In Kenya heersen wantrouwen armoede en felle haat Alcmaria-cabaret begon met radio-uitzending Hanzestad Deventer herwint haar oude reputatie In shanty-townszijn duizenden haveloze, opstandige paria's bijeen Te weinig land en gebrek aan werk oorzaak van uitbreiding der Mau Mau Centrum van geestelijk leven handel en industrie Regionale betekenis neemt toe Lonen van arbeiders de helft lager dan in de Unie van Zuid-Afrika Industrialisatie bleek niet goed mogelijk Onder de schijnwerper Van La Rochelle tot Rostock Spontaan en beschaafd MEN KAN ZICH GEEN BEELlTv^™ "'"ifZuid-At"k"' de ontevredenheid, die in de stam rW ri, ^an Sltuatie in Kenya als men geen rekening houdt met Britse koloniale overheid. Als gevolg van de knmtfTgeu°lg Van de landvervreemding door de 5£ï o.vn,ch,baa^) gS s naar een gebrek aan goede besproeiingYwerkeiT '^'ggedrongen Door hun sterke bevolkingsaanwas en door het hun overgebleven land de bSkinfn,7r d*0ver^ns tl6°talIen poenen zouden kosten - kan het de grote landbezitters onder ben i- ecr °P^eren dan voor het naakte bestaan nodig is. Slechts voor door gaat) en hun kinderen ierljn no® v" oende, om zich enige luxe (althans wat daar in Kenya gaat; en hun kinderen een goede opvoeding te verzekeren. De rest leeft in armoede. DE KIKUYU'S, die vijftig jaar geleden nog bij honderd duizenden werden wegge maaid door hongersnood en pestilentie, zijn vandaag niet meer tevreden met een leven aan de hongergrens. Zij zien de grotere welvaart der blan ken en zij worden dientenge volge van dag tot dag „door begeerte aangeraakt". Velen van hen, wier familie nog landbouwgrond bezit, moeten in de steden gaan werken om in hun onderhoud te voorzien of om de koeien te kunnen kopen, waarmede zij zich een tweede, een derde of een vier de vrouw zullen verwerven. Ook dit wordt echter steeds moeilijker, want de blanke be volking kan, door de steeds stijgende levenskosten, niet langer vier of vijf bedienden per gezin houden en moet met één bediende genoegen ne men. Tot voor weinig jaren had vrijwel ieder blank gezin een kok, een dienstbode, een tuin jongen, een chauffeur en een kindermeisje en dat waren meestal allen Kikuyu's, die voor dit werk meer aanleg hebben dan de leden van an dere stammen. Ieder van hen verdiende zo weinig, dat hun gezamenlijke salarissen geens zins te zwaar drukten op het huishoudbudget van de blan ke. Maar die tijden behoren tot het verleden; de meeste blanken keren thans een bank biljet twee keer om alvorens het uit te geven. Deze daling in de welvaart der blanken betekent voor de Kikuyu's grotere werkloosheid en voor de Mau Mau een grotere aan hang. Want de Mau Mau herleidt al deze ellende tot één oor zaak; het verdelen van voor malig Kikuyu-grondgebied onder blanke immigranten en het dientengevolge terugdruk ken van de stam op een klei- rer, minder voedsel opbren gend en minder vee dragend deel van het land. IN Dl T VERWIJT ZIT STELLIG hoezeer de Engelsen dat ook mogen ontken nen - een element van waarheid. De Kikuyu-Ieiders vergeten echter, dat het blanke bewind tegenover het vervreemden van 18.000 vierkante mijl grondgebied een ganse areeks van materiele verbeteringen stelde, dat het vrede bracht in een land van eeuwige twisten, dat het de strijd aanbond tegen het analfabetisme, dat het medische diensten in het leven riep, dat het een spoorwegnet en een havenstad bouwde en dat het, door ontginning en verbeteringen van de landbouwopbrengst op voormalig uitgemergeld gebied, de mogelijkheid