De opstand van Guadalajara', boek van grootse allure een klein van Jacob Cais werd 375 jaar geleden in Brouwershaven geboren Pseudo Messias brengt Mexicanen tot een zinloze opstand Terugkeer naar Gorter: als wandeling in de lente een Een late nabloei van Tachtig In het raadhuis worden zijn werken zorgvuldig bewaard BOEKENNUMMER ZATERDAG 22 NOVEMBER II Weinig bekende roman van Slauerhoff herdrukt Fascinerend proza op internationaal peil Hoop op wonder De imposteur Zijn fenomenale verscheidenheid freedi verzamelde werken duidelijk naar voren Streven naar absolute waarheid en schoonhe'd in ROLIEN EN RALIEN Tragisch einde KLEIN AVONTUUR De Enge Poort Liefde en Goudvissen DE STILLE MAN H'T 15 NI^T ^EBRUIKELIJK- uitvoerige besprekingen te wijden r aan herdrukken van boeken. maar,van {ijd toi tjjd js da, ,Qc/l ze verantwoord zoals thans, nu een tweede druk verschenen is van Slauwerhotts roman De Opstand van Guadalajara' De eerste druk dateert uit 1937. één jaar na SlauerhoHs dood. Waarom dit kleme boek v*n grootse allure zó onbekend gebleven is dat men er slechts zelden een vermelding van aantreft, is onbegrijpelijk want deze roman vertoont al de prachtige kwaliteiten van Siauerhotts kunnen en hij lijdt stellig niet meer dan zijn ander proza onder de enkele gebreken, die men de schrijver aan kan rekenen LIET IS OVERIGENS met die gebre- ken (de beruchte „slordigheden") van Slauerhoff zo gesteld, dat zij zijn werk nauwelijks schaden. Hetgeen Slauerhoff ons te zeggen heeft is steeds zó belangrijk dat men zijn wel eens onverzorgde stijl en taal op de koop toe neemt. Wat een schrijver van ge ringer formaat zou kunnen breken, doet Slauerhoffs grootheid wonderlij kerwijs te sterker uitkomen. Men rea liseert zich: wat een slecht gebouwde zin, wat een lelijk anglicisme of ger manisme; en tegelijkertijd voelt men zich bijna beschaamd om die school meesterachtige gedachte, daar diezelf de gewraakte zin een mededelende kracht bezit zoals men die zelden in Nederlands proza aantreft. Want al Is Slauerhoff als dichter on getwijfeld nog groter dan als roman cier en novellist, toch staat ook al zijn prozawerk op internationaal peil (wat men van het oeuvre van maar heel weinig Nederlandse schrijvers bewe ren kan). Daarvan is het voor het eerst na 15 jaren nog eens afzonderlijk her drukte „De opstand van Guadalajara" een prachtig voorbeeld. Zoals bekend was Slauerhoff zelf een onbevredigd, rusteloos zwerver, die de wereld en de gebieden van de geest eenzaam doortrok. Hij plaatste zijn romanfiguren graag in troosteloze, le ge, onmetelijke en ruwe gebieden on der een wrede hemel en een vreemd volk. Zijn twee bekendste werken spe len in China en het heden besproken boek heeft zijn plaats van handeling in het hart van Mexico. nUADALAJARA is de hoofdstad van de staat Jalisco. Slauerhoff be schrijft deze stad als een dood, verge ten oord, waarvan de bestaansreden al lang is verdwenen. Maar de bevolking leeft er voort, een zwak en bleek ge degenereerd mengelmoes van India nen en blanken. Een triestig, uitge doofd geslacht dat nog slechts hoop op een wonder, om het levenloze even wicht van het bestaan te verbreken. Elke zwerver, elke vreemdeling die over de stenige, onvruchtbare hoog vlakten de stad nadert, zou dat wonder kunnen bewerkstelligen. Daardoor vormt de stad voor de zwerver een groot gevaar: als hij te zwak is voor zijn „beroep", als hij innerlijk ergens haakt naar rust en zekerheid in een sa menleving en dus verraad pleegt aan zijn zwerflust, dan gaat hij er verlo ren. Want de bewoners van dat dode oord wensen dat hij hun het leven brengt en als ze merken dat hij slechts rust verlangt, dan jagen ze hem weg of brengen ze hem om. Zo schetst Slauerhoff met enkele sterke lijnen de achtergrond en plaats van zijn tragische en