Westerling schreef „Mémoires"
KIDNAP
DE VUREN SPREKEN
Tristan da Cunha: eenzaamste woonoord op aarde
r
Massamoordenaar of Raiu Adil
van de Indonesische boeren?
STERKE STAALTJES VAN OUDE
NIEUWE SPIONNEN
EN
Voortreffelijke oerwoudverhalen uit
geheimzinnig Nieuw Guinea
op
boekennummer
ZATERDAG 22 NOVEMBER
Vechtersbaas met grote
liefde voor Indonesië
GEBRANDMERKT
De roes der misdaad
In de schaduw van de
gevangenis
doch niet volkomen betrouwbaar
Interessant
Banda de dochter van...
Mata Hari
PAPOEA'S WAREN MIJN
MAKKERS
Margaretha Geertruida Zelle, alias
Mata Hari" (hetgeen zoveel zeg
gen wil als „Oog der Dageraad"),
het Leeuwarder meisje, dat via een
Haagse pettenwinkel voor een
Frans vuurpeloton terecht kwam.
Gedurende de eerste wereldoorlog
speelde zij een grote rol in diverse
spionnage-affaires, daar zij door
haar verleidelijke dansen menig
hooggeplaatst officier het hoofd op
hol wist te brengen. Bijkans nog
fantastischer dan de carrière van
deze spionne is het verhaal, dat de
schrijver Kurt Singer ons in zijn
hieronder besproken boek „Vrou
wen en spionnage" van de dochter
van Mata Hari opdist.
JJE VEELBESPROKEN JEUGDIGE EX-KAPITEIN van het K.N.I.L., Paul Plerre
Westerling, oftewel „De Turk", heeft in „Mijn mémoires" een autobiografie
neergelegd, waarvan de pièce de résistance wordt gevormd door het verslag van
zijn ervaringen in Indonesië en welke verscheen bij de uitgeversmij, P. Vink.
Westerling, enerzijds zelfs in de kringen der V.N. gebrandmerkt als de
moordenaar van 42.000 Indonesiërs op Celebes, anderzijds geprezen als de man,
die de eenvoudige tanl bevrijdde van de terreur der extremisten, als de Katu
Adil (rechtvaardige vorst), de Messias van de Indonesische boeren, wiens komst
In eeuwenoude Javaanse geschriften reeds werd voorspeld, poogt in dit boek ver
antwoording af te leggen van zijn daden in Indonesië als KNIL-officier, die de
opdracht had de wrede terreur van de chaos de kop in te drukken.
deze mensen aan meer bevoegde instan
ties uit te leveren. Westerling zegt, dat
hij hiermee de belangen diende van de
Indonesische bevolking, van de Neder
landers, en van zijn slachtoffers zelf,
die na een meer of min langdurig ver
blijf in een gevangenis toch zouden zijn
veroordeeld en geëxecuteerd.
Men kan het optreden van de KNIL-
kapitein niet zonder méér veroordelen.
Het is zeer moeilijk het toenmalige ge
beuren in Indonesië thans van het klei
ne, kalme en gezapige Nederland uit in
het juiste licht te zien. Een chaotischs,
revolutionaire tijd, vol haat, hartstocht
en wreedheid, een tijd, waarin de erfe
nis van de Japanners hoogtij vierde en
7IJN MEMOIRES laten er geen twijfel
over bestaan, of hij is inderdaad eén
heethoofd en een fanatieke vechters
baas. „De Turk" zegt echter, dat er
geen sprake van is, dat er door zijn toe
doen op Celebes 42.000 mensen zijn om
gebracht. Deze cijfers zouden uit repu
blikeinse, anti-Nederlandse bronnen
stammen in de dagen dat de Indonesi
sche affaire in het middelpunt der po
litieke en voor een groot deel on
gezonde belangstelling van de gehele
wereld stond. Westerling geeft toe, dat
hij er ongeveer zeshonderd op zijn
naam heeft staan. Hij zegt, dat dit allen
gevaarlijke terroristen waren, en hij be
schrijft nauwkeurig verschillende ge
vallen, waarin hij korte metten met hen
maakte, zonder zich in te spannen om
BEREND DE GRAAFF heeft met zijn
boek „Gebrandmerkt" (Uitgeverij „De
Muidertoren" te Amsterdam) niet goed
de weg geweten. Hij heeft het ten
slotte als „roman" aan de openbaar
heid prijs gegeven, maar het zou met
hetzelfde recht een boek voor oudere
jongens kunnen heten. Het pijnlijke
hierbij is, dat men deze indicatie kan
bevestigen aan slechts de helft van het
aantal hoofdstukken. Het lijkt me, dat
De Graaff dit zelf heeft gevoeld. Hij
voert een intellectuele oplichter in het
gewaad van dokter het 18e eeuwse
Brouwershaven binnen, waar de man
zulke geraffineerde stunts uithaalt,
waarbij het toeval hem zó gunstig is,
dat de volwassene één en ander wei
gert te accepteren. Daarnaast wordt de
oudere jeugd (gesteld, dat het woord
„roman" bij ongeluk op het schutblad
terecht kwam) weer geconfronteerd
met passages, die we voorlopig nog
maar beter aan de ouderen ter beoor
deling kunnen geven. Het boek is niet
temin onderhoudend geschreven. De
Graaff wist er sfeer in te leggen. Het
is keurig uitgegeven.
