N» -"j
De iwee tonelen van Otio Schuier
„Oom Sosso" is steeds Georgiër gebleven
FR ANKRIJKS
POPULAIRE
GEBOUWEN
Joseph Stalin gezien door zijn neef Budu Swanidse
Koken en schoenmaken zijn
zijn lievelmgsbezigheden
DE LES VAN
DE OEFENING
HOLD FAST
Het wassenbeeldenspel
De moderne kunsten
DU DE GROTE geglazuurde kachel met
zijn vele glinsterende steentjes, vind ik
een starende Otto Schuier. Een uur geleden
stond hij voor het voetlicht, als conferencier. Hij
oogst hier in München successen met zijn van
top-tot-teen politieke cabaret „Wer lacht dal"
Op het toneel een kwetterend, spitsvondig en be
wegelijk mannetje. Een kanarievogel, dacht ik
even. Nu bij die geweldige kachel, die reikt tot
bet plafond, een somber mensje. Een zieke mus;
als u de vergelijking wilt doortrekken. Waar
denkt deze Otto Schuier aan?, vraagt men zich
af. Niemand in München weet van waar hij
gekomen is. Het interesseert de mensen ook bit
ter weinig in dit land van afgesloten „Einmals"
Misschien was hij voor en tijdens de oorlog
Nazi-functionaris. Misschien ook zat hij wel van
1933 tot 1943 in een kamp voor staatsvijandige
elementen. Wat doet het er toe? Hij laat de men
sen met zijn cabaret een paar uren om hun
eigen ijdelheden lachen. Hij weet ook de humor
zo schrijnend waar te maken, dat men soms niet
weet of men lachen, dan wel huilen zal. Deze
man zonder verleden spot en laat spotten met
alles wat met politiek te maken heeft. Het spel
der grote krachten hij schildert die grote krach
ten af, terwijl ze in bad zitten, een likdoorn
hebben of koffie moeten malen voor hun non-
politieke vrouwen) wordt door Schuier tegelij
kertijd lachwekkend en beangstigend gemaakt
Zijn fijnste ironie en zijn scherpste sarcasme
wijdt hij aan de machthebbers en hun Oost-
duitse ja-broers over de zónegrens.
iPIcvxenitLpfim
Piumo-l
Zijn dochter
Wet der wraak
Voorlichting
Discipline
mmmmmmwa».
(Van onze Parijse correspondent)
J)E EIFELTOREN, die net zo oud is
als Maurice Chevalier, blijft de on
bestreden ster van al de Franse ge
bouwen. Niemand ontvangt meer be
zoek dan deze drie honderd meter
hoge stalen toren, die 's zomers tien
centimeter langer is dan 's winters en
die, wanneer het waait, op de derde
étage voelbaar heen en weer slingert.
Het vorig jaar werd het gevaarte, dat
de Duitsers hebben willen afbreken
om er kanonnen van te gieten, door
1.300.000 personen beklommen. Het
allergrootste gedeelte deed dit per lift
(drie gulden tot aan de derde étage).
Drie mannen beklauterden hem heel
stoer aan de buitenkant, waardoor zij
een volksmenigte rond de toren ver
zamelden. Als dank voor hun moed
kregen zij na afloop van hun beklim
ming een bekeuring. Twee meisjes
sprongen van de eerste étage naar
beneden. De Tour leverde een winst
van twee millioen gulden op.
Het zal u misschien verwonderen te
vernemen, dat de tweede plaats op
het ranglijstje van de populairste Pa
rijse gebouwen ingenomen wordt door
het oude en eerbiedwaardige Louvre.
Dit museum, dat de volledigste collec
tie kunstwerken ter wereld bezit,
trekt jaarlijks een 700.000 bezoekers,
hetgeen zelfs de Folies Bergère niet
zeggen kan. De voornaamste, beter
gezegd beroemdste bewoonsters van
het zeven eeuwen oude Louvre zijn de
Venus van Milo en de, sinds Leonarda
da Vinei haar schiep, steeds maar ge
heimzinnig glimlachende Mona Lisa.
