De romantische
van Bianca
geschiedenis
Cappello
De schone Groothertogin van Toscane
REDT DE MENS
Eeiöe misvatting over moderne kunst
De kunst werd
duur betaald
Liefdehaat en
trouw in het
oude Florence
Communisme is een uitdaging
aan het Westen
De vrije wereld heeft
een taak
Het communisme 3
F. GOUDZWAARD
door
Kunst en ambacht
Een dogma
BIANCA CAPPELLO, dochter
van één der machtigste edelen van
Venetië leefde op 16-jarige leeftijd,
zoals de meeste jonge meisjes van
haar stand, in afzondering in haar
vaders paleis, waar zij weinig le
vensvreugde kende door de on
aangename bejegening van de zijde
van haar vaders tweede vrouw.
Zo zocht Bianca 's avonds na de
hitte van de dag wat verkoeling
op het terras aan het water, dro
mend over een verre toekomst,
waarin zij vurig hoopte nog eens
werkelijk te kunnen léven. Tegen
over haar vaders paleis verhieven
zich de bankgebouwen van de rijke
Salviati, waar een zekere Bona-
venturi werkzaam was. Op een
avond bemerkte Bianca dat vanuit
deze gebouwen een jongeman haar
gadesloeg. Toen dit zich de avon-
Als dag aanbreekt is in het paleis
Capello alles in rep en roer. De
vluchtelingen zijn echter al een eind
van de stad verwijderd en voor een
priester verschenen om hun verbinte
nis te laten zegenen. Eerst daarbij ver
neemt Bianca, dat haar metgezel geen
rijke bankierszoon is, maar Pietro Bo-
naventuri heet. Nadat onderweg een
zigeunerin aan Bianca heeft voorspeld,
dat zij eens prinses zal zijn met een
grote kroon, komen zij in Florence aan.
doch ook daar blijken zij niet veilig te
zijn, want Bianca's vader heeft zich
al gewend tot de machtige heerser
Cosimo de Medici, voor wie zij ai
spoedig moeten verschijnen. In tegen
stelling tot Pietro, die zich bij deze
ondervraging weinig mannelijk ge
draagt, weet Bianca hun omstandighe
den kalm uiteen te zetten. Zij schil
dert haar ongelukkig bestaan in haar
ouderlijk huis en de verandering, die
Pietro daarin heeft gebracht. Getrof
fen door haar schoonheid en moed, laat
de groothertog van Toscane hen gaan.
De troonopvolger Francesco is zo door
haar bekoord, dat hij niet rust, eer hij
haar nader heef leren kennen. Met
haar zuidelijk temperament en met me
deweten van Pietro, aanvaard Bianca
de liefde van de jonge prins, die be
looft met haar te zullen trouwen, zo
dra zij vrij zal zijn. Na het bekend
worden van de verloving van haar
minnaar met de Oostenrijkse prinses
Johanna, vraagt Bianca zich af of zij
haar invloed op Francesco zal kunnen
behouden. Bij de intrede van de jonge
bruid in Florence, ziet Bianca wel, dat
zij weinig concurrentie heeft te vre
zen van dit nog heel jonge meisje.
Haar wettige man Bonaventuri heeft
het inmiddels zo bont gemaakt, dat hij
op een avond op straat word aangeval
len en vermoord.
Bianca's toenemende invloed op
Francesco bezorgt haar vijanden, on
der wie vooral Francesco's broer
Ferdinand, die de troon van Toscane
zal bezitter, als Francesco zonder
zoons sterft. Wanneer Johanna haar
man zeven dochters, maar nog geen
zoon heeft geschonken, besluit Bian
ca Francesco zelf een troonopvolger
te schenken, hoewel zij weet, dat zij
geen kinderen meer kan krijgen. Haar
a.s. moederschap toeschrijvend aan
een wonderbaarlijke kuur, laat zij
het pasgeboren zoontje van een onge
huwde moeder voor het hare door
gaan. Francesco is in de wolken met
de troonopvolger en overlaadt haar
met attenties. Helaas zijn er nog te
veel medeplichtigen bij dit bedrog: de
moeder van het kind komt te weten
waarom men haar kind heeft afge
nomen en de kamenier, die het Bianca
heeft gebracht, weet er ook te veel
van.