HET FEIT, dat commissaris Voorde
wind na zijn eerste bock over beleve
nissen tijdens zjjn diensttijd bij de Am
sterdamse politie zo'n grote lezerskring
trok, dat hij als het ware werd gedwon
gen nog enkele keren in nieuwe boeken
„door" en „verder" te vertellen, bewijst
dat er bij het brede publiek voortdu
rend grote belangstelling bestaat voor
het (speciaal dat onzichtbare) werk
van de politie en Justitie.
Op hetzelfde gebied, doch toch weer
geheel anders getint, liet Philip Kru-
semans Uitgevers Mij. te Den Haag on
langs een Nederlandse vertaling ver
schijnen van een werk van de Franse
politieman H. Ashton Wolfe, getiteld
«De roes der misdaad". Over de psy
chologie van de misdaad geeft de
auteur, die op het gebied van het re
cherchewerk zelf een deskundige met
jarenlange ervaring is, in zijn inleiding
enkele opmerkingen weg, die alleen al
tot een zeer uitgebreide discussie aan
leiding zouden geven. Het boek bevat
een groot aantal verslagen van grote,
v.n.1 in Frankrijk plaats gehad hebben
de misdaden, geeft daarbij boeiende
kijkjes achter de schermen en is voor
zien van een groot aantal foto's, die
elk voor zich reeds tot lezen prikkelen.
U. VOORDEWIND, de vertellende com
missaris van politie, die Willem
van Iependaal nog meer kan vertellen,
heeft een collega gekregen in de per
soon van I. H. Misset, oud-hoofdcom
missaris van politie, die achtereenvol
gens politiediensten verrichtte in Am
sterdam, Den Haag en Indonesië, staf-
redacteur was van het Soerabaja's
Handelsblad en de Indische Courant
en nu hy in Egmond aan de Hoef in
ruste is, de letteren dient. Nog
biet zo lang geleden verscheen zijn
eerste boek „Si Piet". Ditmaal siert
biet een Javaans meisjeskopje de om
slag, maar zit de lezer oog in oog met
de louche blik van een boef. De oud
hoofdcommissaris heeft 22 markante
belevenissen uit zijn loopbaan te boek
gesteld. „De kern van mijn vernaien
is waar", aldus vermeldt Misset in zijn
Voorwoord. Wij willen hieraan onmid
dellijk toevoegen, dat wij van een
oud-hoofdcommissaris niet anders
hadden verwacht.
Misset is een gezellige verteller en
de stof, in casu de avonturen, welke
hij als aankomend journalist in Parijs
beleefde en de misdaden, welke hij als
Politieman tot klaarheid hielp bren
gen, is rijk gevarieerd. Hiermede wa-
fen de voorwaarden vervuld voor een
interessant boek, dat stellig een aan
dachtige lezersschare zal vinden. Voor
de keurige uitgave verdient De Boe-
kenrij te Baarn een pluim.
