In_het laatste ghetto van Duitsland
leven ruim 1900 Joden
zonder hoop en uitzicht
New York en Jan van Gent hebben
elkaar gevonden
j Zwitserland
van het Nabije Oosten
Idealen zijn als
sterren
De proeftijd zit er op
Boven „Föhrenwald'' brandt
de zon, maar in de harten van
de bewoners is het nacht!
zit
Complete verkeerschaos in Beiroet
Overvloed van
iaxi-chauffeurs
Coca Cola contra
Fransewijn
Met angst en vreze
leiding de
ziet de kamp
winter tegemoet
op Piet
Qu tie p.uüi (6)
HET LEVEN IS DOOD
DE EERSTE
INDRUKKEN
Bloeiende stad
Verkeerspuzzle
Vuilnisvaten beheersen
het beeld in het kamp
„Föhrenwald"
(Van een bijzondere medewerker).
EKELE kilometers ten zuiden van het Beierse dorpje Woliratshausen,
aan de voet van de Alpen, ligt het laatste der 63 Joodse vluchtelingen-
ampen, die sedert hun oprichting in 1945 successievelijk ook weer
werden opgeheven. Want in het land, waar zes millioen van hun ras-
j>enoten vernietigd waren, wilden de Joden niet meer leven. Bij duizenden,
met tienduizenden tegelijk emigreerden zij. De kampen raakten leeg en wer-
ei] VCn' n "tamP echter raakte niet leeg. Dit kamp was „Föhren
wald Föhrenwald, eens een modeldorp voor arbeiders die in een naburige
wapenfabriek Hitiers waanzinnige oorlog voorbereidden, werd het opvang
centrum voor al die Joden, die niet meer uit de weg konden, die men geen
kans meer kon of wilde geven: invaliden, t.b.c.-reconvalescenten, politiek on-
gewensten en a-socialen, die geen enkel land meer wilde opnemen.
QVZR een uitgedroogd hobbelig wei-
v tje loop ik het kamp binnen. De
roestige prikkeldraadomheining is af
gebroken en ligt in een springerige
chaos her en der verspreid. De meters
hoge betonpalen, alle geknakt, staan
er als een oneindig triest gedenkteken
van machteloze haat tegen een voorbij
regime. Een onbarmhartige zon brandt
genadeloos op de daken van „Föhren
wald". De warme Föhnwind veegt door
de ongeplaveide kampstraten en wer
velt het dunne leemstof voor zich uit.
Het kamp maakt een onbeschrijflijk
apathische indruk. De grasveldjes tus
sen de huizen, sprietig en dun, liggen
vol met papier en afval. Overal staart
open vuilnisvaten waar dikke groene
vliegen omheen zoemen. „Vuilnisvaten
trieste symbolen voor Föhrenwald"
denk ik. Voor zover er mensen buiten
zijn, liggen ze in de schaarse scha
duwplekjes of kaarten. Een jong, bleek
moedertje wiegt een naakt babytje op
haar schoot. Ze kijkt me met grote ogen
aan. Ja, ze is tevreden, zegt ze. Ze
heeft immers haar kijid. Ze ziet me
nauwelijks en neuriet een vreemd lied,
met een ongewone, weemoedige me
lodie.
Een Jongeman, ongeschoren en met
Ingevallen borst, lummelt door een van
de kampstraten en wijst me de weg
naar de kampadministratie.
In een vrijwel onverstaanbaar Duits
klaagt hij z'n nood. Hij krijgt maar 37
gulden in de maand om van te leven.
„Het is niks, verdammt het is niks"
moppert hij. „Sigaretten kosten twee
gulden per pakje.... Kun je wel na
gaan hoe ik rond moet komen".
IK loop door de „Fifth Avenue"
en moet bij de fotohandel „Hol
lywood" links af de „California-
strasze" in. Het administratiegebouw
staat op de hoek van de „Rocke-
fellerstrasze" en de „Jerusalem-
platz".
