Piin. Pain. Pom in lirl nieuwe huis
DE VERMISTE OORRING
Ik heb een zwak voor stofzuigen
Moeten jongens huishoudelijk
werk kunnen verrichten?
De vergeten
categorie
Het nieuwe boek
Geestelijk leven
RUWE MUiO,
Sn nu de negende tiuueltLe
Harry Bos leed technische K O.
£u'Me>i eeninaaï
In noodgevallen
De meeste mannen
hebben lepe smoes jes
Ter leeringhe
Gelijkwaardig
Nieuwe zilvermeeuwen
Bij Denekamp is geen
aardgas gevonden
BEROEPINCSWERK
MOFT. leder meisje een vak leren, waardoor zij maatschappelijk
I onafhankelijk kan zijn? En zo ja, moet zij dat vak blijven be
Jan Hagenaars te sterk
voor Belg Cal aerts
Nederlandse delegatie naai'
Athntische Raad
Een kras of een gaf? GUPA maakt 't weer glad
.DOOR.
BA TRICIA WENTWORTH
Het Radioprogramma
II
QNZE vraag luidde: „Moet een Jongen
niet, net als de meisjes, leren, allerlei
huishoudelijke bezigheden te verrichten en
deze kunst regelmatig beoefenen In het
eigen gezin; dus afwassen, stofzuigen,
groente schoonmaken, aardappels schillen,
koken, e.d.? Ook naaien, stoppen en breien?"
Blijkbaar vond men het onderwerp be
langrijk: het aantal Inzendingen was groter
dan ooit. Bij het lezen daarvan trof mjj on-
middeljjk één ding. Niemand protesteerde tegen de woorden, die ik listiglijk in
d<LVS ehBrm0kkfod: ",net als een m*lsJe" meest critische
schrijvers schijnen het vanzelfsprekend te vinden, dat meisjes thuis hand- en
spandiensten verrichten en geen hunner, meisje noch jongen vraagt zich af of
dit billijk is ten opzichte van dié meisjes, die zich metTnst'en üver toeleggen
op een beroep, waarbij de huishouding geen rol behoeft te spelen. Met andere
woorden: z« aanvaarden het als een noodzakelijkheid, dat liet studerende meisje
zich niet alleen voorbereidt op een maatschappelijke taak In de toekomst, maar
ook op de arbeid, die ze naar alle waarschijnlijkheid later zal moeten verrich
ten als moeder en huisvrouw. Waarbij dan weer als een even vanzelfsprekend
feit wordt verondersteld, dat ze het beroep voor het gezin zal opgeven Een veel
wijder probleem, dat wij déze week aan de orde stellen en dat toch' al bli de
kwestie, die ons nu bezig houdt, zijn invloed laat gelden.
IN de tweede plaats trof mij de grote
1 overeenkomst in de antwoorden. En
kele Jongens vinden huishoudelijk werk
niet onaangenaam, de meesten beoefe
nen het node, maar vinden het nuttig
en nodig er iets van te leren („je kunt
nooit weten, hoe het je te pas kan ko
men; vooral als je onder dienst bent
kun je er plezier van beleven; een kam
peerder kan er niet buiten" e.d.), en
het pleit al weer voor het gevoel van
verantwoordelijkheid bij de kring, die
wij bereiken, wanneer vrijwel eenstem
mig wordt vastgesteld, dat in een gezin
zonder dienstbode en met een hardwer
kende moeder iedere huisgenoot een
deel van de last op zich neemt. De
meisjes zijn het daar natuurlijk volko
men mee eens; wel zijn zij wat agres
siever dan de jongens, die evenals de
mannen de neiging hebben, het huis
houdelijk werk te onderschatten en de
vrouw voor te stellen als een luxe
diertje.
Wij plaatsen allereerst de brief van
een 14-jarige Amsterdammer, die de
practijk kent!
LIET is een leuke vraag. En hier is
mijn antwoord. Ik spreek enigszins
uit ervaring, omdat ik het huishouden
van mijn moeder een paar toeken heb
waargenomen. Het was in het begin
niet makkelijk. Ik zou het de jongens
dan ook niet aanraden. Maar als je het
eenmaal kan, och dan is het wel ge
makkelijk. En dat breien, naaien en
stoppen, nee hoor, dat is echt meisjes-
werk. Wat het toepassen in huis be
treft: in noodgevallen goed, maar als
er niets aan de hand is, wees verstan
dig en laat alles aan je zus over.
FRANS VAN HILST
14 jaar; leerling Kweekschool
voor de Detailhandel, Amster
dam. -
Sassenheimerstraat 17 hs.
