Voorjaars-schoenenshow brachtDIT V0?MRJrCFPriEA7F^ARlATE aantrekkelijke collectie UENTJE EN HET LENTEFEETJE Kwari van de productie wordt nu geëxporteerd Bah, die lente! Eierepikke Neiging tot spitsere punten bij de hooggehakte exemplaren I-SlTTj A i* in e lm i tl Zaans Paasgebruik ging verloren WIJ MAKEN EEN NESTKASTJE II 1..1 'N ,.tVbKtjLAZ.t (l dn 011,e modemedewerkster) branche van haar dwaalwegen teruggekeerd en heeft een £)E SCHOENENINDUSTRIE heeft in haar voorjaars- werkelijk zeer aantrekkelijke collectie schoenen getoond, persshow weer getoond, wat onze voeten te wachten staat, die het alleszins begrijpelijk maakt, dat onze industrie, die Konden wij ons in liet najaar in genen dele verenigen met vóór de oorlog slechts voor een onbetekenend bedrag kon het getoonde later is ons gebleken, dat dit voor een niet exporteren, in het afgelopen jaar ongeveer 25% der totale onbelangrijk deel lag aan de wijze, waarop de modellen productie over de grenzen verkocht, tot een bedrag van 35 voor de show waren uitgezocht, die maakte dat er in de millioen gulden. Hier stond slechts een geringe import winkels betere modellen te zien waren dan op de show. tegenover. Ook de toelichting werd thans weer door een Thans is het Modecentrum voor de Schoen- en Leder- vakman gegeven, wat de voorlichting zeer ten goede kwam. ■Hl Groen suède schoen, waaraan niet te zien is dat het een steunschoen is. Rood flat-sandaaltje met een iets opstaande zoolrand garandeert gemak en souplesse. IK BEN EEN BEETJE BEU van de lente. Is zij niet elk jaar hetzelfde? Ieder jaar weer dat onzinnig verheer lijken van de teruggekomen bloemen en vogels. Die bloemen en beesten kunnen immers ook niet anders. Zij worden door machten sterker dan eigen wil gedreven. Misschien bleven zij veel liever eens een jaartje weg. Misschien dachten ze wel terwijl zij nog diep onder de aarde zaten of als vogel van de Zuider zon genoten: Knappen jullie het daar in het Noor den maar eens zelf op. Vieren jullie maar eens lente zonder ons. Al sinds weken leest men in de cou ranten, hoort men op de radio steeds maar lentebespiegelingen. Lentezan gen, lentedansen, lentegerechten.' Een modeblad wilde haar lezeressen op warmen met artikels: „Lente in de mode!'' Brr, weer dat vermoeiende be denken om je oude spullen met lintjes en strikjes nieuwe fleur te geven. De bakker, de slager, zij houden een lentepraatje en laten mij onnodig lang aan de deur staan, terwijl de wind die nog koud is dat geeft men tenminste volmondig toe) mij kippenvel bezorgt. Voor mij is het moeilijk in dat alles de verrassende lentebelevenis te vin den. Waarom zijn de crocussen altijd fel gekleurd, de ribesstruiken geurend? Waarom staan de hyacinthen als lam penborstels steeds rechtop en kruipen zij niet welig als onkruid langs de grond of laten op de meest onver wachte plaatsen eens wat van hun bloempjes vallen. Het tuinwerk is ieder jaar hetzelfde, het heeft geen beko ring meer voor mij. Ook niet als straks de Lente koningin in al haar pracht bezit fan haar heeft genomenfluistert een stem diep in mij. Bah, het is toch immers altijd hetzelfde liedje. Hoe verradelijk kan die lente ons soms in de rug aanvallen door plotseling weer enige dagen ab sent te zijn en dan geniepig een fikse Maartse bui of sneeuwstorm op ons los laten. In de elzenboom naast het tuinpad zit nu toch werkelijk een merel zang oefeningen te houden. Eén minuutje wil ik toch luisteren. Weer z°'n lentevereerder die nog teel op de koffie zal