Het Geluk en de Rijkdom zijn
deze mensen voorbijgegaan. Zij zijn
de onterfden en de afgedankten, en
zij weten het. In de „Fifth Avenue"
zullen zij nimmer wonen, de wijde
Californische stranden zullen zij
nimmer zien en Jeruzalem is voor
hen een symbool gebleven.
In de koele gang van het administra
tiegebouw hangt een sobere spreuk:
Ideale sind wie Sterne.
Wir erreichen Sie nie 1
Aber wie die Seeleute richten
wir nach ihnen unscren Kurs.
Wie ereichen Sie niet!
UERR DOCKAL, de Lagerführer, is
toevallig aanwezig. Hij krijgt veel
buitenlandse journalisten op bezoek,
vertelt hij. Vandaag heeft hij de nele
ochtend een Noorse krantenman rond-
gesleept.
Herr Dockal is grijs, maar heeft een
Jongensachtig gezicht. Ook z'n optre
den is voor iemand van 45 jaar ver
rassend jeugdig Toch neeft hij de hel'
oorlog in een Duits concentratiekamp
gezeten, hoewel hij geen Jood is.
HT.Ï vertelt me dat er in dit kamp
1900 joden ondergebracht zijn
Zij hebben allen hun eigen
huishouden. Twee-derde van hen 'c
ziek of invalide, honderd werken ir
de kampstaf, en nog eens lioncler'
hebben werk buiten het „dorp
ftvonden. De rest is „politiek on
gewenst".
Velen, die naar Palestina emi
greerden kwamen weer terug. Hun
gezondheid was dermate aangetast,
dat zij het oriëntale klimaat niet
meer verdragen konden. Nu wonen
ze weer in het kamp en hebben alle
hoop op een nieuw vaderland laten
varen.
De meeste Joden die hier onderge
bracht zijn komen uit Polen. Sommigen
uit Rusland en Midden Azië. Er zijn
hier zelfs enkele Chinese Joden,1 die
door het oorlogsgeweld hier terecht ge
komen zijn.
„Wii hebben hier de 13-jarige Kaski
uit Mantsjoerije en de 15-jarige Esther
die vorig jaar voor het eerst naar
school ging".
Sommige kinderen spreken vloeiend
drie, vier talen. Een tehuis hebben zij
echter nooit gehad.
„De mensen hebben het hier ntet
breed. Kom als gezin met vijf personen
maar eens rond met 125 gulden in de
maand, en dat in Duitsland
Wel hoeft men hier geen huur voor
z'n woninkje te betalen, ook is er een
nieuwe school die ons 350.000 Mark ge
kost heeft en hebben wij een medische
staf van 5 artsen en 13 verpleegsters tot
onze beschikking. Maar wat de mensen
werkelijk nodig hebben, kunnen wij
hun niet geven, omdat er geen geld is.
Het hele dorp is bouwvallig, maar we
kunnen niet repareren, omdat er geen
geld is
Met angst en beven zie ik de winter
tegemoet".
CRNSTIGE moeilijkheden met de
kampbewoners heb ik niet Hun
kleine ruzies en veeten vechten ze zelf
wel uit. Vroeger, in het begin, was het
anders.
Toen werd alle steun alleen in natu-
ra gegeven. Vooral de IRO heeft zich
hieraan veel gelegen laten liggen. Om
aan geld te komen waren de mensen
echter gedwongen een deel van hun
voedsel- en kledingpaketten te verko
pen. zodat er, waar wij hier dicht aan
de Oostenrijkse grens liggen, een leven
dige smokkelhandel ontstond. Heel wat
opstootjes, relletjes en douaneoverval
len hebben we toen meegemaakt. Maar
het gaf tenminste nog een beetje kleur
aan het leven.
Nu is dat alles voorblij.
Het leven hier is dood.
