De „Tikerak" in een
blizzard
Denemarken zit op Russisch kruitvat
MARYREAD: de vrouwelijke boekanier
Dit hopen wij voorlopig niet
meer mee te maken
Verdediging van het eilandenrijk vergt een
grotere krachtsinspanning
ONDER GROENLANDERS EN ESKIMO'S (17)
Anth. van Kampen
Sleutelpositie van NATO is onverdedigd
Sneeuwgordijnen over
een vak zee
door
|}E BLIZZARD is een sneeuwstorm, die op Groenland van de IJs-
kap pleegt te komen, en tot de werkelijk alleronaangenaamste
zaken behoort, die dit land voor hen, die het pogen te bereizen, in
petto heeft. Het is een combinatie van storm, sneeuw en hagel, en
wie precies wil weten wat het is, die leze de boeken van Knud
Rasmussen, die in de dertig jaren dat hij Groenland bereisde, een
ontelbaar aantal blizzards te verwerken kreeg. Als hij er over
schrijft, doet hij dat met een soort angstige eerbied. Ik begrijp
daar nu iets van: omdat een blizzard iets onmenselijks heeft. Om
dat men er, als mens, als schip, als hondenspan, machteloos tegen
is. Niets kan een blizzard weerstaan. Niets is bestand tegen zijn
ongelooflijke kracht, zijn snelheid, zijn intense kou. De blizzard
dat is Groenland op zijn slechtst, zijn verraderlijkst, zijn onmen
selijkst. En het was de arme, kleine, afgebeukte, houten Tikerak,
ons schip van 400 ton, in wezen alleen maar een fjordenscheepje
en een zeer kleine coaster, die hem kreeg op te vangen. En wij
met de Tikerak.
IK heb me, voor zover de mogelijk
heden dat toelieten, aangekleed,
omdat ik ronduit bang werd van het
verschrikkelijke leven, dat in de
Tikerak gaande was. Het was na
tuurlijk met zo, maar liet had er de
schijn van of niets, geen enkel on
derdeel van dit schip, meer vast zat.
Of alles lostrilde, losbrak, losdreun-
de. Het aantal meters van onze hut
naar het dek zal iets minder dan
acht zijn geweest. Ik deed er vijf
minuten over. En toen was ik aan
dek.
Wat ik zag, zal ik niet spoedig
vergeten. Ik keek tegen een gordijn
aan, een wit scherm, en eerst moest
ik me realiseren wat er eigenlijk
gaande was. Dat gordijn was een
muur, een berg van sneeuw, die
over de Tikerak hing. Dat gordijn
was niet wit, maar grauw, vuilgrijs,
En het stond nu eens schuin over
het schip aan de ene kant, dan weer
aan de andere kant.
Op de brug heb ik de eerste bliz
zard, die ik in mijn leven meemaak
te, gezien. Neeniet gezien al
leen. Beleefd, ondergaan. Geloof mij,
lezers, deze ervaring van de eerste
blizzard was niet plezierig. Het was
een sensatie van de eerste orde, maar
een sensatie, waarover men beter
schrijven of vertellen kan, dan haar
meemaken.
Op de brug probeerden de kapi
tein, zijn twee stuurlieden en de
roerganger, het schip koers te doen
houden en het behield zijn koers. Ik
geloof niet dat er één ogenblik
werkelijk gevaar heeft gedreigd. Dat
heeft men mij tenminste vijf uur
later, toen die duivel uitgeraasd was,
verteld.
AAN DEK was het een berg van
sneeuw, vermengd met zeewater,
die de Tikerak aan alle kanten be
sprong. En in die uren kreeg ik een
opperste waardering voor deze jonge
Denen, die met een dergelijk klein
schip deze storm afreden. Ik geloof
nu wel te mogen zeggen, uit eigen
ervaring en uit eigen aanschouwing,
dat dit toch wel zeelui zijn van acht
en veertig karaat.