Kurt Singer over Vrouwen en Spionnage"
JOLANG ER OORLOGEN ZIJN GEVOERD heeft de wereld spionnen
en contra-spionnage gekend. Vroeger waren de spionnen vermomde soldaten,
die door de linies van de vijand slopen en daar geheimen verzamelden of
brandjes stichtten. Tegenwoordig zijn zij, op het eerste gezicht, nette mensen,
die met microfoto's en ingewikkelde wiskundige formules omgaan, die geheime
zenders bedienen, brieven schrijven in codeschrift en met röntgenapparaten
dwars door muren kijken. Soms zijn zij avonturiers en gelukszoekers, soms
idealisten. Geleerden vindt men in het spionnengilde en zeelieden, huisvrouwen
en secretaressen. Ja. ook vrouwen. Veel vrouwen zelfs, omdat zij over een wa
pen beschikken, waartegen de mannen met geheimen maar al te vaak machte
loos staan: de verleiding.
QVER DE VROUWEN in de spion-
nenwereld heeft Kurt Singer een
boek geschreven Hij beschrijft hier
in de lotgevallen van de vrouwen ach
ter de moderne atoomspionnen Klaus,
Fuchs, Dean Slack, Harry Gold, van
de echtparen Rosenberg en Greenglass
en van nog meer dames, die een rol
speelden in het verraden van atoom
geheimen en het vermoorden van poli
tieke tegenstanders (als Trotzki), die
de plannen van Roosevelt, Stalin en
Churchill in de handen van Hitier
speelden of de Japanners met licht
signalen de weg wezen naar Pearl
Harbour.
Dankbare copy
£)E NAMEN VAN veel van deze da
mes hebben de laatste jaren op de
voorpagina's van onze kranten ge
staan. En toch is geen van hen zo
bekend als het Leeuwarder meisje,
lat 35 jaar geleden in Vincennes voor
de lopen stond, Margaretha Geertrui
da Zelle, alias Mata Hari. Nog gere
geld vindt men in allerlei tijdschriften
en kranten artikelen over deze won
derlijke vrouw, wier levensverhaal in
de 35 jaar na haar dood steeds ro
mantischer en fraaier is geworden.
Dezer dagen kregen wij nog een
exemplaar van „The Star" uit Johan-
nesburg toegezonden, waarin haar
laatste uren in bloemrijke taal werden
beschreven.
.Oog der Dageraad
UURT SINGER, de „krachtpatser
der splonnagegeschledenissen-ver-
halen", kon daarbij niet achterblijven.
Een van de dertig vrouwen die hü in
zijn boek de revue laat passeren Is
daarom het legendarische „Oog der
Dageraad".
Hij vertelt het bekende verhaal: het
meisje uit de pettenwinkel, dat naar
Den Haag trok om daar een (ongeluk
kig) huwelijk aan te gaan met de ko
loniaal MacLeod, dat naar Indië ging,
ontgoocheld terugkwam en toen als
naaktdanseres in Parijs en Berlijn
verzeild raakte. Hoge officieren
trachtten haar gunsten te kopen
(waarvoor zij niet zelden een greep
deden in de geheime staatsmiddelen)
en dat werd haar ongeluk. Ze we.-o
gearresteerd en ter dood veroordeeld.
Een jongeman, Pierre de Morrisac,
heeft toen nog geprobeerd haar te
redden (aldus Singer). Hij werkte
zorgvuldig een plan uit, om de execu
tie met losse patronen te doen ge
schieden, maar dat was te fantas
tisch. Misschien was het er wel de
oorzaak van, dat Mata Hari zich in
haar laatste ogenblikken zo kordaat
gedroeg. Tot zover vertelt Kurt Sin
ger niets (of ten minste zo goed als
niets) nieuws.
Maar wat daarna komt is dat wel
en niet van licht kaliber. Kort vóórdat
Mata Hari stierf, zo vertelt h(j,
schreef ze een brief flftn h8.nr doch"
ter de zeventienjarige Banda, die Dij
familie in Djakarta werd opgevoed.