ALS ik langs de glasloze huizen
van de „Bostonstreet" het
kamp uitloop hangt de gloei
ende onbarmhartige zon nog steeds
boven „Föhrenwald". De lucht
trilt boven de velden. Boven het
gebergte pakken zich dikke wolken
samen.
Ik laat de prikkeldraadchaos met
de geknakte betonpalen weer ach
ter me.
„Weg hier vandaan"» Dat is het
onbestemde gevoel dat me het
kamp uitdrijft.
„Weg hier vandaan". Dat is de
gesmoorde wens van 1900 mensen
voor wie in dit leven geen plaats
meer was.
Er zijn nog ghetto's
Kaartenkaarten, kaarten. De
gehele lieve dag kan men in het
kamp Föhrenwaldgroepjes
tegen komen die de tijd doden
met het kaartspel. Het is één van
de weinige vormen van vertier,
welke de bewoners van het „laat
ste ghetto" kennen.
althans naar Nederlandse
maatstaven beoordeeld. Si
garetten zelfs heel veel'goed
koper dan bij ons. Daarente
gen zijn de huren hier bar
r i hoog".
J verschillende van mijn Ame
rikaanse collega's sommige
dagen eenvoudig niet komen
werken. Meestal is het enige
argument, dat zij wat moe
zijn, en meestal hebben zij
de dagen tevoren veel over
werk gemaakt, zodat zij zich
de luxe van wegblijven kun
nen veroorloven. Maar voor
de bedrijfsleiding is het erg
moeilijk om met al die indi
viduele grillen rekening te
houden. De chauffeurs, die
INMIDDELS is Jan langza- hotel, op Times square, bood regelmatig opkomen, zijn
1 «>p„ geheide" een Nederlands meisje Jan natuurlijk meer in aanzien"
van Gent een paar geluks-
klompjes aan.
(Van onze New Yorkse correspondent)
tiET is misschien ten overvloede gezegd, maar Amers-
foort had nauwelijks een betere ambassadeur naar
New York kunnen zenden dan Jan van Gent. Waar hij
komt, maakt hij vrienden èn een allerplezierigste indruk.
De Nederlandse ambassade in Washington heeft reeds van
het goede werk voor Nederland, dat Jan verricht, ge
hoord, en men hoopt, dat er een gelegenheid zal zijn om
fan naar de regeringsstad te doen overkomen.
York te zien. Wij brachten
hem naar West Point, het
Breda van Amerika, dat in
tegenstelling tot Breda bijna
uitsluitend aan de militaire
academie is gewijd. De rit
erheen ging over de nieuw
ste van Amerika's snelver-
keerswegen en die rit - van
de uittocht uit New York,
waar de auto's bumper-aan-
merhand een „geheide"
New Yorker geworden. Hij
heeft er nu bijna 28 uur als
buschauffeur opzitten - zon
der passagiers nog. De New
Yorkse autoriteiten, die met
de veiligheid van hèt pu
bliek belast zijn, hebben
noch het internationaal rij
bewijs. dat hij Kon tonen,
noch de uitmuntende rap
porten, die de Third Avenue
Transit heeft overgelegd,
zonder meer willen aanvaar
den. Jan moest - evenals elk
gegadigde voor een baan als
buschauffeur - zijn ->Proe,f'
tijd" uitzitten en voldoende
veilige uren" in de stad
maken vóór hij zijn normale
diensten kon beginnen. H J
heeft zijn rijbewijs met vlag
en wimpel gehaald. „Als J
allemaal zulke chauffeurs
hadden als „de Hollander
zei Joe Petrillo, Jan s in-
ctructeu., „dan was het met
de veiligheid heclwatbeter
"esteld". Een goed compli
ment van een deskundige.
Voor de eerste rit, welke
Donderdag plaats vond, was
de pers opnieuw gealar
meerd. Vlak voor het Astor
TAN VAN GENT begint dan
J ook zijn indrukken over
Amerika te formuleren.