Op Zondag worden deze twee dames
door zoveel aanbidders omringd, dat
men in de rij moet gaan staan om een
blik op maar te mogen werpen. Een
belangrijk gedeelte van de bezoekers
vergeet helaas, dat er naast de Mona
Lisa en de Venus nog honderdduizen
den kunstschatten van de Egyptenaren
tot aan de Franse impressionisten te
bekijken zijn. Zij menen het Louvre
te kennen, wanneer zij met de twee
populairste bewoonsters kennis ge
maakt hebben .wat gelijk staat aan de
buitenlander, die zegt Nederland te
kennen, omdat hij een keer in Volen-
dam is geweest.
MA HET LOUVRE trekt het Musée
Grévin de meeste bezoekers. Dit is
een bijzonder sympathiek, particulier
museum, waarin men Napoleon, Marie
Antoinette, Jeanne d'Arc, generaal de
Gaulle, Edith Piaf en monsieur Pinay
kan tegenkomen. Deze personen zijn
namelijk op zo'n kunstige en bedrieg
lijke manier nagemaakt, dat men
heel dicht bij moet komen om zich te
overtuigen dat het poppen zijn. Het
kan gebeuren dat u op een van de in
alle zalen geplaatste banken even wat
gaat uitrusten. Naast u zit een heer,
die wat stijf voor zich uitstaart. Er
zijn bezoekers, die een kwartier op
zo'n bank gezeten hebben zonder te
merken dat hun buurman ook een
pop was.
De sterren van dit wassenbeelden
spel zijn De Gaulle, Pinay, Edith Piaf
en Marat, die door Charlotte Corday
in zijn bad werd vermoord, hetgeen nu
juist honderdzestig jaar geleden is ge
beurd.
LIET MUSEUM van de moderne kuns-
ten trekt duizend belangstellenden
per dag. Het bevat de mooiste verza
meling moderne schilderijen, die door
Jean Cassou is bijeen _?ebrachL_tJ?e
doeken van mensen als Picasso, Matis-
se en Braque zijn zó duur dat het
voor geen enkel museum meer moge
lijk is er regelmatig van te kopen.
Maar Cassou kent de moderne mees"
ters allen persoonlijk en hij heeft nel
gedaan gekregen, dat de schilders hun
belangrijkste werk aan zijn museum
hebben geschonken. Zo heeft het Mu
sée d'Art Moderne thans de schilderij
en uit de beste „époques" van de
grote schilders. Want die grote schil
ders hebben, net als de wijnen hun
goede en hun slechte jaren ledereen
weet, dat Utrillo tussen 1900 en 19
zijn waardevolste werk heeft gemaaK
en dat de Montmartrejaanse straatjes
die hij rui, bijna aan de lopende bana.
vervaardigt, niet veel meer waard znn
De grootste tijd van Kees van Dnngen
gaat van 1925 tot 1939. Zijn tegenwoor
dige doeken worden zeer verschille
beoordeeld. Alleen van Matisse, ri
cessn en Branie Kan men zeggen aai
de waarde van hun werk met hun leer
tijd blijft stijgen.
(Van een correspondent te München)
£).e fyidkt mui
QTTO SCHULER zit nu bij de sprookjesachtige
kachel en hij denkt na. Als ik me ook een
plaatsje bij de kachel zoek, schrikt hij op. Dan
zie ik een glimp van herkenning in zijn ogen.
Tijdens de pauze hebben we samen gesproken.
Voornamelijk over zijn medewerkers. „Ik wilde
u nu graag iets over u zelf vragen", zeg ik.
De zieke mus is ergens neergevallen en de
kanarie van een uur geleden hipt opgewonden
door het vertrek. Honderd procent acteur, denk
ik, en ik voel een lichte spijt. Otto Schuier zon
der verleden, zoals ik hem zo even zag, is me
liever dan de cabaretier, die nagenoeg zonder
heden en geheel zonder toekomst is. „Waar komt
u eigenlijk vandaan, Herr Schuier?" vraag ik.
Hij aarzelt een ogenblik en zegt dan: „Zwickau.
Ik ben hier pas sinds October van het vorige
jaar. Daar was ik ook aan het cabaret, maar ze
vonden me te scherp. Ik kreeg een tip dat ze me
wilden inschakelen op de een of andere fabriek.
