Zweden dromen hun Midzomernachtdroom
Titels vallen af tussen de bosbessen
Vijftig Kaapse kinderen van de
„blanke" scholen verwijderd
Onbezorgd
Wie zijn belasting betaalt mag borrel kopen
Vrije opvoeding van
de jeugd
Staat schenkt drank
Parijs te erg
Land zonder genieën
Tragisch aspect van apartheidswetten in Zuid-Afrika
Wie was uw bet
overgrootmoeder?
,Het Hoogeland' nam weer
velen onder haar hoede
Koolhoven gaat weer
vliegtuigen bouwen
Ter overdenking
ZATERDAG 25 JULI
OP DEZE TIJD VAN HET JAAR plegen de
Zweden in zoete midzomernachtdromen weg te zin
ken. De lichte en zware zorgen, die in het acht maan
den lange koude seizoen op geest en gemoed druk
ken. worden weggevierd op het intense zomerfestijn
De Zweden, anders verwend met luxe en comfort,
hebben nu bij tienduizenden de beschaving tijdelijk
opgezegd, om er in de maagdelijke bossen, bij mij
merende meren, van op verhaal te komen. Ze doen
dat in primitieve zomerhuisjes, kale berghutten en
tentenkampen, zo ongeveer als hun verre voorvade
ren in het primitieve leefden. De Zweedse stads
mensen niet kennende, zou men denken dat de bur
gers van dit goed gecultiveerde, een tikje overgeor-
ganiseerde land een natuurvolk zijn; bewust en wil
lens en wetens.
In de Zweedse buitenmens komt de oorspronke
lijke Zweed boven. Vormelijkheid, terughoudend
heid en schele hoofdpijn verdwijnen tussen bosbes
sen en mos. Directeur Sven Svensson wordt dan ge
woon Sven. en van commissaris Tage Gustavsson
blijft niet veel meer over dan Tage. Zijn vrouw is
Kid of ze gaat voor Lillan door. wat zoveel als klein
tje betekent. Elke Zweed, die er tussen uit is, snakt
ernaar om „de titels te laten vallen". Alles goed en
wel. maar als binnengehaalde buitenstaanders wordt
men toch even verlegen, als een tachtigjarige grijs
aard zich vermant en gezelligweg voorstelt; Zeg
maar Gosta! 't Lijkt te amicaal na één grog. maar 's
lands wijs 's lands eer. Met behoud van titels en con
verserend s.s.t.t. komt men nooit op vertrouwlijke
voet met de Zweden. In geen enkel land wordt zo
vrij en frank getutoyeerd als hier. In sommige stre
ken is het een gebruik. Op zekere dag kwam de ko
ning in zon je-en-jij-dorp. Hij merkte bij de ontvangst
op: Jullie zeggen hier allemaal jij tegen elkaar, niet?
Een van de notabelen antwoordde openhartig; Ja,
maar we maken voor jou een uitzondering
MEN MOET EVEN aan de Zweden wennen. Komend van het gevarieerde, kleurrijke continent
valt het onmiddellijk op, dat Zweden iets anders is. I n het opkomen is het plechtstatig, -stroef, rechtlij
nig en pijnlijk ordelijk. De mensen zelf zijn correct, beleefd en ingetogen. In de gerieflijke electrische
treinen, die om nationale prestige redenen op de minuut vertrekken, heeft men niet veel last van hen.
Ze zitten urenlang achter een dikke krant verscholen, onderwijl chocolade en hoestpastilles wegzui*
gend. Als de avond valt, wordt het stil in de trein. Niets verstoort de rust. De babies liggen geisoleerd,
veilig en warm vastgesnoerd in de bagagenetten van de speciale kindercoupé. De moeders kunnen hier
op hun gemak de mogelijkheden van de natuur exploiteren. Een aangrenzend badkamertje vangt de on
gemakken op. Ordnung musz sein. Het is meer service dan luxe, want Zweden heeft, wat men noemt, af
standen. Het is zaak om tussen Malmö en Stockholm niets aan het toeval over te laten. Nee, men reist in
dit land beschaafd, vreedzaam en netjes'.