Hoe moet ik u deze zee beschrij
venvaal en grauw en zwart,
met daarover jagend de compacte
sneeuwgordijnen. Nu eens was er
geen vijf meter zicht, dan weer dreef
de wind, die een gemiddelde kracht
had van 9, die ganse grauwe baaierd
voor zich uit en werd een stuk open
zee van vijftig, honderd meter zicht
baar. De Tikerak kermde en steun
de. Ze boorde zich diep in zee en
soms wanhoopte ik eraan, of ze nog
ooit de kracht zou vinden zich weer
op te richten. Maar altijd weer vond
ze die kracht, altijd weer verhief ze
zich, moeizaam, traag, wanhopig,
aarzelend. En zo, door die hel van,
razend snel aangevoerde sneeuw en
wind en water, gingen we vooruit,
Ik heb het eenmaal gevraagd aan
de bootsman, hoeveel vaart we
maakten. Hij keek me aan, alsof hij
de vraag niet begreep. Toen nep hij
in m'n oor: „Vier mijliets
minder". Vier mijl per uur.... en
zo kropen de uren voorbij. De uren
van die lange, lange nacht, die niet
donker was, doch alleen gevuld met
vale schemering. Hoe verlangde ik
naar het einde van deze blizzard.
Niet alleen om van de onzekerheid,
en de me steeds opnieuw besluipen
de angst bevrijd te worden, maar
omdat ik nauwelijks meer op mijn
benen kon staan van vermoeidheid.
Omdat iedere spier, iedere vezel van
mijn lichaam, iedere zenuw, bezig
was zich te verdedigen. Omdat je i,e
vast moest houden en omdat je tn-
dens dat vasthouden toch weer de
grond onder je voeten, het dek van
de Tikerak dus, voelde verdwijnen.
Ik heb in m'n leven op sleepboten
enkele malen een behoorlijke storm
meegemaakt. Ik leerde die nacht wat
een blizzard betekent in Straat
Davis.
ER was één man, die dit alles niets
aanging. Dat was de marconist.
Hem zal ik waarschijnlijk nooit meer
vergeten, vanwege zijn wijze van
reageren. Hij zat in zijn hyper-klei
ne radiostation op een stoel, die aan
vier kanten was klemgezet. Daar
zat hij, temidden van zijn apparaten.
Om hem heen wijzers, condensatp-
ren, spoelen, knoppen. En in die
bedompte ruimte, in dat wankelen
de schuivende, tollende, steigeren
de' gekkenhuis, probeerde hij iets op
te vangen uit de aether. Ik heb er
geen idee van wat deze marconisten
in Straat Davis. varend op schepen
als de Tikerak, verdienen, maar ieder
bedrag is aan de lage kant, lijkt me.
Hij zat daar. met de kontelefoon
over zijn wilde blonde haren en een
nat stomoie ciaaret tussen zpn lip
pen. En hii viste de aether af. om
een weerbericht od te vangen Die
aether was vol geniep, gekerm. ge;
snor en gegier. Soms noteerde hij
een paar letters, maar ik zag aan
zijn gebaar, dat het hopeloos was.
Met hem sprak ik die nacht. Weet
u wat hij me vertelde, onder het
kraken en donderen van de wind te
gen zijn station, door? Dat er één
radiostation was, waarvoor hij een
uitgesproken zwak had. Ik geef u te
raden welk dat was. Scheveningen-
Radio! Ik vroeg hem waarom? En
hij schreeuwde me toe: „Omdat het
een sterk station is, dat je bijna
altijd kunt opvangen, zelfs hier, in
Straat Davis, tot ver in het Noor
den en ook aan de Oostkust. En om
dat het daar beslist geschikte jon-
;ens moeten zijn, die je nooit lang la-
en modderen. Ze zijn geschikt en u
mag ze dat namens mij wel zeggen
ook. Ik heb er altijd plezier in, als
ik ze opvang".
DiiniDiiiiniiniiiiiiiiiifniifiiiiiiniitiiniiiiiiiiiiiiüiiiiiiiinniiiiiiiiiniiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiii
Ik hoop dat deze regels worden
gelezen door de mensen van Sche-
veningen-Radio. Opdat ze weten dat
daar ergens in Arctica, ergens in
Straat Davis, daar, waar het beroerd
ste weer ter wereld wordt „gebo
ren", een jonge blonde Deense mar
conist vaart op een klein schip, en
die het plezierig vindt als hij dat
eindeloos verre, onbekende station
in Holland opvangt. Het zal de men
sen van Scheveningen-Radio goed
doen dit te weten, denk ik.
