De romantische van Bianca geschiedenis Cappello De schone Groothertogin van Toscane REDT DE MENS Eeiöe misvatting over moderne kunst De kunst werd duur betaald Liefdehaat en trouw in het oude Florence Communisme is een uitdaging aan het Westen De vrije wereld heeft een taak Het communisme 3 F. GOUDZWAARD door Kunst en ambacht Een dogma BIANCA CAPPELLO, dochter van één der machtigste edelen van Venetië leefde op 16-jarige leeftijd, zoals de meeste jonge meisjes van haar stand, in afzondering in haar vaders paleis, waar zij weinig le vensvreugde kende door de on aangename bejegening van de zijde van haar vaders tweede vrouw. Zo zocht Bianca 's avonds na de hitte van de dag wat verkoeling op het terras aan het water, dro mend over een verre toekomst, waarin zij vurig hoopte nog eens werkelijk te kunnen léven. Tegen over haar vaders paleis verhieven zich de bankgebouwen van de rijke Salviati, waar een zekere Bona- venturi werkzaam was. Op een avond bemerkte Bianca dat vanuit deze gebouwen een jongeman haar gadesloeg. Toen dit zich de avon- Als dag aanbreekt is in het paleis Capello alles in rep en roer. De vluchtelingen zijn echter al een eind van de stad verwijderd en voor een priester verschenen om hun verbinte nis te laten zegenen. Eerst daarbij ver neemt Bianca, dat haar metgezel geen rijke bankierszoon is, maar Pietro Bo- naventuri heet. Nadat onderweg een zigeunerin aan Bianca heeft voorspeld, dat zij eens prinses zal zijn met een grote kroon, komen zij in Florence aan. doch ook daar blijken zij niet veilig te zijn, want Bianca's vader heeft zich al gewend tot de machtige heerser Cosimo de Medici, voor wie zij ai spoedig moeten verschijnen. In tegen stelling tot Pietro, die zich bij deze ondervraging weinig mannelijk ge draagt, weet Bianca hun omstandighe den kalm uiteen te zetten. Zij schil dert haar ongelukkig bestaan in haar ouderlijk huis en de verandering, die Pietro daarin heeft gebracht. Getrof fen door haar schoonheid en moed, laat de groothertog van Toscane hen gaan. De troonopvolger Francesco is zo door haar bekoord, dat hij niet rust, eer hij haar nader heef leren kennen. Met haar zuidelijk temperament en met me deweten van Pietro, aanvaard Bianca de liefde van de jonge prins, die be looft met haar te zullen trouwen, zo dra zij vrij zal zijn. Na het bekend worden van de verloving van haar minnaar met de Oostenrijkse prinses Johanna, vraagt Bianca zich af of zij haar invloed op Francesco zal kunnen behouden. Bij de intrede van de jonge bruid in Florence, ziet Bianca wel, dat zij weinig concurrentie heeft te vre zen van dit nog heel jonge meisje. Haar wettige man Bonaventuri heeft het inmiddels zo bont gemaakt, dat hij op een avond op straat word aangeval len en vermoord. Bianca's toenemende invloed op Francesco bezorgt haar vijanden, on der wie vooral Francesco's broer Ferdinand, die de troon van Toscane zal bezitter, als Francesco zonder zoons sterft. Wanneer Johanna haar man zeven dochters, maar nog geen zoon heeft geschonken, besluit Bian ca Francesco zelf een troonopvolger te schenken, hoewel zij weet, dat zij geen kinderen meer kan krijgen. Haar a.s. moederschap toeschrijvend aan een wonderbaarlijke kuur, laat zij het pasgeboren zoontje van een onge huwde moeder voor het hare door gaan. Francesco is in de wolken met de troonopvolger en overlaadt haar met attenties. Helaas zijn er nog te veel medeplichtigen bij dit bedrog: de moeder van het kind komt te weten waarom men haar kind heeft afge nomen en de kamenier, die het Bianca heeft gebracht, weet er ook te veel van. Kardinaal Ferdinand, die troonop volger zal zyn, als zjjn broer geen wettige zonen nalaat, dwingt de ka- het bedrog Francesco ter ore. Met de menier tot een bekentenis en zo komt haar eigen koelbloedigheid besluit Bianca er voor uit te komen. Zij werkt op haar mans gevoel door hem erop te wijzen, dat zij op deze wijze de erf opvolging zeker wilde stellen en de geruchten de kop indrukken, dat hij Bianca Cappello geen zoon zou kunnen krijgen. Hier door vertederd, vergeeft