De zee zingt het lied
van alle tijden
Er zit goed ie het duinzand
Vriend en vijand
van de mens
De stippen werden strepen
BADPLAATSEN ALS VACANTIEOORDEN
„Waar het volk is,
is de nering"
Onberekenbaar in haar stemmingen
Ontspanning en
vermaak
Niet het erfdeel
der gegoeden
Nog groeit het aantal
badplaatsjes
«IIIIIIIIIIIIIIIIIIJ
^yij HEBBEN IN DE VACANTIETIJD eens in De mens, die dat alles machteloos heeft moeten aanzien,
een huisje in het duin gewoond, dat door de kan slechts herstellen wat verloren is gegaan. Millioenen
eigenaar „Golfzang" genoemd was en een cvnicus k0St he,t onderh0ud aan onze stranden, dijken en dammen
JJ» r.r. n,.,„ en wij kunnen in de tijd, dat de zee van haar woede schijnt
die op ezoek kwam, vond dit een bespottelijke naam bekomen, alles wat vernield is herstellen en trachten
omdat het uitgesloten is, dat golven kunnen zingen. het nog beter en sterker te maken dan het in het verleden
Het hangt er maar van af wat men onder zingen ver- geweest
staat, want de zee zingt het lied van alle tijden.
De natuur zingt haar eigen melodie in de forse DE ZEE DRAAGT de zware schepen gewillig op haar brede
j i ""8 en brengt ze waar ze moeten wezen. Maar diezelfde
win n woelige water, in het ruisen der blader- onberekenbare watermassa verbindt zich plotseling met
kronen, in de stengels van het riet en in het duin<*e- de stcrmachtige wind en doet een gevaarlijke greep naar
bied in de kreten der meeuwen. Hoe verder men zich schepen en hun bemanningen. Zij neemt het grootste schip
a --j i als een sPeeIg°edbootje op een golfkam, heft het huizen
van de stadsgeluiden verwijdert, hoe meer men het hoog en laat het verraderlijk vallen. Haar trouwe bond-
ongerepte gebied nadert, des te duidelijker wordt het 8enoot. de orkaan, blaast alles weg wat in haar bereik
lied der natuur en het is in het bijzonder het nooit k°mt 6" de Zee Valt rechtstreeks met haar vernielende
watermassa's aan, slaat masten als lucifershoutjes over-
vers ommen e lied tan de zee, dat men in talrijke boord, breekt gaten in de zwaarste pantserplaten en drijft
variaties kan beluisteren en dat altijd van een won- de "^stuurbaar geworden schepen naar de zandplaten, om
dere bekoring is.
^yij, NEDERLANDERS, zijn van ouds vertrouwd met de
zee, wij hebben haar in al haar stemmingen leren ken-
ze daar op haar gemak te kunnen vernielen.
Daartegenover staat de mens machteloos. Vrouwen en
kinderen van mannen die op zee zijn kunnen slechts bidden
voor het behoud van hen, die hun dierbaar zijn en hier en
n„ daar steekt een reddingsboot in zee om te trachten de ge
nen. De zee is onberekenbaar en daarom altijd een gevaar, vaarlijke zandplaten zó dicht te benaderen, dat zij de
dat wij niet mogen onderechatten. Zij kan als een poes zijn, mannen van de wrakken kunnen redden,
die spinnend van gemoedelijkheid met ingetrokken klauw
tjes met een kluwentje speelt, maar zij kan onverwacht
tot een tijger worden, die met de kracht van het grote DE ZEE IS ONBEREKENBAAR en men kan nooit met
roofdier zijn prooi bespringt en dodelijk kan verwonden. zekerheid voorspellen wanneer zij gevaarlijk zal worden.
