Feest der verdoemden in Singapore
PENNINGMEESTERS ATTENTIE!
pnvpai
Koningin Elizabeth moet kiezen
tussen gevoel en staatsbeleid
Wartelwerkiuigen veranderden in Lotusbloemen
Geesien der afgestorvenen logeren een
maand bij hun nakomelingen
Beeldschone dame
verstoorde orde in
de hel
Blommen iwoA. m imccuitie I
Zo sportief en lekker voordelig....
SI h F i T" h°?r! C'6 W'J^i r°n^ ^m°y$*reet' waar de Chinezen wonen, draagt dezer dagen
Lotusbloemen in de hel...
Politiezorgen
Wordt de Hertogin van Windsor aan het Britse
Hof toegelaten?
Publieke opinie aanvaardt
haar niet
WAT WIJ DEZE ZOMER BELEEFDEN
Geen omzetbelasting
over contributies
van steunende leden
OOK CRITIEK OP DE
HERTOG
Verkoudheid
PW»®»»*»*»
m
E.1 mm
»jjj§8$
mxmm
t
(Van een bijzondere medewerker)
handel lid i K°" enorme
<-. nao "e 'm L°nd-°n\ KoP™l»9°n of Washington wanen, in deze Septembermaand heeft
Singapore een grote verandering ondergaan. Er hangt doorlopend een geur van verbrand vlees en
wieroo e uizen en mezen, die men anders oo de kantoren, in de restaurants of in de theaters
kan aantreffen, zijn nu thuisgebleven Het is de maand van de geesten der afgestorvenen, die -
zo wil het de overlevering - deze tijd gebruiken om op aarde feest te vieren. Aangezien de
Chinees een diepe eerbied koestert voor zijn voorouders, temeer wanneer deze op aarde niet altijd
even braaf waren; en gezien ook de omstandigheid, dat de Chinees een feestvierder als een gevaarlijk
wezen beschouwt, worden de voorvaderen die naar de aarde terugkeren, op gastvrije, maar niet
minder voorzichtige wijze ontvangen. Men doet alles om het de feestvierenden zo gezellig mogelijk
te maken. Men steekt kaarsjes aan voor de huizen - soms wel twintig op een rij -, men brandt
grote vuren en de gehele dag door worden er wierookstokjes (joss-sticks) gebrand, w er geur de
neusgaten van de bezoekers uit de andere wereld bedoelt ie strelen. Elke Chinees, die enige
eerbied voor de goden koestert, zal er voor zorgen gedurende deze Septembermaand in de buurt
van zijn woning te blijven, waar hij veilig is voor de vrolijke bezoekers.
DE oorzaak van de situatie, die al
deze maatregelen nodig maakt,
is een beeldschone, Chinese prin
ses, die vele eeuwen geleden leefde.
Zij heeitte Miao Shan en volgens de
overlevering bogen de bloemen hun
kop, als zij voorbij trad. Ze geurde
heerlijker dan het fijnste reukwater en
de goden der ouden waren zó op haar
gesteld, dat zij al haar gebeden direct
verhoorden.
Evenals in iedere oude legende, was
het ook hier zo, dat zij door boze in
vloeden en personen werd belaagd. Bij
Miao Shan traden deze op in de per
soon van haar vader, die haar in een
huwelijk wou drijven, dat haar tot één
der rijkste vrouwen op aarde zou heb
ben gemaakt. Zu echter, verkoos de
armoede boven de weeldei, en onder
ging gewillig de doodstraf die de ont
aarde vadfer over haar uitsprak. Is het
wonder, dat de goden, die haar zo lang
met een welgevallig oog hadden gade
geslagen, haar nu een bijzondere be
scherming boden? Direct nadat de
scherprechter haar het leven ontnomen
had, kwam de geest van een tijger de
ziel van de prinses halen. De tijgergeest
bracht haar naar een naaldwoud. Ter
wijl Miao Shan zich afvroeg waar ze
beland was, verscheen er een bood
schapper, gekleed in een hemelsblauw
gewaad, die haar begeleidde naar een
sombere poort, die toegang gaf tot de
achttien phases van de hel. „Treedt
hier binnen", zei de boodschapper, „en
zeg dat de goden u gazonden hebben!"
rvOCH de bewakers van de meest
u sinistere aller verblijfplaatsen had
den reeds van haar komst gehoord.