Francesco Bianca en meer dan ooit is zij de heerseres. De relatief tussen haar man en Bianca komen nu eindelijk Johanna ter ore, die van nu af Bianca een onver zoenlijke haat toedraagt en zelfs bevel geeft Bianca in de Arno te werpen. Alleen de tussenkomst van haar biecht vader brengt haar hier vanaf. Dan komt Johanna door een val om het le ven. In de begrafenisstoet merkt de menigte ontzet op, dat de groothertog zijn ogen richt naar het venster van Bianca en haar hoffelijk groet. Twee maanden later heeft Francesco de ge wetensbezwaren overwonnen, voor zo verre hij die nog had, om Bianca tot zijn wettige gade te maken. Haar eer zucht doet haar nu streven naar ver krijging van de titel van groothertogin van Toscane, naar rehabilitatie in Ve netië en verzoening met haar vader. Wanneer zij ook dit alles heeft bereikt, bewijst zij een goede echtgenote en moeder te kunnen zijn, ook voor de zeven dochters van Johanna, hierbij gedachtig het vele verdriet haar in haar jeugd door haar stiefmoeder aan gedaan. Zij leeft voortaan voor de glo rie van haar man en het geslacht der Medici. Zij ondersteunt de armen en is de beschermvrouw der kunstenaars. Niets schijnt er nu meer aan het ge luk van Bianca te ontbreken. Haar snelle opkomst heeft haar echter vele vijanden bezorgd en intelligent als zij is en kind van haar tijd, weet zij zich bedreigd door hun intrigues. Vooral haar zwager Ferdinand vreest zij en zij ziet de noodzaak in van een ver zoeningspoging. Als haar, uit haar huwelijk met Bo- naventura geboren en inmiddels ge- den daarop herhaalde, begon Bian ca, blij met wat afleiding, hem meer aandacht te schenken. Door haar aangemoedigd, rustte hij, er varen op dit gebied, niet, eer hij door het omkopen van bedienden, toegang tot Bianca had weten te verkrijgen. De gevolgen van dit samenzijn bleven niet uit en ang stig moesten zij erkennen, dat hun maar één uitweg restte: de vlucht uit Venetië, daar de strenge wet ten van deze stad het ongehuwde meisje in deze omstandigheden met levenslange opsluiting bedreigden. In een ijskoude winternacht van het jaar 1563 verlaat Bianca in haar warmste kleren heimelijk de ouderlijke woning, om naast haar geliefde in de gondel plaats te nemen, die hen naar onbekende verten zal voeren. trouwde dochter haar eerste kind krijgt, vraagt zij Ferdinand er de peet oom van te willen zijn, wat deze ac cepteert, zonder dat hun relaties daar door veel verbeteren. Nu het onder geschoven kind van Bianca en Fran cesco gestorven is, is Ferdinand de troonopvolger en angst bevangt Bian ca bij de gedachte, dat, wanneer haar man eens zal overlijden, haar lot van deze Ferdinand zal gaan afhangen. Dit ogenblik is dichter bij, dan zij ver moedt. Op een jachtpartij in 1587 wordt Francesco onwel. Bianca verneemt, dat Ferdinand haar man vóór de jacht een Francisco de Medici FLORENCE heeft in de 16e eeuw een enorme bloei gekend. Het was een tijd van schrille te genstellingen: naast koelbloedige moordpartijen, martelingen en vergiftigingen, die aan de orde van de dag waren, staan de ons nog ontroerende scheppingen der grote kunstenaars, die in het vorstengeslacht der Medici hun beschermers vonden. Velen dezer vorsten hadden aan hun zijde vrouwen, die door hun buitengewone schoonheid en sterke persoonlijkheid, soms ge paard met grote intelligentie, niet geringe invloed kregen aan het Hof. Tot dezen behoorde Bianca Cappello, een Vene- tiaanse, wier levensloop een beslissende wending nam, toen de wel zeer rigoureuze wetten van haar geboortestad haar dwongen in ballingschap te gaan. glas wijn heeft aangeboden en ver moedt, dat daarin vergif was gemengd. Als Francesco er geen nadelige gevol gen van ondervindt, voelt Bianca, dat in deze machtsstrijd haar man of haar zwager van het toneel zal moeten verdwijnen. Zij bereidt een taart, waarin vele vergiften, en haar zwagers voorkeur voor gebak kennende, laat zij hem dit des morgens brengen. Als Medici is Ferdinand echter steeds op zijn hoede voor zijn vijanden; hij draagt een ring met een