PI schrijf dit, nauwelijks een dag na
de blizzard, en ik geloof dat men
dit soort ervaringen, dergelijke on
dervindingen in een vreemde, wrede
zee, beter eerst later kan beschrij
ven. Men moet er afstand op krij
gen. De emoties, de indrukken, zijn
nog niet bezonken. En ik schaam mij
niet te verklaren, dat mijn ganse
body nog na-trilt van het geweld
dezer blizzard, de eerste die ik mee
maakte. De eerste, die ik nooit meer
zal vergeten. Ook al zei de kapitein
mij vanmorgen, dat dit maar een
Juni-blizzard was, waarvoor hij zijn
hand niet omdraaide. Het is moge
lijk, maar ik vond, dat de kapitein
er toch wel grauw en vermoeid uit
zag.
Iet ging voorbij. Er kwam een
moment dat het zicht zich verwijdde.
Het was het ogenblik dat ik vijftig,
honderd, tweehonderd meter zee voor
me zag opdoemen. Je zou haast ge
neigd zijn te schrijven: zag open-
bloeien. Een harde, zwarte, nog
steeds wilde zee. En nog verder woei
de sneeuw weg. Alsof een onzicht
bare hand al deze witte schermen
terugdrong. Alsof er een macht over
de wateren kwam, die vond dat het
nu, eidelijk, genoeg was. Ik zegende
H<
TEGEN de morgen zat ik nog even
in de radiohut. Nog steeds was
de marconist bezig met zijn appara
ten. De lucht in het celletje was te
snijden. Hij gaf me een weerbericht
en ik las het. Hij had het voor me
in het Engels vertaald en ik heb
nooit in mijn leven iets onder ogen
gehad, dat er -cynischer uitzag en
meer bittere ironie bezat. Het was
namelijk het weerbericht van Ko
penhagen en het luidde: bij voort
during warm, helder zomerweer;
geen kans op regen
Het was in dat uur, dat ik contact
had met Nederland en misschien
kunt u iets begrijpen van de gevoe
lens, die me op dat ogenblik, kort
na zulke ervaringen, vervulden. Ik
had een telegram voor Holland laten
uitzenden, Die dag was namelijk
mijn zoon jarig en ik kon hem niets
anders geven dat dit telegram. Het
ging over, ondanks de bar slechte
atmosferische omstandigheden en on
danks het feit dat de marconist een
paar uur lang bezig was. Maar hij
vond het een sport juist nu Scheve
ningen-Radio op te vangen, zijn zo
veel geroemd station. Het kwam door
en het telegram ging naar Holland,
via Straat Davis met zijn blizzard-
restant en via de rest van de lange
weg.
En toen kwam, direct daarna, een
telegram terug. Uit Holland, van
Scheveningen-Radio. En dat was een
boodschap van een heel oude en
beste vriend van me, de vroegere
marconist van de sleepboten Drenthe
en Utrecht van Bureau Wijsmuller,
die daar zit in IJmuiden en het niet
kon nalaten mij in Arctica een groet
te zenden: hartelijk gegroet en
good luck.
MEN moet op een schip als de Ti
kerak zitten, dat geen schip maar
een scheepje is („praam" zegt Van
der Zee), in Straat Davis met wind
kracht 6-7. met de kou en de sneeuw
var een blizzard nog in je oren en
de angst nog in je hart, om dit soort
telegrammen op hun juiste waarde
te kunnen schatten. Het was het
beste cadeau, dat ik in een maand
ontvangen had. Het was niet zo
maar „een telegram". Het was niet
alleen een moment contact met een
oude relatie, een verre vriend. Het
was oneindig veel méér: het was Hol
land zelf, dat zich even manifesteer
de.
Wees ervan overtuigd, lezers, dat
ik deze groet uit Holland, juist op
dat ogenblik hard nodig had. Ge zult
dit wellicht wat overdreven en sen
timenteel vinden. Het is mogelijk.
