende leden over alle genoemde en niet genoemde rechten, welke aan leden van de vereniging toekomen, npzc rechten worden ontleend aan het lidmaat schap dat alleen onder bepaalde voorwaarden kan worden verkregen, te weten schriftelijke aanmel ding bij 't bestuur en onderwerpen aan ballotage. I)e ondersteunende leden hebben slechte recht op een plaats bij wedstrijden, indien er plaatsen vrij zijn. De vereniging meent daarom dat ten onrechte omzetbelasting wordt gevorderd. Daartegenover vestigt de Inspecteur er de aan dacht op, dat de bijdrage van de z.g.n. onder steunende leden als volgt op de contributiekaart is omschreven: Ontvangen van de Heer te de somma van in clusief 20 pet. plaatselijke belasting, abonnement ,,X" en zegel. Naar het oordeel van de Inspecteur nu is belast hetgeen er overblijft na aftrek van de 20 pet. plaatselijke belasting, abonnement „X" en zegel, het bedrag namelijk van de minimum dotatie. yOLGENS de Inspecteur en ik dacht daar eigenlijk precies zo over moet dit minimum bedrag aan contributie van de ondersteunende leden gezien worden als een vergoeding voor het recht van toegang tot de overdekte tribune og alle te spelen wedstrijden van de vereniging. Immers blijkens de statuten maakt de vereniging onderscheid tussen werkende leden en ondersteu nende leden. Ondersteunende leden hebben geen recht van stemming, zij hebben slechts een advi serende stom, z(j kunnen geen bestuurslid zijn. Zelfs valt uit het huishoudelijk reglement af te leiden, dat de ondersteunende leden geen recht hebben om aan oefeningen en wedstrijden deel te nemen. De Inspecteur meent te mogen concluderen, dat de ondersteunende leden de voornaamste rechten missen welke inhaerent zijn aan het lid' maatschap der vereniging. Zij betalen alleen ter ondersteuning van de vereniging, maar met deze tegenprestatie, dat zij recht op toegang hebben tot de overdekte tribune bij alle te spelen wed strijden. In dit recht vinden zij hun „hoofdrecht", hetgeen ook blijkt uit het feit, dat de prijs van een seizoenkaart, welke eveneens recht geeft op een overdekte tribuneplaats, slechts een weinig lager is dan het totale bedrag dat een ondersteu nend lid betaalt. De minimumcontributie dient dus eigenlijk ter vergoeding van een door de vereni ging bewezen dienst, namelijk het verlenen van toegangsrecht tot de overdekte tribune. Over dit gedeelte van de contributie is omzetbelasting verschuldigd, daar een rechtstreeks verband tus- ,sen prestatie en vergoeding aanwezig is r\E Tariefcommissie in casu het hoogste LJ rechtscollege blêek van oordeel, dat de ondersteunende leden van de vereniging, welke leden in vele opzichten aan het verenigingsleven deelnemen, niet geacht kunnen worden hun contributie in het bijzonder te betalen ter zake van de hun door de vereniging verschafte toe gang tot de tribune ter gelegenheid van de wed strijden, Deze contributie draagt niet het karakter van een vergoeding voor diensten en is derhalve niet aan omzetbelasting onderworpen. Stellig een uitspraak waarover de betrokken vereniging verheugd zal zijn geweest. Maar die ook van belang is voor de overige voetbalvereni gingen, om maar te zwijgen van de vele en velerlei andere organisaties waar zich soortgelijke omstandigheden voordoen. Penningmeesters en overige bestuursleden, weest attentl J. G. FLINK. i „Church Times", naar aanleiding van het huwelijk van. minister Eden, weer eens aangetoond, dat een belangrijk gedeelte van het Engelse publiek grote betekenis hecht aan het probleem van de echtscheiding. Al is het ook bekend, dat de Hertog van Windsor de lieve lingsoom was van de troonopvolgster Elizabeth en dat de jonge koningin ook de grootste sympathie voor hem heeft, zij heeft nog geen enkele aanduiding gegeven, waaruit men een conclusie zou kunnen trekken omtrent haar be slissing. „Oom David" is voor de jonge vrouw weliswaar de man, die uit lief de gehandeld heeft en daarom begrip verdient - maar aan Wallis Simpson heeft ze als kind reeds een hekel ge had. Als de latere Hertogin het meisje soms een beetje wilde plagen, kon de Prinses heel gedecideerd zeggen: „Par don Mevrouw, voor u ben ik nog steeds: Koninklijke Hoogheid!" De jonge generatie in Engeland denkt ongetwijfeld minder streng over Edu- ard's handelswijze. De koningin zal in deze opvatting haar persoonlijke, toe geeflijke instelling ten opzichte van haar geliefde oom slechts beves tigd zien. Toch moet ze rekening houden met het feit, dat de echtschei ding in de Britse society nog steeds als een maatschappelijke misstap be schouwd wordt en dat het huwelijk van de Hertog met een reeds twee keer gescheiden vrouw in vele kringen streng veroordeeld wordt. Voor het volk is de Hertogin boven dien nog een „buitenlandse", een avon turierster, die zich tussen het volk en zijn koning gedrongen heeft en ook verder in geen enkel opzicht overeen komt met het ideale beeld, dat de ge middelde Engelsman zich van een ge trouwde vrouw maakt. Het rusteloze leven, dat de Hertogin leidt aan de zijde van haar echtgenoot, vooral haar voorliefde voor nachtclubs, is niet ge schikt om een gunstigere stemming te kweken. HE HERTOGIN maakt het haar vijan den overigens niet al te moeilijk. Men verwijt haar, dat ze de rouw voor de overleden koning niet voldoende ge respecteerd heeft, dat ze liever zonder haar man uitgaat en haar eigen amu sement zoekt, kortom dat ze hem niet gelukkig maakt. Maar ook de Hertog zelf .blijft niet van critiek verschoond, ook al heeft men in vele kringen de oude sympathie voor hem bewaard. Nog niet vergeten is echter de zin in zijn afscheidsrede: „Nu verlaat ik de publieke tribune en leg mijn last neer". Deze wending heeft men hem O:* heden niet vergeven, zoals onlangs een arbeider tegenover een journalist tref fend opmerkte: „Wij anderen doen ons werk en God weet, dat het niet altijd gemakkelijk is. Waarom heeft hij zijn werk niet gedaan?" Als men inmiddels tot een ruimere opvatting bekeerd mocht zijn, heeft de publicatie van de „Memoires" van Windsor als sensatione le onthulling van 't privéleven van de koninklijke familie in het algemeen een sterke ontstemming veroorzaakt. Met dit alles zal de Koningin, d'e niet alleen nicht, maar bovenal vorstin is, rekening moeten houden. Het is nau welijks teveel gezegd, als men in haar een bittere strijd tussen gevoel en staatsbeleid veronderstelt. Ze zal ook de plicht van de piëteit tegenover haar vader niet over het hoofd mogen zien en George VI niet door een duidelijke beslissing ten gunste van het hertogelij ke paar willen desavoueren. En dan zijn er nog de twee koningin-moeders: Mary, die onbuigzaam aan haar veto tegenover de vrouw van haar zoon vast houdt en Elisabeth. die altijd tegen Wallis Simnson geweekt is en misschien de voornaamste hinderpaal is voor de toelating van de Hertogin aan het hof. van neus, keel of borst snuift en wrijft U weg met m W m (Advertentie, Ing. Med.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 7