steen, die dof wordt bij nade ring van vergif. Als deze steen hem juist gewaarschuwd heeft voor de taart, komt Francesco binnen en neemt op Ferdinands uitnodiging een stuk van het heerlijke gebak tot ontzetting van Bianca, die .binnentredend eveneens door Ferdinand wordt uitgenodigd eens te proeven. Zonder een spier te ver trekken, tast Bianca toe: haar koel bloedigheid en haar liefde voor haar man doen haar niet aarzelen. Tegen de avond zijn beiden zwaar ziek. De te gengiften, die Bianca haar man laat innemen, baten al niet meer. Na een zware doodsstrijd blaast Francesco veertig uur later op 47-jarige leeftijd de laatste adem uit, elf uur later door Bianca gevolgd. Ferdinand is daardoor heerser over Toscane geworden. Dit einde, wat Bianca als het ware, zelf over zich en haar man had ge bracht, getuigt ons wel het meest van haar koelbloedige aanvaarding van alle gevolgen, die haar liefde voor Fran cesco gedurende 23 jaren had gehad. Na, de bijzetting van Francesco in de Medici kapel, regeerde de 38-jarige Ferdinand gedurende 22 jaren «Is groothertog over Florence. Hij onder scheidde zich door zijn flinkheid en rechtvaardigheid en onder zijn leiding kwamen er vele grote werken tot stand, vooral op het gebied van de schone kunsten. Hoeufel de wandelaar in Florence tevergeefs zal zoeken naar het graf van Bianca Capello, leeft zij toch he den ten dage nog voort in de grote paleizen, waar zij vertoefde en in haar prachtige portretten, waarin ons een indruk wordt gegeven van haar schoonheid, die gepaard aan tempera ment en eerzucht, haar op een der machtigste tronen van die tijd heeft gebracht. A. C. L. B. HET COMMUNISME WIJZEN WE AF. Het verlaagt de mens en berooft onze wereld van de vrijheid. Dat is helemaal geen held haftige verklaring. Want van de honderd Nederlanders wijzen er vijf en negentig dit communisme af. Het is bijna een vanzelfsprekend heid geworden, dat je van het communisme niets hebben moet. Maar daarmede zijn we nog niet klaar. Wij kunnen een lange reeks van argumenten opsommen, waar we er tegen zijn. En toch hebben we dan nog niet veel bereikt. DE VRAAG duikt op: waarom stem men nog zoveel Nederlandse mannen en vrouwen bij de verkiezingen op de communistische lijst? Het waren er in 1952 toch altijd nog 328.641, die op Ger- ben Wagenaar hun stem uitbrachten. Waarom deden ze dat? Waren die ruim 300.000 Nederlanders tegenstan ders van de vrijheid? Of beschouwden ze de mens naar het communistisch geloof als een natuurlijk en een maatschappelijk wezen? Gold voor al deze mannen en vrouwen de levens regel: het doel heiligt de middelen? Geen sprake van immers. Deze 300.000 Nederlanders behoorden voor het over grote deel tot de fatsoenlijke mensen. Zij waren heus geen mensen, die het communistisch geloof tot in het diep ste van hun ziel hadden aanvaard. Er zouden verschillende rubrieken zijn aan te geven voor hen, die op de C.P.N, stemden en stemmen zullen. Idealisten zijn er onder. Evengoed mensen, die tot levensregel hebben gemaakt: waar kan ik beter van wor den. Of misschien ook die zeiden :geef die communisten eens een kans. ZOU HET voor zeer velen niet dit zijn: achter het communisme zit een vraag aan het Westen: Nog sterker ge zegd: het communisme is een uitdaging aan het Westen. Aan het Christendom in het Westen wel in de allereerste plaats. In het Christelijk geloof ont moet het communisme zijn felste te genstander. Hier staat geloof tegen over geloof. Verlossingsreligie tegen over Verlossingreligie. De strijd tus sen christelijk geloof en communistisch geloof is er één op leven en dood. USA Baar losse opmerkingen om onze houding tegenover het communisme het zuiverst te bepalen. 