Of misschien wel in de mijnenDat weet je
daar toch nooit van tevoren. Het leek me in elk
geval beter om te verdwijnen. Kijk, hier hebt
u mijn persoonsbewijs. Daaraan zag ik, dat de
grond te warm zou worden".
UIJ OVERHANDIGT ME een klein formaat
boekje. „Iedereen moet zo'n ding bezitten",
zegt Schuier. „Wie het niet heeft is al bij voorbaat
politiek onbetrouwbaar. Slaat u 't eens open.
Kijk, op bladzijde negen staan twee stippen. Daar,
in de linker benedenhoek". Inderdaad, op de aan
gewezen plaats zie ik twee bijna onzichtbare
stipjes, die er met inkt zijn aangebracht. „Dat
betekent", zegt Schuier, „dat de Volkspolizei of de
SSD de bezitter van dit persoonsbewijs direct
mag arresteren en dat hij direct kan worden
overgebracht naar één of ander werkkamp. Zou
er .op bladzij 7 een stip staan, dan wil dat zeggen
dat ik verbindingen met het Westen heb. Al heb
je een familielid in Aken zitten, dan nóg heb je
„verbindingen met het Westen". Een klein streep
je op de eerste bladzij betekent, dat je het Sow-
jet-paradijs wilt ontvluchten. Zoals u zelf ziet,
zijn die stipjes zó geraffineerd aangebracht, dat
je ze nooit zou ontdekken, als je het niet wist.
Wanneer ik me bijvoorbeeld in Oost-Berlijn zou
vertonen en de politie zou me aanhouden, dan
was ik mijn vrijheid kwijt. Die „slavencode"
zoals we haar noemen geldt voor de hele
Sowjet-zone".
BUQci zmfii o-czï den.
UR ZIJN ER DUIZENDEN in de Oostzone, die
zulke slavenstipjes op hun persoonsbewijs heb
ben. De staatsveiligheid is het liefste goed van
de machthebbers. In een waar Stachanow-tempo
worden er processen gevoerd. Ze duren stuk voor
stuk niet langer dan twintig minuten, maar dat
is ruim voldoende om iemand tot levenslange
tuchthuisstraf of desnoods de strop te veroorde
len. Wist u, dat tot Januari 1950 de beruchte kam
pen Sachsenhausen, Buchenwald en de tuchthui
zen Bützow, Torgau en Bautzen druk in gebruik
waren? In de Westerse pers was er kort na de
oorlog al veel over te doen. In Januari 1950
galmde „Tass" dat de kampen tot die dag
werd hun bestaan heftig geloochend waren
opgeheven. Inderdaad, ze lieten duizenden men
sen vrij en die arme drommels zagen er net zo
beroerd uit als Hitlers gevangenen in 1945. On
geveer 3500 gevangenen werden vastgehouden en
in het tuchthuis Waldheim veroordeeld. De door
snee-strafmaat was 18 20 jaar. Van 659 gevan
genen heeft niemand ooit meer iets gehoord. Kort
geleden werden er tot grote verbazing van
iedereen plotseling drie journalisten vrijgela
ten. In 1945 werden ze gearresteerd en in 1950
tot 25 jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Waarom?
Ze weten het zelf niet eens!
geschreven, is middeleeuws. Bepalend is het Sow-
jet-document nr 1 van de aanklacht. Rechtskun
dige bijstand wordt er niet verleend. Na jaren
lange internering heeft niemand van de aange
klaagden nog de kracht om zich te verweren.
Fabrikanten kregen 25 jaar tuchthuis, omdat ze
in hun bedrijf tijdens de oorlog buitenlandse ar
beiders in dienst hadden. Er was in Waldheim
een man, die tot 25 jaar werd veroordeeld, omdat
hij gezegd had „S-bahnführer" (trambestuurder)
te zijn. Maar in het Russische protocol stond „SS-
banführer".En wat in het Russische protocol
staat, is waar.
