STERREN
Een siap
STRALEN OVERAL
de goede richting
in
Afscheid van Nijhoff
Het orkest speelt en de zakelijke
leiding wist het voorhoofd af
Jan de Hartog bespeelt Jan Publiek
H
ONZE FILMINDUSTRIE WACHT OP
EEN GOED SCENARIO
Orkesimensen d*e nooit worden toegejuicht
O
D:
Stedelijk Museum
te Amsterdam
„Het Hemelbed", zes close-ups van een
huwelijk dat heel bleef
J
Feiten en cijfers
Enige verdienstelijke
creaties
Toch is deze film er nog weer eens
het bewijs voor, dat het bij ons voor
al schort aan goede filmscenario's.
Want ook thans is het verhaal wel van
een heel erge burgerlijkheid doch ge
lukkig nergens ordinair en de fami
lie onder de stralende sterren van een
alledaagsheid, die ons nogal denigre
rend lijkt voor ons volk.
piiiiiiiiiiiiiiimiim
Wij jutten htm
hiiju-tn it iet!
iiiiiiimumminimum
Het schema
Eerst gaan we kijken, welke
PLANKENPROMENADE
Zorgen
Na de pauze
Kees Manders gaat naar
de Verenigde Staten
FERNANDEL GERIDDERD
ET MELODIETJE
tulf
een ver.
(Van onze filmmedewerker)
u ongetwijfeld ai kennen van hel schip, dal de haven
uil vaarI naar
stralen Jvera^Hef1. v^"a'bo^®n acb,er dezelfde sterren schijnen als boven het onze: Sier,en
lm i aatste tijden gespeeld in bioscooen en voor de radio en gisieren
^Nederlandse tlms hebben'gedij?-' °nS ''"t prem'ère gegaan Zoals we bi' Practisch alle m
twee ogen dicht zitten I - JL d'pHtkniJpen VOOr de ^ortkomingen. en vaak met
r\ willen we °°k ou wel weer doen. al is daar gelukkig niet veel reden
dool nn d Gn V3n d& '''m "^erren stralen overal worden immers voor een groot
i 9 aa ^°or men'9 aardig moment en soms zelfs een bijzonder verrassende opname
ia. use™e"*S m' ^an' da! beoogt deze nieuwe Nederlandse rolprent volgens haar
pro uc e e er u i e/er voornamelijk te wezen: een amusementsfilm, die niet zwaar tilt, maar
d N°d anS gee^ aan de P'a"e Qijn en banaliteiten. Als we voorts in aanmerking nemen,
i li °p 9ek"ed van filmproductie wel met heel grote moeilijkheden te kampen heeft
°^i f 8 ze^eb'ed yoor de film ie weinig mogelijkheid op winst, waarvan een geregelde
pro uc ie e ostigd zou kunnen worden, zodat we meer routine zouden kunnen krijgen), dan mag het
/ongs e pro uct uit de Cinetone Studios bij Duivendrecht zeker wel aanspraak maken op onze waardering
Kitty Janssen en Guus Oster droegen in belangrijke mate bij tot het rede
lijke peil van ,JSterren stralen overal".
Het Stedelijk Museum te Amsterdam
heeft in het afgelopen jaar bijna ander
half maal zoveel bezoekers geteld als
in 1951. Ruim 163.000 personen passeer
den de contróle, tegen 113.000 het jaar
daarvoor. De tentoonstellingen trokken
ruim 153.000 belangstellenden.
In vier kabinetten en een zaal is op
het ogenblik een expositie van moderne
kunstnijverheid ingericht. Zij omvat
Jugendstijl 1890—1915 in Nederland,
Wiener Werkstaette en aanverwante
stromingen 19101926, ceramiek 1910
1930. onder meer uit Frankrijk, Zweden
en Denemarken, en ceramiek, glas en
textiel uit de periode van 1930 tot heden.
Verleden zomer is op de tentoonstel
ling Vals en Echt een proef gehouden
met „draadloze explicatie". Deze is zo
uitstekend geslaagd, dat men de appa
ratuur thans officieel in gebruik heeft
genomen op de expositie-Sutherland.