Het miisje 'as de brief en ontvluchtte
haar verleden. Ze liep van huis weg,
om samen te gaan wonen met een In
dische ambten.-ar, die liefst veertig
jaar ouder was dan zijzelf. Ie leefde
gelukkig met ue man die een van
de drie intiemste medewerkers van
de G.G. was totdat deze in 1935
overleed. Toen werd Banda onderwy-
deres. Tot 1939 kabbelde haar leven
rustig verder, .naar toen kwamen de
Jappen en Banda's huis werd een ver
zamelplaats van diplomaten, spionnen
journalisten en andere nieuwsgieri
gen. Pearl Harbour kwam en Banda
moest haar schooltje sluiten. Een oom
kwam en Banda ging ift de spion
nage
Goudvoorraad
£)AT KWAM ZO, de oom dreigde
haar afkomst te zullen verraden,
als ze niet voor de Jappen ging wer
ken. Dat was Banda te erg en ze
zwichtte. Maar toch weer niet hele
maal. Ze leerde een zekere Abdul ken
nen (nu een man veel jonger dan zij
zelf) en ging met hem samenwerken
tegen de Jappen.
Ze organiseerde een Indonesisch
vrijheidsleger en verstrekte o.a. ge
wichtige inlichtingen over de Japanse
troepenbewegingen bij Guadalcanal.
Japan capituleerde, maar met de
oorlog was niet de rol van Banda af
gelopen.
Zjj richtte haar blik nu naar de Ne
derlanders, die immers do Indonesi
sche onafhankelijkheid bedreigden, en
ging een compagnonschap aan met een
zekere Mato, een Koreaan, die op het
bureau van „de Nederlandse Gouver
neur" werkte. Met haar Abdul die
later een van de voormannen van het
nieuwe Indonesië zou worden spion-
neerde zy tegen de Nederlanders, tot
dat de grond haar te heet onder de
voeten werd en ze naar Amerika ver
trok. En passant verzamelde ze hier
enorme bedragen voor de Indonesische
stryd, waarvoor vliegtuigen werden
gekocht en waarvoor ze de hulp kreeg
van een filmster, die getrouwd was
met een groot zakenman. Dan komt er
nog een jacht op een goudvoorraad van
750.000 dollar, die Banda van de Ne
derlanders won en toen was Indonesië
vrjj.
China en Korea
RANDA GING WEER rustig leven.
Maar niet lang, want er kwam
een Amerikaan, die haar in opdracht
van zijn regering vroeg een speciale
missie te vervullen. Banda zei ja en
trok naar China, waar ze tegen de
WESTERLING
.irriterend zelfbewust.
slechts sprake kon zyn van het „oog om
oog en tand om tand". Men kon hier
nauwelijks met westerse maatstaven
meten en de gevolgen van het feit, dat
dit toch nog veel te veel is geschied
door politici en militairen, die niets
wisten van de volksaard, het karakter,
de adat en de onderlinge verhoudingen
van de talryke volkeren en kasten van
het land, dat eens de „Gordel van sma
ragd" heette, zyn dan ook niet uit
gebleven.
P)E HARDHANDIGE Westerling werd
de afgod van talloze tani's, de een
voudige Indonesische boeren, die in
hem een Messias zagen. Geheel Celebes
en een groot gedeelte van Wcst-Java
wist hij met het tegen de aan het land
onmeteiyke schade berokkenende ter
reur der extremisten gerichte schrik
bewind van zijn eigen Commando-troe
pen veilig te maken, zodat de boer weer
ongestoord zijn land kon bewerken en
de Chinees zijn handel drijven.
Westerling was een uitstekend mili
tair. Reeds op 27-jarige leeftijd was hij
kapitein en viermaal werd hy door
generaal Spoor voor de Militaire Wil
lemsorde voorgedragen, doch in Ne
derland had men minder waardering
voor het optreden van de vechters
baas.
Westerling was en is nóg een
heethoofd, doch hij zag Indonesië niet
als een vrolijke schiettent. Hij zegt in
zijn Mémoires, dat hij werd geleid door
een grote liefde voor het vreedzame,
vriendelijke Indonesische volk, welks
onmetelijke land op zo wrede wüze een
politiek en militair strijdtoneel werd.
Ook zijn optreden in Bandung met zijn
APRA aan het einde van 1949, toen hy
reeds enige tijd geen militair meer was,
werd naar zijn zeggen geleid door zijn
liefde voor de Indonesiërs, wier onder
drukking en terroristische uitbuiting
hij niet kon aanzien.