1. We hebben als grootste bezwaar tegen het communisme genoemd, dat het de mens verlaagt en de geest niet primair ziet. Maar in alle eerlijkheid: Stelt het Westen, dat we gaarne verde digen willen, de geest primair? Of is het communisme niet al te zeer een stelsel, dat de vergrote fouten van het Westen in zich bergt? Laat God naar het woord van Schubart aan Europa in het communisme niet eigen vuil gelaat zien? 2. Achter het communisme zit de roep om een nieuwe wereld. Om so ciale gerechtigheid. Ik weet wel, dat in de Sowjet-Unie deze sociale ge- Het puleis Cuppello in Venelië (Van onze redacteur beeldende kunsten) ER VALLEN BI) de dusgenaamde „moderne" kunst enige ver schijnselen op te merken, die voor de toekomst in meer dan één opzicht verontrustend moeten worden genoemd. Om dadelijk het terrein onzer beschouwingen even af te bakenen: wij hebben hier niet zozeer het werk van de hedendaagse schilders in het algemeen op het oog, dan wel dat, wat kan worden gerangschikt onder het hoofd van bepaalde extreme stijlopvattingen. Het gaat dus om de abstracten en de daarmee verwante groeperingen. Nu moet worden vooropgesteld, dat de beel dende kunsten hun eigen autonome ontwikkeling doormaken, die even wijdig loopt met wat zich op het gebied van techniek, wetenschap, wijsbegeerte en religie afspeelt. Wij leven nu eenmaal niet meer in de Middeleeuwen en evenmin in de tijd van de Romantiek. Dat be paalt onze positie. DE ZO VAAK als donker afgeschil derde Middeleeuwen hebben een maat schappelijk en geestelijk leven te zien gegeven, van een zo gesloten opbouw, dat er voor persoonlijke uitingen nau welijks plaats was. Het persoonlijke element in de beeldende kunst van die dagen is niet gelegen in de vormen taal nauwelijks in de voordracht van hetgeen de schilder of de beeld houwer wilde vertellen maar inzon derheid in zijn meer of minder grote bekwaamheid, om de taak te vervullen die was opgedragen. Het grootste van het werk der Van Eycks ligt in de wijze en de mate, waarin zij hun eigen genialiteit konden laten spreken in de hun door kerkelijke dogmatiek en maatschappelijke opvattingen bindend opgelegde interpretatie van het heilige. Daarbij is voor de vaststelling van hun genie de nauwkeurige detaillering der voorstellingen van veel minder be lang dan de functie, die dit onderdeel m het geheel van de schildering heeft. Primair is altijd de totale compositie: iiet hele spel van kleuren, lijnen, vor men. Deze sluit, wanneer elk onder deel daarin de toekomende plaats heeft gekregen en dat element domineert, dat ook inderdaad als hoofdzaak moet worden beschouwd. Bewonderenswaar dig is in de Aanbidding van het Lam Gods dat onovertroffen altaarstuk in de Gentse Sint Bavo, de val der plooien en de diepe kleur der gewaden Maar hele compositie op het lichtomstraalde hoofdpiotief: het Lam op de offertafel, omringd door enkele engelen. Er is nog een tweede kwestie. Een bepaalde tak van de Romantische school in de vorige eeuw heeft ten onrechte sterk de nadruk gelegd op de voorstel ling en op het nauwkeurig geschilderde detail. Daarmee deed zij in feite de schilderkunst onrecht en schade, ver nederde haar enerzijds tot een soort geschilderde kleurenfotografie ander zijds het middel met het doel ver warrend. WANT VOOR DE SCHILDER is de voorstelling als zodanig nauwelijks van betekenis en weinig meer dan een aan leiding tot schilderen. Hjj werkt in de eerste plaats met kleur en lijn en poogt in het samenspel van deze elementen zichzelf te verwerkelijken iets van zijn eigen innerlijk tot uitdrukking te brengen. Het gaat hem bij de vervaar diging van een schilderij om datgene dat hijzelf aan het onderwerp heeft be leefd. Het gaat om de schoonheid van een atmosfeer, om de spanning of de harmonie tussen kleuren, om rhythmen en klank, om een spel van lijnen maar niet alleen daarom en steeds om meer dan dat. Hij slaagt in zijn ex pressie te beter, naarmate er in hem meer is dat om uitdrukking vraagt en Want schilderen moge kunst zijn, het is ook een ambacht, dat in zeer moeizame studie wordt geleerd. Daarmee zitten we midden in de verschijnselen, waarom het ons hier gaat. Wij hebben namelijk de sterke overtuiging, dat in de dusgenaamde moderne kunst op een vaak schrikwek kende manier met de waarden van het schilderen wordt gesold. Verbergen de schilders van de oude stempel het bewuste van hun compo sitie onder het schijnbaar