Deze familie Amstel is een van die
vele gewone Nederlandse gezinnen,
waar de ouders na jaren van tobben en
zwoegen elkaar durven bekennen, dat
ze er hier geen gat meer in zien, en er
voor de kinderen helemaal geen toe
komst meer is. Dan volgt het moeilijk
besluit om te emigreren. Doch als alle
papieren ingevuld zijn en alles voor het
vertrek gereed is, wordt vader Piet
Amstel op een van zijn ritten
in zijn gammele taxi neergesla
gen. Hoe de familie na die te
genslag uit de zorgen wordt geholpen is
wel een van de zwakste stukken uit het
scenario (dat naar een idee van Ge-
rard Rutten door hem en Jan Gerhard
Toonder geschreven is) al bood het de
mogelijkheid Willy Walden en Piet
Muyselaar voor de camera te halen.
Deze op een grote zaal ingestelde ar-
tisten blijken povere filmspelers, wat
sterker opvalt wanneer we hen in scè
nes met anderen zien.
PIET AMSTEL de taxichauffeur,
wordt zeer verdienstelijk uitgebeeld
door Johan Kaart. Voor een niet
gering deel zal regisseur Gerard Rutten
wel aebet zijn aan het zeer beheerste,
rustige spel van deze hoofdrolspeler. Hij
is de nuchtere wat argwanende Hollan
der, waarnaast Peronne Hosang als zijn
vrouw natuurlijk en heel gaaf spel te
zien geeft. Hun dochter Willy is in het
particuliere leven de toneelactrice Kit
ty Janssen, die ook nu weer de bewij
zen levert, dat haar dictie en spel veel
beloften inhouden. Ze is een heel fris
en spontaan Nederlands meisje zonder
al te veel glamour, wat in de sfeer van
deze film beslist mis gestaan zou heb
ben. Haar vriend Jim is Guus Oster, de
eeuwige jeune premier. Het levendige
gezicht van Jan Musch blijkt puik ca
meramateriaal, al is de rol van de wat
ernaast-filosoferende levensverzeke
ringsagent nu waarschijnlijk niet de
filmkans waar hij z'n leven lang op ge
wacht heeft. Hetgeen evenzeer geldt
voor Aaf Bouber als de koffie-dik me
vrouw. Deze uitstekende actrice ver
dient met haar mogelijkheden betere
kansen.
De verrassing in de film „Sterren
stralen overal" is echter het spel van
Hetty Blok als de dochter van de buur-
man-wasbaas en van Hans Kaart als
de louche onderwereldman. Zij beiden
bezitten naast een zeer natuurlijke le
vendigheid een originaliteit, die aan
deze in wezen heel gewone rollen al
lure geeft.
Herbert Joeks als de „doodbidderige"
verloofde van des wasbaas' dochter,
Matthieu van E.vsden als de wasbaas,
het jongetje Edwin, zij allen wisten on
der goede regie goed voor de dag te
komen.
HIERMEDE zij dan het bewijs gele
verd dat in Nederland wel dege
lijk een goede amusementsfilm ge
maakt kan worden. Dat over het alge
meen het tempo wat vlugger had kun
nen zyn is typisch een gebrek aan rou
tine. En scènes zoals de bedscène met
het eindeloze gesprek tussen Piet Am
stel en zijn vrouw, waarbij de camera
niet van haar plaats komt (wat even
eens bij de zaalopname van de revue
van Snip en Snap hinderlijk is) mogen
toch eigenlijk niet voorkomen. Daar
tegenover staat echter de directheid,
waarmee het vertrek van de boot ver
filmd is, en die weer van veel vakman
schap getuigt. Zonder enige valse sen
timentaliteit, maar treffend door een
voud en met een sfeer van weemoed,
weet deze scène wezenlijk te ontroe
ren. De montage van Lien d'Oliveyra
(zij monteerde ook de opnamen van de
film Willem Barendsz) was hier ook
beter. Voor deze scène geven we het
droomgezicht, de knokpartij en het ge-
snip-snap graag cadeau, al kunnen we
niet voorbij aan het feit dat dit alles
wel ingelast zal zijn om alle groepen
van de Nederlandse bevolking het hun
ne te geven.