Maar de omstandigheden waren, in
die uren daarvoor, nu eenmaal zó
geweest, dat voor dit speciale geval
een behoorlijke scheut sentimentali
teit werkelijk wel te vergeven is.
In ieder geval: de heer Hoebe van
Scheveningen-Radio mag weten dat
er tenminste twee mensen in de we
reld waren, die dag, die zich ge
zegend achtten met zijn telegram.
Bedankt, oude vrienden
mogen wij nog eens van elkaar
horen.
Over ensluiten maar!
Fotobeeld van de Blixzard.
langste
in Europa ligt over de Storstrom in
eilanden Masnet en Falster. Zij is twee mijlen lang.
DENEMARKEN is een belangrijke schakel in het Noordatlantische verdedigingssysteem. Het beheerst
de toegang tot de Oostzee. Om de strijd aan te binden tegen de Westerse zeestrijdkrachten en konvooien,
moet de rode vloot een vrije toegang tot de oceaan forceren. Een bezetting van iet eense ei an en
rijk zou daaraan onvermijdelijk vooraf moeten gaan. Als dit gebeurtverliezen de gea iceri en een strategi*
sche sleutelpositie aan de rand van het potentiële oorlogsterrein. Eenmaal in het bezit van Denemarken, kri).
gen de Russen gelegenheid hun aanvalsfront in het Noorden zo voordelig mogelijk uit te breiden. Za
weten dan, dat Westerse operaties in het Oostzeegebied geen schijn van kans meer hebben.
HET EUROPESE CONTINENT ligt
aan de voet van Scandinavië. Er
is niet veel militair inzicht voor no
dig om te constateren, dat Zuid-
Scandinavië een waardevol groepe-
ringsgebied kan zijn voor Nato-een-
heden. Bommenwerpers, die van hier
uit opereren, hebben de kortste weg
naar de kwestbare Duitse en Cen-
traal-Europese spoorlijnen en wegen.
Amfibie-acties kunnen gemakkelijk
op de kusten van de Oostzee, die
laag zijn, worden uitgevoerd, als ten
minste de benodigde formaties voor
handen zijn. Bovendien kunnen, via
de 30 kilometer brede landengte in
Sleeswijk, flankaanvallen uit noor
delijke richting worden gedaan om
de hoofdmacht als die er is te
ontlasten. De meeste strategen zijn
het erover eens, dat het Westen
voorlopig niet de kracht kan opbren
gen om een gemechaniseerd millioe-
nenleger in z n vaart te stuiten, zodat
ze onwillekeurig uitkijken naar gun
stig gelegen en liefst natuurlijk be
schermde concentratiegebieden, die
de eerste fase van een offensief uit
het Oosten kunnen overleven. Som
mige Amerikaanse generaals voelen
die macht
genoeg.
Iet was me meer dan
er veel voor om zich daarop in te
stellen, dat wil zeggen dat ze hun
heil willen zoeken in een zogenaam
de periferische verdediging, die on
der andere ook Scandinavië zou om
vatten.
ANDERTUSSEN ligt Denemarken
1/ nog open en blopt voor agressie,
hoewel het de Achillespees van de
Nato wordt genoemd. Jutland is on
beschermd. Onlangs heeft de regering
de Shape-stad bezworen een handje
vol soldaten in en bij het gat tn
Noord-West-Duitsland te leggen,
maar geen enkel lid van de Nato
kon er een regiment, een brigade,
laat staan een divisie voor vrijma
ken. In Kopenhagen heeft dit bewijs
van onmacht een onbehaaglijk ge
voel doen opkomen. De vooruitstre
vende minister van buitenlandse
zaken, Ole Björn Kraft, is niet blind
voor de situatie, maar hij kan ook
geen ijzer met handen breken. Welis
waar worden het Deense leger, de
burgerwacht, de kustverdediging en
de luchtmacht in snel tempo ver
sterkt zelfs boven 's lands finan
ciële draagkracht maar de resul
taten zijn, in groot verband gezien,
niet noemenswaard. Het antwoord
op de vraag, wat militaire experts
voor de verdediging van Denemar
ken nodig achten, is niet erg bemoe
digend.