In Waldheim zit ook een landarbeider uit Oost-
Pruisen. Hij heet Skowronnek. E'' was in Oost-
Pruisen ook een „Blut und Boden"-dichter van
die naam. maar die was geen landarbeider. De
landarbeider, die van het bestaan van zijn lite
raire naamgenoot nimmer had gehoord, kreeg
achttien jaar. Deze geschiedenis heb ik destijds
in mijn cabaret gebruikt. We hadden er een
sketch van gemaakt.... Notabene! Maar ik vond
geen andere manier om zulke dingen aan de
kaak te stellen. Het was ons succesnummer. We
veroordeelden de vroedvrouw, de controlerende
arts, de verpleegster, een voorbijkomende groot
vader en tenslotte nog de ooievaar. En het kind kreeg
bij zijn geboorte de naam „Tutti Tito" mee
niE RECHTSPRAAK in Waldheim, waarover de
drie journalisten waarvan ik sprak, hebben
QTTO SCHULER staat in gedachten op toneel.
„Eigenlijk sloeg alles in, wat we brachten",
zegt hij. „omdat het de mensen klaar en duide
lijk vertelde, wat ze zelf misschien niet durfden
dénken. Daar heb je de luier-affaire. Met veel
geschreeuw kondigde de minister yoor de Lichte
Industrie (daaronder ressorteert ook de luier-
fabicage!) een prijsverlaging van luiers aan. Je
kreeg ze bijna voor niets, als je die minister ten
minste moest geloven. Hij kon dat gemakkelijk
zeggen, want er was geen luier te krijgen. Het
materiaal werd namelijk gebruikt als verband
gaas voor de volkspolitie
Natuurlijk hadden wij een scène, waarin een
lid van de Volkspolizei, helemaal in de luiers
gewikkeld, met een geweer en een zuigfles onder
zijn armen, een dwaas lied kwam zingen".
Schuier vertelt wat opgewonden verder, alsof
hij weer in Zwickau op een wankel toneeltje
stond, werkend voor een „select publiek". („We
hadden bij de ingang van de zaal een speciale
commissaris voor de zuivering staan", zegt hij).
Dan vertelt hij over zijn vlucht en langzamerhand
wordt hij ernstiger. „Ik heb van Zwickau tot
Leipzig in een veewagon gereisd. Mijn vrouw
en onze baby waren een dag van tevoren op de
normale wijze vertrokken. Die avond heb ik nog
gewerkt. Ik was overmoediger dan ooit en ik
voelde me alsof ik die avond de hemel zou ver
werven.
Nu ben ik hier. Maar mijn vrouw en kleine
Inge zijn spoorloos. Misschien zijn ze gearresteerd.
Mijn vrouw had ook zulke aantekeningen op
haar persoonsbewijs.... Ik informeer overal naar
ze. Zonder resultaat.
Naast de bizarre kachel zit de kleine man van
een uur geleden. „Deze humor van het leven zelf",
zegt hij, „daar wil mijn geest niet aan...."
D. K.
„MIJN OOM SOSSO speelt domino,
volley-bal, hij kegelt en houdt zich
soms graag bezig met koken en
schoenmaken"; deze zin valt de lezer
op bij het doorbladeren van een bij
de Parijse uitgever Denoel verschenen
boek van Budu Swanidse „Mijn oom
Joseph". Deze oom Joseph, door de
schrijver vertrouwelijk „oom Sosso"
genoemd, is niemand anders dan Sta
lin en wordt voorgesteld als een goed
zoon en vader, een steeds vrolijke ta
felgast en modelexemplaar van alle
huiselijke deugden, die door de burge
rij van de kapitalistische tijd zo zeer
op prijs gesteld worden.
Toen Stalin voor de derde maal In
het huwelijk trad, deelde hij zijn neef
in vertrouwen mee: „Ik moest trou
wen, om al onze kameraden, die aan
de macht gekomen zijn, een voorbeeld
te -geven van een ordelijk leven, waar
aan iedere morele ontaarding vreemd
is". Volgens Budu heeft Stalin zich ook
steeds misprijzend uitgelaten over de
al te opvallende liefdesgeschiedenissen,
die Molotow had met ballerina's van
de Moskouse opera: „Mannen van de
regering behoren trouwe echtgenoten
te hebben en geen vrouwen, die men
neemt en na een paar maanden weer
verlaat". Neef Budu vertelt in zijn
boek hoe hij eens, twintig jaar geleden,
Stalin op een avond in Gorki heeft
gadegeslagen.