schiep om een veel grotere bevolking althans het minimaal benodigde voedsel te geven. DE LANDVERVREEMDING blijft desniettemin een feit, maar ik geloof niet, dat dit de enige oorzaak is voor de enorme uitbreiding, die de Mau Mau, tot vreugde van zijn extremistische leiders, onderging. Als de Britse overheid er in geslaagd ware, de massa der inboorlingen een ietwat behoorlijk bestaan te verze keren uit andere bronnen, zou de wrevel over de grondvervreemding reeds lang verdwenen zijn. Helaas is het scheppen van een grote secun daire industrie, die honderdduizen den zwarte arbeidskrachten aan brood en boter helpt (zoals bijvoor beeld in de Unie van Zuid-Afrika in Kenya niet tnogelijk gebleken. De plannen, die men in dit opzicht nu en dan ontwerpt, zijn vaag en weinig overtuigend. LAGE LONEN. DE ECONOMISCHE en sociale om- standigheden zijn in Kenya allesbehalve bevredigend. Er is veel te weinig werk gelegenheid voor het enorme aanbod van zwarte arbeidskrachten en de lonen zijn bijzonder laag. Een der weinigen, die een behoorlijk inkomen hebben, is de sultan van Zanzibar, die voor het afstaan van zijn Keniaans grondgebied een jaarlijkse vergoeding van 10.000 Pond krijgt. Maar de 360.000 zwarte mannen, de 35.UUU zwarte vrouwen en de 50.000 zwarte kin deren, die voor de blanken werken, moe ten het met heel wat bescheidener in komens doen. in het stedelijke gebied van Nairobi verdient een arbeider per maand drie Pond, een huisbediende vier Pond, een kantoorbediende drie Pond en een cbauf- feur vijf Pond. Op het platteland betaa men de arbeiders gemiddeld een Pond per maand; dat is dus ongeveer een rijksdaal der per week. Men geeft hun daarenboven een stukje grond om voor zichzelf te be bouwen. In de mijnen en de industrie verdient een geschoolde arbeider zeven Pond en een ongeschoolde arbeider drie Pond per maand. Dat is dus respectievelijk 18 en 8 gulden per week. Vergelijkt men deze salarissen met die, welke in de Unie van Zuid-Afrika aan de zwarte werkers worden betaald, dan komt men tot de conclusie dat de arbeiders in Kenya gemiddeld vijftig procent minder ontvangen. Dit zou, op zichzelf genomen, nog niet veel zeggen als de levenskosten in Kenya beduidend lager waren dan in de Unie, maar dat is geenszins het geval. Sinds 1940 zijn in Kenya de levenskosten met tweehonderd procent gestegen. Het prijspeil is ongeveer gelijk aan dat in Ne derland. Wat kan men in Nederland met acht of tien gulden per week doen? HET VALT MET te verwonde ren dat duizenden in Kenya rond- lopen in de meest ontoonbare vod den, dat men overal in de nabijheid van dorpen en sleden de erbarme lijkste shanty-towns vindt, waar menselijke wezens in hokken wonen en dat duizenden bij duizenden als verwaarloosde, half verwilderde pa ria's leven in de hossen. Voor vele duizenden is hel iedere dag opnieuw de vraag, of zij morgen genoeg eten zullen krijgen om het nijpende hon gergevoel uit hun lichaam te hou den. Bij dit alles komt, dat degenen, die nog in het gelukkige bezit van landbouw grond zijn, geen enkel door de Britse oyeflicid.eikeDd eigendomsbewijs hebben» Ook in dit opzicht voelt de Kikuyu zich achtergesteld bij de blanke immigrant, die „kaart en transport" van zijn grond heeft en dus in het wettig en onvervreemdbaar bezit van zijn eigendom is. De onzeker heid nopens hun bezit knaagt aan de rust van de landbezittende Kikuyu's. En het behoeft wederom geen betoog, dat de Mau Mau-agitators deze onrust weten om te zetten in wantrouwen. Zij vertellen