En hierop volgt dan de brief van
„zus", die de zaak wel wat anders be
kijkt dan Frans en óók de practijk kent.
Men mag menen, dat zij voor eigen pa
rochie pleit, niemand kan ontkennen,
dat er in het gezin waar zij werkt
sprake is van een levens- en werkge
meenschap. En, al is zij pas 16zij
ként de mannen!
MIJN MENING over uw vraag: moet
een jongen net als een meisje huis
houdelijke bezigaeden verrichten, is de
ze: Op de eerste plaats is het goed, dat
ze alles leren, omdat ze dan later ook
alles kunnen. Niet om later een Jan Hen
te worden, maar je weet nooit, waar je
voor komt te staan. De meeste riannen
zeggen; „Mijn vrouw '-elpt mij ook niet
bjj mijn werk". Maar ze vergeten, dat de
werkweek van een vrouw langer is dan
die van een man. Ik kan niet inzien, dat
een jongen of man na 6 uur arbeid door
zijn moeder of vrouw op zijn wenken be
diend moet worden; zij heeft dan min
stens een even vermoeiende dagtaak
achter de rug als haar man of zoon.
Maar dan is de dagtaak vai. een moe
der nog lang niet om: ze moet dan nog
afwassen, de kinderen naar bed bren
gen, thee zetten, naaier. of stoppen.
Waarom zou een jongen dan «iet een
deel van haar taak overnemen? Een
moeder heeft net zoveel recht op een
uurtje voor zichzelf als zoonlief. Maar
de meeste mannen hebben direct het
lepe smoesje klaar, dat ze zo onhandig
zijn in vrouwenwerk. Maar waarom zou
een man b.v. wel een flesje in de apo
theek kunnen vul'en en niet het flesje
voor de baby? AIS er meisjes genoeg
zijn, vind ik het onnodig, dat de jongen
moeder overal nasloft, maar wel nodig,
dat hij zo af en toe wat doet om het te
Ieren. Ik werk in een gezin van 9 per-
soi en, waarvan de jongens van 10 en 9
de avondafwas doen, de jongste zoon.
van 4 kolen schept en de opa van 65
aardappelen schilt en daardoor het
werk van de moeder verlichten.
TINI VI.AAR,
Den Hout, Westwoud,
16 jaar.
Ten slotte de brief van een 18-jarige
lyceïste uit Hoorn.
JVJOETEN jongens helpen in de huis-
houding? Hierop antwoord Mc v°l-
mondig „ja". Moeten ze alles leren, ook
handwerken bijvoorbeeld? Mijn ant
woord hierop is: „nee". Jongens moe
ten ook een taak in de huishouding
hebben om drie redenen: 1. omdat er
omstandigheden kunnen zijn, ziekte
van hun moeder bijvoorbeeld, waarin
ze zich moeten kunnen redden: 2e. om
dat ze op die manier de taak van hun
moeder en eventuele zusters wat ver
lichten; 3e. en dit is misschien de voor
naamste reden, cmdat ze leren inzien,
dat „vrouwenwerk" meestal heus nie'
onderdoet voor werk buitenshuis.
Maar als een jongen afwassen, aard
appels schillen en nog een paar andere
dingen kan, is het wel voldoende
Breien of stoppen zon een jongen
Waarschijnlijk met veel meer moeite
leren dan een meisje en bovendien
souden de meeste mensen een jongen,
die na zijn schoolwerk z'n breikous of
trui in statu nascendi te voorschijn
haalde, onuitstaanbaar vinden. Mijn
conclusie is dus: wel helpen, maar zon
der overdrijving.
ANNIE R. BROER, 18 jaar.
Westfries Lyceum VI G, Hoorn
Ramen 29.
J^jEENT U vooral niet, lezers, dat ei
onder de overige brieven geen ge
lijkwaardige epistels zijn! Dia Swager-
man uit Hoorn, Ria Vogelpoel uit Vel-
sen, Henny Helder en Maartje Hout-
koopei en Hans Kaper uit Alkmaar,
Alie van der Oord uit Den Helder,
Hans Reinders uit Castricum, Jacob
Balder uit St. Pancras, Cor Kluun uit
Westwoud en een aantal anderen heb
ben evenzeer recht op de plaatsing van
hun stukken als de drie uitverkorenen,
maar ik mag het aantal van drie niet
overschrijden. Dia deelt de mening van
Annie Broer, dat er veel mannen zijn,
die menen, „dat de huisvrouw een vre
selijk gemakkelijk leventje leidt en die
er daarom niet over peinzen, hun
vrouw ook maar met Iets te helpen".
