Op een kale klip in Straat Davis Castella-Vaatwas o-EÖS Ontsnapte gevangene werd na intensieve jacht gepakt Badplaatsen hadden in 1952 internationaal cachet De man uit Australië Een gelukkig laatste huis drietal in het in de wereld blinkender vaat en zachtere handen! Tikerak krijgt tros in de schroef Radio-telescoop niet in Dwingeloo Onder Groenlanders en Eskimo's (18) Roode Kruis-postzegels Iedere vijf jaar een serie met toeslag Plan tot oprichting van 144 Rampendepots Nederland biedt hulp aan Griekenland r Pim, Pain. Pom en de wonderlamp Politie anderhalve dag in touw Engeland en de VS weer aan de top Ons dagelijks feuilleton Luister eens naar: Radioprogramma QE zult nu menen, dat na het eindeloze wachten van de Tikerak, na het ondergaan van die blizzard, en na de vele en velerlei andere tegen slagen die wij met dit schip ondervonden hadden, een einde aan onze rampspoed gekomen was. Ge vergist u. Dat einde was namelijk nog niet in zicht. Er stond ons nog het een en ander te ivachten. Werkelijk, de ouverture van deze Groenlandreis gaat niet bepaald over rozen. Want toen er dan eindelijk weer een redelijk radiografisch contact mogelijk was, en toen het weer opklaarde, toen bleek dat er zich bij Frederiks- hab, de eerste haven die wij zouden aandoen, zoveel ijs van het Zuiden had opgehoopt, dat het volstrekt doelloos was daarheen te varen. Dat betekende een nieuwe tegenslag, en wederom leerden wij die dag dat men natuurlijk in en bij Groenland net zoveel plannen kan maken als men wil, dat men de mooiste tijdschema's kan opstellen, die er denk baar zijn, dat men kan „timen'' en „plannen", maar dat er hier altijd nog een paar dingen zijn, die als Grote Onbekenden gelden. Dat zijn dan: het ijs en het schip. Van hen hangt alles af en van hen is men hier volledig afhankelijk. Y7/E waren echter nog te kort in t" Groenland om ons willoos aan dit fatalisme over te geven. Wij dachten de zaken te kunnen dwingen. We dach ten zelf te kunnen beschikken. Och arme! Wat waren wij nog naief, wat wisten wij van Groenland.... Terug dus, en dat bericht lag ons aanzienlijk zwaar op de maag, die verzekering kan ik u geven. Niet Zuidwaarts verder, maar een stuk terug. Het zelfde stuk, dat we mijl na mijl waren opgetornd tegen die blizzard. Terug.... naar Fae- ringerhavn, een kleine, onbekende out- post tussen Godthab en Frederiksh&b. De stemming in ons kwartier was niet bepaald opgewekt, die morgen. Wel, de stemming van kapitein Moller ook niet, naar ik meen. Faeringerhavn. Stel u voor: een klei ne baai, gevormd in de granieten kust van West Groenland. Een natuurlijke baai, op de klippen waarvan een paar oliemaatschappijen van wereldnaam een bunkerstation gevestigd hebben. Op die rotsen staan enkele hei-blinken de tanks, gevuld met voedsel voor de schepen, die dit voedsel nodig hebben. Faeringerhavn is een vrijhaven, die praktisch uitsluitend wordt bezocht door Deense, Noorse en Far'Oer-traw- lers om olie te laden en zoet water in te nemen. Er staat een huis, een kan toor. Dat is de post. IVIen zou zweren, komend in die baai vanuit zee, dat dit het laatste huis en het laatste kan toor in de wereld zijn. De zee was blauw, met prachtige witte kuifjes op die blauwe golven. Hier en daar schoof een ijsberg voor bij. Ver aan de kim, die als een band halve stalen cirkel om de oneindigheid geslagen was, waren nog meer ijsber gen. Hoor de kijker kon je ze tegen de kim zien staan: donkere driehoeken, vreemdsoortige wezens, torens. Na de storm van de vorige dag, was deze zee wonderlijk schoon en alleen de klippen en rotsen van de kust ver somberden het beeld. De zee sloeg er spattend tegen uit, en boven de sker- ries, heel of half door de zee bedolven eilandjes, schuimde het als de hel. We voeren de