De zee is de vriend en de vijand van de mens. Dat heeft ons land voor de zoveelste maal crp de eerste Fe-
Zij is de goedmoedige, die op een prachtige zomerdag bruari ondervonden, toen op een Zondagmorgen de radio
haar golfjes zoetjes naar het strand stuwt en er voor de plotseling het bericht bracht, dat storm en springvloed de
kinderen schelpjes, krabbetjes en zeesterren deponeert. Zij dijken in het Zuidwesten van ons land hadden doorbroken.
kan in haar door de zon beschenen water de baders en
baadsters in hun fleurige pakjes laten zwemmen en spelen,
zij kan de gasten, die aan het strand in hun ruststoelen
zitten de variatie van een voorbijvarend visserscheepje
bieden, het donkere silhouetje van een vrachtboot of
slechts hier en daar een rookpluimpje, dat op een voorbij
varend stoombootje wijst.
Zij neemt de zware ijzeren schepen van de mens gewillig
op haar brede rug en brengt ze naar alle wereldstreken, zij
zorgt er voor dat wij alles krijgen waaraan wij behoefte
hebben en biedt ons uit haar
onpeilbare voorraadschuren
een schier eindeloze vaiiatie
aan vissen en schelpdieren,
waarmee we ons kunnen
voeden.
CR ZOU I^IET DAN LOF
FELIJK over de zee te
schrijven zijn, als we haar
niet van ouds kenden en op
onze hoede waren.
Want achter dat vriendelijke masker verbergt zich een
ander gelaat, dat ieder ogenblik te voorschijn kan komen.
Er is een zee, die onder het grauw van de hemel en de
donkere wolkengevaarten zich plotseling van haar kracht
bewust wordt en als een waanzinnige om zich heen slaat.
Een stormwind veegt de badstoelen van het strand en drijft
de vacantiegangers haastig naar de beschuttende huizen en
de zee valt met reuzenkracht het land aan, de erfvijand
van eeuwen en eeuwen, die ze telkens weer verminkt
achterlaat maar nooit geheel heeft kunnen overweldigen.
De golfjes, die zo traag naar het land vloeiden zijn ver
dwenen, de zee is een heksenketel geworden waarin het
kookt en bruist en waarin de met schuim gekroonde golven
met onweerstaanbare kracht naar de grens van land en
water stormen. In brede gelederen, rij na rij, in vaak me
tershoge golven, valt de zee aan. Zij stuit hier en daar op
een paal, op een strekdam, op het bazalt van een dijk of
een waterkering, die de mens als een beschermende arm
om de kwetsbare delen van het land gelegd heeft en zij laat
er haar mokerslgen dreunend op neerkomen. Schuimspat-
tend slaat het water uiteen, witte vlokken van lillend
schuim worden door de stormwind weggeblazen, maar on
middellijk wordt de gespleten golvenrij gevolgd door een
andere, nog breder en nog hoger, die zich op de kracht
van de zeewering of het massief van de duinvoet te pletter
gaat lopen.
Het water woelt en kookt en schuimt en als het uitge
raasd is, als het opnieuw begrepen heeft ,dat het de strijd
met het land altijd zal verliezen, blijkt eerst hoe geweldig
en met welk een ontembare kracht het heeft huisgehouden.
Alles wat op het strand stond is door het water meege
sleurd, de breedste zandstrook werd overstroomd en in de
duinenrij zijn gevaarlijke gaten geslagen.
Een ogenblik scheen de zee in haar eindeloze strijd met het
land overwonnen te hebben. Zij stuwde met ware wellust
haar brede wateren door de in dijken geslagen gaten, sloeg
huizen van hun fundamenten en overstroomde straten en
pleinen, en triompheerde met een rijke buit aan mensen
en dieren.
In de eeuwigdurende strijd met het land had zij een mo
ment een overwinning geboekt maar het was zoals altijd
slechts een schijnoverwinning. Want de dijken zijn bijna
hersteld, de landerijen weer drooggelegd, de huizen worden
weer opgebouwd en wat er
aan beschermkracht verlo
ren ging zal in de naaste
toekomst zwaarder en ster
ker herbouwd, worden.
