In Kenya heersen wantrouwen
armoede en felle haat
Alcmaria-cabaret begon
met radio-uitzending
Hanzestad Deventer herwint
haar oude reputatie
In shanty-townszijn duizenden
haveloze, opstandige paria's bijeen
Te weinig land en gebrek aan werk oorzaak
van uitbreiding der Mau Mau
Centrum van geestelijk leven
handel en industrie
Regionale betekenis
neemt toe
Lonen van arbeiders de helft lager
dan in de Unie van Zuid-Afrika
Industrialisatie bleek niet
goed mogelijk
Onder de schijnwerper
Van La Rochelle
tot Rostock
Spontaan en beschaafd
MEN KAN ZICH GEEN BEELlTv^™ "'"ifZuid-At"k"'
de ontevredenheid, die in de stam rW ri, ^an Sltuatie in Kenya als men geen rekening houdt met
Britse koloniale overheid. Als gevolg van de knmtfTgeu°lg Van de landvervreemding door de
5£ï o.vn,ch,baa^) gS
s naar een
gebrek aan goede besproeiingYwerkeiT '^'ggedrongen Door hun sterke bevolkingsaanwas en door het
hun overgebleven land de bSkinfn,7r d*0ver^ns tl6°talIen poenen zouden kosten - kan het
de grote landbezitters onder ben i- ecr °P^eren dan voor het naakte bestaan nodig is. Slechts
voor door gaat) en hun kinderen ierljn no® v" oende, om zich enige luxe (althans wat daar in Kenya
gaat; en hun kinderen een goede opvoeding te verzekeren. De rest leeft in armoede.
DE KIKUYU'S, die vijftig
jaar geleden nog bij honderd
duizenden werden wegge
maaid door hongersnood en
pestilentie, zijn vandaag niet
meer tevreden met een leven
aan de hongergrens. Zij zien
de grotere welvaart der blan
ken en zij worden dientenge
volge van dag tot dag „door
begeerte aangeraakt". Velen
van hen, wier familie nog
landbouwgrond bezit, moeten
in de steden gaan werken om
in hun onderhoud te voorzien
of om de koeien te kunnen
kopen, waarmede zij zich een
tweede, een derde of een vier
de vrouw zullen verwerven.
Ook dit wordt echter steeds
moeilijker, want de blanke be
volking kan, door de steeds
stijgende levenskosten, niet
langer vier of vijf bedienden
per gezin houden en moet met
één bediende genoegen ne
men.
Tot voor weinig jaren had
vrijwel ieder blank gezin een
kok, een dienstbode, een tuin
jongen, een chauffeur en een
kindermeisje en dat waren
meestal allen Kikuyu's, die
voor dit werk meer aanleg
hebben dan de leden van an
dere stammen. Ieder van hen
verdiende zo weinig, dat hun
gezamenlijke salarissen geens
zins te zwaar drukten op het
huishoudbudget van de blan
ke. Maar die tijden behoren
tot het verleden; de meeste
blanken keren thans een bank
biljet twee keer om alvorens
het uit te geven. Deze daling
in de welvaart der blanken
betekent voor de Kikuyu's
grotere werkloosheid en voor
de Mau Mau een grotere aan
hang.
Want de Mau Mau herleidt
al deze ellende tot één oor
zaak; het verdelen van voor
malig Kikuyu-grondgebied
onder blanke immigranten en
het dientengevolge terugdruk
ken van de stam op een klei-
rer, minder voedsel opbren
gend en minder vee dragend
deel van het land.
IN Dl T VERWIJT ZIT STELLIG hoezeer de Engelsen dat ook mogen ontken
nen - een element van waarheid. De Kikuyu-Ieiders vergeten echter, dat het blanke
bewind tegenover het vervreemden van 18.000 vierkante mijl grondgebied een ganse
areeks van materiele verbeteringen stelde, dat het vrede bracht in een land van
eeuwige twisten, dat het de strijd aanbond tegen het analfabetisme, dat het medische
diensten in het leven riep, dat het een spoorwegnet en een havenstad bouwde en dat
het, door ontginning en verbeteringen van de landbouwopbrengst op voormalig
uitgemergeld gebied, de mogelijkheid schiep om een veel grotere bevolking althans
het minimaal benodigde voedsel te geven.