toevallige van wat zij hun beschouwers laten zien onze hedendaagse abstracten keren de zaak om. Zij etaleren de bouwstenen en verkopen deze voor een voltooid huis. Hun composities zijn willekeurige samenstellen van kleuren en lijnen zij zijn als het ware het skelet, waarom heen de beschouwer het vlees en het leven moet aanbrengen. Het is geen wonder, dat menigeen er geen weg meer in weet en de duisternis, waarin hij rondwandelt, aan eigen blindheid toeschrijft. Vaak ten onrechte overigens. De taal, waarin hij wordt aangesproken, is voor hem onverstaanbaar, omdat zij die van een exclusieve groep en niet die van gans een gemeenschap is. Het is zelfs de vraag, of deze uit drukkingsvorm wel zoveel directer is dan de oude, waarin het contact tussen kunstenaar en kunstminnaar tot stand komt via een geschilderde interpretatie van een werkelijkheid. Zij heeft in elk geval het nadeel, dat belangrijke elementen worden verwaarloosd. Dat geldt zeker voor de groep moderne Duitsers, wier werk is verenigd in de collectie van dr O. Domnick te Stutt- gart. Als uiting Van de geestelijke chaos in het hedendaagse Duitsland is deze collectie stellig van belang. Zuiver ar tistiek bezien is het door de dogmatische manier waarop elk schilderachtig ele ment is weggewerkt, schrikwekkend van armoede. Rijker en warmer het werk van de schilders der Parijse Sa lon de Mai, maar daarin wordt tevens duidelijk, hoe weinig ruimtelijk deze kunstvorm is hoezeer zij in wezen is afgezakt tot een aangename vlakver- niet vallen over een euvel als de vorm- verwaarlozing, al is dit inhaerent aan het dogma der abstractie. essentieel is de toespitsing van de ge- naarmate hü zün metier beter verstaat, siering. Daarbij zullen we dan nog maar INDERDAAD valt hier zolangzamer- hand te spreken van een dogma, van een nieuw academisme. Regels en voor schriften, theoretische beschouwingen en een vaak scherpe veroordeling van een ambachtelijke vorming zijn belang rijker dan het element der persoonlijke bezieling en dat der eigen innerHjke groei. De schilder A. C. Willink heeft in dit opzicht voor de oorlog al bittere woorden neergeschreven in een bro chure over de stand der hedendaagse schilderkunst zij zijn nog steeds ten volle van kracht. Waariyk wij lijken in de abstracte kunstvormen met volle zeilen de poel van het volslagen artistieke nihilisme binnen te stevenen. Niemand zal ont kennen, dat er tekenen zün van een impasse, ook in de meer traditionele vormen der beeldende kunsten, al zün wij aan de andere kant meer dan één uiting tegengekomen van een waar achtige bezieling en een eerlijk en toe gewijd werken, ook bij de jongere schilders. Bezieling en toewijding zün er ook bij de besten der abstracten. Maar groter dan bij welke andere stro ming ook is hier het gevaar, dat mee gaan eerder een houding van een in nerlijke noodzakelijkheid is. Misschien, dat de bezinning op de waarde van de elementen kleur en lijn leidt tot de ontdekking van niet- vermoede mogelijkheden tot het zien van nieuwe, weidse verten. Voorlopig constateren we nog slechts een dog matische uitwerping van badwater en kind een vernietiging, ontkenning en negatie, van essentiële schilderkun stige waarden. Het bedenkelijkste van al is, dat de ontkenning zelfs de waarde van de ambachtelijke vorming aan de acade mies treft. Want duidelijker dan wat ook bewijst dit. dat men zich in de relatie tussen doel en middelen vergist. Of camoufleert deze „vergissing" slechts onmacht? VAN WIGCHEREN rechtigheid niet te vinden is. En steeds minder te vinden zal zijn. Maar in zijn oorsprong is het communisme een fel en vlammend protest tegen de uitbuiting en de ont-menselijking van de mens. In ónze wereld gold (geldt soms nog?) al te zeer de grondwet van het individualisme Ieder voor zich en God voor ons allen. In de practijk kwam dit neer op: Ieder voor zich en de duivel hale de achterste. Tegen deze ver-slaving van de mens ging het pro test van het communisme. Daarcm zit in het communisme nog altijd iets van het Bijbels profetisme. De dicta tuur van het proletariaat heeft deze schreeuw om gerechigheid doen ver stommen. Maar dit element mag niet over het hoofd worden gezien. 