Binnen afzienbare tijd zal
ook hier weinig meer aan
de verraderlijke aanval van
de zee herinneren. Slechts
bet offer van bijna twee
duizend mensenlevens zal
blijvend betreurd worden.
|7R IS NOG EEN ANDERE ZEE en dat is die van de dich
ters en dromers. Dat is het rimpeloze water waarin voor
de ogen van talloze enthousiaste vacantiegangers de zon als
een vurige bol in een verpakking van rose watten verzinkt,
de zee, die overkoepeld wordt door een wijduitstaande
hemelstolp vol kleuren en wolkjes waaraan de zon vurige
randjes gebrand heeft. Zonsopgang en zonsondergang aan
zee zijn van een niet te evenaren schoonheid. Als de vuur
bal spoorloos is weggezonken en geen lichtstreepje meer
de plaats van haar verdwijning verraadt, klimt de maan
in de hemel en laat een wonderlijk licht over de aan
rollende golfjes vallen.
Dan dwalen de badgasten vaak opgetogen over het strand
en kijken bewonderend naar de illuminatie van water en
zand door milliarden lichtgevende zeediertjes, die water
druppels tot diamantjes maken en de voetstappen in het
zand tot lichtende sporen.
Dat is een illuminatie waartegen de mens met zijn lam
pionnetjes en zijn vuurwerk nimmer kan concurreren. De
natuur is onnavolgbaar en wanneer zij alle lichtgevende
diertjes uit water en zang naar boven geroepen heeft om
voor een feërieke verlichting te zorgen, heeft alles een glans
gekregen, die een sprookjesachtige aanblik geeft en onver
getelijk blijft voor wie het eenmaal heeft mogen aan
schouwen.
Moge het badseizoen, dat nu weer beginnen gaat aan
allen, die hier gezondheid en ontspanning zoeken, vele
zonnige dagen brengen, maar mogen zij toch ook een en
kele keer de zee in haar demonische kracht zien, omdat zij
dan de macht der elementen het diepste zullen doorvoelen.
HET IS EIGENLIJK verwonderlijk, dat het bad- en strandleven iets van de laatste honderd jaar is.
De zee heeft altijd haar golven langs onze kust laten rollen en de zon heeft altijd op de blanke toppen
der duinen gespeeld. Dit was van oudsher het terrein van de jutters en de bewoners van kleine vissers
dorpen, die op zee hun schrale boterham moesten verdienen. Het was een brok natuur van ongerepte
schoonheid, welke door de massa nog niet „ontdekt" was en welker mogelijkheid van exploitatie nog
door geen zakenman bekeken en berekend was geworden. Totdat meer en meer de overtuiging groeide,
dat zon en zee, strand en duin de mens sterk en gelukkig kunnen maken. Ook zonder dat men zich nog
in het vraagstuk der vitaminen verdiept had, wist men uit eigen ondervinding hoe goed het is aan de
grens van water en land te leven. Niet alleen doordat men zich blij en gelukkig voelde in een gebied
van natuurlijke schoonheid, niet alleen, dat men zich hier na een ingespannen dagtaak in sombere stads
wijken en muffe lokalen van alle zorgen bevrijd voelde, een dag aan zee en een gezonde slaap brachten
de overtuiging, dat het kustgebied de ideale plaats was om zich volkomen te ontspannen.
ZO KWAM men er ge
leidelijk meer toe zijn
vacantie aan zee door te
brengen en waar de na
tuur zich in haar schoon
ste vormen openbaarde
werden zomerhuisjes ge
bouwd. Er werd pension
gezocht in een dikwijls
nog primitieve omgeving,
maar verstandige zaken
mensen hadden reeds be
grepen, dat hier een als
't ware nog ongeëxploi
teerd gebied lag, dat goe
de. winsten voor de toe
komst beloofde. Zon,
zand, lucht en water de
den zieken herstellen en
men bouwde hier en daar,
zo mogelijk dicht bij de
steden en op de gemak
kelijkst bereikbare plaat
sen van het Noordzee
strand, een klein hotel,
dat in de zomermaanden
geëxploiteerd werd. Het
badbedrijf kreeg zijn be
gin in de vorm van ge
sloten koetsjes, die ver
in zee gereden werden
om de baders en baad
sters hoe decent dan
ook nog gekleed aan
het nieuwsgierig oog der
belangstellende dorps
jeugd te onttrekken.