overal, dat de blanken het voornemen heb ben hun grond te onteigenen. En dat doet het wantrouwen uitgroeien tot haat tegen alles wat blank is. Dit wil intussen niet zeggen, dat deze geest vaardig is geworden over de gehele inboorlingenbevolking van Kenya. Er zijn in Kenya ook andere stammen dan die der Kikuyu's en die willen meestal van het barbaarse optreden der Mau Mau niets weten. Ik noem slechts de stam der Msai's, die rpjnstens zoveel betekenUals.jfte der Kikuyu's en die sinds vele eeuwen met IS DIT TWEEDE artikel over de oorzaken van de onrust in de Britse kolome Kenya beschrijft onze correspondent in Zuid-Afrika de economische en sociale omstandig- heden onder de Kikuyu's en hij noemt die ronduit bi\zonder slecht. Er is te weinig grond voor de groei ende agrarische bevolking en te weinig werk in de steden en dor pen; de salarissen zijn laag en de levenskosten hoog. Tienduizenden leven in omstandigheden, die on beschrijflijk zijn. Deze menselijke ellende vormt een uitnemende voe dingsbodem voor het zaad van haat en verzet, dat de communis tisch geinfesteerde, moordzuchtige organisatie der Mau Mau strooit in de hoofden en harten der zwarte massa. haar in vijandschap leeft. Slechts de komst der Europeanen kon een einde maken aan de voortdurende oorlogen tussen deze beide bevolkingsgroepen en het is zelfs zeer waarschijnlijk, dat de komst van het Britse bewind de totale vernietiging van de Kikuyu's voorkomen heeft. Een cynisch ambtenaar zei me, dat Engeland het pro bleem van de lastige Kikuyu's in een paar maanden kon oplossen door slechts de vrije hand te geven aan de moordzucht der Msai's HEILLOZE TERBEUR. NATUURLIJK IS DIT slechts een grof- cynische opmerking die met een werke lijke poging tot oplossing van de moei lijkheden niets te maken heeft. Maar misschien kan men over een oplossing al leen maar praten in cynische termen om' dat er in feite voorlopig helemaal geen oplossing mogelijk is? Jomo Kenyatta en de andere leiders van het verzet hebben gezegd, dat zij de oplossing in hun zak hebben. Als maar eenmaal de blanken ver dreven zijn komt alles goed. Dat is natuur lijk dwaasheid. Moeilijkheden, waarvoor de beste Britse koloniale specialisten geen remedie hebben, worden zeker niet ver dreven door de amateuristische inspanning van een groep halfbakken intellectuelen en semi-intellectuelen. Moord en doodslag en de afslachting van het vee der blanken zullen de hongerende massa van Kenya geen heil aanbrengen. Zij zullen, door de reacties van het gezag, eerder de ellende voor de bevolking vergroten. Twee jaar geleden deed de Kenya As- sociation te Nairobi een handboek voor toekomstige Europese immigranten ver schijnen. De titel van dat boek was: „Ke nya, Brittannie's meest aantrekkelijke ko lonie". De werkelijkheid is op het .ogen blik een beetje anders. In een slotartikel hoop ik het beeld van die treurige werkelijkheid, door het schet sen van oorsprong en bedrijvigheid der Mau Mau, zoveel mogelijk te completeren. met een jong In volle vaart *11 pr in wat HET ALCMAR1A CABARET zouden wc kunnen vergelijken renpaard, dat voor de eerste maal op de baan, er direct van door gaat. Het is de pikeur, die er voor moet d', ,vat jeugdig enthousiasme niet gaat steigeren en wordt gediskwaliflceerd en dat betreft stellen we in Hed de Vries heel veel vertrouwen. Hu heeft zU» ploegje in het ene jaar van zijn bestaan een n i t st eken d en aam v da en hU zal er voor zorgen, dat deze reputatie gehandhaafd Ibltfft. Som* p