dertigduizend maal loeien de sirenes Parijs •n zijn strijd tegen het vuur -LIFTEND NAAR KOPENHAGEN r r Brandweer op militaire leest telt vierduizend koppen J Per jaar 3700 uitslaande branden en 11.000 schoorsteenbrandjes W Ouders hadden een bijzonder kind Les sapeurs-pompiers, Als hei Seinewaier levensmoeden lokt Aan de zelfkant Honderd auto's Fatale nacht Vw „Buurmans Buurman beleeft premiere Nieuwe socialistische inter nationale in Azië gesticht ManvanMars? de militaire brandweer van Parijs beschikt behalve over een uit gebreid wagenpark ook over de nodige brandweerboten, uitgerust met waterkanons, die haar ope ratiegebied vinden op de Se ine. welke Parijs en haar onmiddellijke omgeving een gebied met een oppervlakte, ongeveer de held van Noordholland NooyJ, waar naast, boven en onder elkaar ruim vijt millioen mensen zijn samengepakt - haar brandweer jaarlijks stelt, bestaat onder anderen uit het blussen van meer dan 3700 uitslaande branden en ruim 11 000 schoorsteenbrand/es. Daarnaast bieden de Sapeurs- Pompiers op velerlei gebied hulp en bijstand aan in nood verkerenden, hetgeen tot gevolg heeft, dat per aar niet minder dan 30.000 keer moet worden uitgerukt. Is het dan verwonderlijk, dat het publiek nauwelijks aandacht schenkt aan de rode wagens, die met behulp van hun sinistere tweetonige sirenes een snelle doorgang door het verkeer zoeken. BRANDEN hebben helaas in het af gelopen jaar te Parijs twaalf men senlevens geëist. In verhouding tot bovengenoemde cijfers kan dit aantal echter opmerkelijk laag worden ge noemd en het doet vermoeden, dat de organisatie en paraatheid tot een hoge graad van perfectie zijn opgevoerd. Om hierover iets naders te vernemen, lieten ■wij de stafchef van de Parijse brand weer, de commandant met de Hollandse naam Wendling, van zijn ervaringen vertellen. Het 4000 manschappen en officieren tellende regiment brandweerlieden van Parijs en omgeving is een militaire een heid. Dit is een unicum, daar nergens ter wereld de brandweer is gemilita riseerd. Niet zonder trots wordt dit vermeld, en ook, dat de tradities van het regiment zeer oud zijn: het was Napoleon zelf, die deze organisatievorm bijna anderhalve eeuw geleden heeft ontworpen. De zich steeds uitbreidende stad maakte een ver doorgevoerde decen tralisatie noodzakelijk, waardoor Parijs thans 59 grotere en kleinere brandweer kazernes bezit, inclusief de rivier- brandweer, bestaande uit vijf boten met ieder vier waterkanonnen. Tot nu toe heeft men de vuurhaar den in 80 procent der gevallen binnen vijf minuten weten te bereiken, doch de inspanning hiertoe wordt steeds groter. Het enorm toegenomen verkeer, dat chaotisch dreigt te worden, een pro- clecm dat tot in de ministerraad wo It besproken, kost ook de brandweer veel hoofdbrekens. Men kan niet meer met die snelheid rijden, waaraan men voor en in de oorlog gewend was. Lange files voertuigen, vijf, zes rijen naast elkaar, in beide verkeersrichtingen, kan men hier tegenwoordig op alle uren van ae dag zien. Hoe graag de automobilisten ook plaats willen maken, aanrijdingen kunnen niet altijd worden voorkomen. Schade door verkeersongelukken kost de brandweer jaarlijks een slordige tweehonderdduizend gulden. Doch uit één en ander blijkt wel, dat de problemen der eigen organisatie grotendeels zijn opgelost. De meeste aandacht wordt daarom tegenwoordig besteed aan steun en voorlichting vo'r de interne brandbestrijding in openbare en particuliere gebouwen. Grote maga zijnen, zoals Printemps, Lafayette en Samaritain, grote cinema's, theaters en musea bezitten hun eigen brandweer, die ieder