tegelijk absurde handeling. Enkele geldmagnaten en in stellingen houden de massa van het meegaande, weerloze volk onderdrukt. Dat verbasterde volk heeft het geloof in de oude, Indiaanse goden verloren en het kan ook het voor hen te dee moedige Christendom moeilijk aan vaarden. De oude bisschop (een vol bloed blanke), die zich vergeten voelt, komt steeds meer onder de invloed van zijn idéé fixe, dat er een Verlos ser, een Profeet in Gua neer zal dalen, en hij maakt een eerzuchtige, schran dere, maar perfide Indiaanse priester, Tarabana, deelgenoot van zijn ver wachtingen. Tarabana gelooft in het geheim in de wederopstanding van zijn oude ras. QP EEN ZEKERE avond nadert een zwerver de stad. Het is een glazen- zetter en op zijn rug torst hij een groot kruisvormig houten stellage vol ruiten, die veelkleurige vonken schieten in de ondergaande zon. Van verre gezien lijkt hij een bovenaardse verschijning met het door een lichtaureool omeeven kruis en Tarabana neemt aan dat hij de profeet, de verlosser moet zijn, waarvan de bisschop hem zo vaak heeft gesproken. Hij trekt hem met een klein gezelschap tegemoet en de ver baasde ruitenzetter ziet zich opeens eeri Messias-rol opgedrongen, die hem be angstigt, maar toch ook wel vleit. De stad heeft de zwakke plek in zijn zwervershart getroffen en hij is verlo ren. De niets-ontziende Tarabana heeft weldra door, dat deze eenvoudige zwer- J. SLAUERHOFF ..het absurde leven.. HET VOOR HAAR omgeving vreem de en door niemand begrepen meisje Kolien, haar wilde fantasieën en dag dromen, haar dualisme cn gemis aan realiteitszin, worden door Josepha Mendels in deze roman (verschenen in de Salamanderreeks) op voortreffelijke wjjze behandeld. De lezer ondergaat de ontwikkeling van het meisje tot vrouw en beseft, dat haar Tweede Ik, de Ralien in haar, tenslotte zal moeten leiden tot een onvermijdelijke onder- Rang. Josepha Mendels heeft zich fas cinerend naar deze naderende cata- strophe gericht. Even is er in Parijs een onderbreking als Rolicn door de veelheid van de nieuwe indrukken de overhand krijgt, maar ook dan is het Ralien weer, die haar gehele wezen bezielt en haar einde decreteert. Een tistk SËSstucvcn verbaal. HERMAN GORTER ....naar de hoogste top.... TAMMER IS HET geweest, dat wij de J verzamelde werken van Herman Gorter te laat ontvingen om ze nog tij dig vóór de herdenking van zijn sterf dag te bespreken. Het is uiteraard van de uitgeverijen Van Dishoeck en Querido een daad van grote piëteit ge weest tegenover deze steunpilaar van de Tachtigers, om zijn werken compleet in acht delen te brengen. Op zichzelf hebben wij bezwaar tegen deze en andere verzamelde werken. Wij hebben namelijk de ervaring, dat een verzameld werk hoogstens als naslag bibliotheek wordt gebezigd en dat het nauwelijks voorkomt, dat de minnaar van het boek een deel van zulk een verzameling ter hand neemt om nog eens te genieten van wat jaren geleden werd geschreven. Liever doet hij dit aan de hand van een speciale uitgave, die reeds in zijn bezit was. Niettemin is het degene, die het voorrecht heeft kennis te nemen van het complete oeuvre van Herman Gor ter duidelijk geworden, dat dit alge meen geldende bezwaar tegen de com plete uitgave, in dit geval eigenlijk niet opgaat, omdat juist Herman Gorter in zijn werk van zo'n fenomenale ver scheidenheid heeft blijk gegeven, van zulk een wüdheid van belangstelling, dat de acht delen eigenlijk als aparte, op zichzelf staande boeken kunnen worden gezien. MEN NEME ONS niet kwalijk, dat wij in Herman Gorter altijd in de eer ste plaats de dichter zullen blijven eren en op een veel lager vlak met veel ster ker zin voor critiek zullen lezen wat hij cp het gebied van de socialistische s'rijdliederen en als essayist heeft ge schreven. Er loopt niettemin door dit