Kardinaal Ferdinand, die troonop
volger zal zyn, als zjjn broer geen
wettige zonen nalaat, dwingt de ka-
het bedrog Francesco ter ore. Met de
menier tot een bekentenis en zo komt
haar eigen koelbloedigheid besluit
Bianca er voor uit te komen. Zij werkt
op haar mans gevoel door hem erop
te wijzen, dat zij op deze wijze de erf
opvolging zeker wilde stellen en de
geruchten de kop indrukken, dat hij
Bianca Cappello
geen zoon zou kunnen krijgen. Hier
door vertederd, vergeeft Francesco
Bianca en meer dan ooit is zij de
heerseres.
De relatief tussen haar man en
Bianca komen nu eindelijk Johanna ter
ore, die van nu af Bianca een onver
zoenlijke haat toedraagt en zelfs bevel
geeft Bianca in de Arno te werpen.
Alleen de tussenkomst van haar biecht
vader brengt haar hier vanaf. Dan
komt Johanna door een val om het le
ven. In de begrafenisstoet merkt de
menigte ontzet op, dat de groothertog
zijn ogen richt naar het venster van
Bianca en haar hoffelijk groet. Twee
maanden later heeft Francesco de ge
wetensbezwaren overwonnen, voor zo
verre hij die nog had, om Bianca tot
zijn wettige gade te maken. Haar eer
zucht doet haar nu streven naar ver
krijging van de titel van groothertogin
van Toscane, naar rehabilitatie in Ve
netië en verzoening met haar vader.
Wanneer zij ook dit alles heeft bereikt,
bewijst zij een goede echtgenote en
moeder te kunnen zijn, ook voor de
zeven dochters van Johanna, hierbij
gedachtig het vele verdriet haar in
haar jeugd door haar stiefmoeder aan
gedaan. Zij leeft voortaan voor de glo
rie van haar man en het geslacht der
Medici. Zij ondersteunt de armen en is
de beschermvrouw der kunstenaars.
Niets schijnt er nu meer aan het ge
luk van Bianca te ontbreken. Haar
snelle opkomst heeft haar echter vele
vijanden bezorgd en intelligent als zij
is en kind van haar tijd, weet zij zich
bedreigd door hun intrigues. Vooral
haar zwager Ferdinand vreest zij en
zij ziet de noodzaak in van een ver
zoeningspoging.
Als haar, uit haar huwelijk met Bo-
naventura geboren en inmiddels ge-
den daarop herhaalde, begon Bian
ca, blij met wat afleiding, hem
meer aandacht te schenken. Door
haar aangemoedigd, rustte hij, er
varen op dit gebied, niet, eer hij
door het omkopen van bedienden,
toegang tot Bianca had weten te
verkrijgen. De gevolgen van dit
samenzijn bleven niet uit en ang
stig moesten zij erkennen, dat hun
maar één uitweg restte: de vlucht
uit Venetië, daar de strenge wet
ten van deze stad het ongehuwde
meisje in deze omstandigheden met
levenslange opsluiting bedreigden.
In een ijskoude winternacht van
het jaar 1563 verlaat Bianca in
haar warmste kleren heimelijk de
ouderlijke woning, om naast haar
geliefde in de gondel plaats te
nemen, die hen naar onbekende
verten zal voeren.
trouwde dochter haar eerste kind
krijgt, vraagt zij Ferdinand er de peet
oom van te willen zijn, wat deze ac
cepteert, zonder dat hun relaties daar
door veel verbeteren. Nu het onder
geschoven kind van Bianca en Fran
cesco gestorven is, is Ferdinand de
troonopvolger en angst bevangt Bian
ca bij de gedachte, dat, wanneer haar
man eens zal overlijden, haar lot van
deze Ferdinand zal gaan afhangen. Dit
ogenblik is dichter bij, dan zij ver
moedt.