begin van brand in de kiem kunnen smoren. Hoeveel schade zou de Grand Opéra anders hebben opgelo pen, waar tijdens de voorstellingen in een jaar tijds driemaal brand uitbrak Of de Comédie Frangaise en het Paleis des Sports, waar men rekening houdt met een jaarlijks gemiddelde van twee branden? Dan zwijgen we nog over de reactie van het licht ontvlambare pu bliek. Inderdaad is men reeds een eind gevorderd met de preventieve maatre gelen als gevolg waarvan branden thans tot het zeer verleden grote beho ren. Branden die historie maken, welke de bevolking van bepaalde arrondisse menten zich als het ware een generatie lang zal kunnen herinneren, komen niet meer voor. Slechts vier branden van enige omvang, welke een bestrijding met veertien stralen vereisten, moesten in het afgelopen jaar worden bedwon gen. Doch, zoals reeds gezegd, het zijn niet alleen branden, waardoor men in actie komt. Bij verkeers- en bedrijfs- ongelukken, gasvergiftigingen, verdrin- kingsgevallen en verstikkingen, moet men dikwijls de hulp der brandweer inroepen. Vaak komt men te laat, maar meer nog is men juist op tijd om een leven te redden. Zelfs dat van mensen, die een poging tot zelfmoord deden. EN dan horen we een nuchtere op somming van feiten, waarachter zich vaak dezelfde tragiek heeft afgespeeld. De Seine heeft zich in t?r loop der eeuwen, tot ver over Frankrijks grenzen, een trieste reputatie veworven. Onafgebroken wordt dagelijks en vooral nachtelijks op de rivier gepatrouilleerd. Bjj elk verdacht geluid worden de zoeklichten aangeflitst, want gemiddeld iedere nacht ziet een mens in vertwij feling maar één uitweg: de Seine. Een lugubere taak. dit zoeken naar slacht offers, maar de manschappen worden geroutineerd en met voldoening consta teert men, dat de helft dier ongelukki- gen op tijd wordt gered. Wie wel eens over de balustrade van de Eifeltoren recht naar beneden keek. een tijdverdrijf, waarbij men onwille keurig de adem inhoudt, zal zich her inneren, dat de mensen op de grond, de afmetingen van mieren hebben aan genomen. Onwillekeurig denkt men aan de wet der zwaartekracht, of anders gezegd, aan de mogelijkheid naar bene den te vallen. Er is moed voor nodig, vrijwillig te springen; om zo een einde aan zijn leven te maken. Het waren er drie in 1952De brandweer komt hier altijd te laat. Toch niet, in Novem ber sprong een meisje, maar bleef twintig meter lager ergens aan hangen. Ze werd gered, en was er onuitspreke lijk dankbaar voor. Tien mensen be zorgden hun omgeving kippevel, door aan de buitenkant van hooggelegen vensterbanken te gaan staan. Het bleef bij de dreiging, want de brandweerlie den wisten hen allen weer een meer stabiele basis te geven. Men heeft een apart woord voor deze geestelijk uit het evenwicht geslagenen: acteurs. Ook de métro, de ondergrondse, heeft een aantrekkingskracht voor hen, die zich voortijdig dood wensen. Van de elf mensen, werden er echter zeven in leven gehouden. Bij de 175 wanhopigen, die zich ophingen, kon in de meeste gevallen niet meer dan de dood worden geconstateerd, maar betere resultaten asmm heeft men bij diegenen, die door mid del van gas de dood zochten: van de bijna duizend, kon men er ongeveer vierhonderd redden. Het is niet opwekkend, deze confron tatie met de zelfkant van het Parijse leven, maar. zo vervolgt commandant Wendling, het is werk, dat gedaan moet worden. In ieder geval zijn de resultaten van dien aard ongeveer twee derde van het aantal slachtoffers wordt gered dat men zelfs van dank baar werk kan spreken. P)E SIRENE heeft geloeid. Motorspuiten en ladderwagens zijn in