MEN KRIJGT zo de indruk, dat de
Zweden een degelijke publieke opvoe
ding genieten. Er is geen gedrang op
de tramhaltes, voor de draaideuren
van tjokvolle restaurants en dancings,
zelfs niet voor de staatsslijterijen. Van
overheidswege is alles gedaan om een
grote stad zoals Stockholm niet te la
ten afzakken tot een continentaal
peil. De Malarkoningin. die juist haar
zevenhonderdste verjaardag heeft af
gewerkt. mag niet in discrediet wor
den gebracht. Daarom moet de stad de
parel van het Noorden blijven. De
staat heeft bepaald, dat er geen Caba
rets, bars en geschminkte achterbuur
ten mogen floreren en dat het na
twaalf uur rustig op straat moet zijn.
Een en ander houdt meer verband met
de alcohol- dan met de culturele poli
tiek der regering. Ze gaat ervan uit,
dat amusement en drank elkaar ver
dragen als olie en vuur. Deze fenemo-
nen moeten daarom niet onder één
dak wonen. Ze moeten worden ge
scheiden, dus bij dansmuziek en show
geen vuurwater. In de restaurants
mag wel worden geschonken, maar
niet meer dan twee glaasjes per vol
wassen persoon. Dat kan geen kwaad,
omdat er bij gegeten moet worden.
De Zweden worden er wel spraakza
mer van, maar dat komt omdat ze al
tijd twee glaasjes achter zijn. zeggen
ze zelf.
DE ALCOHOLPOLITIEK is een
doorn in het oog van de meeste Zwe
den. Eén ontstellend hoog percentage
is aan de drank verslaafd. De staat
houdt echter de verkoop, de reclame,
de consumptie en de gevolgen van
drankmisbruik bfj. Elke burger, die
zyn belasting betaalt en die niet we
gens dronkenschap in aanraking met
de politie is geweest, heeft recht op
een maandelijks rantsoen van enkele
liters tegen gemiddeld vijftien kronen
per hele fles. Wat de staat aan zjjn
alcoholmonopolie verdient, vloeit ruim
schoots af naar de op volle toeren
draaiende machinerie der sociale voor
zieningen, afdeling drankbestrijding.
De alcoholisten richten in dit land
enorm veel onheil en morele schade
aan. Als hun aantal niet abnormaal
hoog was, zouden we het hier niet
vermelden.
Waarom kijken veel Zweden zo
somber en onheilspellend diep in het
glas? Er zijn studies aangewijd. Elke
nuchtere Zweed erkent, dat het drin
ken hier een nationaal kwaad is. maar
..we kunnen niet anders". Degenen,
die er verder op ingaan, zeggen: Om
dat we onsongelukkig voelen! Het
klinkt ongelooflijk in het land, waar
een grote mate van materiële wel
stand heerst, waar de meesten zich
het meeste kunnen veroorloven. De
Zweden zitten op het hoogste loon
peil in Europa, ze kunnen ruim 40°/o
van hun inkomsten in levensmiddelen
omzetten de Amerikanen en Engelsen
30*/»), minstens 10*/t voor alcoholische
dranken uittrekken en evenveel voor
ontspanning. Zweden wordt immers
in de hele wereld voor een socialis
tische modelstaat gehouden, die alles
in de puntjes heeft geregeld. En voelt
het welverzorgde volk van zo'n land
zich ongelukkig? Materieel ongelukki-
gen worden vrij effectief voortgehol
pen.
QE WEELDE kan alleen door sterke
benen worden gedragen. Over het
algemeen hebben de Zweden die niet.
Ze hebben zich, met ziel en lichaam,
°l» het stoffelijke geworpen. Ze heb
ben godsdienstige normen over boord
segooid. Zedelijke maatstaven zijn on
dergeschikt gemaakt aan de doorge
drongen vrijheidsprincipes, die radi
caal zijn, cn gemeengoed dreigen te
worden. Lees de Zweedse bladen en
magazines maar. Sommige boulevarJ-
kranten specialiseren zich op erotiek
en sexue voorlichting. Ze hebbca
oplagen van om en bij de 200.000 be
reikt. I'-t aantal echtscheidingen, on
gehuwde moeders, liefdesdrama's, lie
derlijke misdaden, psychopaten en on
gelukkige Zweden klimt in de statis
tieken. Wat Zweden, globaal, op im
moreel gebied presteert, is Hollywood
en Parijs te erg. Het gaat hier niet zo
zeer om de omvang van de immorali
teiten als wel om de aard en het ka
rakter ervan.