Op een jachtpartij in 1587 wordt
Francesco onwel. Bianca verneemt, dat
Ferdinand haar man vóór de jacht een
Francisco de Medici
FLORENCE heeft in de 16e
eeuw een enorme bloei gekend.
Het was een tijd van schrille te
genstellingen: naast koelbloedige
moordpartijen, martelingen en
vergiftigingen, die aan de orde
van de dag waren, staan de ons
nog ontroerende scheppingen
der grote kunstenaars, die in
het vorstengeslacht der Medici
hun beschermers vonden. Velen
dezer vorsten hadden aan hun
zijde vrouwen, die door hun
buitengewone schoonheid en
sterke persoonlijkheid, soms ge
paard met grote intelligentie,
niet geringe invloed kregen aan
het Hof. Tot dezen behoorde
Bianca Cappello, een Vene-
tiaanse, wier levensloop een
beslissende wending nam, toen
de wel zeer rigoureuze wetten
van haar geboortestad haar
dwongen in ballingschap te
gaan.
glas wijn heeft aangeboden en ver
moedt, dat daarin vergif was gemengd.
Als Francesco er geen nadelige gevol
gen van ondervindt, voelt Bianca, dat
in deze machtsstrijd haar man of haar
zwager van het toneel zal moeten
verdwijnen.
Zij bereidt een taart, waarin vele
vergiften, en haar zwagers voorkeur
voor gebak kennende, laat zij hem dit
des morgens brengen. Als Medici is
Ferdinand echter steeds op zijn hoede
voor zijn vijanden; hij draagt een ring
met een steen, die dof wordt bij nade
ring van vergif. Als deze steen hem
juist gewaarschuwd heeft voor de
taart, komt Francesco binnen en neemt
op Ferdinands uitnodiging een stuk
van het heerlijke gebak tot ontzetting
van Bianca, die .binnentredend eveneens
door Ferdinand wordt uitgenodigd eens
te proeven. Zonder een spier te ver
trekken, tast Bianca toe: haar koel
bloedigheid en haar liefde voor haar
man doen haar niet aarzelen. Tegen de
avond zijn beiden zwaar ziek. De te
gengiften, die Bianca haar man laat
innemen, baten al niet meer. Na een
zware doodsstrijd blaast Francesco
veertig uur later op 47-jarige leeftijd
de laatste adem uit, elf uur later door
Bianca gevolgd. Ferdinand is daardoor
heerser over Toscane geworden.
Dit einde, wat Bianca als het ware,
zelf over zich en haar man had ge
bracht, getuigt ons wel het meest van
haar koelbloedige aanvaarding van alle
gevolgen, die haar liefde voor Fran
cesco gedurende 23 jaren had gehad.
Na, de bijzetting van Francesco in
de Medici kapel, regeerde de 38-jarige
Ferdinand gedurende 22 jaren «Is
groothertog over Florence. Hij onder
scheidde zich door zijn flinkheid en
rechtvaardigheid en onder zijn leiding
kwamen er vele grote werken tot
stand, vooral op het gebied van de
schone kunsten.
Hoeufel de wandelaar in Florence
tevergeefs zal zoeken naar het graf
van Bianca Capello, leeft zij toch he
den ten dage nog voort in de grote
paleizen, waar zij vertoefde en in haar
prachtige portretten, waarin ons een
indruk wordt gegeven van haar
schoonheid, die gepaard aan tempera
ment en eerzucht, haar op een der
machtigste tronen van die tijd heeft
gebracht.
A. C. L. B.
HET COMMUNISME WIJZEN WE AF. Het verlaagt de mens
en berooft onze wereld van de vrijheid. Dat is helemaal geen held
haftige verklaring. Want van de honderd Nederlanders wijzen er
vijf en negentig dit communisme af. Het is bijna een vanzelfsprekend
heid geworden, dat je van het communisme niets hebben moet. Maar
daarmede zijn we nog niet klaar. Wij kunnen een lange reeks van
argumenten opsommen, waar we er tegen zijn. En toch hebben we
dan nog niet veel bereikt.