Aan het slot van zijn boek zegt Wes
terling dan ook, dat hij niets liever wil
dan Indonesisch staatsburger worden,
en dat misschien nog eens de gelegen
heid voor hem komt om naar dit eilan
denrijk terug te keren. Niet om het aan
de Nederlanders, die het door eigen
schuld verloren, te helpen teruggeven,
aldus de Turk, maar om het Inuonesi-
sche volk een zelf gekozen, federale
regering te helpen bezorgen.
Een van de grootste bezwaren van
zijn boek is de dikwyis irriterende zelf
bewuste toon, waarin het is geschre
ven, en de nadrukkelijke uiteenzetting
van zijn persooniy'ke bekwaamheden.
De titel „Mijn mémoires" is reeds ty
perend voor de gehele styi van het
werk.
Westerling geeft ten slotte, tussen de
ik-bedrijven door, een beknopte ge-
schiedschry'ving van Indonesië in de ja
ren '4550, waarvan de objectieve
juistheid geheel voor zyn eigen verant
woordelijkheid blijft. B. D.
a
Plezierige dwaasheid
van Piei Bakker
RONDWEG onverholen vreugde
hebben wy beleefd aan het be-
spotteiyke boek, dat Piet Bakker
by Elsevier liet verschenen en
dat hy „Kidnap" doopte. Wü heb
ben eerlijk gezegd niet het flauw
ste vermoeden of onze collega
journalist dit boek ernstig bedoeld
heeft. Tot onze ontsteltenis zagen
wy namelyk in een enkel blad een
fel afkeurende critiek, met name
om het feit dat de beoordelaars in
deze bladen klaarblykelyk ge
schokt waren door de omstandig
heid dat Piet Bakker een aantal
louche Indonesiërs het zoontje van
een „rykaard" laat ontvoeren, wel
ke rykaard in een zeer moeilyke
financiële manipulatie met de In
donesische regering gewikkeld is.
Men kan zijn liefde voor het volk
van Indonesië toch ook wel wat
te ver voeren!
wy zyn er zeker van dat Piet
Bakker alleen maar een prettig
boek heeft willen schryven, dat
bovendien een beeld geeft van de
Amsterdamse onderwereld en van
de wyze waarop de beroemde Am
sterdamse recherche by haar aan
gebrachte zaken pleegt te onder
zoeken. Wy zyn gewoon „in een
ander journalistiek leven" aan
politiek te doen. Maar wy zijn van
mening, dat Piet Bakker's bedoe
lingen zeker niet anti-Indonesisch
zijn geweest. Dat gaat ons veel te
ver.
MEEN „Kidnap" is nu werkelyk
een volkomen ongecompliceerd
boek, zo dwaas van opzet en zo
volslagen ontwapenend, dat wy
ons hebben ontdaan van wat men
dan wel eens kunstgevoel pleegt
te noemen en ons royaal een aap
hebben gelachen. Er worden he
den ten dage in ons land helaas
niet veel boeken uitgegeven waar
aan wy zulk een eerbetoon kunnen
bewyzen. Hier geen afschuwelyke
problemen, geen brandende harts
tochten, geen laaiende en dan na
tuurlijk onbeantwoorde liefdes,
hier alleen maar twee onvergete-
lyk grappige jongetjes, één ryk
en één arm, van wie de laatste de
gehele Amsterdamse onderwereld,
zijn ouders en de recherche aan
zyn laars lapt om zijn vriendje
te helpen. Deze Flippi de Brander
is ons lief geworden en hy zal het
blijven, omdat hij zo'n echt Am
sterdams knaapje is, op wie geen
mens ooit boos kan worden.
H. M. K.
communisten spionneerde. In Maart
1950 werd ze overgeplaatst. Naar Ko
rea. Ze waarschuwde de Amerikanen,
dat er een overval van de Noord -
Koreanen op Zuid-Korea op komst
was, maar Truman wilde niet naar
haar luisteren.