STERREN STRALEN OVERAL onder
productieleider Rudi Meyer (hij liet
eerder Pygmalion en Vadertje
Langbeen vervaardigen) tot stand ge
komen, doet ons het beste hopen voor
onze nationale filmindustrie. En of u
de film nu gaat zien om de beide Kaar
ten, om het romantische paar Kitty
Janssen-Guus Oster, om het talent van
Hetty Blok nog eens een keer te meer
te bewonderen, of om Willy Walden en
Piet Muyselaar als de Nederlandse Lau-
rel-Hardy capriolen te zien maken, u
zult na afloop moeten toegeven, dat
„Sterren stralen overal" een aardige
stap vooruit betekent op de weg naar
een officiële filmproductie. De acteurs
zijn er, Rutten is een aardig spelregis-
seur die met wat meer routine ook de
algenele regie wel onder de knie zal
weten te krijgen. Nu nog een goed scena
rio en financiële steun en dan kunnen
we het ooit misschien zover brengen als
een ander klein land, ik bedoel Dene
marken, dat met „Ditte" toch een pres
tatie wist te leveren.
IN DE GROTE stilte van de nacht
is deze week van ons heengegaan
Martinus Nijhoff, die in zijn mens
zijn, in zijn uitingen, hetzij gesproken
temidden van zijn vrienden, daar waar
het ging om waarden, die uitstegen
ver boven het alledaagse en het stoffe-
lijke, hetzij in momenten van het zui
vere alleen zijn aan het schrijfpapier
toevertrouwd, een krachtbron, een sti
mulans tot overdenking en bezinning
werd, die wij zeer node zullen moeten
missen.
Behalve de droefenis om dit nog zo
plotselinge afscheid, grijpt ook de
weemoed cms aan bij het beseffen, dat
de rij der groten onzer letteren, van
hen, die daarop tussen de jaren '20 en
'40 hun stempel drukten en door
drenkten met hun zoekende geest, tel
kenmale kleiner wordt. Slauerhoff,
Marsman, Du Perron en nu Nijhoff...
Een weemoed, die soms ook iets
krijgt van een bepaalde angst als men
de ontwikkeling van onze letteren na
1945 gadeslaat en ondanks veel speuren
bij het werk der z.g. jongeren met lege
handen blijft, als men zoekt naar po
sitieve lijnen, naar een meer dan indi
vidueel basement, waarop inderdaad
groot en belangwekkend werk kan
worden opgericht.
Martinus Nijhoff wérd in verschil
lende opzichten minder gekend dan
velen zijner generatiegenoten, zij het
dat zijn naam dank zij enkele leke-
spelen als het Kerstspel „De ster van
Bethlehem" (1942) de laatste jaren in
groter kring werd genoemd. Die mip-
dere gekendheid spruitte voort uit het
Willy Walden, Johan Kaart en Piet Muyselaar spelen een komische scène
in de Nederlandse film Sterren stralen overal
feit, dat deze dichter in eerste instan
tie geen uitgebreid oeuvre schiep en
bovendien daarin een dikwijls zo diepe
en rijke gedachtensfeer openbaarde,
dat deze wel moest afstuiten op een
helaas algemeen bij de mens in toe
nemende mats te constateren geeste
lijke onrijpheid.
Daarom zijn wy Nijhoff dankbaar
voor wat hij ons heeft willen (en
moeten) geven. Als wij nu en straks
weer „Nijhoff" lezen, willen wij dat
doen, denkend aan de woorden van de
dichter zelf, die eens schreef:
Het is of je op een groenen heuvel
toeft,
Een fabel leest, of ziet een
mozaiek
En 't hart ontvangend wat het
hart behoeft,
Niet meer van pijn verbijsterd,
niet meer ziek,
Vergeet een glimlach lang
wat het bedroeft.