Zweden, althans de dominerende
openbare mening, rekent ook af met
conventionele opvattingen over de
opvoeding van de jeugd. Een kind
moet voorzichtig worden aangepakt.
Het mag vooral geen pak voor de
broek, hebben, want dan kunnen op
latere leeftijden complexen ontstaan.
Het moet zoveel mogelijk zijn zin heb
ben. Het moet vroegtijdig worden in
gelicht over de geheirrien van het hu
welijksleven. Zijn gevoelens mogen
niet worden gekwetst, anders krijgt
het remmingen: De schoolmaaltijden
mogen niet te zwaar op de maag zijn.
De zorg voor het kind is een belang
rijke zaak, ook voor de staat, die zich
van de derde maand af al in verwach
ting beschouwt. Een kind. onschuldig
en blauwogig als het is, mag nergens
onder lijden, tenminste zijn vrijheids
gevoel niet. Het krijgt veel snoep, li
monade en prachtig speelgoed, en het
mag 's avonds bij de grote mensen
opzitten, als het een beetje wijzer 'is
geworden.
Kortgeleden ontdekte een Kopen-
haagse agent een Zweedse schooljuf
frouw met haar klas. Ze zat met haar
leerlingen in een zeemans kroeg in
Nyhavn. Op zijn vraag, wat ze daar
zocht, antwoordde de paedagoge, dat
men kinderen op schoolreisjes niet al
leen de goede maar ook de slechte
Hoogboven de stad torent het
stadhuis van de Zweeds hoofdstad
Stockholm
dingen van het leven moet laten zien.
Er is een politiezaak van gemaakt,
want niet alleen de Deense maar ook
de Zweedse openbare mening vond
het geval te gek.
ALS IK KIND ZEG, zeg ik majes
teit heeft Ellen Key gezegd. De
Zweden zeggen het haar na. Dit sym
boliseert het Zweedse opvoedingssy
steem Het is begrijpelijk, dat kinderen
die in een dergelijke geest worden
grootgebracht, op latere leeftijd moei
lijkheden ondervinden en teweegbren
gen, en dat ze zich niet zo gedragen
als hun opvoeders hadden verwacht.
En dat ze zich op gebaande paadjes
niet gelukkig voelen. Talloze Zweden
klagen erover, dat ze niet vrjj zyn in
hun doen en laten. Ze hebben geen
idealen. Initiatief ontbreekt en door te
emigreren kunnen ze het alleen maar
slechter krijgen. Iemand heeft eens ge
zegd, dat Zweden een land zonder ge
nieën 'is. Het is niet moeilijk te gissen,
wat hjj bedoelde.
(Van onze correspondent in Kaapstad)
QE APARTHEIDSWETGEVING van de Zuid-
afrikaanse regering, die sinds tientallen jaren beoogt
scheiding te behouden tussen blanken en gekleurden,
beeft uiteraard ook betrekking op het onderwijs. Kin
deren van blanke ouders en kinderen van kleurlin
gen en naturellen hebben aparte scholen. Dat is niet
alleen maar zo in de Afrikaanse scholen, ook de ker
kelijke scholen en de „private" scholen, die het
Engels als voertaal bezigen, bandhaven die scheiding
naar ras en kleur. Omdat de Zuidafrikaanse regering
en de kerken zich bijzonder grote offers getroosten
voor het onderwijs van de gekleurde rassen, is deze
onderwijs-apartheid nog vrijwel nimmer een kwestie
van strijd geweest. Thans echter heeft zich in Kaap
stad het pijnlijke geval voorgedaan, dat omstreeks
vijftig kinderen van als „blank" bekend staande
ouderparen van de Europese scholen verwijderd wer
den, omdat zij de uiterlijke kenmerken dragen van
„kleurlingen", d.w.z. van mensen, die tot het meng
ras behoren, dat sinds meer dan twee eeuwen aan de
Kaap zo veelvuldig voorkomt.