gehc«i» werk een rode draad. Gorter heeft zijn leven lang naar de hoogste top van het menselijk bereikbare ge- s reefd: er was in hem altijd de drang naar de grootste schoonheid, de abso- lut.' waarheid en naar de genialiteit. Uit dit streven is het lever van Her man Gorter eigenlijk gebeeldhouwd. Het is de mens nu eenmaal niet gege ven het absolute te bereiken. Ook Gor ter niet. Maar in zijn beste momenten is hij erin geslaagd een poëzie te schrij ven die bijna etherisch aandoet, en was hij tegelijkertijd de man. die als geen ander altijd heftig voor ziin over tuiging durfde uit te komen. Wie al thans enigermate thuis is in dit door de beide uitgevers uiteeeeven indrukwek kende werk, zal er het leven van deze dichter als het ware in getekend vin don Gorter is misschien wel geweest het centrum van de vernieuwingsbewe ging die zich rond de Nieuwe Gids heeft afgespeeld. Zijn critiek op de literaire beweging van 1880 in Hol land getuigde van een zo enorm scherp ir zicht in de noden van die tiid, dat zi.i een monument is geworden in de lite- ire geschiedenis in Nederland. Voor vooral onvergankelijk bliift ziin „Mei". Hierbij valt ieder ander gedicht, met name ook Pan, in het niet. ^nat «nor iieia..dto kifhfW ymy» mate op de hoogte wil blijven van de literaire bewegingen in ons land en die daarnevens een inzicht wil houden in de opkomst van de socialistische ge dachte, een verheugenis zijn deze ver zamelde werken te bezitten. Niet om dat hij ze vaak ter hand zal nemen, maar omdat het hem zal vergaan als ons: de terugkeer naar Gorter is als de wandeling door een tuin in de lente. H. M. K. ver totaal geen Profeet, laat staan een Messias is, maar hij denkt de man te kunnen misbruiken, om zelf aan de macht te komen en hij weet allerlei belanghebbenden, o.a. een schatrijke grondbezitter, voor zijn plannen te winnen. Het volk komt op hun hand doordat men het gouden bergen be looft en hun rasbewustzijn weer wordt gewekt. Uiteindelijk weet Tarabana tot een volksopstand aan te zetten, die met een tijdelijke overwinning wordt bekroond. De opstandelingen hebben dus de macht in handen. Doch wat nu? Ze weten helemaal niet wat ze er mee beginnen moeten en weldra ontstaat dan ook onderling misnoegen. Van de pseudo-Messias is geen heil te ver wachten; de arme man een tragi sche, niet onsympathieke figuur, die dit alles helemaal niet heeft gewild heeft al verscheidene malen de vlucht willen nemen om zijn zwerversleven te hervatten. Hij is echter de muis in de klauwen van de kat Tarabana, die hem bewaakt. Hij ontkomt zijn lot niet meer. MATUURLIJK Is de machtspositie van de opstandelingen slechts tijdelijk. Op een zeer ongunstig moment, als de kansen gekeerd zijn, probeert de rui tenzetter toch nog te ontvluchten. HU wordt voor de verbitterde Tarabana en de zijnen als zondenbok gruwelijk terechtgesteld: in een vervallen, in on bruik geraakte kerk, waar de grond bedekt is met uiienmest en het Chris tusbeeld al lang van het crucifix is gehaald, wordt de man op dat lege kruis gespijkerd. Slechts met één hand en met één voet, omdat hij ook maar een halve verlosser geweest was, vol gens de satanische Tarabana. Medelijdende handen maken hem 's nachts los van het kruis en iemand geeft hem dan een baantje, dat hij met één hand kan doen, omdat de door boorde hand voorgoed verminkt blijft. De stad Guadalajara vegeteert voort als voorheen: een dode, troosteloze op eenhoping van hutten, huizen en men sen. Soms bezoeken vreemdelingen de „verlosser" om zijn zegen te ontvan gen en zich met hem te laten fotogra feren. Het tragische einde van deze roman (die overigens geen bepaalde moraal predikt) illustreert op treffende wijze de doelloosheid en het absurde van het leven, zoals Slauerhoff het zag en niet temin groots wist uit te beelden. HANS