ijltempo over de boulevards gesneld op weg naar de plaats van de brand. Ditmaal geldt het alarm een uitslaande brand in een pharmaceutische fabriek. Weinige minuten na aankomst zijn de ladders in stelling gebracht en kan de strijd tegen het vuur beginnen. IJ dalen de trappen af, en lopen door de gangen van de hoofd kazerne. Op de enorme binnen plaats worden manschappen geïnstru eerd en getraind. Alle denkbaar brand- weermaterieel, hoofdzakelijk producten van de Franse industrie, staat klaar om op het eerste sein uit te rukken. Al het materiaal, dat in geheel Frankrijk wordt gebruikt, wordt eerst door de Parijse brandweer op haar deugdelijk heid onderzocht. Parijs zelf is voorzien van ruim hon derd brandweerauto's; allen van de be kende Delahave fabrieken. Voorts heeft men vier en dertig ladderwagens, sommige met een hoogte van dertig, en één zelfs van vijf en veertig meter. Heeft men hiervoor aparte ladderkorp sen? Neen, in principe is het zo. dat alle brandweerlieden met al het mate riaal vertrouwd worden gemaakt. In de practijk is het echter wel zo. dat dege nen. die Zich er het meest geschikt voor hebben getoond, bij voorkeur 'het laddermateriaal bedienen. In ieder ge val geldt dit voor de hogere ladders. Het fabeltje, dat de Fransen niet kun nen organiseren, wordt weer eens ge- loochenstraft. De Parijse brandweer mag er zijn. DOCH anders was de toestand in de fatale nacht van 28 Augustus 1941. Gedurende vier dagen had de be volking, verenigd in de Maquis, de Duitse bezetters fel bestreden. Over de gehele stad verspreid, kan men de bordjes zien: „Hier viel op 28 Aughstus 1944", en dan volgt de naam van een jonge Fransman, die het hoogste offer voor zijn land, voor zijn stad bracht. Op die laatste dag werden ook de thans overleden generaal Leclerc en zijn mannen met een stormachtig enthousiasme ingehaald. Parijs was vrij. Doch de vijand nam wraak. Zin loos. Het was dezelfde tactiek, waar binnen een tijdsbestek van enkele we- Als er geen brandjes te bussen zijn in de Lichtstad worden man schappen en materieel paraat JL. houden door oefeningen, z hierboven aan de oever van Seine. TK WIL ME geenszins gaan ver- diepen in het voor of tegen van het liften. Daar heb ik het te veel voor gedaan. Ik beschouw het als een goede, goedkope manier om van het ene land naar het andere te gaan en daarbij is het nog avon tuurlijk ook. Het avontuur zit niet zozeer in het betrekkelijk denk beeldige gevaar ervan, als wel in het onverwachte. Als ik aan het eind van een dag ging slapen, dacht ik altijd: waar en hoe, morgen- avond? Liften is eigenlijk een soort kaartspel, met veel geluk, pech en spelregels. Net als bij kaar ten, vergeet men de pech als men het geluk terug gevonden heeft. Vaak heb ik uren langs de weg doorgebracht, alles vervloekende en met de vaste overtuiging nooit meer te gaan liften, maar als ik even later in een mooie wagen langs de wegen suisde, dan was alles weer vergeten en was er geen betere manier om te reizen, dan „Faire l'auto-stop", zoals de Fran sen zeggen. Ik had het plan opgevat om dit jaar naar Denemarken te gaan, om dat iedereen anders naar het zui den ging. Zo vertrok ik dan Don derdag 31 Juli met de auto van een neef naar Utrecht met als uiteinde lijke bestemming Kopenhagen! Met weinig moeite en veel geluk bereikte ik die dag de vastgestelde plaats voor de overnachting. Bij ae jeugdherberg aangekomen, kreeg ik te horen: „Geen plaats meer". Ik vertelde de man, dat ik lucht matras en slaapzak bij me had en veronderstelde, dat hij nog wel een stukje vloer van 2 bij 1 meter vrij had om die neer te