3. Het communisme heeft voor on ze Westerse democratie niet de min ste waardering. Natuurlijk kan men zeggen: het maakt er toch maar een goed gebruik of liever: een slecht ge bruik van. Wat „De Waarheid" zich veroorlooft dag aan dag aan zijn le zers voor te zetten, tart elke beschrij ving. En geen der Waarheid-redacteu ren wordt voor zijn aanvallen op re gering en personen tenzij het de spuigaten uitloopt lastig gevallen. Lustig en vrij misbruikt het commu nisme hier de vrijheid, die de demo cratie geeft. Geeft óók aan het communisme. Dat is alles waar! Maar we zullen het verwijt van de zijde van het communisme moeten aanhoren en zelfs ernstig dienen te nemen. Dit verwijt: jullie zg. Westerse de mocraten spreken veel over de politie ke democratie, maar de economische raken jullie met geen vinger aan. De communist zegt: de politieke demo cratie is geen cent waard, wanneer de economische democratie er niet mee gepaard gaat. Het antwoord, dat het met die economische democratie in de S.U. een belabberde boel is, zegt hem niets. De communist gelooft er nu eenmaal in. Dit verwijt nog eens zullen we ernstig moeten nemen en niet kunnen afdoen met een tegen-verwijt. D.w.z.: we zullen onze Westerse sa menleving zó hebben in te richten en op te bouwen, dat de mens er inder daad menselijk "kan 'évefï. Niet als koopwaar. Ook niet als massa-mens. Maar als mens, als schepsel Gods. De Bijbel zegt het zo: Tot alle goed werk volkomen toegerust (2 Tim. 317). DE VRIJE westerse wereld heeft zich genoodzaakt gezien de bewape ning te versterken. Dat kost schatten. Niemand doet dit me vreugde. Dit financieel offer snijdt in ons eigen vlees, wondt onze eigen huid. Het kan niet anders. Maar de roep om „vijftig divisies in het Westen" mag dan in dit ogenblik een begrijpelijke zijn, wie meent dat daarmede het communisme principieel is overwonnen, vergist zich. En hij vergist zich bitter. Er zal meer moeten geschieden. En iets anders moeten gebeuren. Ook hier gaat het om de mens. Om de communistische mens. Hem zal duidelijk gemaakt moeten worden, dat de Westerse vrije wereld evenzeer een andere wereld wenst. Een wereld van gerechtigheid. De christen zal het zó zeggen: een wereld, waarin het teken is opgericht van het komende Rijk Gods. Aan het oprichten van dat tegen zal gewerkt moeten worden. Want de geschiedenis leert het ons: ellendige sociale omstandigheden zijn een voe dingsbodem voor het communisme. Hier ligt evenzeer een taak voor de christelijke kerken. Wie het communisme negatief be strijdt met het overigens juiste argu ment: het communisme schendt de mens in het meest-wezenlijke van zijn bestaan bereikt niets. Het Westen, dat nóg een klein brok je christelijke beschaving in zich heeft, zal ernst moeten maken met de op dracht, die de Berlijnse Kerkendag stelde: Redt de mens. Geestelijk en sociaal. Een bewoner uit de Maasstad, een groot muziekliefhebber, maakte vorige week Donderdag in de trein kennis met een enigszins beschonken man, die in Delft was ingestapt en die zich voor- stelde als de bekende concertpianist zus en zo. Hij zou die middag nog moe ten optreden in de Koninginnekerk. De Rotterdammer nodigde hem uit in zijn woning een kop koffie te drin ken waarop de ander grif inging. Hij speelde nog wat op de piano en toen het tijd werd om op te stappen was do m i ïekliefhebber overtuigd met een groot kunstenaar te doen te hehben Daarom leende hü hem f 50 om bood schappen te doen. Het geld zou de pianist na zijn recital, dat 80 gulden zou opleveren, terug betalen. Hü kwam niet weerom.... De recherche kwam er achter dat de muzikale oplichter de 56-jarige pianist L. A J. B. uit Den Haag was. die op weg was om zes dagen uit te zitten in de strafgevangenis te Scheveringen Pe recherche te Rotterdam baaHe hem toen de straftijd om was, af en stelde hem opnieuw in bewaring.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 11