DE VRAAG duikt op: waarom stem
men nog zoveel Nederlandse mannen
en vrouwen bij de verkiezingen op de
communistische lijst? Het waren er in
1952 toch altijd nog 328.641, die op Ger-
ben Wagenaar hun stem uitbrachten.
Waarom deden ze dat? Waren die
ruim 300.000 Nederlanders tegenstan
ders van de vrijheid? Of beschouwden
ze de mens naar het communistisch
geloof als een natuurlijk en een
maatschappelijk wezen? Gold voor al
deze mannen en vrouwen de levens
regel: het doel heiligt de middelen?
Geen sprake van immers. Deze 300.000
Nederlanders behoorden voor het over
grote deel tot de fatsoenlijke mensen.
Zij waren heus geen mensen, die het
communistisch geloof tot in het diep
ste van hun ziel hadden aanvaard. Er
zouden verschillende rubrieken zijn
aan te geven voor hen, die op de
C.P.N, stemden en stemmen zullen.
Idealisten zijn er onder. Evengoed
mensen, die tot levensregel hebben
gemaakt: waar kan ik beter van wor
den. Of misschien ook die zeiden :geef
die communisten eens een kans.
ZOU HET voor zeer velen niet dit
zijn: achter het communisme zit een
vraag aan het Westen: Nog sterker ge
zegd: het communisme is een uitdaging
aan het Westen. Aan het Christendom
in het Westen wel in de allereerste
plaats. In het Christelijk geloof ont
moet het communisme zijn felste te
genstander. Hier staat geloof tegen
over geloof. Verlossingsreligie tegen
over Verlossingreligie. De strijd tus
sen christelijk geloof en communistisch
geloof is er één op leven en dood.
USA Baar losse opmerkingen om onze
houding tegenover het communisme
het zuiverst te bepalen.
1. We hebben als grootste bezwaar
tegen het communisme genoemd, dat
het de mens verlaagt en de geest niet
primair ziet. Maar in alle eerlijkheid:
Stelt het Westen, dat we gaarne verde
digen willen, de geest primair? Of is het
communisme niet al te zeer een stelsel,
dat de vergrote fouten van het Westen
in zich bergt? Laat God naar het
woord van Schubart aan Europa
in het communisme niet eigen vuil
gelaat zien?
2. Achter het communisme zit de
roep om een nieuwe wereld. Om so
ciale gerechtigheid. Ik weet wel, dat
in de Sowjet-Unie deze sociale ge-
Het puleis Cuppello in Venelië
(Van onze redacteur beeldende kunsten)
ER VALLEN BI) de dusgenaamde „moderne" kunst enige ver
schijnselen op te merken, die voor de toekomst in meer dan één opzicht
verontrustend moeten worden genoemd. Om dadelijk het terrein onzer
beschouwingen even af te bakenen: wij hebben hier niet zozeer het
werk van de hedendaagse schilders in het algemeen op het oog, dan
wel dat, wat kan worden gerangschikt onder het hoofd van bepaalde
extreme stijlopvattingen. Het gaat dus om de abstracten en de daarmee
verwante groeperingen. Nu moet worden vooropgesteld, dat de beel
dende kunsten hun eigen autonome ontwikkeling doormaken, die even
wijdig loopt met wat zich op het gebied van techniek, wetenschap,
wijsbegeerte en religie afspeelt. Wij leven nu eenmaal niet meer in
de Middeleeuwen en evenmin in de tijd van de Romantiek. Dat be
paalt onze positie.
DE ZO VAAK als donker afgeschil
derde Middeleeuwen hebben een maat
schappelijk en geestelijk leven te zien
gegeven, van een zo gesloten opbouw,
dat er voor persoonlijke uitingen nau
welijks plaats was. Het persoonlijke
element in de beeldende kunst van die
dagen is niet gelegen in de vormen
taal nauwelijks in de voordracht
van hetgeen de schilder of de beeld
houwer wilde vertellen maar inzon
derheid in zijn meer of minder grote
bekwaamheid, om de taak te vervullen
die was opgedragen. Het grootste van
het werk der Van Eycks ligt in de
wijze en de mate, waarin zij hun eigen
genialiteit konden laten spreken in
de hun door kerkelijke dogmatiek en
maatschappelijke opvattingen bindend
opgelegde interpretatie van het heilige.