komen, denk ik schamper. Hij houdt zo indringend vol dat ik toch even naar hem wil kijken. Hij 2it er in de volle zon die zijn ve renpakje glanzend doet schijnen. Moet je 20'n druktemaker horen! Om beter te horen zoek ik een be schut plekje. Net als de vogel, natuur lijk in de zon. Die goede, warme zon! Zodra die woorden over mijn lippen zijn, is het oj iets in mij gaat verande ren. Of er langzaam een laagje huid fan mij afvalt of de warme stralen aiep in mij iets ontdooien. Of ik an ders leer zien en luisteren, iedere vezel in mijn lichaam soepeler wordt °f ik ruimer ademhaal. De veel bezon gen lentezon wendt haar toverkracht op mij aan en maakt van mij, die n°Q Pas een kwartier geleden zo lekker mopperde, een ander, een nieuw mens. Ik heb reeds veel te lang naast de kachel gezeten en ben vergeten dat de zntge verkwikkende warmtebron de Zon is. De winter, de kachelwarmle hebben mij doezelig en slaperig en zelfs een tikje ontevreden gemaakt. Eenmaal aangeraakt door die tover macht geloof ik wper aan de lente. Ik voel haar prikkelende werking, ik on derga als een wonder de vernieuwing tn mijzelf en zie de wereld met andere ogen. Z\j zijn er u)eer de donkere primula's, net paarse heidestruikje, de vele Pruiljes en sprietsels overal! Waarom j°u 'k willen dat dit allemaal veran- Zijn ZÜ nlel m0°i met hun tere <n felle kleuren? Hou ik niet juist van nzn om hun trouw, hun eeuwige te rugkomst ieder jaar? Tegelijk met hun Wen ondergaat men die won- neriijke wedergeboorte, waar ik me mat graag aan overgeef. De lente, zij maakt mij tot een energieker, moedi- »er. gelukkiger mens. kze maar zingen die dichters en Krantenmensen! Laat de bakker en de )dger maar praten! Nu ik eenmaal zelf v n ?.e toverstaf een tik heb gekregen. hf.« dat hun hart zo vol is dat mond móet overlopen. en blijdschap die horen bij Kaar en niets zal mij weerhouden r wet folie teugen van te genieten PETRA. Gebeeldhouwde monsters voor de mannen QETOOND WERDEN in de eerste plaats een aantal geslaagde flats met zeer lage hakjes. Dit zijn uiterst lichte, soepele schoentjes, die vrijwel nooit gevoerd worden. De lederindustrie moet daarom speciale leersoorten le veren, welke voldoende stevigte geven aan de voet en niet te sterk uitrekken. Er waren open sandaalflats en geslo ten exemplaren in allerlei leersoorten en -kleuren. Zij garanderen de vrouw gemak, souplesse en een natuurlijke gang. Wonderlijk is het, dat deze nog steeds toenemende populariteit van deze platte voetbgkleding geheel in gaat tegen de zin van schoenfabrikan ten en -handelaren. Deze verkondigen steeds weer de mening, dat hoge hak ken zoveel vrouwelijker en eleganter zouden zijn. Zien wij twee mannequins naast elkaar lopen in flat en hoogge hakte schoen, dan moeten wij voor dagelijks gei} ruik zonder meer het pu bliek gelijk geven, dat zo duidelijk het iage blijkt te prefereren. Voor bijzon dere gelegenheden kan een weinig on gemak blijkbaar gein kwaad, zoals ook het gesteven front voor de man in zulke gevallen beperkingen aan de bewegingen oplegt. Ook in de hooggehakte schoenen waren wel zeer fraaie exemplaren te zien. Lakleer en combinatie van zwart lak- en lichte doffe leersoorten waren vaak zeer aantrekkelijk. Er is een neiging om onder invloed van Italië en Amerika de punten wat te verscher pen, wat wü wel met een zekere angst tegemoet zien. Een enkele buitenland se fabrikant heeft zich ook gewaagd aan spitse flats, maar het effect daar van is wel zeer onsympathiek en heeft hier dan ook geen