En ook zij vindt „een breiende jonge
man dwaas". Dat hij kan stoppen is nog
daaraantoe, maar een man met breipen
nen tussen zijn vingers gekneld, vind
ik een zielig gezicht. Per slot van re
kening moet een man man blijven en op
die manier zou hij veel van zijn man
nelijkheid verliezen. Evenmin zou ik
een jongen achter een naaimachine
willen zetten". Och, Dia. alles is maar
een kwestie van gewoonte: niemand
vindt een breiende schaapherder on
mannelijk en evenmin een kleermaker!
Maar ook de jongens vinden, dat de
grens van hun plicht ligt vóór het
breien: „Een knoop aan je pak zetten,
dat moet een jongen toch heus wel ken
nen. Ik zou me werkelijk doodscha
men, als ik hiervoor bij mijn moeder
moest aankloppen. Maar stoppen en
breien, dat gaat me te ver" aldus
Henny Helder. En Hans Kaper: „Ik ge
loof toch niet, dat we weer terug zullen
gaan naar de tijd.waarin de vrouw het
zware werk verricht en de man zit te
spinnen, te weven en te breienIk
heb echter ook niet het idee, dat de
emanicipatie van de vrouw zo ver zal
komen, al zullen er sommige heren zijn,
die onder de bekende pantoffel zelfs
gedwongen zullen worden, zelf hun
kleren te verzorgen". Hans Reinders
sluit zich daarbij aan: „Wat naaien,
stoppen en breien betreft: ik zou waar
schijnlijk wel kans zien, een knoop aan
m'n overhemd te naaien, maar verder
laat ik deze sporten toch maar liever
ter beoefening over aan haar, voor wie
ze uitgevonden zijn: Hare Majesteit de
Vrouw. Ik heb er geen kaas van gege
ten!" Meisjes én jongens blijken dus
van mening te zijn, dat er specifiek
vrouwelijk werk bestaat, waarvoor Zij
ne Majesteit de Man minder geschikt
is. Waarbü de vraag rijst: ligt deze
geschiktheid inderdaad in de vrouwe
lijke natuur of is ze een gevolg van
opvoeding, die bepaalde gewoonten aan
kweekt? Afkerig van alle huishoude
lijk werk is Hans overigens niet.
Aan zijn inzending ontleende ik de
titel van deze beschouwing: „Iets dat
ik persoonlijk altijd bijzonder graag
doe is stofzuigen. Ik heb een zwak voor
stofzuigen; hoe dat zo gekomen Is, weet
ik niet, maar ik herinner mij nog heel
goed, dat ik reeds tijdens mijn vierde
levensjaar „genoot", wanneer de stof
zuiger ging. Nergens voel ik mij be
haaglijker dan in een lekker warme
kamer met een draaiende stofzuiger,
hoe vreemd het ook klinken mag".
Jacob Balder. die het moeilijk vindt,
een grens te trekken tussen „manne
lijk" en „vrouwelijk" werk, meent, „dat
de vrouwen en meisjes de hulp van de
mannen en jongens niet als vanzelf
sprekend mogen beschouwen. En als zij
dankbaarheid tonen, dan zal er, geloof
ik, geen man zijn, die geen voldoening
voelt, ais hij zijn vrouw de vaat heeft
helpen wassen en elke jongen zal dan
met plezier een boodschap doen of wat
koper poetsen". „Wat een ideaal
voegt hij er levenswijs aan toe! Ook
Hans pleit voor vrijwilligheid: „Je
moet zelf opmerken, wanneer men je
hulp gebruiken kan, wanneer er nood
zakelijk kolen geschept moeten worden
of wanneer er niemand is, die. helpt
met het afdrogen van de afwas". Alie
van der Oord waarschuwt tegen over
drijving: „De man verdient het geld
al voor het gezin en de vrouw hoort
dan voor het eten enz. te zorgen, want
als het eenmaal een gewoonte wordt,
dat de man alles in het huishouden
doet, dan doet de vrouw in de toe
komst helemaal niets meer". We zullen
er om denken, Alie! Ria Vogelpoel
vindt „de taken in een gezin mooi
verdeeld; de vader zorgt voor de bron
van inkomsten, de moeder verzorgt ge
zin en huis en de kinderen hebben de
taak zich te ontwikkelen tot bruikbare
mensen in de maatschappijMaar
het woordje „behulpzaam" bestaat ook
nog". Dieuw Planting uit Enkhuizen,
die mij schrijft: „ik kan u toevertrou
wen dat ik een meisje ben van pl.m.