ALS DE DENEN in Oostelijke rich
ting kijken, voelen ze de grond
onder de voeten wegzinken, tenmin
ste als ze zich realiseren, wat daar
gebeurt. De Russische militaire po
sities in het Oostzeegebied vormen
een rechtstreekse bedreiging van
Zuid-Scandinavië. Deze zijn zo dicht
mogeli.jk naar de Sont geschoven.
Stettin, aan de monding van de
Oder, wordt in een grote oorlogS'
basis herschapen. Met het eiland
Rügen is ze een der sterkste bases
in de Oostzee. De stad, die in 1945
in Poolse handen kwam, is nu prac-
tisch een Russische stad, formeel met
een internationale bestuursraad, die
bestaat uit Russen, Polen en Duit
sers.
Het net van vloot- en luchtbases,
dat de Russen langs de zuidelijke en
oostelijke kust en op verschillende
eilanden van de Oostzee hebben ge
legd, kan niet slechts bedoeld zijn
om een schappelijk tegenwicht tegen
de vrij sterke en parate defensie
van Zweden te vormen. Het bouw-
program streeft alle bescheiden doel
einden ver voorbij. Volgens Zweedse
schattingen zou Rusland in het Oost
zeegebied over circa 325 duikboten
(waaronder 75 grote, die geschikt
zijn voor Oceaandienst), enkele slag
schepen van 35000 ton, 15 kruisers
(de helft zou nog op de helling
staan) en twee of drie vliegdeksche
pen beschikken. Het vlootbouwpro-
gram, dat ook voorziet in het nodige
aanvullende kleine grut, wordt ge
completeerd met een snelle uitbrei
ding van de maritieme luchtmacht.
Langs de Oostzee zouden thans 1500
tot 2000 vliegtuigen zijn gestation-
neerd, die van hypermodern uitge-
opereren. Het is duide-
dat de Russen hier een twee-
DIT IS de geschiedenis van Mary Read, die
een tweehonderd en vijftig jaar geleden het
café „De Drie Hoefijzers'' in Breda verliet
om een van de grootste vrouwelijke piraten
van die tijd te worden. Hoewel zij later door
haar huwelijk Nederlandse werd is zij als
Engelse geboren. Mary was een jaar of drie,
toen haar vader overleed en haar moeder
bijna onverzorgd achterbleef. Het geld was
spoedig op en men wist niet beter te doen
dan naar Plymouth terug te keren, waar de
vader van Mary's moeder woonde. Moeder
Read had een vaag gevoel dat de oude man
liever een kleinzoon dan een kleindochter
zou zien en verkleedde Mary als jongen. De
oude heer Read toonde zich uitgelaten en
betaalde voor zijn „kleinzoon" een rijks
daalder per week.
Mary vond werk als loopjongen, toen zij der
tien jaar was, maar vertoefde een groot deel van
de dag in zeemanskroegen, waar zij door de
avontuurlijke verhalen hoe langer hoe meer
lust kreeg om ook te gaan varen. In 1706 nam zij
dienst bij de Britse marine.
Het bestaan aan boord was hard en eentonig
Mary was er van overtuigd dat het leven betere
dingen voor haar in petto hield, deserteerde in
de haven van Antwerpen en meldde zich aan bij
een van de infanterie-regimenten van Marlbo-
rough. De Engelsen vochten toen als bondgeno
ten van de Nederlanders tegen de Spanjaarden
(de Spaanse Successie-oorlog). Maar ook in het
voetleger zag Mary weinig toekomst, zij ging het
eens bij het paardenvolk proberen. Een knappe
officier, Fleming genaamd, gaf haar les in paard
rijden en in het hanteren van wapens, maar toch
werd Mary getroffen: door een pijl van Amor!
Zij werd zo verliefd op de Nederlandse militair
dat zij er niet voor terugdeinsde hem haar ge
heim te vertellen. Fleming was verrast, aange
naam verrast zelfs, want ook hij had gemerkt
dat hij een bijzondere voorkeur Voor die ene
leerling had. Het einde van de zomerveldtocht
kwam als een verademing voor Fleming, want
hij zat voortdurend in angst dat zijn geliefde
iets zou overkomen. In het gevecht reed hij al
tijd naast haar om haar te beschermen. Toen het
regiment zijn winterkwartier opsloeg, vroeg hij
haar ten huwelijk. Een maand later trouwden zij
Mary droeg voor het eerst vrouwenkleren.