navolging gevon den. rjOK VOOR DE HEREN - aren er spitsere schoenen en daartegenover een soort monstrueuze bouwsels met Zwart suède schoen zonder verbin ding tussen voor- en hakstuk. allerlei beeldhouwwerk. Wij zou den rle Nederlandse man niei graag de zware schoenen met de dikke pro fielcrêpe zolen ontnemen, want die lopen wel zeer aangenaam, maar de hier getoonde maaksels zouden wel eens een volksoploop kunnen veroor zaken. Wel geslaagd in de herensector waren de loafers, de soepele lichte schoenen zonder sluiting. Geheel nieuw waren tenslotte de Dutch Shulips (dames) schoenen van de Nederlandse ontwerper Jac. Berg- mans. Hij heeft de traditionele hori zontale verbinding tussen bovenleer en zool naar de opstaande kant van de schoen gebracht. Hierdoor werd de binnenzool overbodig en kon een zeer lichte en soepele schoensoort worden verkregen. In Engeland zijn deze schoentjes in verschillende modellen ook reeds in productie, terwijl de heer Bergmans binnenkort naar Ame rika gaat om de fabricage dagr op gang te brengen. Wel een mooi sucoes. Een andere vondst is om kleppen en riempjes in verschillende kleuren los verkrijgbaar te stellen, waardoor men de kleur daarvan kan bepalen in ver band met de kleur van de japon. Modekleuren zijn beige, cerise, geel en donkergroen. Katoenindustrie vaart er we! bij LIET MOOIE WEER van de laatste weken zal menige vrouw aan 't den ken hebben gezet over haar zomer-garderobe. Verschillende winkels to nen hun voorjaars-stof- fen reeds in de étalages en laten zien, dat men zowel wat kwaliteiten als wat kleuren betreft weer een keuze kan doen uit een grote verscheiden heid. Een nieuw artikel on der al deze stoffen is de „Everglaze" (spreek uit: effer-klees). Men zal mis schien zeggen: „Maar dat is niet nieuw, want dat hebben wij vorig jaar ook al gezien". Inderdaad is het artikel „Everglaze" vorig jaar reeds gestart. Dit voorjaar is veel meer variatie in „Everglaze" te zien, zowel in effen ge ïmpregneerd met ver schillende dessins, als in bedrukt. Het is interessant eens iets meer te weten over dit ,,hobbeltjes-goed", zo als het in de wandeling nog veel wordt genoemd. rVERGLAZE" is een 100 pet katoenen weefsel, dat echter door een speciale behandeling, waarvan het patent bij Joseph Bancroft in Ame rika berust, sterk ver edeld is. Het woord ver edeld is hier inderdaad op zijn plaats, want door deze speciale behandeling waaraan o.a. kunsthar sen te pas komen, is deze stof kreukherstellend, vuil-afstotend, practisch krimp- en rek-vrij, snel drogend en verder is het artikel makkelijk te strij ken en te wassen. „Everglaze" heeft Ame rika enkele jaren gele den stormenderhand ver overd en heeft daar haar plaats weten te behou den door de nauwgezette, controle, die de licentie houder Bancroft uit oefent op de kwaliteit van de door hem voorge schreven behandeling. De betekenis, die „Evergla ze" op het ogenblik nog in Amerika heeft, wordt het beste gedemonstreerd door het feit, dat me vrouw Eisenhower bij de inhuldiging van haar man als President van de Ver. Staten een hoedje droeg van „Everglaze". Ook Miss America laat zich graag in japonnen van „Everglaze" fotogra feren. JJET IS NIET verwon- derlijk, dat de Neder landse katoenindustrie van begin af grote inte resse in dit artikel heeft getoond. Het doek zelf stelt geen bijzondere eisen aan de technische outillage van deze ta- brieken, zodat het arti kel gemakkelijk in de productie kon worden opgenomen. De techni sche moeilijkheden lig gen in