Men heeft slechts weinig verbeeldingskracht nodig
om zich voor te stellen, welk een schok dit officiële
ingrijpen zowel voor de betrokken kinderen als voor
de ouders betekent. Er zijn zelfs gevallen bij, dat een
of meer kinderen uit hetzelfde gezin rustig op de
„blanke" school konden blijven, maar dat een broer
tje of zusje met een donkerder huid naar de kleur-
lingenschool verwezen wordt. Wie iets weet van de
wetten der erfelijkheid zal begrijpen, dat in zulk een
broertje of zusje de zwarte overgrootvader 'of bet-,
overgrootmoeder hun wederverschijning op het Zuid
afrikaanse levenstoncel maken, met alle tragische
gevolgen van dien.
Een gezin van Kaapse kleurlingen. Hun ras is
gevormd door vermenging van het bloed van
blanken en zwarten.
r\E WET eist, dat de ouders in zulk
een geval hun „blanke" afkomst
bewijzen uit geboorte-acten van drie
geslachten her, dat wil zeggen van om
streeks 1850 af. Omdat met de officiële
Eén van de fraaie bruggen in Stockholm
registratie van geboorten aan de Kaap
eerst in 1895 begonnen werd, bestaan
de gevraagde bewijzen vrijwel uitslui
tend uit doopacten. En het vervelende
is, dat op vele dier doopacten geen ver
vermelding van ras plaats vond en
nóg vervelender is, dat zelfs na 1895
op de officiële acten niet altijd het ras
werd ingevuld.
Zolang de overheid niet twijfelt aan
iemands Europese afkomst betekenen
zulke hiaten niets. Maar zodra een der
kinderen de duidelijke kenmerken van
een „gekleurde" afkomst toont, zijn 'Ie
poppen aan het dansen, Eén ontbre
kende schakel in de nodige documen
ten kan dan voor de toekomst van
het kind beslist desastreus zijn, omdat
zijn opleidngskansen (en later zijn eco
nomische en sociale mogelijkheden
daardoor meteen wettelijk beperkt
zijn. Dat de ouders er zich tot het
uiterste 'ogen verzetten, hun kind het
stigma van „gekleurd" te doen op
drukken, spreekt vanzelf.
TN HET DEBAT, dat rondom dit
t igische "geval ontstaan is, heeft
zich thans gemengd de tachtigjarige
Anglikaan. dominee Stephen Gara-
bedien, die het' tóch al zo précaire
probleem nog ingewil-keldei heeft ge
maakt door te verklaren, dat in het
nog niet zo verre verleden honderden
illegitieme kinderen direct na hun ge
boorte tegen betaling werden „overge
daan" tan gezinnen van Maleiers. (De
Maleiers vormen een aparte, uit voor
malig Nederlands-ndië afkomstige groep
binnen de groep der kleurlingen; zij
zijn allen Mohammedanen). Deze Ma
leiers hebben in dé eerste decennia
dezer eèuw blijkbaar een vaste bron
van inkomsten gehad uit het „aanne
men" van kinderen van ongehuwde
blanke en bijna-blanke moeders. Zulke
kinderen werden dan onder Maleise
namen „aangegeven" als geboren zijn
de in het Maleise gezin; zij werden
beschouwd als jonge Mohammedanen.
Dominee Garabedien en zijn mede
werkers hebben van 1911 af niet min
der dan driehonderd van zulke kinde
ren doen overbrengen naar Christe
lijke inrichtingen en velen zijn onder
gebracht bij pleegouders. De meesten
hunner zijn thans getrouwd cn hebben
op hun beurt kinderen gekregen. Om
dat zij blanken waren, of als bijna-
blanken in blanke sfeer opgroeiden,
zijn zij in de Europese gemeenschap
opgenomen geweest.... totdat thans
de donkere huidskleur van een kind
het verleden oproept, waarin (mis
schien een eeuw of meer geleden een
zwarte of bruine man of vrouw hun
intrede in het ongeschreven familiere-
gister hebben gedaan.