Miao Shan was zeer verbaasd, dat de
macabere hellebewakers zo'n eerbied
voor haar aan de dag legden. Doch
toen bleek, dat ze gehoord hadden, dat
een gebed van Miao Shan altijd ver
hoord werd. De bewakers der onder-
Wereld vroegen Miao Shan, belust op
sensatie als ze waren, of zij een gebed
wilde uitspreken. De prinses stemde
toe, doch op voorwaarde dat alle ver
doemde zielen naar haar zouden mogen
luisteren en bevrijd zouden worden
van hun ketenen. Haar verzoek werd
ingewilligd en toen bad Miao Shan.
De verbazing van de hellebewa
kers, alsmede die van de gekluis
terde zielen had niet groter kunnen
zijn. De sombere omgeving werd
herschapen in een paradijs en de
voorwerpen waarmee gestraft ®n
gegeseld werd, veranderden in geu
rige lotusbloemen. Men moet weten,
dat de Chinese hel voor iedere zon
de een aparte strafmaatregel garan
deert. De leugenaar wordt doorlo
pend van zijn tong ontdaan ®n
dcgeen die tegen de regels van zijn
godsdienst in vlees gebruikt, wordt
neergeworpen op een spijkerbed.
DP veranderingen in de hel waren
ingrijpend. Geen enkele voormalige
zondaar was er zich nog van bewust
dat hij ooit kwaad had gedaan, want
hij bevond zich nu immers in de hemel.
Deze toestand kon niet voortbestaan.
De administrateur van levenden en
doden, Pan Kuan, diende onmiddellijk
een verzoekschrift in bij de koning
van de hel. Hij wees erop, dat sinds de
komst van Miao Shan, elke verdoemde
ziel volkomen gelukkig was geworden,
en dat er op deze manier twee hemels
zouden zijn. De koning van de hel deed
een compromis-voorstel. Hij zou Miao
Shan naar de aarde terugsturen, doch
tevens omdat haar gebeden nu een-
hiaial altijd moesten worden verhoord
zou hij bepalen, dat de geesten uit
de hel één maand naar de aarde zou
den mogen gaan om hun pleizier te
zoeken. Ze zouden bij dit carnaval der
verdoemden aanspraken op hun nako
melingen kunnen doen gelden, omdat
onzichtbare wezens anders
moeilijkheden zouden kunnen hebben
hij hun feestviering.
DEZE laatste voorwaarde, die de
koning der onderwereld de hel
lebewoners meegaf, heeft op
degenen die aan deze zijde van het
graf wonen, een diepe indruk gemaakt.
Heel secuur, volgens de stand van de
maan, rekenen zij telkenjare weer uit,
wanneer hun afgestorven voorvaderen
verwacht kunnen worden. Men treft
reeds lang voor .de eerste dag van de
feestmaand voorbereidingen, zodat het
niet lijkt, dat de hellebewoners onwel
kom zijn.
Is de periode van geestenvacantie
eenmaal aangebroken, dan worden
er enorme maaltijden klaargemaakt,
teneinde daarmee de bezoekers te
vreden te stellen. Midden op straat
leggen de Hokkiens, Cantonezen of
Teochew-Chinezen grote vuren aan.
Om de voorvaderen te dienen wor
den heerlijke, malse kippenboutjes
in de vlammen gesmeten. Natuur
lijk komen ze er geblakerd uit,
doch dit is juist het bewijs voor de
nakomelingen van een voormalige
booswicht, dat_.de geest zijn portie
De geesten der afgestorvenen staan
bij de Chinezen in groot aanzien.
Dit blijkt behalve uit „het feest der
verdoemden" ook uit de bloemen-
verering. De sterfdag van een over-
leden Chinees wordt door zijn
familie gevierd als een dag van
grote devotie.
heeft gehad. De restanten van de
kippenboutjes, voorzover ze nog
eetbaar zijn, worden binnenshuis
gebracht en daar door de familie
leden opgepeuzeld. De vijftiende
September bereikte het feest in
Singapore zijn hoogtepunt. Om in
de geest van de geesten te spreken:
dan komt er een extra-trein in het
ondermaanse aan. De winkels van
wild en gevogelte worden bestormd
en de handige handelaars laten al
lang van te voren de prijzen stijgen,
zodat er dikke winsten gemaakt
worden.