leggen. Nee, dat kon niet en dat mocht niet. Hier s nu een klacht, die ik van veel kan ten gehoord heb: De Nederlandse Jeugdherbergleiding mocht wel eens wat soepeler zijn. Ik ben in veel volle jeugdherbergen geweest, maar nooit werd ik weggestuurd. Altijd vonden ze er wat op, behalve in de Nederlandse jeugdherbergen. Het gevolg was, dat ik die nacht bij een boer op het stro sliep voor een, naar verhouding, hoge prijs, wat ook geen ramp is, maar toch.... De volgende dag bij de grens be gon het pas. Toen ik daar aankwam en me installeerde voor een tijd, die zeven uur zou duren, ontmoette ik mijn eerste Denen, waar ik later erg veel aan gehad heb. Met een ervan lifte ik door Duitsland en de ander gaf mij het adres van een Studententehuis, waar hij woonde en waar ik ook in Kopenhagen ver toefd heb. Eindelijk kwam dan de auto, waarop we al zo lang gewacht had den en de Deen en ik gingen naar de Duitse grens om aan de forma liteiten te voldoen. Eén ding merkte ik meteen: een Duitser in uniform is altijd hetzelfde. Likken naar bo ven en trappen naar onder. We herinneren ons dat dat wel uit de tijd, die we nu maar vergeven en vergeten moeten. Het enige verschil met toen was, dat ik nu „boven" en een Duitse vrouw, die te veel mee nam, „onder" was. Nadat ik ettelijke malen besa- lueerd was, ook zo'n bekende ge woonte. en als „Gnadiger Herr" met een „Gute Rei se" de grens verliet, was mijn humeur volmaakt be dorven. konden ontwikkelen, zoals de Deen zei. Toen ik daar zo in het donker lag en probeerde te slapen, dacht ik aan een van de aardigste liftervaringen die ik heb gehad. Ik was op weg naar Parijs en zat in een heel oud vrachtwagentje, merk Citroen, naast een heel oud chauffeurtje, merk Pierre. We kon den het heel goed vinden en Pierre inviteerde mij op een wijntje. Toen ik weer op mijn plaats kroop in het Die avond kwamen we in Hamburg aan, te laat voor de jeugdherberg, te arm voor hotels, en dus liepen we de stad uit in de richting Kiel, om ergens langs de weg te gaan slapen. Wie beschrijft onze vreugde, toen we twee grote Deense vracht wagens zagen staan, die ons mee namen. Zo reden we 's nachts door Duitsland in een potdichte, stik donkere bak. waar we onze films autotje, dat op het fietspad gepar keerd was, hoorde ik acnter me een vreselijk geraas, en wat bleek: Pierre schudde een zak zolen in de gasgenerator uit. Nu begreep ik, waarom het er niets toe gedaan had, dat de benzine op was, zoals hij had gezegd. Vervolgens gingen we ver der, maar eerst moest Pierre naar zijn broer, even buiten Parijs, en ik ging mee. Bij de broer viel ik mid den in een ver jaarspartij, maar dat hinderde helemaal niet, even harte lijk werd ik ontvangen. Een uurtje later slapten we, aanmerkelijk minder nuchter, weer op en einde lijk ging het dan naar Parijs. Een hinderpaal deed zich nog voor; de spoorbomen waren dicht en de wachter was er niet. In Frankrijk, op het land, gaat men uit van het standpunt: de bomen zijn gewoon dicht en als er eens een auto komt doen we ze wel open. Eindelijk werd de bomen-man uit de kroeg gesleept en maakte de weg vrij. Tenslotte sliep ik in, dit in de Deense auto, en toen ik wakker werd, waren we in Denemarken. Twee dagen later bereikte ik, met een ongelooflijke hoop pech, Kopen hagen. Hoe ik daar werk vond en wat voor wtrk, zal in een volgend ar tikel verteld worden. ALLAN TROTTER. ken. de bevolking van Brussel en Eind hoven eveneens het slachtoffer zou worden. Want de eerste nacht na hun vlucht kwamen de Duitsers terug met bommenwerpers. Op meer dan vijftig verschillende plaatsen stond de stad in lichterlaaie. Het