14 jaar", vindt het dwaas, „dat de va
der afwast, terwijl moeder In de kran
ten zit te lezen" en zij vervolgt: „ik
vind, dat een jongen wel eens wat doen
kan in de huishouding, maar dat hij
dit per se leren moet, vind ik niet no
dig: daar zijn de vrouwen en meisjes
voor; dat een jongen kousen stopt,
breit en naait is de grootste onzin, of
hij meest er zelf behoefte aan hebben,
maar dat zal er één op de duizend
zijn". En Paulus de Boer (17 jaar) uit
Den Helder ziet de toekomst ietwat
donker in: Bij meisjes van de moderne
tijd wordt het percentage helaas steeds
groter, dat niets meer van de arbeid in
het gezin of de huishouding hebben
moet. Ik heb echter de moed om in de
krant te schrijven, dat ik het heel jam
mer vind, als een meisje dat niet meer
wil, want wat moet er in de toekomst
van terecht komen, als een vrouw niet
naaien, stoppen of breien kan?" Och,
misschien is dan voor deze jongeman de
enige mogelijkheid te hardelen in over
eenstemming met de raad van zijn Bij
belse naamgenoot, die in zijn eerste
brief aan de Corinthiërs schreef: „zijt gij
ongebonden van ene vrouw? zoek gene
vrouw". Huishoudelijk zal onze brief
schrijver daar weinig last van hebben.
Immers, hij deelt ons mee: „Ik ben blij,
dat ik mij de moeite getroost heb, zij
het dan ook op bescheiden wijze, van
de huishouding iets te leren en nu al
reeds in ons grote gezin, indien nodig
de helpende hand bieden kan". En och.
als dat het geval is, kan hij het mis
schien toch wagen, aan een modern
meisje deze ijverige hand aan te bie
den en een andere dan de gewone rol
verdeling voor te stellen.
Zeer tot mijn spijt moet ik het bij dit
overzicht laten: er was nog veel interes
sants te vermelden, maar de ruimte is
beperkt. En daarom wijden we nu onze
aandacht aan de negende kwestie, waar
op ik in het begin al doelde en die met
de achtste samenhangt:
JN DE „Zi!vermeeuw"-serie van de
uitgeversmij Service in het bekende
pocketbookmodel met een geplasticeer-
de band verschenen twee uit het
Engels vertaalde boekjes, „De zonder
linge avonturen van Lancelot Biggs,
ruimtevaarder" door Nelson Bond, en
„De fluisterende dood" door Roy Vic-
kers. Nelson Bond is een moderne, su
personische Jules Verne, die met onge
breidelde fantasie de wonderlijke ge
schiedenis vertelt van de onhandige en
toch aan geniale vondsten zo rijke lui
tenant Biggs, scheepsofficier aan boord
van het ruimtevrachtschip „Saturnus",
dat anno 2116 in dienst van een inter
planetaire ruimtevaartmaatschappij re
gelmatig de vaste routet, tussen de pla
neten aflegt.
„De fluisterende dood" is een span
nend, dikwijls nogal onwaarschijnlijk
detectiveverhaal over een zekere
„Fluisteraar", die het ganse Londen
terroriseert, en over een kloeke jonge
man, die hem na vele vijven en zessen
onschadelijk weet te maken. Het boek
is in een forse, telegramachtige stijl
geschreven, welke er zeker een sfeer
van actie aan weet te geven.
De tweede boring die de Nederlandse
aardoliemaatschappij in de omgeving
van Denekamp heeft ondernomen, is
thans zonder resultaat beëindigd op een
diepte van ongeveer 2400 meter.
Hieruit mag de conclusie worden ge
trokken, dat het gasvoorkomen in dit
gebied van zeer beperkte omvang is.
Een nieuwe diepboring naar gas zal
door de N A.M. worden aangevangen in
het gebied van De Wijk, waar reeds
eerder aardgas is aangetoond.
ZESTIG JAAR APOTHEKER TE TIEL
In Tiel vierde dr. J. Vermet gisteren
onder grote belangstelling ziin diaman
ten jubileum als anotheker. Namens de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij
ter Bevordering der Pharmacie bood
de heer Henne uit Velp de jubilaris de
erepenning van de maatschappij aan.
NED. HERV. KERK
Bedankt voor Ameide en Tienhoven:
H. A. van Slooten te Wierden.
GEREF. KERKEN
Tweetal te Nederhorst den Berg: S.
van Bekkum te Giessen, Oud en Nieuw-
kerk, en J. Dijk te Raamsdonk-Drim-
melen.
Tweetal te Assen: (derde predikants
plaats): W. B. den Brave te Dordrecht
en A. Brouwer te Barneveld.
Beroepen te Andijk: (vacature H. R.
Groenevelt): H. van Bentbem te Hol-
werd.
GEREF KERKEN ONDERH.