deze geheel bij üe finisher. Bancroft heeft aan twee Nederlandse finishers de licentie verleend, waar van thans door zeven vooraanstaande Neder landse textielfabrieken gebruik wordt gemaakt. Deze fabrikanten hebben in een zeer korte tijd een behoorlijke export in de ze stof opgebouwd en zijn tevens in staat in de Nederlandse behoefte te voorzien. LIET ZOU overigens eén vergissing zijn te den ken, dat „Everglaze" al leen in „hobbeltjes" wordt gebracht, want in het aanzien van „Everglaze zijn vele variaties. Men heeft „Everglaze"-taft, -piqué, -moiré, -chintz, -damast etc. De stof is dus niet uitsluitend ge schikt voor japonstof, doch ook voor meubelbe kleding cn ander huis houdelijk gebruik. Op het ogenblik zijn zelfs üe mogelijkheden in studie voor „Evcrglaze"-behang. Verschillende Parjjse couturiers hebben dit jaar „Everglaze" in hun collectie opgenomen. Men zag o.a. „Everglaze" in taft en piqué. Dit is wel een bewijs, dat dit arti kel in de grote mode ook een rol speelt. „Everglaze" is dus één van de vele artikelen, die men dit jaar bij de winkelier kan vinden. Men zal vanzelfsprekend talloze andere kwalitei ten tegenkomen: zoals imprimé'g op verschillen de doeksoorten. i*.7nK'r«2g i i li ui r ^ioolvFvO Miss America 1953 (Neva Jane Langley ge heten) levdrt het bewijs, dat Everglaze de VS. heeft veroverd. Zijjiraagt hier een tweedelig jurkje uit dit nieuwe product gemaakt. Indien Uw huid arm en schraal is, niet soepel en zuiver, brengt PUROL al de gewenste verbeteringen. (Advertentie. Ing. Med.) fyJOEDER DROEG DE RIETEN LIGSTOEL in de tuin. Ze zocht zorgvuldig liet meest beschutte hoekje uit, tegen de schutting in de warme voorjaarszon. „Heerlijk voor Lientje, dat het lente wordt", dacht ze blij. „Dat zal mijn klt:ine meid goed doen". En toen ze even later haar dochtertje behoedzaam toedekte met de dikke, roodgeruite plaid, zei ze het nog eens hardop: „Heerlijk, hè Lien, nu ben je vast weer vlug de oude. Dag poes, geniet maar volop van de buiten lucht; ik moet terug naar mijn keuken". Lientje, gemakkelijk leunend in de zachte kussens, soezebolde nog wat na over moeders woorden. Ja, het was waar, de dokter had het ook gezegd: het voorjaar zou haar genezen. Het was alleen zo heel moeilijk daarin te geloven, als je al weken lang ziek was en eigenlijk o, zo weinig vooruitgang bemerkte. „Moed houden, dapper wezen, dat is meer medicijn dan alle drankjes en poeders samen", hield dokter De Groot haar telkens voor. Dokter had natuur lijk gelijk, maar het viel heus niet mee als je altijd een wildzang was geweest, die amper twee minuten op haar stoel kon zitten. TN DE AANGRENZENDE tuin klonken vrolijke kinderstemmetjes en door een spleet in de schutting zag Lientje een helblauw jurkje voorbijschieten. „Letje en Lotje, de grappige tweeling van de buren", dacht Lientje bij zich zelf. Zou ze even roepen? Och nee, wat had ze daaraan, ze kon toch niet met ze renneu en rollen als vroeger. Een traan drupte op haar hand. Bah, wat was dat nu? Ging ze huilen? Wat kinderachtig! Ze grabbelde onder de plaid naar haar zakdoek, maar die was natuurlijk weer nergens te vinden. „Wil je de mijne misschien even le nen?" vroeg een vriendelijk, glashelder stemmetje. Door een waas van tranen zag het verbaasde Lientje een snoezig feetje, dat op het voeteneind van haar ligstoel stond. En toen moest ze toch heus lachen, want het kleine wezentje hield in haar handje een heel fijn stukje kant, zo klein, dat Lientje nog niet eens haar neus die echt