Charlotte de Bourbon: de toegewijde echtgenote van onze Vader des Vaderlands Marnix van St. Aldegonde bracht aanzoek van prins naar Heidelberg over Vlucht uit het klooster Onder vaderlijke dwang met twaalf jaar tot abdis gewijd 1N Met tegenzin tot abdis gewijd Jeugd van Willem van Oranje Tweede huwelijk was geen succes NA mijn nacht overwonnen De Hugenoten worden uitgemoord Het ontzet van Leiden Oranje vogelvrij verklaard ZATERDAG 15 AFQTTSTTTS 1953 Oranje haar niet meer als zijn echtgenote erkent. Zij wordt zelfs gevangen gezet en later naar Dresden ge bracht, waar zij in 1577, door drankmisbruik en los bandigheid volkomen uitgeput, krankzinnig sterft. IJIT ONZE geschiedenislessen op school herinne ren wij ons misschien nog, dat Willem van Oranje viermaal gehuwd is geweest: de derde maal met Cliarlotte de Bourbon, die hem zes dochters schonk. Slechts weinigen kennen de levensloop van deze Franse prinses, in wie Oranje zo'n voortref felijke levensgezellin vond. Zij aanschouwde het levenslicht in 1546 als dochter van Hertog Lodewijk de BourbonMont- pensier en Louise de LongVic. Haar vader was een zeer hooggeplaatst personage aan het Hof van de Franse koning Hendrik II en zijn vrouw Catharina de Medicis, en een fel belijder van het Rooms Katholieke geloof. Haar moeder beleed in het geheim de Calvinistische leer, tot woede van haar vader. Toen Charlotte geboren werd, bezaten haar ouders reeds een zoon en een dochter, en, aangezien hun financiën niet erg rooskleurig wa ren, besloot de hertog zijn jongste dochter in het klooster te laten opvoeden, waar zijn schoonzus ter abdis was, hetgeen weinig kosten met zich mee zou brengen. Zijn oudste dochter kon hij dan een bruidschat geven en zijn zoon overeenkomstig zijn stand opvoeden. QLECHTS enkele jaren oud wordt Charlotte al in het rijke klooster van Jouarre gebracht, met de bepaling erbij, dat zij op haar twee-en-twintigste jaar tot abdis zal worden gewijd. Daar groeit zij op van kleuter tot meisje en sluit in de loop van die jaren vriendschap met twee leeftijdgenootjes, die ook in het klooster zijn onder gebracht. Dit is de enige fleur in haar leven. Eén van deze meisjes is Jeanne de Mousson, een pleegkind van de Protestantse koningin van Navarre, Jeanne d'Albret. Charlotte is omringd door spionnen van haar vader, die hem al haar gedragingen moeten overbrengen. Als de godsdienststrijd in Frankrijk tussen Rooms Katholieken en Protestanten (de z.g. Hugenoten) zich toespitst, beslist de hertog, dat Charlotte reeds op 12-jarige leeftijd tot abdis moet worden gewijd, wel wetende, dat hij hierdoor zijn Protestantvoelende echtgenote veel verdriet doet. Charlotte voelt echter niet veel roeping in zich voor het kloosterleven. In haar leeft een onbedwingbaar verlangen naar vrijheid. Misschien is het de aard van haar moeder, misschien ook de voortdurende spionnage in haar om geving, die in haar al sympathie doen ontstaan voor de „andere", de Protestantse leer? Op zekere dag weten de drie vriendinnen de kloostertuin uit te komen door een achterpoortje en ontdekken een bootje in de rivier. De vrijheid wenkt: uitgelaten als kinderen, wat zij toch eigenlijk zijn, genieten zij van dit uitstapje. Als het ontdekt wordt, wacht hen een zware straf. Vertoornd over het gedrag van zijn dochter bezoekt Hertog Lode wijk het klooster en spreekt Charlotte met harde woor den toe. Hij beslist nu definitief, dat zij nu tot abdis moet worden gewijd, teneinde haar voorgoed aan het