ART. 31 K.O.
Beroepen te Alkmaar: B. van Riet te
Pieterburen.
gesprongen handen, kloven?
met ongeëvenaarde genéeskracht
(Advertentie Ing Med i
oefenen als zij getrouwd is en ook als zij kinderen heeft?
Antwoorden uiterlijk Maandag vroegtijdig zenden aan D. L. Daalder,
Komlaan 8, Bergen (N.H.) Ook nu weer worden drie stukken ge-
plaats en met f 2.50 gehonoreerd.
128. „Vooruit, blijf niet buitenstaan,"
riep de baron. „Ik heb wel visite, maar
die d^me is geen onbekende voor jul
lie." De baron was eigenlijk blij, dat
Pim, Pam en Pom kwrmen, want hij
was een beetje verlegen geworden
doo» de olotselinee (Tmhe'zinf! van me
vrouw Babbelgraag. „Alstublieft baron,
deze apof.itaart is voor u!" riep Pim,
die gelukkig weer helemaal beter wrs.
„Heb ik hei u niet gezegd? In de toe
komst krijgt u net zoveel appeltaarten
als u maar wilt!" „Ik begrijp je niet",
-ntwoordde de baron, terwijl hij Pim
onderzoekend aankeek. „Bnrcm, we
moeten u het één en roder uitleggen",
stotterde Pim, die zich hoe langer hoe
minder op zijn gemak begon te ge
voelen. „Maar.het is alleen voor O
bestemd." Lachend stcrnd mevrouw
Babbelgraag op. „Geheimen? Goed
ik zal nu nog weggaan, mrar denk er
om Pieter, in de toekomst mag je geen
geheimpjes meer voor mij hebben,
hoor!" Zodra Pim, Para en Pom met
de baron alleen waren, ging Pim door;
„Ziet u b^ron, wij moeten u vm Moe»
der vertellen, dat wij uw Betere-lk
zijn!" „Wat?" De baron zonk in een
stoel noer. terwijl hü een zakdoek to
voorschijn haalde. „Zeg het nog eens,
alsjeblieft. Ik heb het, geloof ik. niet
goed begrepen. De emoties vandaag
zijn te veel voor me geweest!" „Wu
zijn uw Betere-lk geweest," herhaalde
Pim nog eens 1-ngzaam.
Bokswedstrijden in Appllohal
In de Apollohal te Amsterdam wer
den gisteravond internationale boks
wedstrijden gehauden. De Amsterdam
mer Jan Hagenaar won van de Belg Cal-
laerts, die in de zesde ronde op moest
geven wegens een aiondbles ure. Harry
Bos werd gedecideerd door de Ameri
kaan Anglee verslagen.
De Amerikaan, een bokser van we
reldklasse, heeft Harry Bos een lesje
gegeven, dat de Arpsterdammcr lang zal
heugen. Anglee was enige klassen beter
dan Bos en dat diens helper in de vijfde
ronde, toen zijn pupil nauwelijks meer
op de been kon blij jen. de handdoek in
de ring wierp, was een zeer wijs be
sluit.
Reeds in de eerste ronde gaf Anglee
een staaltje van zijn kunnen. Toen Bos
in de touwen terugstapte, werd hij door
een flitsende linkse op de kaak getrof
fen. Even tevoren had Anglee een rof
fel geplaatst op de ribben van zijn te
genstander, die daar kennelijk veel last
van had. Anglee buitte deze wetenschap
in de volgende ronden volledig uit. De
Amsterdammer maakte daarbij één gro
te fout: hij gaf Anglee de kans op korte
afstand te boksen, een tactiek, die de
neger het beste ligt. In de 2e ronde
ging Bos voor acht tellen door de
knieën en daarna bralde hij met moeite
het einde van die ronde. In de derde en
vierde ronde wilde Bos nog wat vuur
werk maken en kwam, wild met de
armen zwaaiend, op zijn tegenstander
af, die eerst even verbluft was, maai ai
spoedig doodkalm ie stormloop opving
Tijdens een felle slagwisseling in de
vierde ronde ging Bos voor negen tellen
neer. Dit had hem blijkbaar zoveel van
zijn kracht gekost, dat hij in de vijfde
ronde een willoos slachtoffer was. Zijn
helper redde hem toen van een zekere
knock-out
Te Parijs begint op 15 December a.s.
de tiende ministeriële zitting van de
Noordatlantische Raad. De Nederlandse
delegatie zal bestaan uit de ministei
van Buitenlandse Zaken, mr J. W.
Beyen, de minister van Financiën, de
heer J. van de Kieft en de minister
van Oorlog en Marine, ir C. Staf, die
vergezeld zullen zijn van verschillende
militaire en civiele adviseurs.