WARREN. Nimmer Dralend Reeks No. 35. het gastenboek der gemeen te, ook de prinses: Beatrix van Oranje, Baarn, 11-7-1952, IN EEN HUISJE achter de machtige Brouwerhavense kerk werd op 10 November 1577 Jacob Cats geboren, later vermaard dichter en staatsman, van wiens werken gezegd wordt, dat zij in menig gezin een vaste plaats innamen naast de Statenbijbel. Nu heeft de lijvige foliant, waarin zijn gedichten werden gebundeld, uiterlijk wel iets van een Statenbijbel weg: hij heeft dezelfde fraaie leren band en dezelfde kloeke sloten, althans het exemplaar, dat men te Brouwershaven in het stadhuis zorgvuldig bewaart. Men is daar zuinig op dit zware boek, vooral omdat zich hierin een speciale opdracht van de dichter aan het stadsbestuur bevindt: „Uw stad was doch mijn eerste gront Daer ick op swacke beenen stont, Daer ick mijn eersten adem blies, En tot mijn ellif jaren wies" r ons Door vele Oran/es gesigneerd DURGEMEESTER Gast van Brouwershaven heeft ons onlangs het boek getoond, waarin op 30 September 1655 Cats op zijn buiten Sorgh- vliet de opdracht tekende ,,'t Is maer een gifte van pa pier" zo schreef de toen 77- jarige dichter, maar - en het is alsof men een oude gerim pelde vinger omhoog ziet gaan - dit mag men niet vergeten: „Het sal noch le ven in de tijd, als ick en ghij begraven sijt Vader Cats heeft gelijk gehad: eeuwen zijn sinds dien voorbijgegaan, baljuw, schepenen en andere stads bestuurders van Brouwers haven zijn voor ons onbe kenden uit een reeds ver verleden, de dichter zelf is een begrip zonder veel in houd geworden, maar nog altijd ligt in de raadszaal van zijn geboortestad die „gifte van papier" en houdt nog enigszins de herinne ring aan hem levend. KAMPERENDE PRINSES LIET WAS in een stadhou derloos tijdperk, dat Cats dit geschenk aan Brouwers haven zond, een periode zon der Oranje - hetgeen de oude dienaar van dit vor stenhuis zonder twijfel ver droten zal hebben. Daarom is het merkwaardig, dat het zelfde boek, waarin de oude Cats op 30 September 1655 op Sorgh-vliet zijn handte kening zette, eeuwen later door Oranjes werd gesig neerd. Burgemeester Gast sloeg een bladzijde terug cn daar stond in forse letters, ver meld: op 30 Mei 1862 zette Willem III ter gelegenheid van zijn bezoek aan Brou wershaven zijn naam in dit Cats-geschenk. En weer ja ren later: 5 Augustus 1924 is het Koningin Wilhclmina, die met prins Hendrik en de toen 15-jarige prinses Julia- na de „gifte van papier" te kent. Prinses Juliana heeft met klejge {etters geschre ven („Ik herinner me nog, dat prins Hendrik tegen haar zei, dat ze grotere letters moest maken" zei burge meester Gast). En nog weer later buigt zich opnieuw een Oranjetelg over het oude boek: prinses Beatrix, die met haar vriendinnen in Haamstede kampeert. Als de meisjes het lijvige werk be keken hebben tekenen zij MORAAL als vader cats dat al- les nog eens geweten had, welk een schone moraal had hij daaruit kunnen puren een gedicht zonder moraal zou er wel niet afgekund hebben! Daarin was hij sterk: in het opdissen van een verhaal, liefst met be trekking tot de verhouding man-vrouw, om er tenslotte een toepassing aan te ver binden. Als geen van de dichtersbent uit die dagen weet hij de volkstoon te treffen, omdat hij niet in luchtkastelen vertoeft, maar heel gewoontjes op de grond blijft. Hij was niet in de eerste plaats kunstenaar, maar burger, die naast zijn „gewone" werk verzen I In een huisje achter deze machtige, uit 1293 dateren de kerk te Brouwershaven „blies" Jacob (Vader) Cats in 1577 ,^ijn eerste adem". maakte. Geen nieuwe we relden schept hij, maar legt vast, wat iedereen ziet, wijst op 't deugdzame van dit en van dat en verheerlijkt bo vendien het goede huwelijk. Hij schildert het echter ook wel eens als een fuik en schudt het hoofd over de