DE LANDVERVREEMDING
blijft desniettemin een feit, maar ik
geloof niet, dat dit de enige oorzaak
is voor de enorme uitbreiding, die
de Mau Mau, tot vreugde van zijn
extremistische leiders, onderging.
Als de Britse overheid er in geslaagd
ware, de massa der inboorlingen een
ietwat behoorlijk bestaan te verze
keren uit andere bronnen, zou de
wrevel over de grondvervreemding
reeds lang verdwenen zijn. Helaas
is het scheppen van een grote secun
daire industrie, die honderdduizen
den zwarte arbeidskrachten aan
brood en boter helpt (zoals bijvoor
beeld in de Unie van Zuid-Afrika
in Kenya niet tnogelijk gebleken.
De plannen, die men in dit opzicht
nu en dan ontwerpt, zijn vaag en
weinig overtuigend.
LAGE LONEN.
DE ECONOMISCHE en sociale om-
standigheden zijn in Kenya allesbehalve
bevredigend. Er is veel te weinig werk
gelegenheid voor het enorme aanbod van
zwarte arbeidskrachten en de lonen zijn
bijzonder laag. Een der weinigen, die een
behoorlijk inkomen hebben, is de sultan
van Zanzibar, die voor het afstaan van
zijn Keniaans grondgebied een jaarlijkse
vergoeding van 10.000 Pond krijgt. Maar
de 360.000 zwarte mannen, de 35.UUU
zwarte vrouwen en de 50.000 zwarte kin
deren, die voor de blanken werken, moe
ten het met heel wat bescheidener in
komens doen.
in het stedelijke gebied van Nairobi
verdient een arbeider per maand drie
Pond, een huisbediende vier Pond, een
kantoorbediende drie Pond en een cbauf-
feur vijf Pond. Op het platteland betaa
men de arbeiders gemiddeld een Pond per
maand; dat is dus ongeveer een rijksdaal
der per week. Men geeft hun daarenboven
een stukje grond om voor zichzelf te be
bouwen. In de mijnen en de industrie
verdient een geschoolde arbeider zeven
Pond en een ongeschoolde arbeider drie
Pond per maand. Dat is dus respectievelijk
18 en 8 gulden per week.
Vergelijkt men deze salarissen met die,
welke in de Unie van Zuid-Afrika aan de
zwarte werkers worden betaald, dan komt
men tot de conclusie dat de arbeiders in
Kenya gemiddeld vijftig procent minder
ontvangen. Dit zou, op zichzelf genomen,
nog niet veel zeggen als de levenskosten
in Kenya beduidend lager waren dan in de
Unie, maar dat is geenszins het geval.
Sinds 1940 zijn in Kenya de levenskosten
met tweehonderd procent gestegen. Het
prijspeil is ongeveer gelijk aan dat in Ne
derland. Wat kan men in Nederland met
acht of tien gulden per week doen?
HET VALT MET te verwonde
ren dat duizenden in Kenya rond-
lopen in de meest ontoonbare vod
den, dat men overal in de nabijheid
van dorpen en sleden de erbarme
lijkste shanty-towns vindt, waar
menselijke wezens in hokken wonen
en dat duizenden bij duizenden als
verwaarloosde, half verwilderde pa
ria's leven in de hossen. Voor vele
duizenden is hel iedere dag opnieuw
de vraag, of zij morgen genoeg eten
zullen krijgen om het nijpende hon
gergevoel uit hun lichaam te hou
den.
Bij dit alles komt, dat degenen, die
nog in het gelukkige bezit van landbouw
grond zijn, geen enkel door de Britse
oyeflicid.eikeDd eigendomsbewijs hebben»
Ook in dit opzicht voelt de Kikuyu zich
achtergesteld bij de blanke immigrant, die
„kaart en transport" van zijn grond heeft
en dus in het wettig en onvervreemdbaar
bezit van zijn eigendom is. De onzeker
heid nopens hun bezit knaagt aan de rust
van de landbezittende Kikuyu's. En het
behoeft wederom geen betoog, dat de
Mau Mau-agitators deze onrust weten om
te zetten in wantrouwen. Zij vertellen
overal, dat de blanken het voornemen heb
ben hun grond te onteigenen. En dat doet
het wantrouwen uitgroeien tot haat tegen
alles wat blank is.