„Eten is hier vrij goedkoop,
JAN's opmerkingen beper
ken zich niet tot de werk
kring. Hij heeft het afgelo
pen weekend de gelegenheid
gehad, wat van het Ameri
kaanse platteland om New
Terwijl Jan van Gent New York bekijkt, bezocht zijn
Amerikaanse collega George Brennan de „Suidersea". Met
de zuidwester op en zittend in het want van de B.U. 101,
voelt Brennan zich meer zeeman dan „bus-driver".
bumper met slakkengang
rijden tot zij het nauwe
eiland Manhattan hebben
verlaten - was een heel eve
nement. De route leidde over
een bergachtig deel van de
staat New York, vanwaar
men telkens een verrassend
nieuw vergezicht op de Huct-
son heeft. „Bij Zwitserland
af", vond Jan, „alleen zijn
deze vierbaanse bergwegen
heel wat makkelijker te be
rijden".
VjjVAT Jan in het bijzonder
trof, waren de vele Ne
derlandse namen, die men
langs de weg aantreft, de
drukke zaken, die er langs
de weg woiden gedaan door
antiquairs, bloemenhandela*
ren en het schier eindeloze
aantal tankstations en res
taurants.
Woensdagavonc - dc avond
vóór hij dus zijn werk for
meel kon gaan beginnen -
is hij ere-gast van de Alge
mene Nederlandse Vereni
ging in New York geweest;
volgende week is hij uitge
nodigd het maandelijks di
ner van de Nederlandse club
bij te wonen.
„Eén ding spijt, me", zei
Jan. „Het gaat me veel te
vlug, die ene maand!"
Het fraaie plein „Place des Canons" geheten, dat het stadsbeeld van
Beiroet beheerst.
JJE LIBANON, het land, dat in het westen grenst aan de Middellandse Zee,
ten noorden en ten oosten aan Syrië en in het zuiden aan Israël, mag zich
de laatste tijd in een verhoogde politieke belangstelling verheugen. Libanon is
klein. Het meet slechts 9000 k.m.2 en teltbijna l'/z millioen inwoners. Zijn
magnifiek klimaat is oorzaak, dat het terecht het Zwitserland van het Nabije
Oosten wordt genoemd. Naar mijn mening is het zelfs nog te prefereren boven
Zwitserland. In het land van Wilhelm Teil kan men des winters skiën, in de
Libanon ook, maar enige uren later kan men zich heerlijk afpoedelen in de
Middellandse Zee. En waar vindt men dat in Ilelvetia?
Toevallig maakte ik het mee, dat een
mij bekende chauffeur, die een inkomen
heeft van 200 ponden (Libanese wel te
verstaan), getrouwd is en een gezin met
vier kinderen neeft, een nieuwe Ford
van een 8000 Lib. ponden heeft ge
kocht. Waar komt dat geld vandaan?
Wel, hij heeft eerst gespaard voor een
voorschot, dat contant betaald moet
worden, hetgeen in dit geval een 3000
pond was. Met de wagen begint hij een
eenmans taxi-bedrijf en met hetgeen
verdiend wordt, moet de taxi maande
lijks worden afbetaald. Zou hij in ge
breke blijven en herhaalt zich dit tot
drie keer toe, dan wordt de wagen af
genomen en krijgt hij zijn geld niet
terug. Maar dit heeft de Libanees er
gaarne voor over.
In Beiroet onderscheidt men de z.g.