teugels strak aan te trekken en dan weer met een vnendsehappel l de hals van het jonge dier. Uit een juist compromis tussen deze twee hano- gen is een beschaafd cabaret ontstaan, dat zijn programma met vaart ««tv brengen en het allerminst zoekt in goedkope effecten. Want voor aan de smaak van het grote publiek voelen deze amateurs in niets en daarom heeft hun vorm van amateurisme voor het kunst!eten Alkmaar en ook daarbuiten veel meer betekenen dan men zo opperviaKjuj zou zeggen. Er wordt van de zijde van de beroepscabarettiers wel eens ge klaagd over de materiële concurrentie, die zjj van de amateurs on<jer' maar aan de andere kant zijn het deze zelfde amateurs, die bij het p dat met het cabaret anders vrijwel niet in aanraking zou komen, v or vorm van ontspanning belangstelling weten te wekken en daardoor dus tussen het volk en het beroepscabaret een brug kunnen zijn. Het Alcmaria-cabaret bespreekt een nieuw plan; v.l.n.r.: Didi de Vries Deutekom, Jo. Fakkel Wiek Mallekote, Hed de Vries, Klaas Koomen en Piet Wolfswinkel. (Van onze speciale verslaggever). DE OUDE KEIZERLIJKE HANZESTAD DEVENTER met de ge kroonde adelaar in het stadswapen, die eeuwenlang heeft geteerd op haar oude roem van handelsmetropool en geestelijk centrum, is hard op weg zich een nieuwe reputatie op te bouwen, die op meer dan koek alleen berust. Het mag dan zo zijn, dat de buitenwereld de naam van de stad gaarne verbindt met de voortbrengselen van het vroegere koekbakkers- gilde thans komt de geurige lekkernij uit een hypermoderne fabriek de Deventernaren zelf weten u te vertellen, dat de nijverheid er (geluk kig!) wijd vertakt en sterk gevarieerd is en dat het culturele leven er, mede dank zij die industrie, een nieuwe bloei beleeft. HOE OUD de stad is kan niemand meer nagaan. Uit opgravingen is geble ken, dat er vele eeuwen voor onze jaartelling al mensen woonden langs de oevers van de IJsel. Le- buïnos bracht er het Chris tendom in de tweede helft van de achtste eeuw. Een eeuw later was de stad een vesting van betekenis, die zó veilig werd geacht, dat de bisschoppen van Utrecht, beducht voor de Noormannen, er een halve eeuw bleven resideren. De handel was er toen wel licht al een belangrijke bron van bestaan. In de elfde eeuw werden er al munten geslagen en er zijn documenten uit de twaalf de eeuw, waaruit blijkt, dat de Deventer handela ren toen al tot Coblenz de Rijn opvoeren. Zij voeren ook tot Rostock aan de Oostzee, tot Bergen in Noorwegen, tot Skanör in Zweden, tot Odense in De nemarken, tot Londen in Engeland, tot Brugge in Vlaanderen, tot La Rochel le in Frankrijk. Geruime tijd was Deventer na Ant werpen de belangrijkste handelsstad in de Neder landen, de eerste stad des lands derhalve voor zover men alleen het tegenwoor dige grondgebied van het koninkrijk in aanmerking neemt. Dat was alles vóór Amsterdam en de andere steden in het Westen van betekenis werden. DEVENTER WAS in die dagen en nog lang daarna óók een geestelijk centrum. De kapittelschool, waarvan het tegen woordige Stedelijke Gymnasium de recht streekse voortzetting is, dateert uit het be- begin van de twaalfde eeuw. Het was een belangrijke instelling in die dagen die haar leerlingen bij honderden telde. In de kring van leraren en leerlingen dezer school ontstond in 1381 de Broederschap des Gemeenen Levens, opgericht door Ho rens Radewijns en Geert Groote. an deze broederschap is een beweging uitgegaan, die een vernieuwing van het geestelijk en godsdienstig leven ten