Dit wil intussen niet zeggen, dat deze
geest vaardig is geworden over de gehele
inboorlingenbevolking van Kenya. Er zijn
in Kenya ook andere stammen dan die
der Kikuyu's en die willen meestal van het
barbaarse optreden der Mau Mau niets
weten. Ik noem slechts de stam der Msai's,
die rpjnstens zoveel betekenUals.jfte der
Kikuyu's en die sinds vele eeuwen met
IS DIT TWEEDE artikel over
de oorzaken van de onrust in de
Britse kolome Kenya beschrijft onze
correspondent in Zuid-Afrika de
economische en sociale omstandig-
heden onder de Kikuyu's en hij
noemt die ronduit bi\zonder slecht.
Er is te weinig grond voor de groei
ende agrarische bevolking en te
weinig werk in de steden en dor
pen; de salarissen zijn laag en de
levenskosten hoog. Tienduizenden
leven in omstandigheden, die on
beschrijflijk zijn. Deze menselijke
ellende vormt een uitnemende voe
dingsbodem voor het zaad van
haat en verzet, dat de communis
tisch geinfesteerde, moordzuchtige
organisatie der Mau Mau strooit in
de hoofden en harten der zwarte
massa.
haar in vijandschap leeft. Slechts de komst
der Europeanen kon een einde maken aan
de voortdurende oorlogen tussen deze
beide bevolkingsgroepen en het is zelfs
zeer waarschijnlijk, dat de komst van het
Britse bewind de totale vernietiging van
de Kikuyu's voorkomen heeft. Een cynisch
ambtenaar zei me, dat Engeland het pro
bleem van de lastige Kikuyu's in een paar
maanden kon oplossen door slechts de
vrije hand te geven aan de moordzucht
der Msai's
HEILLOZE TERBEUR.
NATUURLIJK IS DIT slechts een grof-
cynische opmerking die met een werke
lijke poging tot oplossing van de moei
lijkheden niets te maken heeft. Maar
misschien kan men over een oplossing al
leen maar praten in cynische termen om'
dat er in feite voorlopig helemaal geen
oplossing mogelijk is? Jomo Kenyatta en
de andere leiders van het verzet hebben
gezegd, dat zij de oplossing in hun zak
hebben. Als maar eenmaal de blanken ver
dreven zijn komt alles goed. Dat is natuur
lijk dwaasheid. Moeilijkheden, waarvoor
de beste Britse koloniale specialisten geen
remedie hebben, worden zeker niet ver
dreven door de amateuristische inspanning
van een groep halfbakken intellectuelen
en semi-intellectuelen. Moord en doodslag
en de afslachting van het vee der blanken
zullen de hongerende massa van Kenya
geen heil aanbrengen. Zij zullen, door de
reacties van het gezag, eerder de ellende
voor de bevolking vergroten.
Twee jaar geleden deed de Kenya As-
sociation te Nairobi een handboek voor
toekomstige Europese immigranten ver
schijnen. De titel van dat boek was: „Ke
nya, Brittannie's meest aantrekkelijke ko
lonie". De werkelijkheid is op het .ogen
blik een beetje anders.
In een slotartikel hoop ik het beeld van
die treurige werkelijkheid, door het schet
sen van oorsprong en bedrijvigheid der
Mau Mau, zoveel mogelijk te completeren.