baai in, om te wachten op het bericht dat het ijs de toegang tot het Zuiden niet meer zou beletten. Dat kon lang duren en het kon kort duren. Wind en stroom zouden het bepalen. We legden langs de kleine steiger aan. Verderop lagen een paar Noorse en Far 'Oer-trawlers. Oude, opgevaren, schepen. Met al het zout van Straat Davis aan hun flanken en rond de pijp. De zwoegers, de zwalkers, de dag loners der zee. We vingen een glimp van het volk op, dat langs de reiing hing om de Tikerak op te nemen. Grauwe overalls, grauwe gezichten, grauwe schepen. Ik zei u dat er een huis op die rotsen stond. Van der Zee en ïlc zijn van de Tikerak gestapt en naar dat huis gegaan. Het was het huis van de beheerder van dat olie-station. Een aardige kerel, deze Deen. En een aardige vrouw. Ze kwam ons, tegelijk met haar man, tegemoet lopen. Het was alsof de wind, die hard over de rotsen veegde, ze naar ons toe dreef. Leuke vrouw.... jong en sportief. Met een door de wind en de regen en de sneeuw gehard gezicht. Geen rouge, geen lipstick, geen kam. Alleen een chaos blond haar, dat los achter haar aanzwierde. Ze namen ons mee en we dronken thee. We spraken met elkaar. Zij over de watersnood in Holland, waarvan ze gehoord en gelezen had den, wij over dit leven op een verloren stuk van de werld. Ze lachten en begrepen het niet goed. Verloren stuk van de wereld.... wel, ze zaten hier „maar" negen maan den per jaar. Alleen December, Januari en Februari werd het station gesloten. Dan viel er niet te varen. Te veel storm, blizzard en ijs. Voor de rest hadden ze alles hier. Een radiotoestel, de trawlers, die kwamen bunkeren, hun huisje en.... wel.... ze hadden zelfs een tuin. We moesten de tuin zien. Hij was niet groot, slechts een halve meter bij een kwart meter, zomaar een beetje gruis met aarde er doorheen, tussen de klippen. Daar in die aarde was iets bezig te groeien. Mos. En een enkel geel bloempje. Verderop waren ze be zig iets anders te maken. Nog een tuintje Groter. Maar ik zag alleen grauwe aarde en grint en zwarte keien. Er moest radijs in groeien, zeiden ze. Ik hoop er het beste van, maar nu ijet Juni is en de temperatuur om het vriespunt vandaag, moet ik die radijs eerst nog eens een keer zien. We liepen terug.. Boven op de klip stond dat rode houten huis De wind stormde er over heende harde, schra le, wilde wind van de Ijskap, die niet zo ver van nier is. De wind die alles uitdroogt en kapotslaat. Die de stenen verweert, de sneeuw voor zich uitdrijft en de mensen beproeft. De mensen.... die er ni»t ziin. Op rW» man en vrouw na, samen met een paar Denen, die hen helpen. Daar meende ik de bitter ste eenzaamheid te ontmoeten. Daar meende ik iets te vinden dat een schrij ver, een journalist stof geeft voor een verhaal, een novelle, een roman. In ieder geval stof voor een reportage. Omdat hij nu zijn lezers zal gaan ver tellen van de allerverschrikkelijkste eenzaamheid dier verloren enclave in die stenen wildernis van Groenland's Westkust. Ik meende dit alles al be grepen te hebben, maar één ding was vreemd. Er was iets om die jonge aar dige blonde vrouw, dat toch niet hele maal klopte met de dingen die ik daar meende te moeten zien. Dat was de moedige manier waarop ze daar rond ging met de thee. Dat was de kordate wijze waarop ze ons antwoordde. Dat was haar persoonlijkheid. Er was iets om en bij en in deze vrouw, dat niet paste in dit oord van afgrijselijke een zaamheid. De eenzaamheid van negen maanden lang op een stuk graniet, zich verheffend uit Straat Davis. We zwegen. De thee geurde door het huis. In de baai lag de Tikerak. Een paar zeevogels zwalkten van klip tot klip. De wind gierde over dat rode huisje, armzalig klein in deze mateloze woestenij. Op de tafel stonden, in een smal, kinderlijk