In Singapore speelt de activiteit rond
de ontvangst der geesten, zich voorna
melijk af in Amoystraet, de „Kalver-
strnat" van de Chinczenwijk. Deze
maand waren er daar tientallen grote
vuren, waar omheen gehele families
gezeten waren. Steeds opnieuw werden
er schotels met het kostelijkste voed
sel aangedragen en in de vlammen ge
worpen.
De rijkere zonen van het Hemelse
Rijk lieten pakjes papiergeld in het
vuur vaülen. Ook dit was bestemd voor
de zielen der afgestorvenen. Misschien,
zo redeneert men, lusten onze voor
vaderen onze maaltijden niet. In dat
geval kunnen ze het geld nemen en
ergens anders gaan eten
DE mogelijkheid bestaat natuurlijk,
dat bepaalde families niet in staat
zijn om de geesten van de voor
ouders tevreden te stellen. Daarom
worden er massa-bijeenkomsten en
openbare feestelijkheden gehouden, om
er van verzekerd te zijn, dat niet één
geest wordt overgeslagen bij deze mas
sale bedeling ten behoeve van nevel
achtige bezoekers.
's Avonds en 's nachts branden er
in alle straten van de Chinezenwijk
duizenden kaarsjes. Ook de wierook
stokjes ziet men overal. De kooplui
maken uiteraard goede zaken. Hun echt
Oosterse manier van reclame-maken
geeft Singapore gedurende deze Sep
tembermaand ook aen apart cachet.
Voor de politie zijn het zware we
ken. Overal heeft men het druk met
het verbieden van de te grote vuren.
De eenparige zorgvuldigheid die be
tracht wordt bij het verzorgen van de
merkwaardige logé's, leidt een enkele
maal Weieens tot vechtpartijen, waarbij
de politie mag uitzoeken welke geest
van welke Chinees nu de geheime aan
stichter is van de herrie. Een moeilijke
kwestie^, want de bewoners van de
hel zijn in een ontstellende mate
kwaardaardig en.... eensgezind!
In Princess-street, waar honderden Chinezen wonen, stonden gehele families
voor de huizen, met brandende wierookstokjes in de hand. De wierookgeur
bedoelt de hellebewoners te behagen.
(Van onze correspondent te Londen)
QOK de Engelse pers houdt zich thans bezig met de vraag, die sinds het over»
lijden van de koning de gemoederen van het Engelse volk in beweging ge
bracht heeft: zullen de Hertog en de Hertogin van Windsor bU de aanstaande
kroningsfeesten aan het hof uitgenodigd worden? En als de thans nog bestaande
hindernissen wegvallen, zal het echtpaar zich dan definitief in Engeland ves
tigen? Het is beslist geen overdrijving, als men beweert, dat dit probleem mis
schien een van de voornaamste zorgen van de jonge koningin is. Het gaat hier
immers niet om een kwestie van de etiquette, van het hof-protocol, maar om
het bepalen van een standpunt ten opzichte van de fundamentele morele prin
cipes van het Engelse volk.
MOG slechts kort geleden heeft het
onvriendelijke commentaar van het
officiële orgaan van de staatskerk, de
GE behoeft er geen
„ach" voor te slaken,
maar feit is dat ik één
van de weinige arme jour
nalisten ben, die in ons lie
ve landje de blaren op de
vingers schrijven. Dit impli
ceert voor mij echter dat,
wanneer er over vacantie
wordt gesproken, ik daaraan
onverbrekelijk de vraag ver
bind of 't wel kan lijen. En
zij die in ons leven onze
vreugde verdubbelt en onze
smart halveert, geeft op die
vraag dan dit verlossende
antwoord: Lijen of niet, we
gaan! Daarmee is dan de
proloog van onze jaarlijkse
vacantie ten einde.
De eerste aicte, het opma
ken van een afgebakend
plan. geschiedde vlot.
„We moesten het toch
maar voordelig aan doen"
zei ik, hetgeen zij beaamde.