Toen kwam die overval. En Mato
kwam terug, de Koreaanse commu
nist, die Banda in Indonesië had leren
kennen. Hy herkende haar en arres
teerde haar. Zo eindigde het leven
van Banda, voor een vuurpeloton
in Korea, 's Morgens om 5.45, op de
zelfde tijd als haar moedervoegt
Singer er als treffende bijzonderheid
aan toe
MU ZIJN WIJ van spionnen heel wat
gewend, maar dit verhaal wordt
ons toch wel wat te gortig, temeer, daar
niemand (en ook zij, die geacht kun
nen worden goed op de hoogte te zijn
van het leven van Margaretha Zelle)
beter weet, dan dat de enige dochter
van Mata Hari in Augustus 1919 aan
een hartverlamming is overleden.
De enige oplossing van dit mysterie
zal wel zijn, dat de heer Singer een
betere duim heeft dan relaties in krin
gen van de Secret Service, waaraan
hij dit verhaal ontleent. Dat is jam
mer, want als alle verhalen, die hij
in zijn boek oplepelt, waar zouden
zijn, (vooral dat van de familie Eisler
wier ene zoon thans in Oost-Duitsland
de scepter zwaait en de dochter in
Amerika tegen de Russen werkt), was
het een prachtig boek, zelfs meer dan
dat, een interessante bijdrage aan de
pogingen om iets te weten te komen
van de grote stryd, die de wereld
thans in haar ban houdt.
Kurt Singer: Vrouwen en Spion
nage, Uitgeverij-drukkerij Hollandia,
Baarn.
liet moet volkomen begrijpelijk wor- gekomen door de bekende werken
/T/im nnnnotw/J r-J r> /isvtvfa n 1 r>v\ m i+ \m n An+Virmw ttoiw V cmrvnn
den genoemd, dat de verhalen uit
den vreemde grote belangstelling van
de lezers hebben. De werkelijkheid
van iedere dag eist de mens wel zó
volledig op, dat hij in zijn vrije ogen
blikken zich gaarne overgeeft aan de
romantiek „van wat hij niet weet", de
romantiek van het avontuur, waar dan
ook ter wereld beleefd.
Wij geloven, dat wy in deze catego
rie moeten rangschikken het voortref
felijke boek van J. van der Hoeven
„De vuren spreken", dat bij de Uit
geverij C. de Boer Jr. te Amsterdam is
verschenen en typografisch uitnemend
werd verzorgd. Het zijn oerwoudver
halen van Nieuw-Guinea, een land dat
misschien wel in de belangstelling is
REEDS VEEL is er geschreven over
de nog wilde, geheimzinnige binnen
landen van Nederlands Nieuw-Guinea
er een belangrijke bydrage op dit ge
bied leverde de Zweedse zwerver en
schryver Eric Lundquist, die in 1940 in
opdracht van een Nederlandse hout-
aankoop-maatschappy de jungle door
zwierf en die de ervaringen van zyn
exploratietocht op boeiende wyze te
boek heeft gesteld. Hy schetst de Pa
poea's als kinderlyke en vroiyke men
sen, die soms echter bezeten zyn door
een dierlijke wreedheid en bloeddorst.
Heel het boek ademt, door de sugges
tieve verteltrant, de verstikkende at
mosfeer van het oerbos, dat de entou
rage vormt voor menig adembenemend
avontuur. Het boek, dat werd uitgege
ven door W. de Haan N.V. te Utrecht,
is met een groot aantal door de schry-
ver zelf gemaakte exclusieve foto's ge
ïllustreerd.
van Anthcmy van Kampen.
Deze verhalen maakten op ons de
indruk van genoteerde waarheid. De
schryver, een jong medicus, heeft zich
tegenover de bevolking niet als meer
dere voorgedaan, maar eenvoudig als
mens tegenover een ander mens, wiens
problemen hij tot dan toe nog niet
kende. Op deze wijze heeft hy de
levensomstandigheden en de vele ge
heimen, die in het volk der Papoea's
leven, bestudeerd. De verhalen in zyn
boek zyn van deze studie een roman
tische weergave. Hy noteerde boven
dien de geschiedenissen, de de Papoea's
elkaar vertellen en die voortleven in
hun liederen. Dat eenvoudige waar
heid spannend kan zijn, heeft da
auteur ten volle bewezen. Hy ver
luchtte zijn boek met een aantal voor
treffelijke foto's en hij voegde er een
korte lyst bij van woorden, die zon
der vertaling voor de Nederlands»
lezer onbegrijpelyk zouden zijn.