„service" taxi en de anclere, kortweg
„taxi" genoemd. De service rijdt op be
paalde trajecten, waar op straffe van
niet meer als taxi-chauffeur te mogen
optreden, niet vanaf geweken mag wor
den. Meestal vertrekken, deze taxi's van
een centraal punt in de stad, b.v. de
Place des Canons, in het hartje van de
stad en gaan dan alle richtingen uit
naar de buitenwijken; zo'n rit kost 25
piaster. Neem echter nooit een taxi, als
er niet al minstens 3 tot 4 personen in
zitten, want dan moet men net zolang
wachten, tot alle plaatsen bezet zijn,
hetgeen soms lang kan duren. Komt
daar nog bij, dat men haast heeft, wel,
neem dan liever een gewone taxi, die
de passagier van het hartje van de stad
naar de buitenwijken rijdt voor lVz
pond en van buitenwijk tot buitenwijk
voor 2 of 2% pond.
DEKIJKEN we het land, komende van-
D uit de Middellandse Zee, dan ont
moeten we eerst een smalle kuststrook
over de gehele lengte van het land, die
al betrekkelijk gauw overgaat in uit
lopers van bergen. Twintig a dertig ki
lometers landinwaarts zijn wij al op een
hoogte, variërend tussen de 800 tot 1200
meter, nog verder gaand, stijgen we tot
omstreeks 1800 meter, op sommige plek
ken, zoals de Cederbossen in het Noor
den van het land, gaan we tot zeker
2500 nieter. Hierna dalen wij vrij sterk
en komen in de vruchtbare vlakte van
BEKAA. Als Hollander doet je dit sterk
aan je eigen land denken; vanaf de
bergen een prachtig uitzicht op dit
vruchtbare oord, waar de bomen zwaar
beladen gaan onder de overvloedige
hoeveelheid vruchten. De gewassen
groeien er snel en geven goede oogsten
Gaan we nog verder naar het Oosten,
da* komen we weer bij een reusachtig
bergmassief. We stoppen hier, want we
weten, dat hierachter het nabuurland
Syrië ligt. en keren terug naar de Mid
dellandse Zee. Als uitgangspunt van
onze tochten zullen we Beiroet, de
hoofdstad van de Libanon, nemen.
DEIROET, waarvan men niet precies
durft te zeggen, wanneer het ge
sticht werd. Het is in elk geval een
feit, dat reeds in het Phoenicische tijd
perk Berytus een bloeiende stad was.
Door de eeuwen heen heeft het zich
uitstekend weten te handhaven en het
is heden ten dage een der belangrijkste,
zo niet de belangrijkste havenstad van
het Nabije Oosten. Er is een goede ha
ven, er is veel industrie, v.n.1. agrari
sche, daar het land arm is aan grond
stoffen, en er is een enorm druk ver
keer. Het verkeer brengt zowel de auto
mobilist als de gemeenteraad van Bei
roet tot wanhoop, daar de merendeels
smalle straten het verkeer niet kun
nen verwerken en verkeersopstoppin
gen er met de regelmaat van de klok
plaats hebben. Wel heeft men door een
uitgebreid, doch onoverzichtelijk een
richtingsverkeer een beetje orde in de
chaos proberen te scheppen, maar hc
laas is liet tegendeel bereikt.
Hoewel de Libanon een arm land is,
ziet men hier de nieuwste modellen
Amerikaanse en andere buiten'-idse
auto's. Het merendeel behoort de
klasse der grote wagens zoals de K i er.
Ford, Chevrolet, de Soto, Chrysler, Pac-
kard, etc., etc die gemiddeld een 10.000
Libanese ponden kosten (1 Lib. pond
is ongeveer 1.10).
U zult zich afvragen hoe de mensen
hier, die toch helemaal niet rijk zijn,
aan dergelijke „sleeën" komen. Wel,
dat is te verklaren uit het feit, dat
jaren geleden toen er hier geen rede
lijke bestaansmogelijkheden meer voor
de Libanezen waren, de dappersten weg
trokken, voornamelijk naar Zuid-Ameri-
ka, daar geluk hadden en, rijk gewor
den zijn en thans aan hun achtergeble
ven familie, een of andere arme neef.
een dergelijke wagen sturen. Deze
wordt: dan tot taxi gepromoveerd, die
hier gemakkelijk te herkennen zijn aan
een rood nummerbord met witte letters,
in tegenstelling tot de particuliere wa
gens, die een zwart bord met witte
letters hebben.