vaasje, vier, vijf bloempjes, armelijke, steriele dingen, half verdord en verdroogd. Dit was eenzaamheid, zei ik tot me zelf. Negen maanden lang hier te zijn, ieder jaar opnieuw. Negen maanden, een man en een vrouw, alleen met de rotsen, de wind en de zee. En af en toe een grauwe Far 'Oer-trawler, die olie en water komt bunkeren. Een man en een vrouw.... iedere dag, iedere minuut, iedere seconde samen. In dit oord, hopeloos ver van de wereld, verbannen op een duivelseiland van louter onvruchtbaarheid en verlaten heid. TOEN hoorde ik, voor het eerst, dat geluid. Van verre klinkt het, be deesd boven de harde, donkere gelui den, die buiten waren. Een zwak, teer, nauwelijks waarneembaar gerucht. De ogen van de moeder werden nog lichter en ze stond op. Ze ging weg en kwam terug. Op haar arm droeg ze, trots en stralend, het kind. Een lief kindje, van negen maanden. Heel erg wit, onnatuurlijk wit, was deze jonge Skandinaviër. Met spierwit haar. En in al dat wit twee hei-blauwe oogjes, die de twee mannen in de ka mer vragend aanzagen. Ilc zag hoe die moeder met dat kind ging zitten en hoe de vader er naar keek. Het werd in een box gezet en het speelde met een bal. We keken er met ons vieren naar en lieten de wind buiten over de klippen daveren. We vergaten de Tikerak en Straat Davis, het ijs en de verloren dag. Het kind was bij ons. Het kind van twee gelukkige mensen, die niet een zaam waren, omdat ze alleen maar met z'n drieën gelukkig waren. Wij spraken niet meer over trawlers, over olie, over water, over de blizzard, over de trek van de kabeljauw. We spraken over andere en misschien be tere dingen: over onze kinderen. Van der Zee sprak over z ij n dochtertje, ik over het mijne. Maar zij, die twee mensen in dat laatste huis van de wereld waren het gelukkigst. Want zij hadden hun kind op dat ogenblik bij zich. Er was daar, geen moment, een scha duw van tragiek in die eenzaamheid. Er was een vader, er was een moeder, ex was een''lief kind. Zou er dan tóch op deze vreemde wereld niets beters zijn dan dat? In deze stemming van tevredenheid en geluk verkeerden wij, toen wij nog gelukkiger werden: we werden opge haald, omdat er direct vertrokken werd. Het ijs bij Frederikshftb was op drift en er bleek een kans binnen te komen. Een kwartier later ging de Tikerak ankerop. Op de klip zwaaiden de man en de vrouw ons vaarwel. We hebben •teruggeschreeuwdtot ziens! Dat was dwaas, omdat ze dat in de eerste plaats niet konden verstaan, en omdat we deze mensen natuurlijk nooit meer terugzien. Maar we riepen het nu eenmaal en of ze het gehoord hebben of niet, het was in ieder geval goed bedoeld. We zwaaiden voorbij een gore, mis handelde, afgejakkerde Noorse trawler en wilden zo de baai uitstomen. Ja zeker.... dat wilden we. Maar herinner u de oude Groenlan- der, die ons, op de Tikerak wijzend in Godthèb, zei: „No good....!" Hij was een profeet. Want in het voorbijgaan pikte de Tikerak een sta len tros van die Noor mee en die tro3 kwam volgens alle regelen der kunst in de schroef van ons schip terecht. Drie uur lang hebben acht man ge probeerd de trots uit de schroef te krijgen. Daarna werd de marconist op gedragen Godthab op te roepen, om met spoed een duiker te zenden. Ik heb zojuist aan de kapitein ge vraagd hoe lang het zal duren. Hij heeft me aangekeken met zijn vermoei de ogen, op een nogal melancholieke, moedeloze manier. En hij antwoordde: een dag of een week.... Geloof mij, dat we ons in deze baai op dit ogenblik knap eenzaam voelen. Heel wat eenzamer dan die man, die vrouw en dat kind, daar boven op die godverlaten klip in Straat Davis. Per pak 25 cent Dubbel pak 45 cent (Advertentie Ing. Med.) De raad van de gemeente Dwinge loo heeft zich met grote meerderheid uitgesproken