met een jong
In volle vaart
*11 pr in
wat
HET ALCMAR1A CABARET zouden wc kunnen vergelijken
renpaard, dat voor de eerste maal op de baan, er direct
van door gaat. Het is de pikeur, die er voor moet d', ,vat
jeugdig enthousiasme niet gaat steigeren en wordt gediskwaliflceerd en
dat betreft stellen we in Hed de Vries heel veel vertrouwen. Hu heeft zU»
ploegje in het ene jaar van zijn bestaan een n i t st eken d en aam v da
en hU zal er voor zorgen, dat deze reputatie gehandhaafd Ibltfft. Som* p
teugels strak aan te trekken en dan weer met een vnendsehappel l
de hals van het jonge dier. Uit een juist compromis tussen deze twee hano-
gen is een beschaafd cabaret ontstaan, dat zijn programma met vaart ««tv
brengen en het allerminst zoekt in goedkope effecten. Want voor
aan de smaak van het grote publiek voelen deze amateurs in
niets en daarom heeft hun vorm van amateurisme voor het kunst!eten
Alkmaar en ook daarbuiten veel meer betekenen dan men zo opperviaKjuj
zou zeggen. Er wordt van de zijde van de beroepscabarettiers wel eens ge
klaagd over de materiële concurrentie, die zjj van de amateurs on<jer'
maar aan de andere kant zijn het deze zelfde amateurs, die bij het p
dat met het cabaret anders vrijwel niet in aanraking zou komen, v or
vorm van ontspanning belangstelling weten te wekken en daardoor dus tussen
het volk en het beroepscabaret een brug kunnen zijn.
Het Alcmaria-cabaret bespreekt een nieuw plan; v.l.n.r.: Didi de Vries
Deutekom, Jo. Fakkel Wiek Mallekote, Hed de Vries, Klaas Koomen en
Piet Wolfswinkel.
(Van onze speciale verslaggever).
DE OUDE KEIZERLIJKE HANZESTAD DEVENTER met de ge
kroonde adelaar in het stadswapen, die eeuwenlang heeft geteerd op
haar oude roem van handelsmetropool en geestelijk centrum, is hard op
weg zich een nieuwe reputatie op te bouwen, die op meer dan koek alleen
berust. Het mag dan zo zijn, dat de buitenwereld de naam van de stad
gaarne verbindt met de voortbrengselen van het vroegere koekbakkers-
gilde thans komt de geurige lekkernij uit een hypermoderne fabriek
de Deventernaren zelf weten u te vertellen, dat de nijverheid er (geluk
kig!) wijd vertakt en sterk gevarieerd is en dat het culturele leven er,
mede dank zij die industrie, een nieuwe bloei beleeft.
HOE OUD de stad is
kan niemand meer nagaan.
Uit opgravingen is geble
ken, dat er vele eeuwen
voor onze jaartelling al
mensen woonden langs de
oevers van de IJsel. Le-
buïnos bracht er het Chris
tendom in de tweede helft
van de achtste eeuw. Een
eeuw later was de stad een
vesting van betekenis, die
zó veilig werd geacht, dat
de bisschoppen van
Utrecht, beducht voor de
Noormannen, er een halve
eeuw bleven resideren. De
handel was er toen wel
licht al een belangrijke
bron van bestaan. In de
elfde eeuw werden er al
munten geslagen en er zijn
documenten uit de twaalf
de eeuw, waaruit blijkt,
dat de Deventer handela
ren toen al tot Coblenz de
Rijn opvoeren. Zij voeren
ook tot Rostock aan de
Oostzee, tot Bergen in
Noorwegen, tot Skanör in
Zweden, tot Odense in De
nemarken, tot Londen in
Engeland, tot Brugge in
Vlaanderen, tot La Rochel
le in Frankrijk. Geruime
tijd was Deventer na Ant
werpen de belangrijkste
handelsstad in de Neder
landen, de eerste stad des
lands derhalve voor zover
men alleen het tegenwoor
dige grondgebied van het
koninkrijk in aanmerking
neemt. Dat was alles vóór
Amsterdam en de andere
steden in het Westen van
betekenis werden.
DEVENTER WAS in die dagen en nog
lang daarna óók een geestelijk centrum.
De kapittelschool, waarvan het tegen
woordige Stedelijke Gymnasium de recht
streekse voortzetting is, dateert uit het be-
begin van de twaalfde eeuw. Het was een
belangrijke instelling in die dagen die
haar leerlingen bij honderden telde. In de
kring van leraren en leerlingen dezer
school ontstond in 1381 de Broederschap
des Gemeenen Levens, opgericht door Ho
rens Radewijns en Geert Groote. an deze
broederschap is een beweging uitgegaan,
die een vernieuwing van het geestelijk en
godsdienstig leven ten gevolge had over
het grootste deel van Europa. Thomas
Kempis wiens boek de Im.tatione Ghns-
ti na dè bijbel eeuwenlang het meest ge
lezen boek ter wereld is geweest fcehoor-
de tot deze groep. De enige Nederlandse
paus, Adriaan, was in z.jn jonge jaren
student te Deventer, evenals de latere
kardinaal Nic, de Gusa en de humanist
Dcsiderius Erasmus.