KNEEDBAAR H0U1
VAN
CETA-BEVER
58)
Juffrouw Silver breide verder. Van
hoofd tot voeten, van haar stijf opge
maakt kapsel tot haar met kraaltjes
omzoomde pantoffels, was ze het toon
beeld ener waardige Engelse oude
jongejuffrouw, beperkt in haar gedach-
tensfeer en voor de buitenwereld van
generlei betekenis, een wat de Fran
sen „quantité négligeable" noemen.
Schijn kan bedriegen, maar in de ogen
van Mark Harlow had ze alleen belang
als iemand, jegens wie hij zijn zenuw
achtige opwinding kon afreageren.
Lieve help!" sprak ze op zacht-pro-
testerende toon en dat was genoeg om
hem opnieuw te doen uitbarsten.
„Ze had er nooit heen mogen gaan.
Stél je eens voor, dat ze hem in haar
tegenwoordigheid arresteren!"
Op wat verraste toon waagde juf
frouw Silver de vraag: „Is er dan enige
aanleiding, hem te arresteren? En nij
dig klonk zijn antwoord: „Ik zou zeg
gen: alle aanleiding!"
Uit haar blik scheen hij ongelovig
heid op te maken en nu liet hij zich
nog verder gaan.
„Als u 't mij vraagt, valt hij in de
termen, om elk ogenblik gearresteerd
te kunnen worden! Wat zeggen naar
ouders ervan?"
Juffrouw Silver blééf hem aankij-
ir en
„Ze zijn uit dineren en nog niet te-
rUMark stiet een woedend eeluid uit.
En die stommeling var, een Abbott
raasde hij „die vent moet toch weten,
Hpfpr dan wie ook, welke aanwijzingen
„tegen Hathaway zijn!". a
Het blad met de koffie stond nog
naast de stoel. Byna zonder te weten
wat hij deed, vulde Mark Harlow de
kop, dronk het lauw geworden brouw
sel in één teug op en zette de kop
weer neer.
„Aanwijzingen genoeg, zou ik zeg
gen. Niet. dat ik hem wil bezwaren,
maar dat Cis naar hem terug is ge
gaan, brengt me buiten mezelf. Heeft
ze u verteld, dat ik heb opgebeld? Ik
wilde hier komen en met haar spre
ken, maar ze zei „neen" en ik, gek die
ik was, liet me afschepen. Ik had geen
notitie van haar woorden moeten ne
men en toch komen..,, maar ik wilde
haar ontzien". Juffrouw Silver ietwat
wezenloos aanstarend, liet hij erop vol
gen: „Ik hou van haar, weet u, maar
dat komt er niet op aandaaraan
denk jk niet. Het gaat om Cisen
om die ellendige kerel Grant".
Juffrouw Silver bleef breien en vroeg
na een ogenblik stilte: „Waarom ge
looft u, dat meneer Hathaway die twee
moorden zou hebben begaan?"
,,'t Gaat niet om wat ik geloof.de
politie gelooft het. Voor mij komt het
erop aan, dat Cis niet bij de zaak be
trokken wordt".
„En wat denkt de politie?"
„Mij zullen ze het niet vertellen,
maar het is nogal duidelijk, dunkt me.
Wat heb ik gewanboft met hem naar
de „Stier" mee te nemen! Ik moest wel
aanbieden, hem thuis te brengen en
dat heeft me een massa narigheid be
zorgd! Ik heb de politie moeten me
dedelen, dat we hem in de bar achter
lieten en buiten op hem wachtten. Hü
kwam eerst laat en stak iets in de zak,
maar ik had er geen flauw idee van,
dat het de aansteker was, waarnaar
dat vrouwspersoon, die Lou.se Rogers,
hem op de binnenplaats zag zoeken
En tot overmaat van ramp gaat ze hem
naar hier achterna! Nu vraag ik u".
„Kwam ze hem achterna?"
„Het heeft er alles van, nietwaar?
Caddle en ik mogen, geloof ik, dank
baar zijn, dat ze zijn naam en adres
kreeg en niet het mijne, want anders
zouden wij misschien voor de schuldi
gen worden gehouden. We waren alle
bei in Frankrijk met nog honderddui
zend anderen en we waren allebei die
avond in de „Stier". Maar ze kwam
Grant Hathaway hier opzoeken, hem
en geen ander en dat houdt ons er bui
ten".
Juffrouw Silver scheen door Harlow's
verhaal bizonder geschokt. Ze had zelfs
voor het ogenblik haar breiwerk in de
schoot gelegd.