toch niet groot was erin had kunnen verbergen! „Ik vind het erg lief van U". antwoordde Lientje. helemaal op gefleurd door dat onverwachte be zoekje, „maar ik heb uw zakdoekje niet nodig, want ik herinner me op eens, dat moeder de mijne in de zak van mijn vestje heeft gedaan". Ze boende haar wangen tot ze wa rempel een beetje rood zagen en on dertussen keek ze naar het elfje in haar paarse jurkje, bezaaid met gele rozetjes, dat wel zo uit een sprook jesboek scheen weggestapt. „JJ BENT VAST en zeker het lente- feetje", zei ze opeens en het be- zoekstertje knikte tevreden. „Jij bent een pientere meid", meende ze. „Hoe raad je dat zo goed?" „Nu", vond Lientje, „dat is r ogal gemakkelijk. U lijkt precies op de crocusjes bii ons in het gras. Hebt U die heus allemaal zelf getoverd?" „Ja", lachte het feetje. „maar ik doe nog veel meer- Mijn rijk begint pas vandaag en ik heb wel dui- PASEN WERD IN VROEGER JA REN in de Zaan gevierd met „eierpik- ke". Op de Dam te Zaandam was het dan altijd een drukte van belang. Er stonden allerlei kramen en tafels met snoepgoed, zoals koek, oliebollen, augur ken, plakken gare biet, bietewater met azijn en suiker, (het moet lekker ge weest zijn), maar vooral ook kooplui met gekookte eieren, meestal drie of vier voor een dubbeltje. De hardge kookte eieren, die op de Dam cn bij het stadhuis te koop waren dienden voor dc pikkerif Overal hoorde men dan het getik van de eieren, die op elkaar geslagen wer den. leder, die een ei gekocht had zocht een tegenstander, om de sterkte van zijn ci op de proef te stellen. Daarbij hield dc één zijn ei, met de punt omhoog, stijf in de hand vast. De ander pikte daar dan met de punt van het zijne op. „Wie het 'r een punt?" klonk de uit dagende roep van de winnaarsHet an- Wie het r een punt" dere ei met de gekneusde punt bleef echter niet renteloos, want ook daarmee probeerde de it^enuar nog een kans, door te vragen: „Wie liet 'r 'n gat?" Do twee bezitters van een gat beproef den dan op gelijke wijze met de onder kant van het gekneusde el, welk van beide het sterkste was. Dat het daarbij vrolijk toeging laat zich begrijpen. Het gebeurde echter ook wel eens, zoals mr. D. Vis in „De Zaanstreek" vertelt, dat iemand met een stenen ei op de proppen kwam. Meestal had men dit echter gauw in de gaten en het ge beurde wel dat de onverlaat gauw dek king moest zoeken voor de eieren, die op hem werden afgevuurd. Als de eieren aan beide zijden waren gekraakt, waren ze geschikt om opge geten te worden. Dat de Zaankanters daarmee overweg konden leert ons het verhaal van de twee Zaandammers, die, na 25 eieren te hebben verorberd, een weddenschap aangingen om 50 eieren naar binnen te slaan. En inderdaad peuzelde de Holle- hollegijs na z'n voorgerecht van 25 stuks, nog 50 eieren naar binnen. liet eierenpikken behoort nu al weer lang tot het verleden. Niet het eicrcn- ctcn echter met Pasen. En nog steeds kunnen de Zaankanters getuigen „We bciuic weer 'n hele poepekcuning azzc we eerst de ruasaicre moer in 't laif heww en 't Maigras onder dc bicne". zend plannen. Druk dat ik het heb, drukNee. verschikkelijk. En als ik dan ook nog bedroefde meisjes moet troosten. Zeg. waarom zat je eigenlijk zo stilletjes voor je heen te huilen? Is het omdat je ziek .bent?" Lien knikte. Ze had al weer een prop in haar keel van medelijden met zichzelf. „Nee" zei het feetje beslist, „nee". En ze schudde wild haar hoofdje, zodat haar blonde krullen dansten. „Nee. kleine meid, jij bent op de verkeerde