En actueel afgestemd als we
zijn, viel voor het vervoers
middel de keus op de brom
fiets. Met een liter benzine,
zo was ons verteld, konden
we Aafjes op zijn voetreis
naar Rome met gemak in
halen. Wij wilden echter
niet naar Rome, maar naar
Zeeland, een reden te meer
dus om de bromfiets te ne
men. En toen de grote dag
dat ajles in orde was en dat
met alles rekening was ge
houden Behalve dan met
het weer, dat miserabel
slecht was, maar wie op zo'n
kleinigheid let, is een knies
oor. Even vóór Alkmaar
weigerde mijn motor. De
dealer daar bracht er weer
leven in. Waarvoor wij hem
dankbaar waren en hij drie
gulden vroeg, ,,'t Gaat nog"
troostten we elkaar. Ten-
maair dorsen, maar wij ne
men een warm maal. Moet
het maar een riks meer kos
ten!"
Het heeft in dat Haarlem
nog veel meer gekost. Een
bioscoopbezoek om de vol
gende bui af te drukken,
daarna thee met gebak
(moeten we ons schaarse
geld in armoede verteren')
en toen nog een stukje eten.
Dat alles tezamen voor een
slotte hadden we voor die
prijs per trein Alkmaar niet
kunnen bereiken. Tegen hef
middaguur bereikten we
Haarlem. We waren drijfnat,
maar nog altijd vol goede
moed en ik zelfs een tikje
overmoedig, want ik sprak
een woord, waarmee ik Roc-
kefeller (maar dan levend)
voelde: „Vrouw", zei ik,
„wat zijn we nu feitelijk:
vacantie- of mekkaganger?"
„Vacanti/eganger" ver
zuchtte zij, terwijl ze een
vergeefse poging deed om
het water uit een verse bul
van haar gelaat te wissen.
Hierop liet ik heldhaftig
volgen: „Laat de boeren
bedrag, waarmee we de
treinreis naar Zeeland had
den kunnen betalen. Om zes
uur was 't droog. En om half
acht arriveerden we in Den
Haag in een stromende re
gen. Verkild tot op ons ge
beente. „Zat ik maar thuis
bij m'n bloedjes van kinde
ren" zuchtte de vrouw.
„Hadden we maar een warm
bed in het deftige Den
Haag" sprak ik met beven
de stem.
Wij waren kinderlijk blij
tien minuten later een hotel
gewonden te hebben dat npg
plaats beschikbaar had voor
twee verregende mensjes. Ik
had nog de tegenwoordigheid
van geest om te vragen wait
het tarief was. De prijs die
de man ons noemde viel als
een nieuwe regenbui oo ons
neer. „Vijftien gulden, inclu
sief!" Ik stamelde iets van
„Wel wat prijzig" maar de
man had daarop een ant
woord wait ons totaal ont
wapende. „Maar daarvoor
heeft u dan ook telefoon op
de kamer". We hebben van
dat apparaat geen gebruik
gemaakt, maar het kan soms
toch wel gemakkelijk zijn
zo'n ding bij de nand te
hebben.
We besloten even te rus.
ten om daarna de Residen
tiestad te bezichtigen. Het is
er r.iet van gekomen, want
de volgende morgen kwa
men we eerst bij kennis,
's Avonds daarop zijn we in
Zeeland gearriveerd. Daar
genoten we ieders bewonde
ring. „Helemaal uit Noord-
Holland en dat op de brom
fiets. En zeker goedkoop?"
„Nou en of" zeiden wij,
eikaars blik vermijdend.
„Drie liter benzine en dan
nog wdt onkosten' onder
weg".
Ja, we hebben een onver
getelijke vacantie gehad. Nu.
weken later, brommen we
nog. „Hoe?" zult u vragen.
Kijk, dat is een nieuw stuk.
REEDS jaren ben ik lid van twee voetbal
verenigingen, een eerste klasser en een
derde klasser. Het lidmaatschap van die
derde klasser is weinig meer dan een
ondersteuning van de mij sympathieke vereniging.
Met het lidmaatschap van de eerste klasse-ver
eniging beoog ik in wezen niets anders, dan mij
bij de thuiswedstrijden verzekerd te weten vap
een plaatsje op de overdekte tribune.
Een mens komt nu eenmaal niet gemakkelijk
volkomen los van zijn dagelijkse beslommeringen.
Zo heb ik mij, als ik daar 's Zondags vóór de
wedstrijd op de tribune zat, meermalen de vraag
gesteld of over de door mij betaalde contributie
omzetbelasting verschuldigd was. Niet omdat ik
het belasten zo ideaal vond, maar enkel uit het
oogpunt van de wetgeving op dit terrein, was ik
telkens weer geneigd deze vraag bevestigend te
beantwoordden. Totdat nu juist een uitspraak
van ons hoogste rechtscollege op dit gebied is
gepubliceerd, blijkens welke uitspraak geen om-
ZCHetafs'interessant^de standpunten van de In
specteur en van de vereniging eens met elkander
te vergelijken.