„U begrijpt dus", zo besloot Mark
Harlow, „hoe ik mij om Cis bezorgd
maak".
„O, lieve help! Denkt u heus, dat
meneer Hathaway
„Wat Grant betreft, in zijn schuld- of
onschuld behoef ik me niet te verdie
pen. Het gaat bij mij om Cis".
Juffrouw Silver liet niet blijken, hoe
zeer ze dat intieme, opdringerig klin
kend „Cis" in de grond van haar hart
verfoeide als een inbreuk op de goede
manieren. Onschuldig vroeg ze slechts:
„Denkt u, dat meneer Hathaway met
die.die mevrouw Rogers heeft ge
sproken toen ze hier was?*'
Mark deed geen moeite, zijn minach
ting voor zoveel onnozelheid te verber
gen, toen hij zeide: „Dat moet hij wel
hebben gedaan, anders had hij haar
niet goed kunnen vermoorden".
„Maar weet u het niet zeker?"
Spottend antwoordde hij: „Er is nor
zoiets als gissen! En in gissen ben ik
vrü sterk!"
HOOFDSTUK XXXII
Cecily reed de donkere laan in Ze
reed langzaam, omdat ze nu wel „Ab-
bottsleigh" had verlaten, waar ze haar
ouders niet had willen afwachten, maar
toch enigszins tegen de ontmoeting met
Grant en ookmevrouw Barton op
zag. Inmiddels scheen Bramble er zich
terdege van bewust, dat hij weer naar
huis ging en de hond gaf dit door aller
lei zenuwachtige uitingen door kort ge
blaf en sprongen tegen de zijramen,
duidelijk te kennen.
Bij het huis gekomen, zag Cecily dat
het achterhek openstond. Zachtjes reed
ze naar de zijKant van het huis en hield
daar stil. Bramb'e onder luid protest
zijnerzijds i de auto latend, stapte ze
uit en liep om het gebouw tot aan de
kant van de studeerkamer. Mevrouw
Barton, had ze later bedacht, zou wel
te bed zijn, maar als Grant nog op was,
zou hij zich wel in die kamer bevinden.
Tot haar grote opluchting straalde het
vertrek nog licht uit door de nooit vol
ledig met gordijnen afgesloten ven
sters. Haar hart begon sneller te klop
pen, toen ze bij dat licht een glimp van
haar echtgenoot meende te zien. Blijk
baar was hij pas thuisgekomen, want
hij droeg r\og zijn oude regenjas. Die
jas vertoonde nu een rare vlek juist
brven de elleboog. Hij stond bij de
schoorsteenmantel, gebogen over een
antieke Chinese vaas, waarin ze ge
droogde rozebladeren placht te bewa
ren. Zijn arm was opgeheven maar ze
kon niet zien wat hij uitvoerde.
Plotseling bekroop haar een gevoel,
alsof ze 't koud kreeg Ze moest daar
niet langer blijven staan te kijken en
Grant behoefde niet te weten, dat ze
er had gestaan Ze liep voorzichtig
over de grasrand van een bloembed
naar het huis en voelde In haar beurc
naar de sleutel Tot haar grote verwon
dering en ontsteltenis vond ze niets
ofschoon het ding er toch altijd in had
gezeten Het was een onaangename ont
d.«kking. want nu leek het wel. alsn»
ze opzettelijk was buitengesloten, geer
recht meer had. het eens door haar ver
laten huis te betreden
(Wordt vervolgd)
Jan Hagenaar had weinig moeite met
de doofstomme Belg Callaerts. De Belg
begon goed, draaide in een prachtige
stijl rond, dekte subliem, maar toen dra
bleek, dat hij niet over een punch be
schikte, kwam Hagenaar los. De Am
sterdammer nam vanaf de derde ronde
sterk het initiatief, kreeg enige goede
kansen om zijn tegenstander neer te
halen, maar faalde steeds op de critieke
momenten. Na de zesde ronde gaf de
Belg wegens een mondblessure de strijd
op. Hij stond toen al ver op punten ach
ter.
DICHTERS VAN DEZE TIJD.
Ditmaal is aan de orde de jonge
katholieke dichter en kunstcriti
cus Gabriel Smit. Hij berijmde
een aantal psalmen Davids. Prof.
dr N A. Donkersloot leidt de
dichter bij de luisteraars in,
waarna Willem Berkhemer, aan
de vleugel begeleid door dr An-
thon van der Horst, enkele der
gedichten van Smit voordraagt,
Vrijdag 20.05 over Hilversum II,
298 m).
en naar MUZIEK VAN DES
PREZ. Achter deze Franj-Jcün-
kende naam gaat een Zuidelijke
Nederlander schuil, die aan het
Bourgondische hof furore heeft
gemaakt. Er wordt van hem
een aantal kleine werken uitge
voerd, waarvan men zou kunnen
veronderstellen, dat ze zijn be
doeld als huismuziek. De instru
mentale bezetting is eenvoudig:
blokfluiten, kleine harp, violen,
zangstemmen, de expressie ervan
zeer innig. Vrijdag 21.50 over
Hilversum 11, 298 tri).