Uitbreiding.
Dit alles echter is lang, heel lang ge
leden. In de tijd van de Republiek ver
gaderden in Deventer de vertegenwoor
digers van Ridderschap en Steden. Toen
werd er ook het Athenaeum opgericht
als instelling van hoger onderwijs, die on
geveer 230 jaar heeft bestaan. Wie nu
achterom ziet kan niet goed begrijpen,
dat men die instelling heeft opgeheven
net toen een nieuw tijdperk van bloei
zijn intrede deed. De Vestingwet van 1874
maakte de ontmanteling en daarmee de
uitbreiding mogelijk. Het inwonertal, toen
nog niet meer dan een 20.000, is sedert
dien opgelopen tot bijna 30.000. Dat de
industrie zich er sterk uit kan breiden is
mede te danken aan de aanleg van spoor
lijnen, kanalen en een haven-met-indu-
strieterrein, waarvan de oppervlakte gro
ter is dan die van de oude stad.
Op 18 Mei als de zomerdienstregeliing
van de N.S. in werking treedt, zal de
stad met alle vier windstreken verbonden
zijn; de treinen rijden dan om het uur.
Dat tal van autobuslijnen hier haar be
gin- en eindpunt hebben behoeft wel geen
betoog.
Meer en meer wordt de stad centrum
voor een steeds groter deel van Oostelijk
Nederland. Deze centrale ligging brengt
bepaalde verplichtingen mede, waarvan
gemeentebestuur en bevolking zich wel
bewust zijp.
Schouwburg.
Zo zal men dezer dagen een schouw
burg gaan afbreken. Neen, niet om
dat men er geen belangstelling voor het
toneel heeft. Integendeel, omdat het ge
bouw op geen stukken na meer voldoet
aan de eisen des tijds. Er komt een nieu
we met 800 plaatsen en een outillage,
die het mogelijk maakt er bijvoorbeeld de
Nederlandse Opera te doen optreden met
volle bezetting.
Het nieuwe gebouw zal straks ook
dienst kunnen doen voor congressen. Ook
de Buiten-Sociëteit, die aan de overkant
van de IJsel is gelegen, wordt meer en
meer een congrescentrum van betekenis.
.Sedert een jaar is er bovendien een regi
onaal cultureel centrum in het gerestau
reerde Muntentorencomplex, waar eeuwen
geleden keizerlijke munten werden gesla
gen, maar waar nu de ene tentoonstelling
de andere opvolgt. Het gebouw is voort
durend bezet. Een permanente tentoon
stelling vindt men voorts in het Waag
gebouw, dat tot museum is ingericht. En
dan is er nog een tropisch museum ver
bonden aan de Middelbare School van
Tropische Landbouw, die tal van voor
treffelijke landbouwkundigen heeft voort
gebracht. Minister S. L. Mansholt is er
een van.
Medisch centrum.
TERWIJL DE nieuwe schouwburg bij
na twee millioen gulden zal kosten, zal er
in de komende jaren vijf millioen besteed
worden aan de bouw van een nieuw r.k.
ziekenhuis met 218 bedden en een uit-
breidingsmogelijkheid tot 350. Het komt
te staan vlak bij het bestaande ziekenhuis,
dat ook 218 bedden telt en tot 350 kan
worden uitgebreid. Tezamen met de psy
chiatrische inrichting Brinkgreve zullen
die twee een medisch centrum vormen
voor de gehele streek. In dit centrum
vindt men ook de Stichting Pathologisch-
Anatomisch-Serologisch-Bacteriologisch
Laboratorium, dat de ziekenhuizen te De
venter, Zutphen, Apeldoorn, Zwolle en
Kampen bijstaat en waar de artsen uit de
wijde omtrek geregeld bijeenkomen om
hun practische kennis te vermeerderen.