„Zo had niemand van ons hem ooit
gezien. De secretaris-generaal van de
communistische partij van Rusland, de
revolutionnair, voor wie millioenen
mensen beefden, bracht te midden van
zijn revolutionnaire vrienden een ge
heel en al burgerlijke avond door. Hij
had met oude vrienden zijn tienjarig
huwelijksfeest gevierd en net als een
man, die ergens in de kapitalistische
wereld in een huisje in een van de
voorsteden woont, bekeek hij gei oei d
de foto's van zijn gezin, die hij zelf op
genomen had en die even slecht waren
als die van de meeste amateurfotogra
fen".
rvUDU SWANIDSE verraadt ons ook,
dat de laatste jaren niet meer de
politieke vrienden van Stalin hem
het dierbaarst zijn, maar zijn dochter
Swetlana, het ge-
trouwe evenbeeld &:i
van haar moeder |P
Nadja, die enkele
jaren voor de oor
log gestorven is en
die Stalin niet kan
vergeten. Ingewij
den beweren, dat
ze van verdriet
over de vreselijke
zuiveringsacties,
die Stalin gehou
den heeft, zelf
moord gepleegd
heeft. Zijn derde
vrouw, Rosa Kaga-
nowtsj, een zuster
van Lazar Kagano-
witsj, de enige Jood
die zich- in Stalin's 1
omgeving gehand
haafd heeft, kon
Nadja nooit goed
verdragen. Stalin
liet zich dan ook
weer spoedig van
haar scheiden, om
dat ze tracht-
mensen dan voJ
verbazing, „hij zai
s het nog ver bren-
I gen, ons oompje
Sosso!" Hoewel de
jonge Djoegasjwill
een overtuigd revo
lutionnair was en
reeds lang he
geestelijke kleed
uitgetrokken had
liet hij toch ter
wille van zijn
moeder zijn eerste
huwelijk met Ke-
ke Swanidse, de
zuster van Budu's
vader, door de po
pe inzegenen.
Georgiër da'
is, volgens Budu
Swanidse, de on
verwoestbare lief
de van Stalin, de
sleutel tot zijn hart
Zijn hele leven lang
heeft hij de smaak
de tradities en uit
drukkingen van dc
Georgiërs trouw
bewaard. Thuis
te invloed te krijgen op de politiek en
Budu beweert, dat Stalin voor de vier
de maal getrouwd is en dit huwelijk
met een ondoordringbaar waas omgeven
heeft, zodat er over deze „morgana
tische" verbintenis nauwelijks iets be
kend is.
Budu Swanidse vertelt verder van
de tijd, enige jaren vóór de eeuwwisse
ling, toen Stalin in zijn geboortedorp
Dido-Lilo bij Gori nog Joseph Djoe-
gasjwili heette en voor zijn landgenoten
„Koba", de rebel tegen de Tsaar, doch
voor zijn weinige vertrouwelingen
„Sosso" was. De vrouwen vereerden de
seminarist, die zich aan het geestelijke
beroep gewijd had, de mannen bewon
derden zijn strijdvaardigheid, die zijn wil
tegenover de onderdrukker van het
Georgische volk toonde. Anderen, zoals
zijn neef Mosse Mikeladse, waren meer
onder de indruk van de geweldige pres
taties van Sosso op het gebied van eten
en drinken: hij kon in één teug een
respectabele hoeveelheid wijn drinken.
„Dat is nog eens een kerel", zeiden de
spreekt hij met zijn kinderen Swetlana
en Wassili Georgisch en zijn lievelings
gerechten zijn uit de Georgische keu
ken afkomstig. Tegenwoordig staat de
oude Stalin niet meer zo dikwijls als
vroeger aan het fornuis, om zelf een
„Tsjakbom-bili" te bereiden, scherp
gekruide kip met rijst. Georgisch zijn
de wijnen, die hij boven alle andere
verkiest, en is zijn tabak. Georgisch
zijn ook de scheldwoorden, die hem
soms op de lippen komen, als hij kwaad
is en Molotow en Malenkow hebben
zich meer dan eens voor „Isjak" horen
uitmaken, wat in het Georgisch ezel
betekent.
