DJEMILA: de dode stad achter een vergeten muur De zaken J. Christie-Evans een juridisch probleem Belgen nog gereserveerd t.n.Vi succes Benelux gesprek De Romeinen lieten vijftien eeuwen geleden hun tempels en triomfbogen in de steek Wb -H 4 f De dood als straf weer in het midden der belangstelling Medewerker van McCarthy na critiek afgetreden Opgravingen brachten tal van prachtige mozaïeken aan het licht Geestelijken zouden communisme steunen Tussen Sahara en Middellandse Zee Afwachten wat Den Haag brengt Koninklijke commissie stelt rapport op ZATERDAG 11 JITT.1 1953 (Van een onzer medewerkers) IN DE KASTANJE-BRUINE BERGEN van KI ein-Kabylië. waarvan sommige hellingen in het voor jaar een lappendeken gelijk zijn, ligt een dode stad. Een stad, waar men forse kerken, grote triomfbogen enorme tempels, een gigantische openluchttheater e n overdekte winkelgalerijen had. Een moderne stad, waarvan de bewoners beschikten over waterleiding, riolering, badhuizen en sportzalen. Een rijke, stad, waar kleurige en kunstzinnige mozaïeken lagen op de plaatsen, waar wij een vloerkleed meer dan voldoende zouden vinden. Edoch: niemand woont er meer; de waterleiding is stuk, de zwembaden zijn leeggelopen huizen, kerken en tempels zijn verwoest. Alleen de grote hagedis met zijn helgroene rug en hardgele buik, die zich op de stenen van de ou de sportzaal koestert in de warme Algerijnse zon, de wilde duiven en de traagwiekende ooievaars zijn er thuis. Soms drijft een Arabier, zijn rode chechia achter op het hoofd, zijn ezel door de hoofdstraat, maar „aanspraak" heeft hij niet. De grote pleinen, de markt, de winkelstraten zijn uitgestorven. Verlaten al eeuwen en eeuwen lang. .Want deze stad, die in onze tijd niet misstaan zou hebben en zeker niet in de wereld daar tussen Middellandse Zee en Sahara, is een oude Romeinse stad: Djemila. NEEN NIET, dat Dje mila er nog zo ligt als de Romeinen het in het jaar b88 verlieten. Geen huis staat meer overeind, geen tempel is ongeschonden ge bleven - alleen een enkele poort ontkwam aan de ver nielzucht van de Arabieren. Het is een ruïnenveld ge worden, maar als ge het daar diep onder u ziet lig gen op een lage heuvel tus sen twee riviertjes, die in het dal samenvloeien, dan herkent ge er prompt het „stedeljjk karakter" in. De grote brede hoofdstraten en de ruime pleinen, het ge weldige amphitheater, de poorten en de kerken. En als ge er door dwaalt - wat een halve dag vraagt, want Djemila is bijkans zo groot als de binnenstad van Leeuwarden! - dan pas beseft ge, hoeveel flonke rende diamanten er schuil gaan in de stenen-massa van Algerië. Djemila is namelijk niet de enige Romeinse neder zetting geweest in Noord- Afrika. Ach ja, wat weten wij er eigenlijk van? „Car- thago zal verwoest worden", maar dat is dan ook prac- tisch het enige. Als we ten minste weten, dat die oude Phoeniciërsstad Carthago in Afrika lag, aan de baai van Tunis namelijk Carthago is verwoest; het werd een te grote concur rent voor Rome. In H6 voor Christus werd het in puin gelegd door een Ro meins expeditieleger en dat is eigenlijk tevens het be gin geweest van de Ro meinse veroverering van de korenschuur van Noord- Afrika. Twee eeuwen na de val van Carthago - dat tussen twee haakjes opnieuw werd opgebouwdmaar dat veel later, in 697, tóch nog weer en toen definitief werd verwoest - was de gehele kust van Tanger in het Westen tot Tripolis in het Oosten in handen van EEN VAN DE PLEINEN van de oude Romeinse stad Djemila in Algerië met op de achtergrond de triomfboog van Caracalla. De graaf van Orleansdie in 1839 deel nam aan de verovering van Algerië, heeft het voorne men gehad, deze poort naar Parijs te doen verhuizen, maar hij stierf, eer hij dit snode plan ten uitvoer had kunnen brengen. de Romeinen. Een rijk, bre der dan de afstand van ons kikkerlandje tot het droge zand van de Sahara! Aan de zuidzijde, op de grens van de woestijn, werd een grote Romeinse muur ge bouwd- het was de vlieger- archeoloog Baradez, die nog maar een paar jaar gele den de eerste sporen ervan uit de lucht ontdekte - en in dat welbeschermde land tussen