VANWEGE de vereniging is in beroep aange-
V voerd dat de leden worden onderscheiden in:
ere-leden, leden van verdienste, werkende leden,
ondersteunende leden en junior- en adsplrantleden.
Weliswaar is er verschil tussen werkende- en
ondersteunende leden, maar beide-categoneen zijn
nochtans leden. Behalve het met name genoemde
stemrecht en het recht om een bestuursfunctie te
bekleden, beschikken de ondersteunende leden
over alle genoemde en niet genoemde rechten,
welke aan leden van de vereniging toekomen,
npzc rechten worden ontleend aan het lidmaat
schap dat alleen onder bepaalde voorwaarden kan
worden verkregen, te weten schriftelijke aanmel
ding bij 't bestuur en onderwerpen aan ballotage.
I)e ondersteunende leden hebben slechte recht
op een plaats bij wedstrijden, indien er plaatsen
vrij zijn. De vereniging meent daarom dat ten
onrechte omzetbelasting wordt gevorderd.
Daartegenover vestigt de Inspecteur er de aan
dacht op, dat de bijdrage van de z.g.n. onder
steunende leden als volgt op de contributiekaart
is omschreven: Ontvangen van de Heer
te de somma van in
clusief 20 pet. plaatselijke belasting, abonnement
,,X" en zegel. Naar het oordeel van de Inspecteur
nu is belast hetgeen er overblijft na aftrek van
de 20 pet. plaatselijke belasting, abonnement „X"
en zegel, het bedrag namelijk van de minimum
dotatie.
yOLGENS de Inspecteur en ik dacht daar
eigenlijk precies zo over moet dit minimum
bedrag aan contributie van de ondersteunende
leden gezien worden als een vergoeding voor het
recht van toegang tot de overdekte tribune og
alle te spelen wedstrijden van de vereniging.
Immers blijkens de statuten maakt de vereniging
onderscheid tussen werkende leden en ondersteu
nende leden. Ondersteunende leden hebben geen
recht van stemming, zij hebben slechts een advi
serende stom, z(j kunnen geen bestuurslid zijn.
Zelfs valt uit het huishoudelijk reglement af te
leiden, dat de ondersteunende leden geen recht
hebben om aan oefeningen en wedstrijden deel
te nemen.
De Inspecteur meent te mogen concluderen,
dat de ondersteunende leden de voornaamste
rechten missen welke inhaerent zijn aan het lid'
maatschap der vereniging. Zij betalen alleen ter
ondersteuning van de vereniging, maar met deze
tegenprestatie, dat zij recht op toegang hebben
tot de overdekte tribune bij alle te spelen wed
strijden. In dit recht vinden zij hun „hoofdrecht",
hetgeen ook blijkt uit het feit, dat de prijs van
een seizoenkaart, welke eveneens recht geeft op
een overdekte tribuneplaats, slechts een weinig
lager is dan het totale bedrag dat een ondersteu
nend lid betaalt. De minimumcontributie dient dus
eigenlijk ter vergoeding van een door de vereni
ging bewezen dienst, namelijk het verlenen van
toegangsrecht tot de overdekte tribune. Over dit
gedeelte van de contributie is omzetbelasting
verschuldigd, daar een rechtstreeks verband tus-
,sen prestatie en vergoeding aanwezig is
r\E Tariefcommissie in casu het hoogste
LJ rechtscollege blêek van oordeel, dat de
ondersteunende leden van de vereniging, welke
leden in vele opzichten aan het verenigingsleven
deelnemen, niet geacht kunnen worden hun
contributie in het bijzonder te betalen ter zake
van de hun door de vereniging verschafte toe
gang tot de tribune ter gelegenheid van de wed
strijden, Deze contributie draagt niet het karakter
van een vergoeding voor diensten en is derhalve
niet aan omzetbelasting onderworpen.
Stellig een uitspraak waarover de betrokken
vereniging verheugd zal zijn geweest. Maar die
ook van belang is voor de overige voetbalvereni
gingen, om maar te zwijgen van de vele en
velerlei andere organisaties waar zich soortgelijke
omstandigheden voordoen.