IJET is een publiek geheim, dat in
enige zeer geëerde Kaapse fami
lies „zwart bloed" voorkomt, maar zij
zijn als volkomen Europees geaccep
teerd sedert de dagen, toen er van
stringente apartheidswetgeving nog
geen sprake was. Hun „zwarte bloed"
dateert dan ook uit de achttiende of
negenti.nde eeuw en sommige leden
dezer bekende familes bekleden heden
ten dage hoge functies in het openbare
leven.
De kinderen der vijftig families, om
welker afkomst thans zulk een tragi
sche strijd ontbrand is, zijn vooralsnog
zo gelukkig niet. Voorzover zij kinde
ren mochten zijn van ouders, „die bij
de Maleiers werden verstopt", hebben
zij natuurlijk niet de nodige papieren.
Het feit dat een ongehuwde moeder
eens het oordeel van de maatschappij
zwaarder deed wegen dan haar moe
derliefde, drukt thans een stempel p
haar kleinkind, dat zich zonder de
nodige papieren niet in de blanke sa
menleving zal kunnen handhaven.
Het zijn deze tussen de bevolkings
groepen levende mensen, die méér
beklagenswaardig zijn dan welke an
dere ook. Zij worden door de ene
groep uitgestoten en door de andere
niet aanvaard. Zij zijn de onschuldige
slachtoffers van een wetgeving, die er
in feite op berekend is zulke tragische
dingen in de toekomst onmogelijk te
maken.
De Christelijke vereniging „Het Hoo
geland", welke z'ich de stichting en
instandhouding van arbeidskoloniën
heeft aangetrokken, beleeft haar zes
tigjarig jubileum. De verenigng ex
ploiteert een zestal tehuizen, waar
jaarlijks enkele honderden landgeno
ten, die om uiteenlopende redenen on
der goede leiding een weg naar de
maatschappij moeten vinden, worden
opgenomen. In 1952, zo blijkt uit het
jaarverslag, werden er 528 personen
verpleegd; dit is 41 meer dan in het
jaar daarvoor. Het totaal aantal ver-
pleegdagen bedroeg 105430.
In de kolonies „Filadelfia" en „Hei-
depheim", resp. reclasseringskolonie
voor jongemannen en tuinbouwkolonie
voor minderjarige, debiele jongens
werden in totaal 119 personen ver
pleegd In „De Beele", waar eveneens
debielen worden verpleegd, vonden 94
personen onderdak en hulp.
De N V. machinefabriek en herstel
plaats van werktuigen V. H. van Driel
en Van Ommeren te Rotterdam, die
deel uitmaakt van de Holding Company
N.V. Koolhoven Vljegtuigen en bij wel
ke fabriek veel personeel werkt van de
in de Meidagen van 1940 verwoeste
vliegtuigfabriek van Koolhoven, heeft
de licentierechten verkregen voor de
bouw van het Franse Sipa 200 mirii-jet
straalvliegtuig: het kleinste straalvlieg
tuig. dat er is.
Bij een recent bezoek aan Frankrijk
heeft prins Bernhard een vlucht met
het Franse straalvliegtuig gemaakt.
[N DEZE VACANTIEWEKEN gevoe-
len wij het als een voorrecht de
spanningen van deze tijd en van ons
leven te kunnen ontvluchten in de
ontspanning en onze zorgen in de
onbezorgdheid. De nerveuze mens
van tegenwoordig mag ophieuw ont
dekken: daar buiten in de natuur
kan ik mijn geestelijk evenwicht
hervinden; daar komt mijn innerlijk
tot rust; daar mag ik voor korte tijd
leven om te leven, als afwisseling
van het leven om te werken. En
juist naarmate het hedendaagse leven
ons meer en meer opeist, wordt de
drang en de behoefte sterker om
„de zorgen op zij te zetten". Daar
om gaan wij er op uit om straks
beter toegerust te zijn voor het werk,
dat wacht.
Er is tegenwoordig een grote be-
ëeerte om te reizen en te trekken.
>e mooie plekjes op te zoeken. Om
te genieten. Maar heeft u zich wel
eens de vraag gesteld: „Wat hééft
mij dit alles te zeggen?" Beziet u
het mooie stuk natuur alleen uit een
oogpunt van ontspanning of wellicht
van het plezier, dat u er kunt heb
ben? Van de onbezorgdheid, die u
er hoopt te vinden? Als dat zo is,
dan mag in herinnering' worden ge
bracht, dat er nog een andere be
schouwingswijze mogelijk is. Die n.1.,
welke Jezus onze Heer ons in zijn
Bergrede voorhoudt. U weet wel, dat
bekende gedeelte over de vogels en
de veldbloemen. Hij beziet die natuur
niet uit het oogpunt van het genie
ten, maar uit die van het geloof.