W. K.
(Van onze muziekmedewerker)
|N DE SOLISTENKAMER van het Rotterdams ken. Concertmeester Salvatore Tomasso is in een
Colosseum-theater, waar het Rotterdams Phil- geanimeerd gesprek gewikkeld met een Rotter-
harmonisch Orkest concerteert,
is het bijzonder druk: er heerst
die nerveuze beweeglijkheid,
die men onder musici aantreft
vóórdat hun optreden begint.
In de hoek van het vertrek staat
dams medicus, die de solisten
kamer is binnengewandeld
Plotseling echter verstomt alle
conversatie. Er is nadrukkelijk
op de deur geklopt, die nu
langzaam opengaat: een man-
Theo Olof, die straks Beethoven zal spelen en nu in-uniform verschijnt, naar wie iedereen in het
nog even vluchtig enkele passages repeteert. Diri- vertrek gespannen kijkt. In de stilte komt van ver
gent Eduard Flipse schijnt zich afgesloten te heb- uit de foyer het geluid van tinkelende kopjes
ben voor de roezige drukte rondom hem, hij be- Met enig pathos declameert deze suppoost
studeert de partituur en wendt zich tot Olof om zijn aankondiging, als ware hij de oude Graalkoning
nog een detail van een cadensovergang te bespre- uit Wagner's „Parsival": „Die Zeit ist da...."
VER enkele ogenblikken zal het
applaus in de zaal opklinken, zal
Flipse de dirigeerstok heffen en
zullen die vier zachte, mysterieuze
paukenslagen gehoord worden, waarvan
men vertelt, dat Beethoven ze noteerde,
toen een late bezoeker behoedzaam aan
zijn deur klopte
De luisteraar in de zaal bespeurt wei
nig van de geestelijke spanning, waarin
dirigent, solist en orkest verkeren, een
spanning, die een hoogtepunt bereikt
in de ogenblikken, waarop het podium
wordt betreden. Voor hem is een con
cert een vanzelfsprekende gebeurtenis,
waarbij hij zich niet druk behoeft te
maken over de intensieve voorberei
dingen, die er aan voorafgingen, de da
gelijkse repetities, en allerminst over de
enorme hoeveelheid werk, die verzet
moest moest worden voor diegenen, aan
wie de zakelijke leiding en de organi
satie van een concertseizoen zijn opge
dragen.
In de solistenkamer van het Cotos-
seum-theater troffen wij temidden van
de musici de heer F. H. Berghuys aan,
directeur zakelijk leider van het
Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ook
hij keek op, toen de suppoost zijn plech
tige aankondiging naar binnen riep,
want elk concert immers is mede zijn
werk. Daarom onderging hij de span
ning van het ogenblik evenzeer als de
mensen van het orkest. In de pauze,
tussen Beethoven en Strawinsky, ver
telde hij ons iets van de vele voorbe
reidingen, die nodig zijn vóórdat het
schema voor een seizoen voor elkaar is,
vaste concerten we moeten ma
ken", zo zei hij (mensen uit de
muziekwereld spreken over een concert
of een bepaald werk „maken" en niet
over „geven"), „die concerten vullen
we aan met de vaste series in andere
plaatsen, b.v. Delft, Gouda, Dordrecht,
Leiden, Vlaardingen en met de jeugd-
concerten in Rotterdam. Zo komt het
„frame" van het seizoen voor elkaar.
Voorts gaan we de zalen bespreken
helaas heeft Rotterdam nog steeds geen
eigen concertzaal en bij de impressa-
riaten informeren, welke solisten ter
beschikking zijn en in welke periode.
Daaruit maken we vanzelfsprekend
alles in nauwe samenwerking met de
dirigent een keuze. Wanneer dan
vaststaat met welke werken de solis
ten komen, kan de heer Flipse bepalen,
welke composities hij met het orkest wil
uitvoereh. Inmiddels zijn er zo ongeveer
(Van onze toneelmedewerker)
AN DE HARTOG is in onze letteren wel een der
merkwaardigste figuren. Een vroeg succes in de
literatuur moest hij bekopen met verguizing van menig
volgend boek door de critici. Zijn toneelstukken had
den in het buitenland meer succes, dan binnen onze
grenzen. Soms lijkt het er op, dat De Hartog een pro
feet is, die in eigen land niet geëerd wordt. Rustig
schrijft De Hartog verder. En het publiek léést hem,
de critici ten spijt. Terwijl het voor zijn toneelstukken
een levendige belangstelling aan de dag legt. Het Rot
terdams Toneel heeft nu „Het Hemelbed" op zijn
repertoire genomen, een stuk, dat al maanden in New
York repertoire houdt en naar gezegd wordt in ver
scheidene andere landen tot de successtukken behoort,
tot in Japan en IJsland toe!