De zee maakte haar
eigen reclame en de ex
ploitanten weden de rest.
Steeds groter werd het
aantal vacantiegangers,
die een verblijf aan zee
zochten en de bruin ge
brande en volkomen uit
geruste werkers, die naar
hun woonsteden terug
keerden waren een leven
de reclame voor allen,
die diverse vacantieoor-
den elders vaak tever
geefs naar rust en ont
spanning gezocht hadden.
De-vaoantieoorden aan
zee, die als stippen op
de kaart hadden gestaan,
breidden zich uit. Steeds
meer stippen werden in
het duingebied gezet, hier
en daar werden het
streepjes en de tijd is
niet ver meer, dat een
onafgebroken lijn langs
de grens van land en
water kan worden ge
trokken als bewijs, dat
onze gehele Noordzeekust
van Zeeland tot aan de
top van Noordholland in
exploitatie is genomen.
WAT NIEMAND vroeger bedacht
heeft is in verloop van jaren gebleken.
Er zit goud in het duinzand.
Niet dat men er met schepje en een
zeef naar toe kan gaan en het zand
op erts kan onderzoeken, neen, het
goud is en blijft dan onzichtbaar, maar
vele handige zakenmensen hebben het
desalniettemin ontdekt en zijn er rijk
door geworden.
„Waar het volk is daar is de nering",
zegt een oud Hollands spreekwoord
en wanneer het volk in de zomer
maanden in brede stromen naar onze
kust trekt dan is dat een gebied ge
worden waar wat valt te ondernemen
en te verdienen.
Vandaar dat er meer hotels verrezen
en dat ze steeds luxieuzer en van gro
ter afmetingen werden. Vandaar ook,
dat steeds meer bewoners van kust-
plaatsjes begrepen, dat zij hun huisjes
rendabel konden maken door ze in
de zomer aan vreemdelingen te ver
huren. De zogenaamde vreemdelingen
exploitatie was nog in opkomst, het
waren hoofdzakelijk eigen landgenoten,
die ontspanning aan de kust zochten,
maar daarnaast groeide al de behoefte
aan vermaak aan prettige bezigheid
in de lange vacantiedagen. Het waren
niet meer alleen de dagjesmensen uit
de omtrek, die met hun kroost naar
strand en zee trokken, het waren ook
meer gegoede bezoekers uit binnen-
en buitenland, uit landen vooral waar
men de zee niet kent en voor welker
bewoners ze dus nog een zeer bijzon
dere attractie moest hebben. In onze
eens zo bescheiden vissersdorpen heeft
men de tekenen des tijds verstaan en
begrepen, dat zich hier voor de wel
vaart van de eigen bevolking onover
zienbare mogelijkheden openden.
MEN ZORGDE NIET ALLEEN voor
hotels en pensions maar men stichtte
overal verenigingen voor vreemdelin
genverkeer, die zich beijverden een
zomerprogramma op te maken, dat zó
aantrekkelijk was, dat men in eigen
gemeente op het drukste bezoek kon
hopen.
Excursies, wedstrijden in fortenbouw
voor kinderen, gecostumeerde strand-
optochten, bloemencorso's, vuurwerk en
andere amusementen kregen vaste vorm
op de zomerprogramma's en tegelij
kertijd ontstond een felle concurrentie
tussen diverse badplaatsen, een strijd
om de vreemdeling, die in zijn vacantie
meer uitgeeft dan hij gewend is en
wiens profijt men door het bieden van
comfort, gezelligheid en ontspanning
in eigen gemeente hoopte te krijgen.
Het was duidelijk, dat er verschil
van standing in diverse vacantieoorden
aan zee zou zijn. Die welke, als Sche-
veningen, bij de grote en „deftige" ste
den lagen moesten rekening houden
met een mondain publiek, met bezoe
kers uit binnen- en buitenland, die
aan comfort gewend waren en in ex
clusieve hotels moesten worden on
dergebracht. Men versmaadde daar
naast natuurlijk niet het verteringsgeld
der kleine luyden, die op hun beurt
ook weer de hotels en pensions zoch
ten en vonden waaraan zij behoefte
hadden. Maar naast de zogenaamde
deftige badplaatsen waren er vele an
dere waar men aan prachtig strand voor
bescheiden beurzen een goed onderko
men en een gepast vermaak kon bie
den.