Neefje verdient op deze wijze de kost
als taxi-chauffeur. U moet niet denken,
dat dit een geweldige baan is, want er
rijden teveel van zulke „neefjes" rond,
om goed te verdienen. Netto ontvangt
zo'n man, d.w.z. voor z'n levensonder
houd, huishuur etc. zegge en schrijve
10 Lib. ponden. Maar zijn auto is alles
en of de familie, dan wel hijzelf half
verhongert, hindert niet. Gauw een
pastek (een groene meloen) van 30 pi
aster (1 piaster is 1/100 van 1 Lib. pond)
en we leven weer een dag.
Met dit voorbeeld is de mentaliteit
van de gemiddelde Linbanees volledig
getekend. Men leelt van dag tot dag
men denkt niet aan de toekomst; mer.
wil vele en mooie dingen hebben, ten
koste van de huiselijkheid en voedsel.
Als buurman een nieuwe wagen heeft,
dan zal de andere buur nog juist een
iets duurder exemplaar kopen. Deze
wagens komen, zoals gezegd, veelal van
riike families uit Amerika, maar wor
den ook op afbetaling gekocht. Niets
tiert hier zo welig als het afbetalings
systeem.
AM zelf in Beiroet met een auto te
rijden, moet men een behoorlijke er
varing hebben en een dosis moed be
zitten. Behoorlijke verkeersborden ko
men sporadisch voor, stoplichten zijn er
niet cn aan links of rechts houden
wordt niet gedaan. Verwondert U daar
om niet, als er voor U een auto, die
netjes aan de rechterkant rijdt, plotse
ling met een gezellige zwaai naar links
schiet en met gierende banden links
door een bocht schuift om plotseling
weer naar rechts te gaan en eveneens
met gillende handen en piepende rem
men stopt. U kunt dan gaan schelden,
maar IJ wordt uitgelachen en boven
dien zult U een fluitje horen snerpen
van de verkeersagent. Dit is het teken,
dat li door moet rijden, want U houdt
het verkeer op.
De agenten hier malen met hun ar
men als een Hollands poldermolentje,
maar duidelijk richting aangeven en het
verkeer regelen ontbreekt. Verder valt
het op, dat de linkerhand van de be
stuurders steeds uit het raampje bun
gelt en soms wel zwaait. Dit zal in
zeer weinig gevallen betekenen, dat hij
linksaf' zal slaan, maar wel, dat hij
gaat stoppen, dat hij langzamer gaat
rijden, dat hij een zwaai gaat maken,
omdat er een kuil in de weg zit, dat
er plotseling een kudde schapen over
de weg heen trekt (hetgeen ook in het
centrum van Beiroet kan gebeuren) en
soms zelfs dat hij rechts af zal slaan.
IN kringen van Franse wijnbouwers
en wijnkenners is opschudding ver
wekt door een uitspraak van de
Franse magistratuur over een aan
klacht, die tegen de Franse Coca Cola
maatschappij is ingebracht. In dit pro
ces, dat reeds enige jaren liep, werd
gesteld, dat deze limonade schadelijke
bestanddelen zou bevatten en dus op
grond van de Franse warenwet op
dranken en niet-erkende geneesmidde
len niet zou mogen worden verkocht.
Deze wet, van 1905, eist vermelding
van pharrnaceutische bestanddelen op
verpakkingen. Door de aanklagers
werd gesteld, dat zulks bij genoemde
limonadesoort werd nagelaten.
Op grond van deskundige rapporten
heeft de Franse Magistratuur de be
schuldigingen thans ongegrond ver
klaard. Of nu acties voor schadever
goedingen zullen worden Ingesteld, is
nog niet bekend.