die enige duizenden kilometers lange muur, die veel overeenkomst moet heb ben gehad met, de Chinese en de Middellandse Zee, werden steden en verster kingen gebouwd. Tientallen; verbonden door wegen, waarlangs uit steen gehou wen mijlpalen met incrip- ties stonden. Rjjkgebouwde steden, want het marmer lag er voor het grijpen en de Romeinse '■'handwerkslie den waren zéér kundig en kunstzinnig. Cuicil, zoals de Romeinen Djemila noemden, was een van die steden en zeker niet de Assepoes. - V v:-v j Éi® i isi- - - i taferelen aan. Voorstellingen, die van elke „primitiviteit" zijn gespeend: land schappen, zoals wij ze ook met on. e ogen nog zien. Welk een kleurgevoel en welk een aesthetisch oog moeten de mannen hebben gehad, die ze ontwier pen en legden! DAT ONTWERPEN en maken van mozaïeken zal zonder twijfel een ern stige en eervolle bezigheid voor de Romeinse kunstenaars zijn geweest, maar dat zij (of hun opdrachtgevers?) hun gevoel voor humor niet steeds hebben kunnen onderdrukken, blijkt uit een van die geweldige tableau's, waarop de dieren onmiskenbaar men selijke trekken hebben. Engelsen, die hier geweest zijn, ver klaren, dat die ene leeuw sprekend hun minister-president ls, zei made- molselle Allais en ik geloof het ook wel, als ik denk aan de foto's van de heer Churchill. Ons was intussen op gevallen, dat een andere leeuw zekere, nee zeer vele gelaatstrekken gemeen had met ónze minister-president. Maar tja, dat zal altijd wel een per soonlijke visie blijven, want 's heren Drees' physionomie verschijnt zelden in de Algerijnse kranten en Nederlan ders komen er niet zo vaak; mogen wij mademoiselle geloven, dan is er (al thans na de oorlog) nog maar één Nederlander, een congresganger, vóór ons in Djemila geweest. Eeuwenlang is Djemila bedolven ge weest onder de modder. Nu is het herrezen, als dode stad. Als een geest verschijning in dit land van primitieve hutten, die van wat takken en leem, op z'n mooist van rotsblokken zijn op gebouwd. De havenloze Arabieren rijden voorbij op hun ezeltjes, goor en ongewassen, een tonnetje voor zich met water, dat ze uit een bron of een stroompje hebben gehaald. Vijftien honderd en vijftien jaar, nadat de wel geklede en zeer op de reinheid des lichaams gestelde Romeinen hun rijk versierde huizen en hun badhuizen verlieten He, „o,a ge, i» de dijk bij Schelpheek op Schouwe* peel, de iugeeieur,, die me, hel hen,el zijn belutl, nee h°°fd' leken,. He, sa, „O, elUji 600 me,er breed Ir ztjn ,huu, enarm. Engelre betonnen c.i.rou, gearriveerd (lang 60 me,er, breed 20 ma ler en hoog 10 meter), die zullen worden gebruikt om hel letale gel te dichten. In bevoegde Belgische kringen is men 'zeer gereserveerd over de resultaten van de Beneluxconferentie te Luxem burg, aldus verneemt Belga. Er is evenmin reden voor optimisme als voor pessimisme. Men zal de volgende mi nistersconferentie. die op 24 en 25 Juli in Den Haag zal worden gehouden, moeten afwachten om te weten te ko men, welke practische uitwerkingen de te Luxemburg genomen besluiten zul len hebben, aldus deze bevoegde kringen. Er is inderdaad sprake geweest van criteria, volgens welke sommige be drijfstakken zullen worden beschouwd als benadeeld door de huidige con junctuur. De vraag is. aldus deze be voegde kringen, volgens Belga. of de Nederlanders deze criteria ruimer of enger zullen interpreteren. Overigens werd bevestigd, dat de noodzaak van tijdelijke beschermings maatregelen voor bedreigde bedrijfs takken erkend is en dat die maatrege len in hoofdzaak bestaan uit vereve ningsheffingen en contingenteringen. Tenslotte werd de opvatting bekrach tigd, dat beide landen ten aanzien van het handelsverkeer met het buitenland eenzelfde politiek zouden volgen. DE ROMEINEN, verscheurd door Innerlijke tegenstellingen, moesten het veld ruimen voor de Islam-aanhangers. Hun fraaie steden bleven aanvankelijk gespaard, maar tijdens de tweede Ara bische invasie, in de elfde eeuw, wer den zij verwoest. De eeuwen bedekten de ruïnes met een dikke laag mod der die de tropische plensregens mee voerden van de bergen en die bleef hangen tussen de hele en