De stad telt ook nog een aantal labora
toria voor de chemische industrie, die
zich meer en meer toelegt op het ver-
J vaardigen van geneesmiddelen.
MITS natuurlijk het amateurcabaret
een verantwoord peil bereikt en
wat dit aangaat kunnen we ónze
schijnwerper rustig op het Alcmaria-
cabaret gericht houden. Deze mensen,
Hed de Vries. Didi de Vries-Deutekom,
Klaas Koomen, Jo Fakkel en Piet
Wolfswinkel zijn er zelfs in geslaagd
onder eigen naam voor de radio op te
treden, iets wat maar voor heel wei
nig amateurgezelschappen is wegge
legd.
De uitzending voor de AVRO is de
aanleiding geweest tot de oprichting
van het Alcmaria-cabaret. Hed de
Vries ontving van de AVÏtO het ver
zoek een aantal amateurs bij elkaar
te zoeken voor een streekuitzending.
Hij heeft daaraan voldaan al ging het
niet zonder moeilijkheden, doch toen
zij voor de auditie naar de studio in
Hilversum waren geweest, bleek het
programma zo te zijn ingeslagen, dat
zij de kans kregen dit zelfstandig in
een eigen uitzending te brengen. Toen
ontstond het Alcmaria-cabaret.
UET gaf verleden jaar op 20 Januari
zijn eerste opvoering in Stompeto-
ren om het programma op het publiek
AAN DE GELDERSE IJSSEL
in het uiterste zuidwestelijke puntie
van Overijssel ligt „de gemiddelde
Nederlandse stad": Deventer. Een
•levende en een interessante stad,
waarin het grijze verleden en de
moderne tijd elkaar de hand reiken;
waar een nijvere bevolking streeft
naar economische vooruitgang en
tegelijk naar geestelijke verrijking.
Eertijds was Devenster een van
de belangrijkste Nederlandse plaat
sen. Het is overvleugeld door an
dere steden, maar veel van zijn
oude roem houdt het in zijn huizen,
zijn grote gebouwen en zijn instel
lingen gevangen. En het voegt daar
aan toe een nieuwe reputatie van
opkomend cultureel centrum van
een uitgestrekt gebied er omheen.
Op 18 Mei a.s. wordt de electri-
sche spoorwegverbinding Arnhem-
Zwolle in gebruik genomen. De stad
zal zich dan nog meer kunnen ont
plooien en zij zal gemakkelijker
bereikbaar zijn. In nevenstaand
artikel laat onze speciale verslag
gever het een en ander van Deven
ter zien, voordat u er wellicht
deze zomer zelfstandig eens een
bezoek gaat brengen.
Bibliotheken.
VOORTS MOGEN de bibliotheken
worden genoemd. Niet alleen zijn er twee
openbare leeszalen (een algemene en een
r.k.) en een centrale bedrijfsbibliotheek,
er is ook nog een vermaarde stadsbiblio
theek, die van 1597 dateert. Zij bevat
60.000 boeken, onder welke bijna 500
wiegedrukken. Het oudste handschrift da
teert van de tiende eeuw. De gehele boe
kerij van de Broederschap des Gemeenen
Levens is er in ondergebracht, benevens
een aantal vroegere kloosterbibliotheken
en een groot deel van de voormalige uni
versiteitsbibliotheek van Harderwijk. De
bibliotheek wordt jaarlijks aangevuld met
waardevolle wetenschappelijke en histori
sche werken. Ook de chemische industrie
beschikt over enige wetenschappelijke bi
bliotheken.
Dank zij al deze instellingen neemt de
betekenis van Deventer als culturele cen
trumstad voor een groot deel van Over-
ijsel en Gelderland meer en meer toe. Nu
de verbindingen met andere plaatsen
steeds intensiever worden komen die in
stellingen steeds beter tot haar recht. De
venter herwint de oude betekenis, zij het
dan thans op een geheel andere grondslag
dan zes a zeven eeuwen geleden.