kloosterleven te binden. Charlotte vermoedt niets van zijn plannen, doch wel bevreemdt het haar, dat zij geen omgang mag hebben met haar vriendinnen. Langzamer hand bereidt men haar voor. Beslist en nadrukkelijk verklaart zij niets voor het kloosterleven te voelen. Zij heeft altijd gemeend, dat zij. na de voltooiing van de opvoeding van haar broer naar haar ouders zou mogen teruggaan. Met haar verlangens wordt echter geen reke ning gehouden. Op zekere dag leidt haar biechtvader haar naar een donkere ruimte onder de abdij, waar de sfeer benauwd en angstwekkend is. Als zij wederom verklaart geen roe ping te voelen, dreigt hij haar met de vreselijke gevan genis van Fontrevault, waarvan de beschrijving het kind doet sidderen. Teneinde raad en totaal murw gemaakt door de dreigementen valt Charlotte flauw. Als zij ein delijk weer bij komt, verklaart zij fier, dat haar vader haar tot abdis kan maken, maar dat er dan in haar hart geen liefde meer voor hem zal zijn. MAART is er feest in Jouarre. Toch is er wat van uit gelekt in de naburige dorpen, dat de nieuwe abdis gedwongen zou worden de gelofte af te leggen. Als Char lotte bleek en tenger in de kapel verschijnt, gaat er een golf van medelijden door de aanwezigen bij het zien van dit kind, op welks smalle schouders een te grote waar digheid en verantwoording gelegd zal worden. Tijdens de wijding geschieden er enkele onregelmatigheden, cue het daglicht niet verdragen. Het publiek voelt zich wat onbehagelijk: er is niet die devote aandacht, die men zou verwachten. Voor Charlotte is de spanning op een ogen- Anna van Saksen, de tweede gemalin van Willem de Zwijger. blik te groot: zij valt in zwijm en zweeft een week lang tussen leven en dood. Als haar vader hoort, hoe het met haar gesteld is, staat hij haar toe enkele weken aan het Hof te komen, dat te Vincennes verblijf houdt. Grote fees ten geven daar uiting aan de vreugde over de vrede met Spanje, te Cateau Cambrésis gesloten. Koning Hendrik II heeft aanzienlijke gijzelaars meegebracht in zijn ge volg: Fernando de Toledo, hertog van Alva, Lamoraal van Egmond en Prins Willem van Oranje, die opgevoed is aan het Hof van Keizer Karei V. Er is een illuster gezel schap bijeen. Men ziet er ook de kroonprins met zijn vrouw Maria Stuart, de later zo ongelukkige koningin van Schotland. Haar waardigheid verbiedt Charlotte aan deze feesten deel te nemen. Gaarne zou zij veel bij haar moeder vertoeven om van deze de steun te ontvangen, die zij zo nodig heeft, doch zelfs een vertrouwelijk ge sprek met deze is niet mogelijk door de aanwezigheid van hofdames. Het is een kwelling voor de moeder de wanhopige blik te zien van haar dochtertje. Voelend dat haar vader tegen een intiem samenzijn gekant is, hecht Charlotte zich nog meer aan haar Protestantse moeder. Op een wandeling in het park slaat Charlotte met tranen in de ogen een leeuwerik gade, die jubelend op stijgt in de blauwe lucht, de vrijheid tegemoet. Plotseling ziet zU een jonge edelman voor zich, wiens nadering zij niet heeft opgemerkt. Zijn sympathiek mannelijk gezicht met de intelligente blik doen haar verrast opzien. Haar weinig kinderlijke antwoorden op zijn vragen vergroten zijn belangstelling, reeds gewekt door de gouden gesp met de Bourbonse lelie aan de ceintuur van haar kloos tergewaad. Zo ontmoette, naar het verhaal luidt, de prinu van Oranje, reeds weduwnaar van Anna van Buren, zijn latere gemalin, Charlotte de Bourbon. TOEN René van Chalons in 1544 