De morsdode Potasch
trekt volle zalen
l)E CRITICI staan al weer
klaar. „Het Hemelbed)' is
platvloers, het is geen stuk,
de dialoog is onnozel, en er
is geen draad in de hande
ling te bekennen, de effec
ten zijn grof en goedkoop,
het geheel heeft met kunst
niets uitstaande.
Maar Jan Publiek geniet
een avond lang. Hij lacht
en pinkt stiekum een traan
weg. Hij laat zich gewillig
door Jan de Hartog bespe
len en de twee Jannen blij
ken opperbest met elkaat
overweg te kunnen.
En wat de Rotterdammers
met Waaier-patience en
Hendrik de Vierde, twee
topprestaties van het to-
neeljatr 1952-1953 niet wis
ten te bereiken: een batig
slot om volgend jaar ver
der toneel te blijven spe
len, dat bereiken zij spe
lenderwijs met „Het He
melbed"!
Men ziet meer dergelijke
verbluffende, schijnbaar met
iedere logica strijdige ge
vallen. Johan Kaart heeft
sedert December 1950 onge
veer zeshonderd opvoerin
gen kunnen geven van een
tot op de laatste dr -.ad ver
sleten blijspel. Hij durfde
het destijds nauwelijks op
het repertoire te zetten. Hij
vreesde zelf. dat er geen
kip naar zou komen kij
ken. Intussen hebben ten
naasten by 400.000 mensen
deze stokoude „Potasch en
JAN DE HARTOG
Perlemoer" gezien en ge
noten. En telkens staan er
weer nieuwe drommen voor
de schouwburgdeuren.
CR is voor het succes van
deze „Potasch" en „Het
Hemelbed" een psycholo
gisch voor de hand liggen
de verklaring.
Duizenden, die nu toneel
liefhebbers zijn, hebben een
doodgewone vader en moe
der gehad, die dat ook wa
ren. Die ouders waren nog
niet „highbrow" genoeg om
met volle teugen te genie
ten van een komisch Joods
stuk. Zij vertelden ervan
aan hun kinderen. Maar
Potasch w-s, toen die jeugd
zelf naar het theater ging,
al lang en breed morsdood.
En nu, na jaren, is Potasch
eensklaps herrezen. De jon
gelui van toen krijgen hun
k-ms. Ze grijpen haar. Ze
genieten: want Potasch
heeft kwaliteiten. En zii
zijn de reclame voor dit
morsdooie stuk. Zij slepen
ook de jeugd van thans
mee. Over veertig jaar kan
men Potasch weer op het
repertoire zetten!
UET HEMELBED" is jong.
Maar het speelt zich
in slechts één enkel decor
af: in een slaapkamer. In
zes episodes toont het tel
kens het zelfde getrouwde
paar: in 1890, 1891, 1901,
1908, 1913 en 1925. Met als
voornaamste decor steeds
weer opnieuw het bed met
een hemel erboven. Agnes
en Bram hebben in 1890 hun
eerste kind gekregen. In
1925 zijn zij bedaagde oud
jes geworden. Niet zonder
zon en schaduw, niet zonder
storm. Mvar lun huwelijk
is héél gebleven.
En wie nu zelf de vijf
kruisjes achter de rug heeft,
ziet, deels in caricatuur
deels met grof sentiment,
maar suggesk?f, zijn eigen
leven weerspiegeld. En wie
jong is, kan bij Jan de Har
tog gaan kijken naar wat
zijn ouders tebben door
leg'c, met een licht heim
wee. rmar met de stille vol-
doenirtg, dat, alle modernis
me len spijt, dat huwelijk,
zoals gelukkig de meeste
huw; lijkon, héél bleef.