Het gehele leger in Vlaanderen praatte over
dat huwelijk en verscheidene officieren waren
er bij tegenwoordig. Men ging met een geldzak
rond en zelfs Marlborough droeg iets bij. Het
verzamelde bedrag was zo groot, dat het bruids
paar zich uit de militaire dienst kon vrijkopen en
een bod doen op „De Drie Hoefijzers", een café
in Breda. Jarenlang deden zij er goede zaken.
Fleming overleed enkele maanden voor de Vrede
van Rijswijk, die een einde aan de oorlog en aan
Marys goede zaken maakte. De herberg bezorgde
haar schulden en Mary moest eruit! Opnieuw in
mannenkleren gestoken, liep zij zonder een cent
op zak door Breda. In Vlissingen monsterde zij
tenslotte op een Nederlands schip, dat naar Ja-
maica zou gaan. Het leven behandelde haar weer
hardhandig, vooral toon het schip enkele maan
den later door zeerovers werd overvallen De
Nederlandse bemanning werd uitgeplunderd
achtergelaten, maar Mary moest mee op het En
gelse piratenschip.... omdat zij van origine een
Engelse was.Zo kwam zij in dienst bij John
Rackham. een van de vermaardste zeerovers van
f Als zü" adjudant maakte zij van 1717
vu u u honderdtal overvallen ter zee mee
7 ,?haald®n zo'n riJke buit, dat zij van tijd
tot tijd aan land moesten gaan om de schatten te
verbergen of te verkopen.
Tijdens een van die landingen kwam
Rackham in kennis met Anne Bonny, die er op
zijn aandringen in toestemde met hem zee te
kiezen. Nu waren er dus al twee vrouwen aan
boord! Rackham had in Mary echter nooit anders
gezien dan een knappe luitenant en hij was dan
ook stom verbaasd, toen Anne hem een gegeven
ogenblik de waarheiti over Mary vertelde. Anne
was namelijk al spoedig op vertrouwelijke voet
met Mary gekomen en Mary had het maar beter
gevonden haar geheim prijs te geven. Beide
vrouwen werden grote vriendinnen, vochten zij
aan zij, beschermden elkaar in elk gevecht en
haalden en passant een flinke buit binnen. Bij
die buit behoorde ook de stoker van een geplun
derd vrachtschip, die gekozen had Rackham te
volgen. Mary werd opslag verliefd, toen zij hem
zag, maar bleef haar emotie aanvankelijk de
baas. Toen, terwijl zij samen op wacht stonden,
biechtte zij hem haar geheim op. Hij wilde on-
middelijk met haar trouwen, ook al was er geen
dominee aan boord om het huwelijk in te zege
nen.
Iedereen stond verbaasd over Mary's toewij
ding. In Santiago kreeg haar man ruzie met een
andere piraat, die hem uitdaagde tot een duel op
leven of dood. Op de afgesproken tijd sloot Ma
ry haar man in de kelder op en nam zelf het
zwaard ter hand. Zij maakte korte metten met
haar tegenstander en liet hem levenloos achter.
Kort daarop werd Rackham aangevallen door
een sloep van de regering, die speciaal de op
dracht had meegekregen om hem te overmeeste
ren. Hij lag in een windstille baai van Jamaica
en verstijfde van schrik toen hij de regerings
boot zag naderen. Mary en Anne deden hun ui
terste best hem tot een gevecht te bewegen,
maar bewegingloos bleef hij zitten, gaf zich
over zonder slag of stoot. Hij werd opgehangen*
in November 1720.
Het proces tegen Mary duurde slechts kort.