sneuvelde, liet hij bij testament al zijn titels en bezittingen aan de oudste zoon van zijn oom Willem van Nassau na. Zo kreeg deze de titel van Prins van Oranje en kwam hij in het bezit van verschillende gebieden. Het devies van deze René was: „Je maintiendrai Orange". Daar de nieuwe Prins Willem van Oranje door zijn moeder Juliana van Stol berg in evangelische geest was opgevoed, bepaalde keizer Karei V, dat, aangezien hij onmogelijk aan een Protestant een zo belangrijke positie kon toestaan, de jonge prins, die op dat ogenblik 11 jaar oud was, naar zijn Hof te Brussel zou moeten komen om daar in Rooms Katholieke geest te worden onderwezen. De hoogstaande landvoog des, Maria van Hongarije, interesseert zich voor de prins, die zich voorspoedig ontwikkelt en zeer bemind wordt. Ook de keizer begunstigt hem opmerkelijk. In 1551 huwt de prins met Anna van Egmond, gravin van Buren, waar door het aantal Nederlandse bezittingen van Oranje nog wordt uitgebreid. Het jonge paar leeft gelukkig en in weelde op het kasteel van Breda, waar hun enige kinderen worden geboren van welke alleen Philips Wil lem en Maria in leven blijven. Door de dood van Anna in 1558 Wordt Oranje weduwnaar. 7ES JAREN zijn verlopen sinds Charlotte's wijding tot abdis. Nog steeds wordt zij bespionneerd door enkele nonnen en zij heeft nog niet het nodige overwicht over hen. Op zekere dag krijgt zij bezoek van de koningin van Navarre. Zij spreken samen over de nieuwe leer van Calvijn. De koningin vertelt Charlotte over de zonen van Juliana van Stolberg, die allen, behalve de prins van Oranje, de nieuwe leer zijn toegedaan. Jean ne hoopt vurig, dat van hen graaf Lodewijk eenmaal de Nederlanden zal leiden. Charlotte stort haar hart eens uit en vertelt, dat zij zich niet opgewassen voelt voor haar taak in deze omgeving, die haar zo beklemt. Na het afscheid van de koningin, waarbij deze Char lotte een Bijbeltje ten geschenke heeft gegeven, veran dert er iets in de abdis van Jouarrre, vooral wanneer z(j merkt, dat ook dit gesprek alweer is overgebracht. In korte tijd groeit zij tot een zeer gedecideerde vrouw, die op een bijeenkomst van de nonnen verklaart, dat er bedrog en dwang nodig geweest zijn voor haar wijding zcr jaren geleden, dat zij geen spionnage meer zal dul den en voortaan alléén wil heersen; daartoe schaft zij het ambt van onderpriores af, die een spion van haar vader is. De biechtvader, die haar indertijd zo heeft gedreigd, heeft ook geen vat meer op haar, zelfs niet als hij met de inquisitie dreigt, voor het geval, dat de ketterse leer ook het klooster van Jouarre zou bin nendringen. Charlotte is in haar hart al niet meer geheel Rooms Katholiek, maar voelt zich nog wel verantwoordelijk voor het welzijn der nonnen. De koningin van Navarre, die weet, hoe het met haar gesteld is, biedt haar on derdak aan, als zij wil vluchten, doch moet zelf, ten gevolge van de toespitsing van de godsdienststrijd, de wijk nemen naar La Rochelle, de wijkplaats der Hugenoten. Dan krijgt Charlotte het fiere manifest van Willem van Oranje in handen, waarin deze openlijk de strijd aanbindt tegen Spanje. Vol sympathie gaan haar ge dachten naar hem uit, nu zij ook gehoord heeft, dat zijn tweede huwelijk, met Anna van Saksen, een groot fiasco is. MA DE DOOD van Anna van Buren, achtte Oranje's moeder het ten zeerste gewenst, dat haar zoon zou hertrouwen. Reeds in 1559 was er sprake van een huwelijk met Anna, de dochter van de overleden keur vorst