halve mu ren, die overeind waren blijven staan. In de vorige .eeuw is men begonnen met het uitgraven van wat er van de steden restte en na 1900 is dat meer systematisch en met een grotere voort varendheid voortgezet. Zo kwamen ze weer bloot, de ruïnes en zo kan men nu precies nagaan, hoe de Romeinen hier, vijftien, negentien eeuwen ge leden, hebben geleefd: olijven-etend terwijl ze baadden en vrolijk keuve lend op een plaats, waar wjj in af zondering plegen te verblijven, maar waar zij desnoods met zijn vierentwin tigen tegelijk terecht konden. Dèt, die kleinigheden, zijn misschien wel de dingen, die de westerse bezoe ker het meest frapperen. Dat ze tem pels bouwden, pompeus en rijk be werkt, dat ze poorten oprichtten ter ere van hun keizers, we wisten het al moeten we tot onze schande zeg gen dat het alleen uit boekjes en van plaatjes was. Maar dat ze onder die pleinen en onder die enorme platte stenen, waarmee de straten geplaveid waren, een compleet en perfect func- tionnerend rioleringssysteem hadden met gemetselde riolen van kleine gele baksteen en dat ze van elk zinkputje in de straatgoten bij ons prozaïsche gietijzeren gevallen een kunststukje op zichzelf maakten van een vierkant blok marmer, komvormig uitgehold en daarin uitgehouwen een rozet, waar door het water in de riolen verdween, dat zijn dingen, die de leek tot na denken brengen. WIJ VINDEN ONS hele pieten, wan neer er weer een plaats op de water leiding wordt aangesloten. Als men daar in Djemila ziet, dat er vijftien, zestienhonderd jaar geleden al een wa- terleidignet bestond met loden buizen (waarvan de naad dubbelgeklopt was, omdat het lassen toen nog nooit in de Romeinse vakbladen was behan deld) en met afsluitkranen van het type, dat wij nog steeds gebruiken, moe ten wij, verlichte twintigste eeuwers, ons dan eigenlijk niet diep schamen voor het feit dat er nóg aanzienlijke gebieden zijn, die het zonder leiding water moeten stellen? Men kende mo numentale fonteinen op de pleinen, waterspuitende nimfen in de nissen van de zwembaden, waarvan het warme en het lauwe bad van onderen werden verhit en waarin de lucht centraal verwarmd werd. En dan vergeef ons het onder werp! het sanitair. De rijke koop lieden van Djemila, die in de grote villa's woonden met kleurige mozaïken op de vloer, beschikten over een eigen bad en toilet. Wie het iets minder ruim had, poedelde zich in het stads- badhuis en bouwde met zijn buurman een toilet dan doorgaans met twee zitplaatsen en wie ook daarvoor het geld en misschien de ruimte ont brak, wel, die ging naar een van de grote gemeenschappelijke W.C.'s, waar plaats was voor twaalf, soms 24 man tegelijk. WCs, inderdaad, want diep onder die zware stenen zittingen, waarin twaalf of 24 grote „sleutelgaten" waren uitgespaard, stroomde voortdu rend water. Hygiënischer kon het al niet toen tenminste niet. PAS VEERTIG JAAR werkt men aan de opgravingen van Djemila en nog lang niet alles is blootgelegd. Eén wijk van de stad ligt nog geheel be dolven onder de modder en daar ste ken Arabische arbeiders de grond voorzichtig millimeter voor millimeter af onder het wakend ook van mejuf frouw Yvonne Allais, een dame op genoegzaam gevorderde leeftijd om alles af te weten van Romeinse zaken. Zij staat er bjj, als de werklieden behoedzaam de modderlaag wegschra pen, want elk stukje metaal, elk scherfje aardewerk, ja zelfs elke vruch- tenpit kan een hulpmiddel zijn om te bepalen, waar een bepaald gebouw voor werd gebruikt en hoe de bewoners leefden .Zij staat er bü, als de des kundigen uit Parijs hun met een spe ciale kleefstof doordrenkte jute plak ken op de prachtige mozaïeken en die dan meter voor meter „afsteken" om naar het nieuwe museum te transpor teren. Niet om er daar opnieuw de vloeren mee te bekleden, maar om ze aan te brengen op de grote muren, waar ze niet verder afslijten door het lopen en veel beter te bewonderen zijn. En daar is wat te zien! Dank zij de zorg waarmee deze mozaïeken worden blootgelegd en opgenomen (niet zelden vindt men er drie k vier over elkaar heen: de nieuwe bewoners konden het dessin van het „vaste