weg. Natuurlijk, het is heel erg, dat je nu al sinds weken in bed moet liggen, maar zo lief als jouw moesje voor je zorgt....! En dan die heerlijke grote tuin, die ik tot één weelde van bloe sems zal maken. Weet je wel, dat er duizenden zieke kinderen zijn, in ar moedige slopjes. die jaar in jaar uit in donkere kamertjes liggen? En wat kan ik voor ze doen? O. zo weinig! Ja, ik tover wat bloempjes, hier en daar, in de vensterbank, tenminste, als die er is. Maar dat is dan ook alles. En jij, je bent niet eens ernstig ziek! Over een paar maanden stap je weer op ste vige beentjes rond. Als je maar mee werkt! Het is met jou net als met de bomen en de heesters, die ook niet geloven willen, dat ze na zo'n lange gure winter weer bloeien zullen. Tot dat ik ze met mijn toverstaf aanraak. Dan zuigen ze opeens met al hun wor tels het vocht uit de aarde, dan weten ze weer dat ze uit gaan botten en .bloe sems en blaadjes dragen zullen...." J-JEEL IN DE VERTE begon een klok je te tingelen. „O", schrok het feetje, „is het al zo laat! Ik zit mijn kostbare tijd te verbabbelen en ik heb nog zoveel te doen. Dag meisje, denk maar eens goed over mijn woorden na". Eer Lientje wist wat er gebeurde had het feetje haar licht, heel licht met haar zilveren stafje aangeraakt en was over het grete gasveld wegge- danst. Dromerig keek Lientje het paarse fi guurtje na tot het tussen dc struiken verdween. De buitenlucht maakte haar slaperig. Behaaglijk gleed ze weg in de kussens cn werd pas wakker toen Moe der naast haar stoel stond met een kop dampende chocolade en twee heer lijke brosse beschuitjes. „O Moes, wat lekker", lachte ze. „Ik rammel van de honger". En Moeder, die moeite had haar verbazing te verbergen, begreep er verdrr helemaal niets van. ,,'k Heb zo'n dolle zin om wat gezelligs voor de Paasdagen te knutselen", hoorde zc een opgewekt stemmetje zeggen. „Toe Moes. duik eens in ie rommelmand Je hebt vast nog wel restjes paarse en gele en groene wol. Ik ga die leuke eierwarmertjes haken, die gisteren in jouw tijdschrift stonden. „Moes kon niet nalaten heel zachtjes te fluiste ren: „Is dat het voorjaar, kind?' Licntjcs ogen glinsterden van de n*iet C'il*ze ze* héél. héél geheimzinnig' „Nee Mams, het lentefeetje!" PAULIEN. WANNEER WE NU een nest- kastje maken cn ophangen, dan is de kans nog vry groot, dat een paar meesjes er dit jaar gebruik van ma ken en er hun nestje in gaan bou wen. Het is altüd een erg leuk ge zicht om de vogeltjes af en aan te zien vliegen met materiaal voor hun nestje en later hun jongen te zien en horen voeren. Zo'n nestkastje kan met een beetje goede wil gemakkelijk ge maakt worden en het behoeft niet veel te kosten! We hebben enkel maar een sinaas- appelkist nodig, waarvan de dikke eindwanden van mooi gaaf hout moe ten zijn, want deze moeten we gebrui ken. Als je de kist voorzichtig uit el kaar slaat, dan blijven de zijwanden wel heel, zodat je de spijkers weer gebruiken kunt voor het nestkastje. Vóór het gebruik krab je alle papier er goed af, want vogels houden nu eenmaal niet van een sinaasappelbe- hang in hun woning! De eindwanden van de kist zijn on geveer 29 cm breed en 1% cm dik en dat zijn juist de maten, die we nodig hebben voor de lengte van ons kastje. We moeten er nu plankjes van zagen van ongeveer 14^ cm breed. Ze moeten wel even breed zijn, anders komen er moeilijkheden bij het in elkaar zetten van het vogel huisje. In één van de plankjes, dat de voorkant wordt, moet een gat ge boord worden van 32 