VRIJDAG 12 DECEMBER
HILVERSUM 1, 402 m.: V.00-24.00
NCRV. - 7.00 Nieuws. 7.10 Gewijde mu
ziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00
Nieuws en weerberichten. 8.15 Gramofoon-
muziek. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de
vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram.-
muziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Piano
recital. 11.30 Gram.muziek. 12.05 Idem.
12.30 Land- en Tuinbouwmededeltngen.
12.33 Lichte muziek. 12.59 Klokgelui.
',3.00 Nieuws. 13.15 Pianoduo. 13.35 Or
gelspel. 14.05 Gram.muziek. 18.15 Boek
bespreking. 15.35 Sopraan en piano. 16.00
Sierappels en sterkersen voor de tuin",
causerie. 16.15 Gram.muziek. 16.55 Semi-
klassieke muziek. 17.30 Militaire repor
tage. 17.40 Gram.muziek. 17.45 Fries pro
gramma. 18.00 Gram muziek 18.30 Idem.
18.45 Huismuziek. 19.00 Nieuws. 19.10
Regeringsuitzending: „Verklaring en toe
lichting" 19.30 Metropole-Orkest en so
list 20.00 Radiokrant 20.20 Lichte mu-
ïzek. 20.50 „De uitzetting van het Heelal",
causerie. 21.05 „Die Kluge", opera. 22.25
Kunstrubriek. 22.45 Avondoverdenking.
2j 00 Nieuws en S.O.S.-berichten. 23 15
Het Evangelie in Esperanto. 23.30—24.00
Gramofoonmuziek.
HILVERSUM n. 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA. 12,00 AVRO,
16.00 VARA. 19.30 VPRO. 21 00 VARA.
22.40 VPRO. 23.00-24.00 VARA. - 7.00
Nieuws. 7.10 Gram.muziek. 7.15 Ochtend
gymnastiek 7.33 Gram.muziek. 8.00 Nieuws
en weerberichten. 8.18 Gram.muziek. 8.50
Voor de huisvrouw. 9.05 Gram muziek.
9 40 Voor de kleuters. 10.00 „Kinderen en
Mensen", causerie. 10.05 Morgenw(tding.
1020 Gram.muziek 10.30 Schoolradio.
10.50 Orgel en zang. 11.25 Radiofeuilleton.
11.45 Vocaal Dubbelkwartet. 12.00 Licht*
muziek. 12.30 Land en Tulnbouwmede-
delingen. 12.33 Sport en prognose. 12.48
Gram.muziek. 13 00 Nieuws. 13 15 Mede
delingen of gram.muziek. 13.20 Dans
muziek. 14 00 Voor de hulsvrouw. 14,20
Sopraan, clavectmbel en Mozartvleugel.
14.50 Voordracht en muzikaal intermezzo.
15 10 Fluit en piano 15.30 Musette-Or-
kest 16.00 Lichte muziek. 16.30 Voor de
Jeugd 17.00 Meisjeskoor 17.20 Muzlkal*
causerie. 18 00 Nieuws. 18.15 Felicitaties.
18.45 „Denk om de bocht". 19.00 Gram.
muziek 19.10 „Boeven burgers en briga
diers", klankbeeld 19.30 „Moreel Be
raad" causerie. 1950 Berichten. 20.00
Nieuws 20 05 Causerie naar aanleiding
van de nieuwe Nederlandse berhmlng eer
Psalmen door Gabriel Smit. 20.15 Voor-
dracht met muziek. 20 30 „Europa één",
causerie. 20 40 „Leven op de aarde" cau
serie. 2100 .Uitlopers van de Parnassuss
Henrl Salvador" 21 30 „Edam" klank-
'»eeld 21 50 Klassieke muziek 22 05 Bui
tenlands overzicht 22 20 Lichte muziek.
'2 40 „Vandaag" causerie 22 45 Avond-
"tldlng 23.00 Nieuws 23 15 „ui huwelijk
•n gezin" causerie 23 30—241X1 Bariton
en piano
Experimenteel Televisieprogramma van
de VARA - 20.18-21.45: 1. Actualltelti
2 Weeroverzicht; 8. „Het onstuimig*
hart" spel.