Een van de lievelingsbezigheden van
Stalin is ook schoenmaken, welk vak
hij zo goed beheerst, dat hij zelf schoe
nen kan maken.
Stalin's Georgische familieleden staan
onder zijn „jzondere bescherming. Zijn
vertrouwen, als hij het eenmaal geeft,
geldt meestal slechts Georgiërs, zoals
Lawrentij Beria, de vroegere partij
secretaris in Tiflis. Georgisch is ook
de opvoeding, die Stalin zijn kinderen
geeft, vooral zijn zoon, de tegenwoordi-
de vlieger-generaal Wassili, bij wie hij
niet zuinig was met oorvijgen. „Hier
ben ik niet de secretaris-generaal van
de partij", placht Stalin tegen zijn neef
te zeggen, „maar ik ben de vader van
deze lummel, die, of hij nu een jonge
pionier is of niet, op goed Georgische
wijze opgevoed wordt. Ik wil niet, dat
hij een bandiet wordt, zoals de zonen
van sommige hoge functionarissen!"
ALS GEORGIER had Stalin volgens
de verklaringen van zijn neef ook
een diep respect voor bepaalde
overblijfselen van het verleden. „Als
ik een Rus was zoals Lenin", zei hij
eens, „dan kon ik me de luxe permit
teren internationalist te zijn, zelfs in
Moskou, het hart van Rusland. Maar
ik ben Georgiër en daarom moet ik
eerbied hebben voor reliquieën uit de
Russische geschiedenis". Stalin heeft
nooit vergeten, dat hij afkomstig is van
de stam der Khewsuren, waaraan Geor
gië zijn voornaamste tradities, vooral
de wet van de wraak, dankt. Budu
Swanidse ziet hierin de verklaring
voor de vreselijke zuiveringsacties in
Rusland en in de satellietstaten. „Het
zou voor ons heel eenvoudig zijn ons
van het ongedierte te bevrijden", ver
trouwde de oom op een dag zijn neef
toe, „maar helaas zijn er te veel ka
meraden, die het dulden, omdat ze de
noodzakelijkheid van de vernietiging
niet inzien. Daarom moeten wij ook
hen vernietigen. Toch hebben enige van
hen in de eerste rijen van de revolutie
gestaan en zijn persoonlijk zo zuiver
als kristal. Daar kunnen wij niets aan
doen. De volkswijsheid zegt, dat waar
gehakt wordt, ook spaanders vallen".
Tot deze lieden behoorde volgens Sta
lin ook Trotzki, die in zijn ogen een
„individualistische civilisatie" vertegen
woordigde.
Hoezeer Stalin de overleveringen
van zijn geboorteland achtte, bewees
hij in 1936, voordat hij het besluit nam
Kamenew en Sinowjew te liquideren:
hij begaf zich naar Saki en nam zijn
neef Budu mee, omdat hij tijdens zijn
badkuur een familielid om zich heen
wilde hebben om mee te praten. Even
zo hadden de Georgische vorsten ge
handeld, die, fatalistisch cn bijgelovig,
bij grote beslissingen hun hele familie
om zich hegn verzamelden.
(Van onze militaire medewerker)
LUITENANT-GENERAAL A, T.
C. Opsomcr, Commandant van
het le Ned, Legerkorps, dat des
tijds heelt deelgenomen aan de
oefening „Hold Fast", schrijft in
de zo juist verschenen Februari-
aflevering van „Legerkoerier"
een interessant artikel, getiteld
„Lessen van de oefening „Hold
Fast". Deze internationale ma
noeuvre, in September in de En
gelse Zóne van Duitsland gehou
den, heeft vooral in de Neder
landse pers vrij veel stof doen op
waaien en tot velerlei commen
taar, vaak niet al te vleiend, aan
leiding gegeven.
Het leek ons daarom goed, enkele
gedeelten uit het zeer objectieve stuk
van de Generaal Opsomer te citeren.