Wy menen, dat om deze redenen dit
boek zyn weg naar de lezer wel zal
vinden, bovendien omdat het tot een
u 1,
DRIEDUIZEND kilometer van
Zuid-Afrika en op nog grotere af
stand van Zuid-Amerika, ergens ver
loren in de Zuid-Atlantische Oceaan,
ligt het eilandje Tristan da Cunha, dat
twee Amerikanen, van wie er een, Jo- telde Tristan da Cunha nog slechts een
nathan Lambert, officieel bezit van het bevolking van 16 zielen maar die
eiland nam. heeft stand gehouden en die thans on-
De geschiedenis van dit hoogst geveer 250 leden kent, onder wie een
merkwaardige eiland en van zijn latere arts, een verpleegster, een landbouw-
bewoners is door Jan Brander naar leraar en twee onderwijzeressen. Uiter-
als het eenzaamste woonoord ter we- een Engelse uitgave bewerkt en aan- aard is het isolement niet meer zo grool
.„u __u. iu Aiianri gevuld i95i. Zy is niet slechts in- als voorheen en doen proviandermgs-
teressant, maar tevens van groot be- schepen op gezette tyden het eiland
lang, mede in verband met de rol, die aan, maar toch was de situatie zo, dal
Hollandse zeevaarders en wy noe- b.v. de laatste wereldoorlog reeds eni
men hier in het bijzonder de naam ge jaren op gang was voor en aleer dc
van Pieter Groen van Katwyk bij eerste bijzonderheden hun weg naar het
de uitbouw en de opbloei van deze ei'.and hadden gevonden,
jonge volksplanting hebben gespeeld, Jan Brander hoeft het verhaal van
zulks onder vaak zeer moeilijke om- deze eenzame volksplanters aan de
reld geldt. Het beeld van het eiland
woidt beheerst door een machtige
berg, een uitgedoofde vulkaan, die
zich een paar duizend meter boven de
zeespiegel verheft. Vele eeuwen kende
men het bestaan van dit onbewoonde
eiland niet, tot het in Maart 1506 door
de Portugese admiraal Tristan da Cun
ha, wiens handelsvloot op de oceaan
uit de koers was geslagen, werd ont- standigheden als gevolg van het isole- vergetelheid ontrukt op een wyze,
dekt en
noemd.
zo werd het naar hem ge- ment.
PEN ENKELE maal daarna werd een
landing beproefd, die maar zelden
slaagde; vermoedelijk waren het in
IN EEN KLOEK BOEK van 450 pagi
na's. uitstekend gedocumenteerd en
rijkely'k van illustratiemateriaal voor-
zien, schets* Brander ons de strijd van
1643 voor het eerst Hollanders, onder de pioniers tegen de ongunstige klima-
wie Claes Gerritse Bierenbroodspot tologische omstandigheden en tegen de
van Hoorn, die er voet aan land heb- eenzaamheid. Deze factoren hebben de
ben gezet. De eerste bewoning dateert grondslag gelegd voor het vestigen van ter wereld, sinds eeuwen omspoeld
van 1810, toen de „Baltic" van Boston een hechte gemeenschap, die in den door de golvor van de Oceaan, leeft
er drie man afzette, een Italiaan en beginne nog zeer klein was in 1822 en streeft. Jac. B.
waarvoor wy hem slechts dankbaar
kunnen zyn. Dit boek, dat door de
Uitg. Mij. „West-Friesland" te Hoorn
in een voortreffelijk kleed werd ge
stoken, heeft niet slechts documentai
re waarde doch het verdient de be
langstelling in de brede kring van al
len, wier belangstelling uitgaat naar
wat er op het eenzaamste woonoord
PAPOEA
....vrolijk, soms wreed....
van de grootste taken van Nederland,
dus van iedere Nederlander, be
hoort, land en volk van Nieuw-Guinea
zo te ontwikkelen, dat de Papoea's te
eniger tyd in staat zyn zelf over eigen
lot te beslissen. En het i8 geen geringe
verdienste, dat de auteur van dit boek
een grote bydrage tot de kennis van
Nieuw-Guinea heeft geleverd. H. M. K.