„Ziet naar de vogelen des hemels:
zij zaaien niet en maaien niet en
brengen niet bijeen in schuren; en
toch voedt uw hemelse Vader die.
Let op de leliën van het veld, hoe
zij groeien. Zij arbeiden niet en zij
spinnen niet. En Ik zeg u, dat zelfs
Salomo in al zijn heerlijkheid niet
bekleed was als een van deze!" In
de natuur vond Jezus Gods werk
zaamheid, Gods heilige bemoeienis,
Gods zorg. Niet omdat de natuur als
zodanig Hem daarvan sprak. Maar
omdat Hij God kende en met Hem
omging, Hem in alles centraal stelde.
Aldus vond Hij Gods Vaderzorg te
rug in de groei van de veldbloemen
en in het levensonderhoud der vo
gels.
Zó alles om ons heen te bezien
geeft een nieuwe instelling. En geeft
deel aan waarlijke onbezorgdheid!
Want een vacantie kan die in volle
diepte niet geven. Die kan de zorgen
wel „op zy" zetten, maar daarna
komen ze terug, evenals een veer
die men even indrukt en weer los
laat. Maar Jezus schenkt ons het ge
loof als een sterk en laatste vertrou
wen, als eeh zich toevertrouwen in
overgave aan Gods zorgende leiding.
Daardoor alleen wordt de angstige
bezorgdheid, die in wezen kleingelo-
vigheid is, weggenomen. En er voor
in de plaats komt het weten, dat
God ons leven zo leidt, dat de rade
ren soms onbegrijpelijk wonderlijk
in elkaar grijpen. Hij zegent immers
op het onvoorzienst! En als Hij zijn
bemoeienis uitstrekt tot een bloem
en een vogel, hoeveel te meer tot Zijn
mensenkinderen, in wie Hij een wel
behagen heeft.
.Deze hemelse zorg houdt echter
niet in, dat onze werkzaamheid zou
worden uitgeschakeld. Integendeel,
die wordt juist ingeschakeld en op
gang gebracht. Deze onbezorgdheid
is allesbehalve zorgeloosheid. Bin
nen het raam toch van Gods zorg
heeft ieder levend wezen te werken
met de hem geschonken „talenten",
onverschillig of die vele zijn of wei
nige, grote of kleine. Wié af weet
van die evangelische onbezorgdheid,
doet zijn werk tegen de achtergrond
van zijn liefde tot God en tot de
naaste. Hoe waar is nog altijd de in
houd van dat gedicht van Allard
Pierson, dat luidt:
Wat vraagt het licht, gereed ter kim
[te dalen,
of iets op aard gewrocht werd bij
[zijn stralen?
Het gaf zijn glans en deed zijn plicht!
Wat vraagt de bloem, wanneer haar
[bladen welken,
of honing werd gedronken uit haar
[kelken?
Zij heeft gebloeid, dat is haar roem!
Kust d'avondrust het blad, nu moe
[gefluisterd,.
Wat vraagt de nachtegaal, of iemand
[luistert?
Hij zingt zijn lied, dat is zijn lust.
Werk! Mijmer niet. Werk, wat ook 't
[loon moog' wezen:
gestrooid is 't zaad. Wie zal de
[vruchten lezen?
Hij, die de blanke velden ziet.
Wanneer Jezus in de Bergrede zijn
waarschuwing aan het adres van de
angstig bezorgden in een positieve
opdracht omzet, besluit Hij aldus:
„Zoekt eerst Gods Koninkrijk en
de gerechtigheid, die daarbij behoort
en dit alles zal u bovendien worden
geschonken. Maak u dan niet be
zorgd tegen de dag van morgen. De
dag van morgen zal zijn eigen zorgen
hebben: elke dag heeft genoeg aan
zijn eigen kwaad."
A. J. v. d. S.