De schrijver begint met te constateren
dat de Ned. militaire autoriteiten te
vreden zijn over hetgeen onze troepen
hebben gepresteerd. Ook buitenlandse
militaire autoriteiten hebben hun waar
dering geuit over het optreden der Ne
derlandse militairen. Zeer verheugend
was de grote geestdrift van de troep.
Haar onvermoeid doorzetten onder
vaak zeer ongunstige omstandigheden
maakte ook op de buitenlanders een
gunstige indruk.
nE CAMOUFLAGE was in het alge-
meen goed. Men moet er echter aan
denken, aldus Generaal Opsomer, zich
aan te passen aan de vorm van de na
tuurlijke begroeiing van het terrein.
Chauffeurs dienen er op bedacht te
zijn, bij het halthouden hun voertuig
dadelijk gedekt op te stellen, indien dat
tenminste mogelijk is.
In een stelling zoals wij die bij Hold
Fast hebben ingericht, moet men niet
alleen zichzelf en eventueel zijn vuur
wapenen, maar ook alle voertuigen in
graven. Zeer goed is dit gebeurd bij
313 Bat. Inf. Er wordt in het algemeen
te weinig aandacht besteed aan het
luchtgevaar. Wat een vijandelijke pi
loot onmiddellijk ziet, is beweging. Er
werd overdag te veel gereden en ge
lopen. Iemand die overdag niets te doen
heeft, blijft bij zijn onderdeel en rust
daar. Hij is dan aan elke luchtwaar-
neming onttrokken. In de nabijheid
van de vijand werd des nachts gerookt,
waardoor men eigen opstelling ver
raadde. Veel te veel werd gebruik ge
maakt van zaklantaarns!
TERECHT is de klacht geuit, dat men
te weinig wist van de stand van za
ken tijdens de oefening. Bij het begin
van Hold Fast is zoveel mogelijk ieder
een van de toestand op de hoogte ge
bracht, maar later kon daar niet overal
de hand aan worden gehouden. Iedere
commandant moet er voor zorgen, zijn
onderdeel zoveel mogelijk in te lichten
omtrent de toestand en omtrent te ver
wachten gebeurtenissen. Dan kan ook
iedereen zoveel mogelijk meewerken
om de uitvoering van opdrachten tot
een goed einde te brengen. Men be
denke echter, dat ook hogere comman
danten niet altijd van alles op de hoog
te zijn. De vijand loopt met zijn ge
gevens niet te koop, eigen berichten
komen niet altijd snel door en dikwijls,
tast dus ook de commandant in het
duister.
De specifiek technische wapens (ver
bindingsdienst. genie, technische dienst)
deden hun technische werk meestal
zeer goed. Maar men vergat wel eens,
dat er ook een vijand was, dat vijande
lijke vliegtuigen bommen zouden kun
nen werpen, dat men onder vijandelijk
artillerievuur zou kunnen liggen, dat
leden van de 5e colonne of geïnfiltreer
de vijandelijke groepen plotseling het
vuur zouden kunnen openen. Wapens en
helm moeten dus bij de hand zijn, en
tegen doorgebroken vijandelijke afde-
hngen moet onmiddellijk opgetreden
kunnen worden.
JEN AANZIEN VAN de marsdisci-
,'r.rP n6 £?rl ,n06 veel verbeterd wor-
rif vn„rt houding van de militairen op
halthmiHen"6^' tljdens het rijden en
halthouden bewaren van de voorge-
sen'over. afstandcn "eten vaak te wen-
deVforut0rae™rdJa.?k* „bij nachtmawen
rto kJ S®msakt dat de man die naast
vlrkee rfU n6r Z3t' ging s'aP®"- Dat is
verkeerd. Die man moet wakker blij-
nfet In Z<ïl'gcn "M* de bestuurder zelf
n et in slaap valt, opletten dat de
juiste weg wordt gevolgd, de goede af-
k! u ,wordt bewaard en dat telkens
berichten worden doorgegeven. De
meeste ongelukken gebeurden doordat
df„, "aast de'bestuurder in slaan
pHm'imÏ v meestal ook de
chauffeur in slaap.