Daarbij is voor de vaststelling van
hun genie de nauwkeurige detaillering
der voorstellingen van veel minder be
lang dan de functie, die dit onderdeel
m het geheel van de schildering heeft.
Primair is altijd de totale compositie:
iiet hele spel van kleuren, lijnen, vor
men. Deze sluit, wanneer elk onder
deel daarin de toekomende plaats heeft
gekregen en dat element domineert,
dat ook inderdaad als hoofdzaak moet
worden beschouwd. Bewonderenswaar
dig is in de Aanbidding van het Lam
Gods dat onovertroffen altaarstuk in
de Gentse Sint Bavo, de val der plooien
en de diepe kleur der gewaden Maar
hele compositie op het lichtomstraalde
hoofdpiotief: het Lam op de offertafel,
omringd door enkele engelen.
Er is nog een tweede kwestie. Een
bepaalde tak van de Romantische school
in de vorige eeuw heeft ten onrechte
sterk de nadruk gelegd op de voorstel
ling en op het nauwkeurig geschilderde
detail. Daarmee deed zij in feite de
schilderkunst onrecht en schade, ver
nederde haar enerzijds tot een soort
geschilderde kleurenfotografie ander
zijds het middel met het doel ver
warrend.
WANT VOOR DE SCHILDER is de
voorstelling als zodanig nauwelijks van
betekenis en weinig meer dan een aan
leiding tot schilderen. Hjj werkt in de
eerste plaats met kleur en lijn en poogt
in het samenspel van deze elementen
zichzelf te verwerkelijken iets van
zijn eigen innerlijk tot uitdrukking te
brengen. Het gaat hem bij de vervaar
diging van een schilderij om datgene
dat hijzelf aan het onderwerp heeft be
leefd. Het gaat om de schoonheid van
een atmosfeer, om de spanning of de
harmonie tussen kleuren, om rhythmen
en klank, om een spel van lijnen
maar niet alleen daarom en steeds om
meer dan dat. Hij slaagt in zijn ex
pressie te beter, naarmate er in hem
meer is dat om uitdrukking vraagt en
Want schilderen moge kunst zijn, het is
ook een ambacht, dat in zeer moeizame
studie wordt geleerd.
Daarmee zitten we midden in de
verschijnselen, waarom het ons hier
gaat. Wij hebben namelijk de sterke
overtuiging, dat in de dusgenaamde
moderne kunst op een vaak schrikwek
kende manier met de waarden van het
schilderen wordt gesold.
Verbergen de schilders van de oude
stempel het bewuste van hun compo
sitie onder het schijnbaar toevallige
van wat zij hun beschouwers laten zien
onze hedendaagse abstracten keren
de zaak om. Zij etaleren de bouwstenen
en verkopen deze voor een voltooid
huis. Hun composities zijn willekeurige
samenstellen van kleuren en lijnen
zij zijn als het ware het skelet, waarom
heen de beschouwer het vlees en het
leven moet aanbrengen. Het is geen
wonder, dat menigeen er geen weg
meer in weet en de duisternis, waarin
hij rondwandelt, aan eigen blindheid
toeschrijft. Vaak ten onrechte overigens.
De taal, waarin hij wordt aangesproken,
is voor hem onverstaanbaar, omdat zij
die van een exclusieve groep en niet
die van gans een gemeenschap is.