kleed" van de vorige bewoners kennelijk niet altijd waarderen..), treft men daar in het heiligdom van mademoiselle Allais tal van practische onbeschadigde mozaïek- (Van onze correspondent te Londen) ALS MEN DE BRITSE KRANTEN mag geloven, dan heeft het Engelse volk zijn zin gekregen. Onder druk van de al of niet juist gespeelde open bare mening heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken een onpartijdig onderzoek in de zaak Evans gelast, welke door bekentenissen van de ter dood veroordeelde vrouwenmoorde naar Chrlstie in een nieuw, zij het nog schemerig licht ls komen te staan. In pers en parlement, waar de zaken Evans en Chrlstie nog dagelijks ter sprake komen, is reeds openlijk de mening uitgesproken, dat 'Evans op valse bewijsgronden is terecht gesteld. De leden van de Howard League en al die andere Britten, die principiële tegenstanders van de doodstraf zjjn, bombarderen de bladen met ingezon den stukken, in de hoop dat „deze afschuwelijke vergissing van de rech terlijke macht" voor de regering aan leiding zal zijn haar standpunt tegen over de galg te wijzigen. DE NIEUWE STORM, welke in ver band met de doodstraf over Engeland waait, is opgestoken, nadat Christie ter rechtszitting verklaard had ook een zekere mevrouw Evans te hebben vermoord, wier stoffelijke resten, te zamen met die van haar dertien maan den-oude dochtertje, in 1949 in zijn washok gevonden waren. De man van mevrouw Evans, de 26-jarige vracht rijder Timothy Evans, bekende na ar restatie de dubbele moord te hebben gepleegd. Hij werd in staat van be schuldiging gesteld naar gebruik en gewoonte slechts voor één moord, na melijk die op de baby doch voor de rechtbank trok hij zijn oorspronkelijke verklaringen in. Christie, die toen al tenminste twee moorden op zijn ge weten had en in wiens huis de ver dachte woonde, trad als kroongetuige voor de Openbare Aanklager op, en het was voornamelijk op grond van zijn beweringen, dat Evans in 1950 werd opgehangen. De populaire opvatting is nu, dat het vrijwel onmogelijk is, dat er twee, on afhankelijk van elkaar werkende moor denaars onder hetzelfde dak kunnen wonen. Bovendien wordt het als on mogelijk verondersteld, dat Evans zo wel ais Christie dezelfde „werkmetho de" gebruikten. Want evenals de ze ven slachtoffers van Christie waren ook mevrouw Evans en haar dochter tje gewurgd en in no. 10 Rillington Place (voorlopig?) opgeborgen. Christie, die nu in de dodencel van de gevangenis van Pentonville op zijn terechtstelling wacht, en die ondanks enkele tegenstrijdige persverklaringen de moord op de baby blijft' ontkennen, heeft ogenschijnlijk alles tegen zich. Het Engelse publiek neemt niet aan, dat hij de vrouw van Evans en Evans zelf zijn dochtertje zou hebben ge dood, omdat een dusdanig moordpact geen precedent zou hebben. De moeder van Evans, die mèt het Lagerhuislid voor North Kensington (het kiesdis trict, waartoe Rillington Place be hoort) met alle haar ten dienste staan de middelen voor het eerherstel van haar zoon strijdt, heeft hem zelfs een open brief geschreven, waarin ze on omwonden beweert, dat hij, Christie dus, de baby vermoord heeft, toen het kind om haar moeder schreide. „Beken, ongelukkige!" is haar wanhopige plei dooi. „Nu is er nog tijd- over een paar dagen sta je voor je Eeuwige Rech ter...." De uitvoerend directeur van Sena tor McCarthy'H senaatscommissie van onderzoek. J. B. Matthews. Is afgetre den kort nadat president 'Elsenhower een aanval van hem op protestantse geestelijken in dP Ver. Staten had ge- critiseerd. Matthews had in een arti kel in het ..Mercury Magazine" niets meer doch ook niets minder beweerd dat de, grootste op zichzelf staande groep, d'e het communistische appa raat in de V.S. steunt, wordt gevormd door protestantse geestelijken... Elsenhower verklaarde in antwoord op een protest-telegram van de drie nationale voorzitters van de commis- 5® F godsdienstige organisaties der Nationale Conferentie van christe- 'j „generaliserende en onverantwoorde aanvallen, waarbij enlge groep van Amerikaanse burgers zonder meer als geheel wordt ver oordeeld, aan Amerika