Penningmeesters en overige bestuursleden,
weest attentl J. G. FLINK.
i „Church Times", naar aanleiding van
het huwelijk van. minister Eden, weer
eens aangetoond, dat een belangrijk
gedeelte van het Engelse publiek grote
betekenis hecht aan het probleem van
de echtscheiding. Al is het ook bekend,
dat de Hertog van Windsor de lieve
lingsoom was van de troonopvolgster
Elizabeth en dat de jonge koningin ook
de grootste sympathie voor hem heeft,
zij heeft nog geen enkele aanduiding
gegeven, waaruit men een conclusie
zou kunnen trekken omtrent haar be
slissing. „Oom David" is voor de jonge
vrouw weliswaar de man, die uit lief
de gehandeld heeft en daarom begrip
verdient - maar aan Wallis Simpson
heeft ze als kind reeds een hekel ge
had. Als de latere Hertogin het meisje
soms een beetje wilde plagen, kon de
Prinses heel gedecideerd zeggen: „Par
don Mevrouw, voor u ben ik nog
steeds: Koninklijke Hoogheid!"
De jonge generatie in Engeland denkt
ongetwijfeld minder streng over Edu-
ard's handelswijze. De koningin zal in
deze opvatting haar persoonlijke, toe
geeflijke instelling ten opzichte van
haar geliefde oom slechts beves
tigd zien. Toch moet ze rekening
houden met het feit, dat de echtschei
ding in de Britse society nog steeds als
een maatschappelijke misstap be
schouwd wordt en dat het huwelijk
van de Hertog met een reeds twee keer
gescheiden vrouw in vele kringen
streng veroordeeld wordt.
Voor het volk is de Hertogin boven
dien nog een „buitenlandse", een avon
turierster, die zich tussen het volk en
zijn koning gedrongen heeft en ook
verder in geen enkel opzicht overeen
komt met het ideale beeld, dat de ge
middelde Engelsman zich van een ge
trouwde vrouw maakt. Het rusteloze
leven, dat de Hertogin leidt aan de
zijde van haar echtgenoot, vooral haar
voorliefde voor nachtclubs, is niet ge
schikt om een gunstigere stemming te
kweken.
HE HERTOGIN maakt het haar vijan
den overigens niet al te moeilijk.
Men verwijt haar, dat ze de rouw voor
de overleden koning niet voldoende ge
respecteerd heeft, dat ze liever zonder
haar man uitgaat en haar eigen amu
sement zoekt, kortom dat ze hem niet
gelukkig maakt. Maar ook de Hertog
zelf .blijft niet van critiek verschoond,
ook al heeft men in vele kringen de
oude sympathie voor hem bewaard.
Nog niet vergeten is echter de zin in
zijn afscheidsrede: „Nu verlaat ik de
publieke tribune en leg mijn last neer".
Deze wending heeft men hem O:*
heden niet vergeven, zoals onlangs een
arbeider tegenover een journalist tref
fend opmerkte: „Wij anderen doen ons
werk en God weet, dat het niet altijd
gemakkelijk is. Waarom heeft hij zijn
werk niet gedaan?" Als men inmiddels
tot een ruimere opvatting bekeerd
mocht zijn, heeft de publicatie van de
„Memoires" van Windsor als sensatione
le onthulling van 't privéleven van de
koninklijke familie in het algemeen
een sterke ontstemming veroorzaakt.
Met dit alles zal de Koningin, d'e niet
alleen nicht, maar bovenal vorstin is,
rekening moeten houden. Het is nau
welijks teveel gezegd, als men in haar
een bittere strijd tussen gevoel en
staatsbeleid veronderstelt. Ze zal ook
de plicht van de piëteit tegenover haar
vader niet over het hoofd mogen zien
en George VI niet door een duidelijke
beslissing ten gunste van het hertogelij
ke paar willen desavoueren. En dan
zijn er nog de twee koningin-moeders:
Mary, die onbuigzaam aan haar veto
tegenover de vrouw van haar zoon vast
houdt en Elisabeth. die altijd tegen
Wallis Simnson geweekt is en misschien
de voornaamste hinderpaal is voor de
toelating van de Hertogin aan het hof.
van neus, keel of borst
snuift en wrijft U weg met
m W m
(Advertentie, Ing. Med.)