was de ergste ramp, die de brand weer in deze eeuw moest keren, doch met behulp van de militairen was men de branden binnen een dag meester. Wij nemen afscheid van de Parijse brandweer, en haar sympathieke com mandant, en voldoen gaarne aan zijn verzoek de Nederlandse brandweerlie den te laten weten, dat zij, die hiervoor Interesse hebben, een korte stage, trai ningsperiode, bij hun collega's in Parijs kunnen doormaken In een vrij snel tempo volgen de fllms over de Bescherming Burgerbevolking elkaar op het ogenblik op. Beleefde enige weken geleden „De les van Lon den" haar premiere thans is ook „Buurmans Buurman" aan de open baarheid prijs gegeven. Sterker nog dan de eerste is deze rolprent een wer vingsfilm. De bedoeling zit voor, met deze film de boer op te gaan, beiang^ stelling te wekken voor en de burgerij te overtuigen van de noodzaak der bur gerlijke Beschermingsmaatregelen en mannen en vrouwen te werven die een plaats kunnen bezetten in het bescher mingsapparaat. „De les van Londen" zal in de eer ste plaats in het voorprogramma der Nederlandse bioscopen worden vertoond. „Buurmans Buurman" zal in hoofdzaak op wervingsbijeenkomsten worden ge draaid. Het scenario is van Leonard Huizinga, de regie van Ted de Wit. Het is geheel en al een Nederlandse film, dit slaat op Nederlandse toestanden en van de Nederlandse mentaliteit uitgaat. Er is een aantal oefeningen van B.B.- onderdelen in verwerkt. De titel slaat niet op personen in de film, maar op de algemene beginselen van naastenliefde en burenhulp. „Buurmans Buurman" is dezer dagen voor de eerste maal in het Rembrandt- theater te Utrecht vertoond. Er waren vele autoriteiten tegenwoordig, die met de Bescherming Bevolking relaties heb- De Aziatisch-socialistische conferen tie te Rangoon heeft besloten tot op richting van een afzonderlijke Aziati sche organisatie, welke in verbinding zal treden met de Socialistische Inter nationale, die 36 partijen omvat. Het besluit viel op een besloten bijeenkomst van de leiders der delegaties en moet door de voltallige vergadering worden goedgekeurd. UEN JONGEN van een jaar of twaalf dwaalt door de brede en hoge ruim ten van de tempel in Jeruzalem. Hij kijkt in verschillende vertrekken, be wondert de prachtige versieringen, aangebracht aan pilaren en wanden. Het maakt een geweldige indruk op hem. Hij komt helemaal uit Nazareth in Galilea, uit „de provincie" dus. Met zijn ouders heeft hij hier het Paasfeest gevierd, herdenking van de bevrijding uit de tyrannie van Egypte, Hij is nu opgenomen in de Israëlitische kerkelij ke gemeenschap. Wonderlijk thuis vbeit hif zïch hiér. Het is alles hoog en anders dan hij gewoon is en toch voelt hij zich er één mee. Priesters, levieten en rabbi's lopen langs hem. Wat moet dat jochie hier nog? Hij vergeet de tijd, zelfs zijn ouders en zijn vrienden. Waar zijn ze? O, onder de duizenden, die elk jaar naar het Paasfeest in de hoofdstad komen, zijn ook altijd fami lieleden en belangstellenden en nu, na het feest, zijn zijn ouders druk pratend met hen de nauwe straten van de stad doorgedrongen en naar buiten gewan deld, op weg naar huis terug. „De jon gen" zal wel bij zijn vrienden zijn, in de buurt. Maar als het avond is en zij hem roepen, blijkt hij nergens te vinden. Zoeken! Als hij maar niet bij verkeerd volk terecht is gekomen, of een onge luk gekregen heeft! Heeft niemand hem gezien? Nee. Zelfverwijt: hoe kun je een kind van 12 jaar alleen laten bij zo'n drukte. Als zij hem eindelijk, na dagenlang zoeken, vinden, ontlaadt hun zelfverwijt zich in ergernis. Maria zegt geïrriteerd: hoe