„uit te proberen". Daarna volgden
Oosthuizen en Krasnapolsky en op 19
Februari 1952 werden de prestaties van
de jonge cabaretgroep door de AVRO
opgenomen. De uitzending geschiedde
op de vierde Mei. Na dit hoogtepunt,
waarmee de Alcmarianen begonnen,
zijn ze bij elkaar gebleven en heel wat
Alkmaarders hebben in het daarop
volgende jaar van hun beschaafde hu
mor kunnen genieten.
Iedereen heeft wel eens gehoord van
de dwaze imitaties van Klaas Koo
men, van het Drama in het Woud, de
Wolf en de seuven gaitjes, met welke
voordracht Didi de Vries nog altijd een
overweldigend succes heeft, de koste
lijke .sketches ajs De honderdduizend,
de sollicitant, en niet te vergeten de
treinreis, waarin drie contrasterende
figuren naast elkaar op een coupé-
bank worden geplaatst. Jo Fakkel
piano en Piet Wolfswinkel, tenor ver
zorgen het muzikale gedeelte van het
programma en Wiek Mallekote bracht
een aardig danssummer, dat helaas
moest worden geschrapt nadat zij
haar pees scheurde en de dokter haar
het dansen, verbood.
Ervaring.
UET Alcmaria-cabaret mag dan van
jonge datum zijn, de spelers heb
ben een toneelervaring, die al heel
wat ouder is. Zo speelde Didi de Vries
op haar achtste jaar al mee in Jong
Leven van Noord-scharwoude.de. ver
eniging, die zij nog altijd trouw is ge
bleven en waarin Hed de Vries even
eens een belangrijke plaats inneemt,
getuige zijn eerste prijs in een onlangs
in de provincie gehouden toneelwed
strijd. Hij is niet de enige, wiens spel
in de ogen van een jury genade heeft
mogen vinden. In Wormerveer kwam
ook zijn vrouw op een solistenwed-
strijd met het hoogste aantal punten
uit de bus door haar voordracht van
de Wolf, en Klaas Koomen, een on
misbaar element in deze groep, won
een paar weken geleden in Heerhugo-
waanl de eerste prijs van de heren-
rollen, toen hij als medespeler van
't Ontluikend Roosje uit Heiloo optrad
in het toneelstuk Per Luchtpost. Het
is dus geen wonder, dat deze ama-
teun-tonelisten elkaar in 't Alcmaria-
cabaret hebben gevonden en een hech
te groep zijn gaan vormen, waarvan
Piet Wolfswinkel, die eens zelfs bij
het „beroeps'' een kans heeft ge
kregen, en Jo Fakkel niet minder ste
vige schakels zijn. Hun programma
heeft iets spontaans en dat is vooral
te danken aan het feit, dat zij zelf
hun sketches schrijven en hun liedi-
jes maken.
Rustperiode.
(")P het ogenblik is het Alcmaria-ca
baret in een rustperiode beland.
Het heeft zün pianist Jo Fakkel tij
delijk wegens een oogoperatie moeten
afstaan en heeft nog geen tijd kun
nen vinden een geheel nieuw program
ma samen te stellen. Niet, dat er geen
ideeën zijn. Wij hebben er enkele
mogen beluisteren, die veel voor de
toekomst beloven, maar alle leden
hebben een drukke werkkring, die nu
eenmaal voorgaat boven het cabaret-
spel. Deze rust heeft er zelfs al toe
geleid, dat er geruchten gingen, dat
het Alcmaria-cabaret niet meer zou
optreden, maar dat is onjuist, want op
20 Juni staan ze weer op de planken
bij het twintig-jarig bestaan van de
Kaaskoppen.
Wij zouden het oprecht hebben be
treurd als we de goede cabaretkunst
van dit amateurgezelschap zouden
hebben moeten missen. Nu dat niet
het geval is, hopen we slechts, dat
het de gelegenheid kan vinden' het
nieuwe programma samen te stellen
om daarmee in een volgend seizoen
te verschijnen. We hebben na de eer
ste ronde ons vertrouwen in het ren-
paardje niet verloren en als we nog
even de beeldspraak mogen gebrui
ken waarmee we dit praatje zijn be
gonnen we durven zelfs naar de
totalisator te stappen om een wed-
denschapje af te sluiten op de resul
taten van Alcmaria ln de tweede
course.