DE ZEE IS GELUKKIG niet meer
het erfdeel der gegoeden. Zij is voor
heel ons volk in al zijn geledingen en
in de concurrentiestrijd der vacantie
oorden wordt desnoods door eenvou
dige kampeerplaatsen voldoende re
kening gehouden met de ontspannings
mogelijkheden voor allen, die na een
jaar van ingespannen werken behoefte
aan zon en water, aan rust en afleiding
hebben.
Eenvoudige dorpjes met landelijk
schoon, met bos en duin hebben zich
in verloop van jaren ontwikkeld tot
vacantieoorden, welker namen een be
kende klank kregen. Simpele vissers
plaatsjes zijn door dat alles volkomen
van karakter veranderd. In de zomer
maanden is de werkelijke bevolking
naar de achtergrond geschoven Er zijn
tussen de huisjes der vissers steeds
meer winkels en bazars gekomen waar
men strandartikelen, souvenirs en lek
kernijen verkoopt. Overal heeft men
zich aangepast bij de veranderde om
standigheden en waar eens de visser
met zijn plunjezak en zijn waterlaarzen
door vrouw en kinderen werd wegge
bracht lopen thans mondaine badgas
ten in fleurige strandpyama's, niet lan
ger door de inwoners als rariteiten be
keken en becritiseerd, maar als wel-;
kome gasten omdat zij door hun tijde
lijk verblijf in het dorp meer geld
brengen dan eertijds in een vol jaar
van werken en zwoegen verdiend kon
worden.
VAN JAAR TOT JAAR wordt het
aantal badplaatsjes groter, overal zijn
nog stukken breed en ongevaarlijk
strand, die men „ontdekt" heeft en, op
hoop van zegen, gaat exploiteren. Maar
het is begrijpelijk, dat naarmate het
aantal vacantieoorden aan zee groeit,
de concurrentiestrijd tussen al die dor
pen en stadjes feller wordt en men
overal zijn best doet meer te bieden
dan anderen kunnen geven.
In een dorp, dat naast de attractie
van de zeekant van ouds zijn natuur
lijke schoonheid aan bos en duingebied
heeft zal men zijn aandacht voorname
lijk aan het zomerprogramma kunnen
besteden. Verlichtingsavonden, bloe
mencorso's, musicale rondgangen, vuur
werk en sportwedstrijden zijn nog al
tijd de meest gezochte attracties. Wie
er behoefte aan heeft na een tijd van
hard en ingespannen werken tot vol
komen ontspanning en vrede met zich
zelf te komen, zal bovenal het eenzame
strand en de landelijke rust zoeken. Er
moet, ook wat dit betreft, voor elck
wat wils zijn en gelukkig vindt men
langs de_ zelfkant van ons land zoveel
variatie in wat de natuur en de mens
kunnen bieden, dat er volop keuze is
en alleen de weersomstandigheden de
oorzaak kunnen zijn van de teleur
stelling die een bedorven vacantie kan
brengen.
Laten wij hopen, dat men in Noord-
Holland, dat met zijn lange kuststrook,
met zijn schoonheid van sparrebossen,
strand en duinenreeksen in een zo bij
zonder gunstige conditie verkeert, ook
dit jaar weer zal constateren, dat in
het zand van duin en strand goud is
verborgen en dat men door een doel
treffende exploitatie elke badplaats een
faam en een goodwill kan bezorgen,
welke het vreemdelingenbezoek van
jaar tot jaar zullen doen stijgen.
ioutworm probleem opgelost
door H. w. t. (houtwormtoxyl)
in tuben met speciale spits. Verkriig-
baarA J?tj erkende drogisten. Fa'br.
DO-A-CO. Dordrecht. Vest 105. Bij
ontvangst van Uw naamkaartje zenden
wll gratis onze folders over H. W. t.
(Advertentie, Ing. Med.)