gevolge had over het grootste deel van Europa. Thomas Kempis wiens boek de Im.tatione Ghns- ti na dè bijbel eeuwenlang het meest ge lezen boek ter wereld is geweest fcehoor- de tot deze groep. De enige Nederlandse paus, Adriaan, was in z.jn jonge jaren student te Deventer, evenals de latere kardinaal Nic, de Gusa en de humanist Dcsiderius Erasmus. Uitbreiding. Dit alles echter is lang, heel lang ge leden. In de tijd van de Republiek ver gaderden in Deventer de vertegenwoor digers van Ridderschap en Steden. Toen werd er ook het Athenaeum opgericht als instelling van hoger onderwijs, die on geveer 230 jaar heeft bestaan. Wie nu achterom ziet kan niet goed begrijpen, dat men die instelling heeft opgeheven net toen een nieuw tijdperk van bloei zijn intrede deed. De Vestingwet van 1874 maakte de ontmanteling en daarmee de uitbreiding mogelijk. Het inwonertal, toen nog niet meer dan een 20.000, is sedert dien opgelopen tot bijna 30.000. Dat de industrie zich er sterk uit kan breiden is mede te danken aan de aanleg van spoor lijnen, kanalen en een haven-met-indu- strieterrein, waarvan de oppervlakte gro ter is dan die van de oude stad. Op 18 Mei als de zomerdienstregeliing van de N.S. in werking treedt, zal de stad met alle vier windstreken verbonden zijn; de treinen rijden dan om het uur. Dat tal van autobuslijnen hier haar be gin- en eindpunt hebben behoeft wel geen betoog. Meer en meer wordt de stad centrum voor een steeds groter deel van Oostelijk Nederland. Deze centrale ligging brengt bepaalde verplichtingen mede, waarvan gemeentebestuur en bevolking zich wel bewust zijp. Schouwburg. Zo zal men dezer dagen een schouw burg gaan afbreken. Neen, niet om dat men er geen belangstelling voor het toneel heeft. Integendeel, omdat het ge bouw op geen stukken na meer voldoet aan de eisen des tijds. Er komt een nieu we met 800 plaatsen en een outillage, die het mogelijk maakt er bijvoorbeeld de Nederlandse Opera te doen optreden met volle bezetting. Het nieuwe gebouw zal straks ook dienst kunnen doen voor congressen. Ook de Buiten-Sociëteit, die aan de overkant van de IJsel is gelegen, wordt meer en meer een congrescentrum van betekenis. .Sedert een jaar is er bovendien een regi onaal cultureel centrum in het gerestau reerde Muntentorencomplex, waar eeuwen geleden keizerlijke munten werden gesla gen, maar waar nu de ene tentoonstelling de andere opvolgt. Het gebouw is voort durend bezet. Een permanente tentoon stelling vindt men voorts in het Waag gebouw, dat tot museum is ingericht. En dan is er nog een tropisch museum ver bonden aan de Middelbare School van Tropische Landbouw, die tal van voor treffelijke landbouwkundigen heeft voort gebracht. Minister S. L. Mansholt is er een van. Medisch centrum. TERWIJL DE nieuwe schouwburg bij na twee millioen gulden zal kosten, zal er in de komende jaren vijf millioen besteed worden aan de bouw van een nieuw r.k. ziekenhuis met 218 bedden en een uit- breidingsmogelijkheid tot 350. Het komt te staan vlak bij het bestaande ziekenhuis, dat ook 218 bedden telt en tot 350 kan worden uitgebreid. Tezamen met de psy chiatrische inrichting Brinkgreve zullen die twee een medisch centrum vormen voor de gehele streek. In dit centrum vindt men ook de Stichting Pathologisch- Anatomisch-Serologisch-Bacteriologisch Laboratorium, dat de ziekenhuizen te De venter, Zutphen, Apeldoorn, Zwolle en Kampen bijstaat en waar de artsen uit de wijde omtrek geregeld bijeenkomen om hun practische kennis te