Zij bezwoer de rechter te geloven dat zij steeds
een moreel hoogstaande vrouw was gebleven
ook al had zij zeeroverij bedreven en in mam
nenkleren rondgelopen. Omdat Juist de kwestie
van de moraal zo belangrijk was en er geen be
wijzen waren dat zij loog, verwierp men de te
gen haar uitgesproken doodstraf. Bij een nieuw
proces zou zij ongetwijfeld zijn vrijgesproken,
maar zij stierf in de gevangenis, zeven en twin-
ag jaar oud-
ruste bases
lijk,
ledig doel nastreven. Ze willen in
de Oostzee elke verrassing van vijan
delijke zijde uitsluiten, en tevens
willen ze zich in deze sector paraat
maken voor offensieve operaties bui
ten de Oostzee, om met het Duit
se voorbeeld voor ogen de ver
enigde Westerse zeestrijdkrachten op
te zoeken. Zoals de verhoudingen
nu liggen, is er volgens marine-des
kundigen nog geen redelijke kans
toe. De Soviet-Russische werven heb
ben nauwelijks de capaciteit van de
Duitse in de oorlogsjaren. De Rus
sische vloot beschikt niet over veel
vooruitgeschoven steunpunten. Een
nadeel is ook, dat de Oostzee een
nauwe hals heeft, waarop door de
tegenstanders gemakkelijk een ste
vige kurk kan worden gezet. Mocht
het onverhoopt tot een hete oorlog
komen, dan zullen de Russen de in
gang van de Oostzee niet lang onge
moeid kunnen laten. Daar achter
liggen slrategisch-aantrekkeliike ob
jecten. Het is bekend, dat de Rus
sische strategen verleidelijke blikken
werpen op het Noorse basisgebied,
met z'n fjorden en bergmassieven,
die zich uitstekend lenen voor de in
richting van vlootstations en het op
stellen van raketwapens. Bovendien
leggen ze een opmerkelijke belang
stelling aan de dag voor de Scan
dinavische scheepswerven. Uit de
spionnagerapporten kan men dat op
maken. Sedert het eind van de oor
log wordt in geheel Scandinavië,
voor rekening van een vreemde mo
gendheid, zwaar gespionneerd, met
name in Zweden.
IN WESTERSE militaire kringen is
I men ervan overtuigd, dat de ver
dediging van Scandinavië aanzienlijk
zou worden vergemakkelijkt, als
Zweden zijn dogmatische neutrali
teit prijsgaf. Er wordt zelfs be
weerd, da! zonder Zweden geen ef
fectieve verdediging van Scandinavië
mogelijk is. Bovendien zouden de
Natolcden, als Zweden in hun mid
den kwam, niet zo'n haast hoeven
te maken, want de Zweedse defensie
kan reeds zware beproevingen door
staan. Maar Zweden is neutraal en
daarop moet men het voorlopig hou
den, ook al rekent Moskou dat land
Jot rijn potentiële tegenstanders.
Zor.dcr veel opschudding en ophef
houdt /.weden ziin eigen leger- en
viootmaiineuvres. waaruit het dezelf
de lering trekt als de Nato-strijd-
krachten, die ook regelmatig in de
Scandinavische wateren en luchten
oorlogje spelen.
ANDANKS de trage gang van zaken
v met de defensie, treedt de Deense
regering op als een volwassen lid
van het A.-pact. Ze is positiever dan
de Noorse regering, die zich gebon
den acht aan enkele plechtige ver
zekeringen aan Moskou, dat ze in
vredestijd geen militaire bases over
draagt aan buitenlandse strijdkrach
ten. Deze belofte werd in drie spe
ciale diplomatieke nota's gedaan.
Denemarken staat vrijer tegenover
Moskou. Het heeft geen bindende af
spraken met de Sovjet-Russische re-
.eem.af|kt behalve dan met
oetrekkinp tot het eiland Bornholm.
Omdat Denemarkens militaire positie
ls' }s ®raan, gedacht om
Amerikaans luchtmachtpersoneel en
-materiaal op enkele Deense vlieg
velden toe te laten. Er is geruime
tijd over onderhandeld, maar het is
er nog niet van gekomen, hoewel de
regering liever een minnelijke schik
king zou willen, bijvoorbeeld het sta
tionneren van buitenlandse eenheden
tn Noord-Duitsland. vlak bü de
Deense grens. De Russen zouden
daar niets van kunnen zeggen en de
regering zou dan niet hoeven „zwich
ten voor Amerikaanse „eisen".