vreemd zijn". Dergelijke aanvallen vormen een bele diging voor de beginselen van vrijheid en behoorlijkheid, aldus Eisenhower. eniGr^ng?? schade t0« aan ons volk. j Publiceerde. bjj het doen vnn m! ™ededelln8 over het aftreden van Matthews, een brief, waarin Mat rikel™rklaarde het door hem in zijn MflMhLgeSchrevene vo1 to houden. Matthews vroeg tevens een gelegen heid om zyn verklaringen voor de staven"" 6 met bew«zen te mogen ELF DODEN DOOR VLIEGTUIGBOTSING. In de buurt van Stavanger (Noor wegen) is gisteren een Dakota van de stri|okrachten in botsing gekomen met een Thundcrjet-straalja- «ter van de Noorse luchtmacht. Beide toestellen stortten neer. De tien inzit tenden van de Dakota en de piloot van ae jager kwamen om het leven. DE BESTUDERING van de docu menten, welke op de zaken Evans en Christie betrekking hebben, vindt, evenals het nieuwe getuigen-verhoor, achter gesloten deuren plaats. Dit tot grote verontwaardiging van bepaalde secties van het Britse publiek, welke een openbaar onderzoek verlangen. Maar de Engelse regering staat op bet standpunt, dat een zitting achter open deuren het onderzoek niet ten goede zal komen. Ze vreest, dat dit een aan tal getuigen zal weerhouden zich aan te melden, of volledig te zijn. Het onderzoek, dat onder leiding van de bekwame jurist Scott-Henderson wordt verricht, zal zich in de efcrste plaats bezig houden met de vraag, of het bewijsmateriaal, waarop Evans ver oordeeld is, de toets der critiek kan doorstaan. Belangrijk is vooral, waar om de Kroon besloten heeft de terecht gestelde niet de moord op zijn vrouw, maar die op zijn dochtertje ten laste te leggen. Wat ook dringend een antwoord behoeft, ls de vraag, of Christie niet een valse bekentenis heeft afgelegd.... Dacht hij misschien, dat hij meer kans had ontoerekeningsvatbaar verklaard te worden, als hij de motiefloze moord op mevrouw Evans op zijn rekening zou nemen? Christie, die door middel van zlln advocaat heeft toegezegd, Scott-Hen derson alle mogelijke medewerking te zullen verlenen, zal naar alle waar schijnlijkheid opnieuw de kroongetuige in de heropende rechtszaak Evans worden. Het is vrijwel zeker, dat de datum van zijn terechtstelling voor- vastgesteld op 15 Juli zal wor den uitgesteld, tenzij het onderzoek voor Woensdag a.s. beëindigd is en de resultaten er van ook In parlement en pers bekend zijn gemaakt. ...?e'jS dan b®' technisch nog moge lijk. dat Christie begenadigd wordt en wel op grond van het feit. dat hii niet toerekeningsvatbaar is.... Dit schiint in strijd te zijn met de uitspraak van de jury. die hem wel toerekeningsvat baar heeft verklaard, doch de opvat tingen van de twee psychiaters, die el ke ter dood veroordeelde onderzoeken, behoeven niet noodzakelijkerwijs te stroken met die van de leden der rechtbank. De jury houdt zich in Enge land alleen bezig met de vraag, of de verdachte op het moment, dat hij het misdrnf pleegde, wist wat hij deed of wist dat datgene wat hij deed ver keerd was (de zgn. McNaghten-regels)- De psychiaters aan de andere kant in teresseren zich alleen maar voor het feit. of de ter dood veroordeelde op het moment van onderzoek openlijk vol- waardig is. Komen cle laatsten tot de conclusie, dat dit niet het geval is. dan wordt de ter dood veroordeelde auto matisch begenadigd, omdat de Engelse wet niet toestaat, dat aan geestesstoornissen lijdt, terecht gesteld wordt. Een dramatische ontwikkeling als deze behoort echter tot de zeldzaam heden en men behoeft er zeker niet mee te rekenen. Wat wel in het ver schiet ligt. is een storm over een rap- oort, dat door de sneciaal in het leven geroepen Koninklijke Commissie op de doodstraf is ongesteld en dat zeer binnenkort gepu.blireerd zal worden. Niemand gelooft namelijk dat de com missie zal adviseren de doodstraf in Engeland af te schaffen of voor een nroefperlode op te schorten. De enige hervormin" welke wordt verwacht, is de afschaffing van de ondoelmatig ge bleken MeNaghtnn-reffeis en de invoe ring van een nieuw wefsontwero in zake de toerekeningsvatbaarheid van een persoon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 10