Zij allen kunnen lachen,
schateren, een traan weg
pinken. Zij zien voortreffe
lijk spel van Ko van Dijk
en Lily Bouwmeester, de
twee enige personen in dit
stuk. En zoveel solide to
neel, dat zij aan hun trek
komen, ten volle.
Maar bovenal: zij kunnen
zich zelf zien. of hun ouders.
ifen ?ekere weemoed
misschien bij de ouderdom
l1}. bl-l de jeugd. Zij zién nn
verleden herleven, da
reeds „goede, oude
En dat wil mev
van Pofa-rh en Perle
moer. En van Jan de Hartog
G. B.
zes maanden voorbijgegaan. Van ver
schillende kanten hebben we dan al
aanvragen lopen voor begeleidingen,
bijvoorbeeld van oratoriumverenigin
gen. Dat alles moet zo goed en zo
kwaad het gaat worden ingepast in ons
„frame". Gemakkelijk gaat dat niet al
tijd. Dikwijls is het een heel geschar
rel, terwijl het aantal manifestaties toe
neemt. In het seizoen 1951-1952 hadden
we er 148 in totaal!"
DAARNAAST komen natuurlijk de
financiële zorgen: er moet op ge
let worden, dat het schema pre
cies in de begroting past en bij dit alles
moet er een nauwe samenwerking be
staan met de artistieke leiding, met de
dirigent dus, ook omdat sommige wer
ken enorm duur zijn om uit te voeren,
met name noviteiten".
De taak van de heer Berghuys en de
zijnen is totaal anders dan die van
de musici op het podium. Zij doen hun
werk op de achtergrond in civiel.
Nooit betreden zij het podium, keurig
in rok met het instrument onder de
arm, nooit worden zy enthousiast toe
gejuicht en teruggeroepen door een op
getogen publiek, maar toch is hun werk
onmisbaar. Zonder deze arbeid zou een
goed concert onmogelijk zijn, want me
de dank zij grondige voorbereidingen
en onderhandelingen, mede dank zy het
passen en meten in een schema en mede
dank zij een zakelijk inzicht kan het
orkest een artistiek resultaat bereiken!
hij
toch
tijd"
wel.
E PAUZE IS OM. Dit keer heeft
de suppoost volstaan met de me
dedeling „dat er gebeld ls". In
de gangen van het theater haasten
zich de orkestleden naar het podium en
enkele ogenblikken later staat Flipse
achter zijn lessenaar en klinken de eer
ste maten van Strawinsky's „Petrouch-
ka", dat brillant geïnstrumenteerde
werk, dat evenwel het uiterste van or
kest en dirigent vraagt. Het publiek is
enthousiast na afloop en applaudiseert
staande.
De dirigent buigt, het orkest staat op
Zij danken Ook namens de wer
kers „op de achtergrond".
Voor opname van nieuwe
film „De wereld zingt"
De bekende chansonnier Kees Man
ders vertrekt 13 Maart met de „Rijn
dam" naar de Verenigde Staten, 'waar
nij met een Amerikaanse cameraman
opnamen gaat maken voor zijn nieuwe
filmproduct „De wereld zingt". Hij ont
ving deze opdracht van de B< nelux
Film Combinatie B.F.C. naar aanleiding
dam" en SACCef°ile fümPies „Volen-
dam en „Amsterdam-Parys". Aan de
vin Sn V°°rt£ tal van radio-artisten
van Hilversum, Brussel en Luxemburg
medewerken. Van de Nederlandse om-
roep zijn o.a. aangezocht Olga 7...1-
Maria Zamora, Johnny Meyer, dr Ci?
cos, Tony Schifferstein, Tony BaKK>
nes en het orkest van Tom Erich.
De Franse filmacteur Fernandel is
fleze week benoemd tot ridder in het
Legioen van Eer. Het Franse ministe
rie van O., K. en W. heeft hiermee de
in I rankrijk bijzonder populaire film
ster willen eren. In het buitenland is
Fernandel de laatste maanden vooral
bekend geworden door zijn uitstekends
V0[[uu 8 Va" de pasl001, »Don Ca*