Het is zelfs de vraag, of deze uit
drukkingsvorm wel zoveel directer is
dan de oude, waarin het contact tussen
kunstenaar en kunstminnaar tot stand
komt via een geschilderde interpretatie
van een werkelijkheid. Zij heeft in
elk geval het nadeel, dat belangrijke
elementen worden verwaarloosd. Dat
geldt zeker voor de groep moderne
Duitsers, wier werk is verenigd in de
collectie van dr O. Domnick te Stutt-
gart. Als uiting Van de geestelijke chaos
in het hedendaagse Duitsland is deze
collectie stellig van belang. Zuiver ar
tistiek bezien is het door de dogmatische
manier waarop elk schilderachtig ele
ment is weggewerkt, schrikwekkend
van armoede. Rijker en warmer het
werk van de schilders der Parijse Sa
lon de Mai, maar daarin wordt tevens
duidelijk, hoe weinig ruimtelijk deze
kunstvorm is hoezeer zij in wezen
is afgezakt tot een aangename vlakver-
niet vallen over een euvel als de vorm-
verwaarlozing, al is dit inhaerent aan
het dogma der abstractie.
essentieel is de toespitsing van de ge- naarmate hü zün metier beter verstaat, siering. Daarbij zullen we dan nog maar
INDERDAAD valt hier zolangzamer-
hand te spreken van een dogma, van
een nieuw academisme. Regels en voor
schriften, theoretische beschouwingen
en een vaak scherpe veroordeling van
een ambachtelijke vorming zijn belang
rijker dan het element der persoonlijke
bezieling en dat der eigen innerHjke
groei. De schilder A. C. Willink heeft
in dit opzicht voor de oorlog al bittere
woorden neergeschreven in een bro
chure over de stand der hedendaagse
schilderkunst zij zijn nog steeds ten
volle van kracht.
Waariyk wij lijken in de abstracte
kunstvormen met volle zeilen de poel
van het volslagen artistieke nihilisme
binnen te stevenen. Niemand zal ont
kennen, dat er tekenen zün van een
impasse, ook in de meer traditionele
vormen der beeldende kunsten, al zün
wij aan de andere kant meer dan één
uiting tegengekomen van een waar
achtige bezieling en een eerlijk en toe
gewijd werken, ook bij de jongere
schilders. Bezieling en toewijding zün
er ook bij de besten der abstracten.
Maar groter dan bij welke andere stro
ming ook is hier het gevaar, dat mee
gaan eerder een houding van een in
nerlijke noodzakelijkheid is.
Misschien, dat de bezinning op de
waarde van de elementen kleur en
lijn leidt tot de ontdekking van niet-
vermoede mogelijkheden tot het zien
van nieuwe, weidse verten. Voorlopig
constateren we nog slechts een dog
matische uitwerping van badwater en
kind een vernietiging, ontkenning
en negatie, van essentiële schilderkun
stige waarden.
Het bedenkelijkste van al is, dat de
ontkenning zelfs de waarde van de
ambachtelijke vorming aan de acade
mies treft. Want duidelijker dan wat
ook bewijst dit. dat men zich in de
relatie tussen doel en middelen vergist.
Of camoufleert deze „vergissing" slechts
onmacht? VAN WIGCHEREN
rechtigheid niet te vinden is. En
steeds minder te vinden zal zijn. Maar
in zijn oorsprong is het communisme
een fel en vlammend protest tegen de
uitbuiting en de ont-menselijking van
de mens. In ónze wereld gold (geldt
soms nog?) al te zeer de grondwet van
het individualisme Ieder voor zich en
God voor ons allen. In de practijk
kwam dit neer op: Ieder voor zich en
de duivel hale de achterste. Tegen deze
ver-slaving van de mens ging het pro
test van het communisme. Daarcm zit
in het communisme nog altijd iets
van het Bijbels profetisme. De dicta
tuur van het proletariaat heeft deze
schreeuw om gerechigheid doen ver
stommen. Maar dit element mag niet
over het hoofd worden gezien.
3. Het communisme heeft voor on
ze Westerse democratie niet de min
ste waardering. Natuurlijk kan men
zeggen: het maakt er toch maar een
goed gebruik of liever: een slecht ge
bruik van. Wat „De Waarheid" zich
veroorlooft dag aan dag aan zijn le
zers voor te zetten, tart elke beschrij
ving. En geen der Waarheid-redacteu
ren wordt voor zijn aanvallen op re
gering en personen tenzij het de
spuigaten uitloopt lastig gevallen.