voortvarende bruidegom: „raeckt hij in de fuyck, syn hitte sal verkoelenHij wordt in korte tijdt gans an ders van gevoelen". INPOLDERINGEN MIET ALLEEN als dichter heeft Cats verdiensten gehad: in Zeeland heeft hij vooral belangrijk werk ver richt met inpolderingen, waarmede hij overigens een fortuin verdiende. In Mid delburg was hij pensionna ris van de stad en in 1623 werd hij als zodanig in Dordrecht benoemd. Hij aar zelde echter de betrekking te aanvaarden. „Mijn gezin scheen vast daer op te staen. Dat ver het beste was uyt Zeeland niet te gaan...." In 1636 werd hij raadspension- naris van Holland, hetgeen hij tot de vijftiger jaren bleef. Daarna trok hij zich op zijn buiten terug, waar hij in 1660 overleed. In het Haagse gemeentemuseum is geruime tijd geleden eens een ten toonstelling gehouden waar (met het doel de schrijvers nader tot het publiek te brengen) foto's en ma nuscripten van auteurs geëxposeerd werden. Twee van onze befaam de poëten A. Roland Holst en M. Nijhoff vonden dit dermate dwaas, dat zij slechts bovenstaande foto, welke zij lang geleden in een malle bui hadden laten maken, inzonden. „Met de hartelijke groeten van deze late nabloei van Tachtig" stond er aan de ommezijde. De foto werd hét succes van de expositie! DE SALAMANDER-REEKS onder de aandacht brengen van de minnaars van het goede boek staat geUttc met water naar de zee dragen. VanSd tot tijd de schijnwerper der publiciteit te richten op de romans welke tot deze populaire reeks behoren, zien wij daarentegen als een prettige plicht tegenover lezer, auteur en de N.V. Em. Querido-s Uit geversmaatschappij te Amsterdam. Nu wij Top Naeff's „Klein Avontuur" ter recensie ontvingen, valt de taak van het beoordelen ons dubbel licht. De warm menselijke verteltrant van deze in zo ruime kring geliefde schrijfster is bekend. Haar serie verhalen, ver schenen onder de titel „Klein Avon tuur", nog eens te lezen, deed ons veel genoegen. TN DE Salamanderreeks van N.V. Em. Querido's Uitgeversmaatschap pij begroeten we voorts een herdruk van de roman „De Enge Poort", van André Gide. Hoewel de hoofdpersoon van dit verhaal, de jonge vrouw, Alissa, calviniste is en daarin waar schijnlijk veel belichaamt van Gide's eigen opvoeding, is de geest van het boek kenmerkend voor de schrijver. Als in zo veel van zijn werk keert hij zich consequent tegen elk dogma en herziet hij voortdurend zijn eigen op vattingen. De voortreffelijke vertaling is van M. Nijhoff. IN dezelfde boekenrecks verscheen dit boekje van Jacqucs Gans, waar in de liefde een heel wat grotere rol speelt dan de goudvissen. Het is de geschiedenis van een jonge schrijver, die in Parijs een meisje uit Kopenha gen ontmoet. Liefde is in deze roman een voorname factor, maar de ware liefde groeit uit tot een broos plantje als zij altijd in de schaduw der geldzor gen staat. Er komen dan plannen voor moord en elfmoord, maar het verhaal eindigt heel prozaïsch als het meisje ten slotte haar verstand in plaats van haar gevoel laat spreken, een rijke be schermer zoekt cn afscheid neemt van haar geliefde, die dat ten slotte zonder bitterheid kan aanvaarden. DIT BOEK van Albcrt van Hogen- hemt is eveneens in de Salamanderserie verschenen. Het is het verhaal van een Vlaming, die op rijpere leeftijd zijn ge storven vader herdenkt. Hij geeft in drukken uit zijn ouderlijk huis en laat in het bijzonder het licht op de figuur van zijn vader vallen. Als hij een bun deltje brieven in handen krijgt welke zijn moeder eertijds aan haar zuster schreef, ziet hij zijn vader plotseling in een geheel ander licht! Deze is niet de heilige op wie hij heeft geleken, maar zowel moeder als zoon zijn verslagen bij zijn plotseling overlijden. Een ge. fifisciimvau verhaat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 11