mm. Als je niet zo'n boor hebt, dan kun je mis schien wel de hulp inroepen van een timmerman, anders ga je maar met de figuurzaag aan de gang. Als je voorzichtig zaagt, breekt het zaagje niet! Het middelpunt van dit vlieg gat komt ongeveer 6 cm van de bo venkant. Er moet wel om gedacht woorden, dat het vlieggat niet groter wordt, want dan gaan de mussen in het nestkastje wonen en dat is de bedoeling niet! Ook mag het gat niet kleiner worden, want dan kunnen de meesjes er niet door. De zijwanden van het kastje ko men tussen de voor- en achterwand en worden met vijf spijkers aan elke kant vastgeslagen. De bodem moet van hout van de zelfde dikte gemaakt worden en moet precies ia ilSt hokjs_pa_sson. Dit is gemakkelijk te maken! Je zet het hokje op het plankje waaruit je de bodem wilt zagen en trekt langs de binnenkant met een potlood een lijn. Als je het hokje er af haalt, zie je zo hoe groot het moet worden, maar denk er om, dat je het plankje net aan de buitenkant van de streep afzaagt, anders wordt het iets te klein. De bodem is dan gemakkelijk met een paar spijkers aan alle kanten te bevestigen, maar vóórdat je het plankje er in vastslaat, moet je eerst het deksel op dezelfde manier als bij de bodem even afstrepen. Nu wordt het deksel gemaakt. Dit bestaat uit twee plankjes op elkaar. Het onder ste plankje past in het hokje en het bovenste maak je zo groot, dat het aan de voorkant en aan de beide zij kanten ongeveer 2 cm buiten het hokje steekt. De achterkant steekt maar een paar mm buiten het hokje, anders krijg je straks moeilijkheden met het ophangen van het nest kastje. Zijn de beide dekselplankjes afge zaagd, dan kunnen ze met spijkertjes stevig aan elkaar worden bevestigd. Wanneer dit klaar is, moet het dek sel nog vastgezet kunnen worden op het hokje, anders heb je kans, dat je vogelhuisje op een kwade dag zonder deksel zit en de jonge vogel tjes dood zullen gaan van de koude en de regen: Nu, dat vastzetten is maar een klein werkje! Je doet het deksel op het nestkastje en boort dan aan beide zijkanten een klein gaatje door de wand en het onderste plankje van het deksel. In dit gaatje kun je dan een spijker steken, die je er gemak kelijk weer uit kunt trekken, zodat je het deksel er af kunt nemen. Dit is wel nodig, want in het najaar moet je het nestkastje weer schoon maken. Nu moet er op het deksel nog een stukje asphaltpapier gedaan worden. Dit maak je zo groot, dat het aan alle kanten ruim 2 cm buiten het deksel steekt. Het wordt omgebogen om de randen en op de randen be vestigd met een paar kopspijkertjes. Geen spijkertjes op de bovenkant van het deksel slaan, want door de gaatjes zal water lopen en het dak zal gaan rotten. De hoeken, die je krijgt met het ombuigen van het asphaltpapier, moet je zo afknippen, dat de zijkantjes mooi tegen elkaar sluiten. Hierna kun je het geheel nog groen of bruin maken met carbo- leum. Nu moet het nestkastje nog in een boom gehangen worden. We draaien daarvoor in iedere zijwand twee kleine schroefoogjes, ongeveer 5 cm van de onder- en bovenkant van het hokje. Hieraan kunnen we de niet te dunne ijzerdraadjes bevesti gen waarmede we het vogelhuisje stevig aan de stam van de boom of aan een vrij rechte tak hangen. Je moet er alleen wel voor zorgen, dat de poes er niet te gemakkelijk bij kan komen! Wanneer jullie bi) het vervaardi gen nog moeilijkheden hebt, kun je wel bij de „Dierenbescherming", komen vragen hoe het moet!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 9