van Saksen. Het grote vraagstuk bij de onderhan delingen was evenwel het verschil in geloof: Anna is streng Luthers opgevoed. Oranje nu eenmaal, zij het dan misschien uiterlijk, Rooms Katholiek. Anna's voog den juichten dit huwelijk overigens toe, want zij zagen er een middel in om hun lastige pupil kwijt te raken. Anna's grootvader, die ook een stem in het kapittel had, vond in zijn hart een keurvorstendochter veel te goed voor een graaf van Nassau. Voor Oranje is het belangrijkste in dit huwelijk de steun, die hij daardoor zal krijgen van Duitse vorsten. Het huwelijk wordt in 1561 te Leipzig met grote pracht en praal gesloten: het wordt evenwel een mislukking door het karakter van Anna van Saksen. ZU blUkt niet de evenwichtige, lieve vrouw te zUn, die Oranje nodig heeft. Buien van luidruchtige vrolljk- heid wisselen af met grote melancholie, die haar tot drankzucht brengt. Daarby is zij excentriek en zinnelUk van aard. Haar leven kenmerkt zich door een losban digheid, die tot excessen leidt. Als Oranje weigert de eed van trouw aan de koning af te leggen, vertrekt hij naar zijn ouderlijk huis, hel slot Dillenburg, waar Anna het leven schenkt aan prins Maurits. Gewend aan het wereldse leven van Breda, kan zij niet aarden op het eenvoudige Dillenburg, waar een prettig gezinsleven heerst. Zij versmaadt dit en vertrekt naar Keulen, waar zij het zo bont maakt, dat HET OVERLIJDEN van Charlotte's moeder, is haar vader hertrouwd met een jonge, vurig Rooms Katholieke prinses, waarna de spionnage in het kloos ter van Jouarre weer verscherpt wordt. De vele vrien den, die Charlotte buiten het klooster heeft, zijn het er over eens, dat haar positie zeer hachelijk is, daar men haar vader nu tot alles in staat kan achten. Zij leggen haar vluchtplannen voor: zij stemt toe op een bepaalde dag het klooster te verlaten onder voorwend sel een bezoek te willen brengen aan een naburig kloos ter, waar een familielid abdis is. Vergezeld door haar vriendinnen en enkele bedienden verlaat Charlotte te paard het klooster. Onderweg blijkt tot hun schrik, dat een der bedienden spoorloos is verdwenen. Men vreest verraad en besluit het reistempo nog wat te ver snellen. Het verraad is echter al geschied en de sol daten des konings zijn al achter de vluchteligen aan ge zonden. BU hun nadering smeekt een van Charlotte's vrien dinnen, wier paard onder haar wordt weggeschoten, snel van mantel te verwisselen: zU blüft achter met de abdismantel aan, terwUl Charlotte met enkele getrou wen onopvallend gekleed te paard wegsnelt en niet meer achtervolgd wordt, daar de soldaten menen de abdis in handen te hebben. Veilig komt zU in Heidel berg aan, later gevolgd door haar edelmoedige vriendin. De Keurvorst van de Paltz, waarin Heidelberg ligt, ontvangt hen hartelijk en behandelt hen als eigen doch ters. Charlotte bloeit in vrijheid op tot een stralende, jonge vrouw. Als haar vader ter ore komt, dat zij vei lig in Heidelberg is aangekomen, is hij buiten zich zelf van woede en dreigt met de vreselijkste straffen. Hij vraagt, tevergeefs, de Keurvorst om uitlevering van zijn dochter, die hem antwoordt, dit alleen te zullen doen, als zij in veiligheid zal mogen leven. Bij een bezoek aan Heidelberg ontmoet de prins van Oranje Charlotte. Sinds hun eerste vluchtige ontmoe ting is er veel in beider leven veranderd: beiden zijn zij in wezen de nieuwe leer toegedaan. De strijd tegen Spanje heeft Oranje veel ouder gemaakt, maar ook Charlotte is in