heb je dat je ouders kunnen aandoen, We waren zo ontzèttend bang. Toegegeven: een jon gen van 12 jaar moet zorgen in zulke omstandigheden bij zijn ouders te blijven. Maar zij hadden beter moe ten oppassen. Praatjes met kennissen en buren maken wel eens vaker dat men belangrijke dingen vergeet.... Maria is perplex van het antwoord, dat hij argeloos of bewust? geeft: „Maar u kon toch wel begrijpen, dat ik hier, in de tempel, in de dingen mijns Vaders zou zijn?" Nee, dat kon Maria nog maar heel moeilijk begrijpen. Zij moest nog le ren, hem bij „de dingen des Vaders" te zoeken, 't Zou haar heel veel kosten, eer ze in Hem evenzeer „Zoon des Vaders" als haar kind zag. Een nette, oppassende, idealistische man was haar toekomstdroom. Die droom heb ben velen nóg over hem. Dan hoeven zij ook niet te beslissen: zij kunnen hem goed en groot en „een ideaal" vinden. Maar dan moet hij niet ondeu gend zijn en achterblijven als de an deren weggaan. Hij is, als het er op aan komt, toch maar één van ons. Maar zo ondeugend is hij wél, nu nog argeloos misschien, straks bewust Eén van ons, inderdaad, doch tegelijk de gans Andere, Zoon des Vaders. Dat is toch Kerstmis, dat God in hem tot ons kwam? Was Maria het vergeten? Toen hij daar in de tempel rondliep, had eindelijk iemand hem aangespro ken: „Wat doe je hier nog? Moet je niet naar huis?" Maar hij had een we dervraag gesteld: Wat betekent dat gezang, dat gisteren gezongen werd? tk zou hier wel willen blijven. Zijn hier altijd zoveel mensen en koren en priesters? Veel mooier dan in de sy nagoge bij ons!" De priester neemt hem mee in een zijvertrek, waar zijn collega's zijn en zij vertellen hem van Israëls geschiedenis, van Gods daden in en voor Zijn volk. Zijn Rjjk zal eens voorgoed komen, als de Messias, de Koning komt! Zij vertellen en hij vraagt, zij vragen en hij antwoordt en zij verwonderen zich zeer. „Wist gij niet, dat ik moest zijn in de dingen mijns Vaders?" Even een blik in de jeugd van Jezus, een profetie van wat Hij eens zou blij ken te zijn. Dat is het heil, dat er één in deze wereld was, mens, en tegelijk volledig één met de Vader. Dat is de verschrikking van deze wereld, dat wij mensen niet meer zijn „in de din gen des Vaders", niet meer één met God, maar zelfstandg, ons doel in ons zelf zoeken (oorzaak van alle ellende) en daarmee onze bestemming als mens: God lief te hebben als Zijn schepsel, missend. Jezus Christus is gekomen om hemel en aarde. God en mens weer te ver binden. De verachten en de gezeten burgers, de slechten en de goeden, de verlorenen èn de fatsoenlijken: Hij wilde onder hen wonen, aan hen ge lijk zijn, maar mét de dingen des Va ders: mens èn God was hij onder ons, en bracht ons de liefde van de Vader, de heerschappij van God openbaarde Hij en mensen die Hem volgden, wis ten zich weer thuis. Zoals hij „Zoon ces Vaders" was, zo mogen wij, door Zijn werk weer kinderen Gods wor den. Goddank, dat „de dingen des Va ders": vergeving, overwinning over zonde en dood en daardoor liefde en vrede, kortom: Zijn Rijk, in Jezus op aarde werkelijkheid werden. Daar ligt de grond van ons vertrou wen in de toekomst. Ds J. BORGHARDT Den Helder. In een bedrijf in Duitsland is alu- miniumkleding beproefd bij een hitte van 1000 graden. Een ther mometer, welke een brandweerman in dit pak bij zich droeg wees slechts een temperatuur van 28 graden C. Het aluminium is zo dun als sigarettenpapier en wordt op een gewoon pak geplakt. Speciale afdelingen van de Westduitse politie en brandweer zullen deze pakken in gebruik nemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 7