Lustig en vrij misbruikt het commu
nisme hier de vrijheid, die de demo
cratie geeft. Geeft óók aan het
communisme. Dat is alles waar! Maar
we zullen het verwijt van de zijde
van het communisme moeten aanhoren
en zelfs ernstig dienen te nemen.
Dit verwijt: jullie zg. Westerse de
mocraten spreken veel over de politie
ke democratie, maar de economische
raken jullie met geen vinger aan. De
communist zegt: de politieke demo
cratie is geen cent waard, wanneer de
economische democratie er niet mee
gepaard gaat. Het antwoord, dat het
met die economische democratie in de
S.U. een belabberde boel is, zegt hem
niets. De communist gelooft er nu
eenmaal in.
Dit verwijt nog eens zullen we
ernstig moeten nemen en niet kunnen
afdoen met een tegen-verwijt.
D.w.z.: we zullen onze Westerse sa
menleving zó hebben in te richten en
op te bouwen, dat de mens er inder
daad menselijk "kan 'évefï. Niet als
koopwaar. Ook niet als massa-mens.
Maar als mens, als schepsel Gods.
De Bijbel zegt het zo: Tot alle goed
werk volkomen toegerust (2 Tim.
317).
DE VRIJE westerse wereld heeft
zich genoodzaakt gezien de bewape
ning te versterken. Dat kost schatten.
Niemand doet dit me vreugde. Dit
financieel offer snijdt in ons eigen
vlees, wondt onze eigen huid. Het kan
niet anders. Maar de roep om „vijftig
divisies in het Westen" mag dan in
dit ogenblik een begrijpelijke zijn, wie
meent dat daarmede het communisme
principieel is overwonnen, vergist zich.
En hij vergist zich bitter. Er zal meer
moeten geschieden. En iets anders
moeten gebeuren.
Ook hier gaat het om de mens.
Om de communistische mens. Hem zal
duidelijk gemaakt moeten worden, dat
de Westerse vrije wereld evenzeer een
andere wereld wenst. Een wereld van
gerechtigheid. De christen zal het zó
zeggen: een wereld, waarin het teken
is opgericht van het komende Rijk
Gods. Aan het oprichten van dat tegen
zal gewerkt moeten worden. Want de
geschiedenis leert het ons: ellendige
sociale omstandigheden zijn een voe
dingsbodem voor het communisme.
Hier ligt evenzeer een taak voor de
christelijke kerken.
Wie het communisme negatief be
strijdt met het overigens juiste argu
ment: het communisme schendt de
mens in het meest-wezenlijke van
zijn bestaan bereikt niets.
Het Westen, dat nóg een klein brok
je christelijke beschaving in zich heeft,
zal ernst moeten maken met de op
dracht, die de Berlijnse Kerkendag
stelde: Redt de mens. Geestelijk en
sociaal.
Een bewoner uit de Maasstad, een
groot muziekliefhebber, maakte vorige
week Donderdag in de trein kennis met
een enigszins beschonken man, die in
Delft was ingestapt en die zich voor-
stelde als de bekende concertpianist
zus en zo. Hij zou die middag nog moe
ten optreden in de Koninginnekerk.
De Rotterdammer nodigde hem uit
in zijn woning een kop koffie te drin
ken waarop de ander grif inging. Hij
speelde nog wat op de piano en toen
het tijd werd om op te stappen was do
m i ïekliefhebber overtuigd met een
groot kunstenaar te doen te hehben
Daarom leende hü hem f 50 om bood
schappen te doen. Het geld zou de
pianist na zijn recital, dat 80 gulden
zou opleveren, terug betalen. Hü kwam
niet weerom....
De recherche kwam er achter dat de
muzikale oplichter de 56-jarige pianist
L. A J. B. uit Den Haag was. die op
weg was om zes dagen uit te zitten in
de strafgevangenis te Scheveringen Pe
recherche te Rotterdam baaHe hem
toen de straftijd om was, af en stelde
hem opnieuw in bewaring.