vermeerderen. De stad telt ook nog een aantal labora toria voor de chemische industrie, die zich meer en meer toelegt op het ver- J vaardigen van geneesmiddelen. MITS natuurlijk het amateurcabaret een verantwoord peil bereikt en wat dit aangaat kunnen we ónze schijnwerper rustig op het Alcmaria- cabaret gericht houden. Deze mensen, Hed de Vries. Didi de Vries-Deutekom, Klaas Koomen, Jo Fakkel en Piet Wolfswinkel zijn er zelfs in geslaagd onder eigen naam voor de radio op te treden, iets wat maar voor heel wei nig amateurgezelschappen is wegge legd. De uitzending voor de AVRO is de aanleiding geweest tot de oprichting van het Alcmaria-cabaret. Hed de Vries ontving van de AVÏtO het ver zoek een aantal amateurs bij elkaar te zoeken voor een streekuitzending. Hij heeft daaraan voldaan al ging het niet zonder moeilijkheden, doch toen zij voor de auditie naar de studio in Hilversum waren geweest, bleek het programma zo te zijn ingeslagen, dat zij de kans kregen dit zelfstandig in een eigen uitzending te brengen. Toen ontstond het Alcmaria-cabaret. UET gaf verleden jaar op 20 Januari zijn eerste opvoering in Stompeto- ren om het programma op het publiek AAN DE GELDERSE IJSSEL in het uiterste zuidwestelijke puntie van Overijssel ligt „de gemiddelde Nederlandse stad": Deventer. Een •levende en een interessante stad, waarin het grijze verleden en de moderne tijd elkaar de hand reiken; waar een nijvere bevolking streeft naar economische vooruitgang en tegelijk naar geestelijke verrijking. Eertijds was Devenster een van de belangrijkste Nederlandse plaat sen. Het is overvleugeld door an dere steden, maar veel van zijn oude roem houdt het in zijn huizen, zijn grote gebouwen en zijn instel lingen gevangen. En het voegt daar aan toe een nieuwe reputatie van opkomend cultureel centrum van een uitgestrekt gebied er omheen. Op 18 Mei a.s. wordt de electri- sche spoorwegverbinding Arnhem- Zwolle in gebruik genomen. De stad zal zich dan nog meer kunnen ont plooien en zij zal gemakkelijker bereikbaar zijn. In nevenstaand artikel laat onze speciale verslag gever het een en ander van Deven ter zien, voordat u er wellicht deze zomer zelfstandig eens een bezoek gaat brengen. Bibliotheken. VOORTS MOGEN de bibliotheken worden genoemd. Niet alleen zijn er twee openbare leeszalen (een algemene en een r.k.) en een centrale bedrijfsbibliotheek, er is ook nog een vermaarde stadsbiblio theek, die van 1597 dateert. Zij bevat 60.000 boeken, onder welke bijna 500 wiegedrukken. Het oudste handschrift da teert van de tiende eeuw. De gehele boe kerij van de Broederschap des Gemeenen Levens is er in ondergebracht, benevens een aantal vroegere kloosterbibliotheken en een groot deel van de voormalige uni versiteitsbibliotheek van Harderwijk. De bibliotheek wordt jaarlijks aangevuld met waardevolle wetenschappelijke en histori sche werken. Ook de chemische industrie beschikt over enige wetenschappelijke bi bliotheken. Dank zij al deze instellingen neemt de betekenis van Deventer als culturele cen trumstad voor een groot deel van Over- ijsel en Gelderland meer en meer toe. Nu de verbindingen met andere plaatsen steeds intensiever worden komen die in stellingen steeds beter tot haar recht. De venter herwint de oude betekenis, zij het dan thans op een geheel andere grondslag dan zes a zeven eeuwen geleden. „uit te proberen". Daarna volgden Oosthuizen en Krasnapolsky en op 19 Februari 1952 werden de prestaties van de jonge cabaretgroep door de AVRO opgenomen. De