deze dertien jaren veranderd: zij is ge rijpt tot een moedige, aantrekkelijke jonge vrouw. De standvastige blik van Oranje en zijn bewonderende Charlotte de Bourbon, de derde echtgenote van onze Vader des Vaderlands naar hem op weg zijn. In 1568 ontviel hem reeds in de slag bij Heiligerlee zijn broer Adolf. Nu zal hij tever geefs wachten op Lodewijk en Hendrik, die in de slag bij Mook sneuvelen. Groot is de smart van Oranje en zijn moeder op de Dillenburg. Oranje wordt ernstig ziek en met hoge koorts naar Delft gebracht. Ondanks zijn ziekte laat hij zich geregeld op de hoogte houden van de krijgsverrichtingen der Geuzen. Na Leidens ontzet is hij gelukkig zover hersteld, dat hij de dappere burge rij zelf kan bezoeken. Vaak gaan zijn gedachten uit naar Charlotte de Bour bon in Heidelberg. Hy zendt zijn vriend Marnix van St. Aldegonde naar deze universiteitsstad om professoren te zoeken voor de universiteit, die hij de stad Leiden heeft beloofd. Maar ook moet Marnix een huwelijksaanzoek aan Charlotte overbrengen, waarbij hij uitdrukkelijk de opdracht krijgt haar niets te verzwijgen: Oranje is niet jong meer, heeft kinderen uit zijn vorige huwelijken op te voeden, hij heeft geen bezittingen meer, wel schulden. In diep gevoelde bewoordingen bepleit Marnix de zaak van zijn vriend, doch er is geen overredingskracht voor nodig, want Charlotte weet, dat zij Oranje lief heeft en hem wil dienen. Zoals zij eenmaal aan hem schrijft: „Ik wil de beschermster zijn van je geluk, van je le ven ten koste van alles, wanneer dit nodig mocht zijn, ten koste van mijn eigen leven Het volk der Nederlanden juicht als Oranje zijn ver loving bekend maakt. Sterker en moediger zal hij strij den met deze fiere vrouw naast zich. Het paar zal zich in Middelburg op de Lange Delft vestigen. Prins Willem van Oranje op latere leeftijd woorden doorstromen Charlotte met een ongekend ge luksgevoel, als zij hem van de strijd der Hugenoten vertelt. CEN GROTE SLAG treft Charlote door het overlijden van de koningin van Navarre, vooral wanneer het ge rucht haar bereikt, dat deze vergiftigd zou zijn op last van de geslepen koningin-moeder Catharina de Medicis. Na de godsdienstvrede van Saint Germain in 1570 lijkt het, of Rooms Katholieken en Hugenoten voortaan in vrede naast elkaar zouden kunnen leven in Frankrijk. Zelfs geeft Catharina toestemming tot het huwelijk van haar dochter Marguerite met de Hugenotenkoning Hen drik van Navarre. De plannen van de Hugenotenadmi- raal de Coligny om Oranje te steunen tegen Spanje, gaan haar echter te ver. Na een aanslag op deze admi raal raken de Hugenoten, die te Parijs zijn gekomen voor het a.s. vorstelijk huwelijk, in opwinding en van wraakgedachten vervuld. Catharina de Medicis, grillig en geslepen als zij is, weet haar zoon, koning Karei IX ervan te overtuigen, dat zijn leven èn het geloof in ge vaar zijn, en dat het daarom noodzakelijk is de leiders der Hugenoten uit de weg te ruimen. In de nacht van 24 Augustus 1572 (de dag van de Hei lige Bartholomeus) lulden de stormklokken der kerk St. Germain-l'Auxerrois en, hoewel het bevel tot uit moorden slechts de leiders betreft, doodt het opgezweep te volk alles wat Hugenoot is. Deze moordpartij, later bloedbruiloft en Bartholomeusnacht geheten, kostte aan 2000 Hugenoten het leven. MU DOOR dit gebeuren Oranjes hoop op steun van Frankrijk in één nacht de bodem is iftgeslagen, wordt zijn leven met de dag zwaarder. Sterk staat hij temidden van de beproevingen „saevis tranquillus in undis", maar eenzaam, zonder huiselijk geluk. In Mid delburg biedt de zoon van een van zijn getrouwen, die het slachtoffer werd van de Inquisitie, hem zijn ouderlijk huis op de Lange Delft aan. Dankbaar aanvaardt de Zwijger het geschenk, want al zijn bezittingen heeft hij afgestaan ten bate van de grote vrijheidsstrijd der Ne derlanden. Hier wacht hij op zijn broers, die strijdende QP 11 JUNI 1575 zeilt een groot schip de haven van Den Briel binnen: op het dek staan Charlotte de Bourbon en Marnix, de blik gericht naar een fiere mannengestalte op een kleine boot, die van wal steekt: Oranje ontmoet zijn bruid.... Nadat Oranjes huwelijk met Anna van Saksen we gens haar losbandigheid officieel ontbonden was ver- iklaard, worden bruid en bruidegom op 12 Juni in de (echt verenigd. Oranje uit zijn liefde voor zijn vrouw in de spreuk, die hij zich voor deze dag koos: „Een enkele dageraad heeft al mijn nacht overwon nen". Op de wijs van het Wilhelmus zingt het volk het volgende feestlied: „Ten Briel is sy ghecomen al met triumphe groot. Dat hebben die burghers vernomen men schoot soo menighen schoot totdes Prins fsyner vromen- Men nam haer by der hant. Men hiet haer wellecomen al indes princen lant". Oranje en zijn derde vrouw leefden gelukkig sa men. Haar grote rust en levenservaring maakten haar tot een ideale echtgenote. Zes dochtertjes kwamen hun huis opfleuren, maar ook voor Oranje's al grote kin deren was zij een goede moeder. Hoewel eerst nogal gekant tegen dit huwelijk, moest Oranjes nog enig overgebleven broer Jan wel erkennen, dat Oranje het goed getroffen had: „Zekerlijk is het hem een kostelijke vertroosting en een grote steun, dat God hem een vrouw heeft ge schonken, zo voortreffelijk door haar deugd, haar Gods vrucht, ha ar verheven verstand, in één woord: alles wat hij zich kan wensen". HAN VALT de grote slag: Philips II verklaart Oranje u vogelvrij. Lijkwit staat Charlotte het plakkaat, dicht bij hun huis aangeplakt, te lezen. Angst voor het leven van haar man maakt haar neerslachtig. Oranje is nu zijn leven niet meer zeker. Zeven gelukkige jaren hebben zy samen doorgebracht, als in 1?82 de oproep van de koning om Oranje dood of levend uit te leveren of hem te doden, gehoor vindt bij een zeketre Juan Jaurequy, die een aanslag op de prins doet te Antwerpen. Deze krUgt een schot in kaak en keel. De moordenaar wordt terstond gegrepen en ter dood gebracht. Oranje is zo zwaar getroffen, dat men gaat twijfelen aan zijn herstel. Dag en nacht waakt Charlotte over hem, hoewel het teveel van haar krachten vergt. De grote kinderzegen in betrekkelijk korte tijd en de spanning der laatste jaren hebben haar weerstand verminderd. Juist als er verbetering is ingetreden in de toestand van de kaak- blessure, geeft een van zijn dochters een bezoeker een zo gevat antwoord, dat Oranje in de lach schiet, waar door de nauwelijks gesloten ader weer openspringt. Weer is er wekenlange toewijding nodig: Charlotte wijkt niet meer van Oranjes ziekbed, maar als deze zover hersteld is, dat hij weer ter kerke kan gaan, is zU te zwak om hem te vergezellen. Drie dagen later, op 5 Mei 1582 blaast zi) de laatste adem uit. Eens schreef zij aan Oranje: „Ik wil de beschermster zijn van je geluk, je le ven ten koste van alles, Wanneer dit nodig mocht zijn, ten koste van mijn eigen leven In deze dienende liefde is zij van hem heengegaan. FIORANCA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 9