uitzending geschiedde op de vierde Mei. Na dit hoogtepunt, waarmee de Alcmarianen begonnen, zijn ze bij elkaar gebleven en heel wat Alkmaarders hebben in het daarop volgende jaar van hun beschaafde hu mor kunnen genieten. Iedereen heeft wel eens gehoord van de dwaze imitaties van Klaas Koo men, van het Drama in het Woud, de Wolf en de seuven gaitjes, met welke voordracht Didi de Vries nog altijd een overweldigend succes heeft, de koste lijke .sketches ajs De honderdduizend, de sollicitant, en niet te vergeten de treinreis, waarin drie contrasterende figuren naast elkaar op een coupé- bank worden geplaatst. Jo Fakkel piano en Piet Wolfswinkel, tenor ver zorgen het muzikale gedeelte van het programma en Wiek Mallekote bracht een aardig danssummer, dat helaas moest worden geschrapt nadat zij haar pees scheurde en de dokter haar het dansen, verbood. Ervaring. UET Alcmaria-cabaret mag dan van jonge datum zijn, de spelers heb ben een toneelervaring, die al heel wat ouder is. Zo speelde Didi de Vries op haar achtste jaar al mee in Jong Leven van Noord-scharwoude.de. ver eniging, die zij nog altijd trouw is ge bleven en waarin Hed de Vries even eens een belangrijke plaats inneemt, getuige zijn eerste prijs in een onlangs in de provincie gehouden toneelwed strijd. Hij is niet de enige, wiens spel in de ogen van een jury genade heeft mogen vinden. In Wormerveer kwam ook zijn vrouw op een solistenwed- strijd met het hoogste aantal punten uit de bus door haar voordracht van de Wolf, en Klaas Koomen, een on misbaar element in deze groep, won een paar weken geleden in Heerhugo- waanl de eerste prijs van de heren- rollen, toen hij als medespeler van 't Ontluikend Roosje uit Heiloo optrad in het toneelstuk Per Luchtpost. Het is dus geen wonder, dat deze ama- teun-tonelisten elkaar in 't Alcmaria- cabaret hebben gevonden en een hech te groep zijn gaan vormen, waarvan Piet Wolfswinkel, die eens zelfs bij het „beroeps'' een kans heeft ge kregen, en Jo Fakkel niet minder ste vige schakels zijn. Hun programma heeft iets spontaans en dat is vooral te danken aan het feit, dat zij zelf hun sketches schrijven en hun liedi- jes maken. Rustperiode. (")P het ogenblik is het Alcmaria-ca baret in een rustperiode beland. Het heeft zün pianist Jo Fakkel tij delijk wegens een oogoperatie moeten afstaan en heeft nog geen tijd kun nen vinden een geheel nieuw program ma samen te stellen. Niet, dat er geen ideeën zijn. Wij hebben er enkele mogen beluisteren, die veel voor de toekomst beloven, maar alle leden hebben een drukke werkkring, die nu eenmaal voorgaat boven het cabaret- spel. Deze rust heeft er zelfs al toe geleid, dat er geruchten gingen, dat het Alcmaria-cabaret niet meer zou optreden, maar dat is onjuist, want op 20 Juni staan ze weer op de planken bij het twintig-jarig bestaan van de Kaaskoppen. Wij zouden het oprecht hebben be treurd als we de goede cabaretkunst van dit amateurgezelschap zouden hebben moeten missen. Nu dat niet het geval is, hopen we slechts, dat het de gelegenheid kan vinden' het nieuwe programma samen te stellen om daarmee in een volgend seizoen te verschijnen. We hebben na de eer ste ronde ons vertrouwen in het ren- paardje niet verloren en als we nog even de beeldspraak mogen gebrui ken waarmee we dit praatje zijn be gonnen we durven zelfs naar de totalisator te stappen om een wed- denschapje af te sluiten op de resul taten van Alcmaria ln de tweede course.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 15