tegen plannen die han gende zouden zijn om in het gebied van deze gemeente een zogenaamde rado-spiegcl te plaatsen, voor het registreren van de radiostraling, die door hemellichamen wordt uitgezon den. De gevoeligheid van dit apparaat is zo groot, dat tot in grote omtrek mo toren (ook van bromfietsen) geweerd zullen moeten worden. Motoren van landbouwtrekkers, die ip dat gebied worden gebruikt, zullen moeten wor den afgeschermd. Ook electrische weide-afrasteringen (schrikdraad) wor- den geweerd. Dwingeloo heeft de stemming gekregen van landbouw- en recreatiegebied en de plaatsing van de radio-telescoop zou de gemeente dus ernstig schaden, hetgeen in een motie is overgelegd. Gistermiddag heeft de directeur- generaal der PTT in het Neder landse postmuseum te Den Haag de postzegeltentoonstelling ge opend, welke daar gehouden wordt ter gelegenheid van de uitgifte der Roode Kruis-postzegels 1953. Voor taan zal iedere vijf jaar een serie Roode Kruis-postzegels met toe slag worden uitgegeven. De thans gereed gekomen serie, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het Roode Kruis, werd door de directeur-generaal zeer geslaagd ge noemd. Het is een serie beeltenissen geworden, welke een algemene indruk geeft van het Roode Kruis-werk. Die per ingaande op het Roode Kruis-werk, deelde de directeur-generaal mede, dat het plan bestaat om 144 rampendepots op te richten, waarmee een bedrag van f 145.000.— per post gemoeid zal zijn. De tentoonstelling in het postmuseum bevat de collectie van mevrouw M. J. baronesse van Heerdt-Kolff. Deze phi- lateliste vertelde, dat in 1897 de eerste weldadigheidszegels doar de poste rijen werden uitgegeven. De eerste Ne derlandse weldadigheidszegel dateert van 1906. De expositie in het post museum geeft de geschiedenis der wel dadigheidszegels voortreffelijk weer. KLM-vliegtuigen hebben Donderdag, Vrijdag en Zaterdag enkele honderden kilogrammen kinine en zeep, die door Nederland ter beschikking van de slacht offers der Griekse aardbevingsram'p' wa ren gesteld, naar de plaats van bestem ming vervoerd. Deze week zullen nog twee ton koffie en 650 kg zeep naar Griekenland gaan. 102. Moeder Woeffie had kortaf ge weigerd om met haar mislukte taart naar de tentoonstelling te gaan. „Heus, ik vind het niet zo erg", zei ze dapper. „Tenslotte wil een ander ook wel eens graag de eerste prijs winnen. Alleen vind ik het erg als ik aan mevrouw Babbelgraag denk. Wat zal ze lachen, a's ze hoort, dat mijn taart mislukt is". Moeder schudde bedroefd het hoofd. „Kom we praten er niet meer over. Ik zal de was uit het sop halen. Dat moet ook gebeuren". Maar Pim, Pam en Pom waren niet van plan het er bij te laten. Terwijl Moeder in de tuin bezig was, sleepten ze de vorm loze krentenbol uit de keuken. „We nemen deze taart mee naar het bos riep Pim, die gauw de wonderlamp gegrepen had. „En dan laten we Ali er een nieuwe taart voor in de plaats toveren. En dat moet de mooiste taart worden, die er ooit in Dierendorp gebakken is. De drie broertjes hadden de krentenbol tot buiten het tuinhek gesleept, maar begrepen al gauw, dat ze met dat logge gevaarte niet ver zouden komen. Maar Ali, die weer uit de lamp te voorschijn getoverd was, wist goede raad. „Ik tover deze taart weg en dan toveren we straks een nieu .ve. In het bos waar niemand het zien kan". Dat vonden Pim, Pam en Pom een prachtig idee en zo snel hun benen hen konden dragen, renden ze naar het geheime plekje in het bos. Na een Intensieve jacht van ander halve dag op de Vrijdag jl. uit de Rijkswerkinrichting te Norg ontsnapte 35-jarige recidivist Simoii Baggerman, hebben inspecteur J. Schipper en bri gadier Jac. de Boer van de hoofdstede lijke recherche gistermiddag de vluch teling in de binnenstad van Amster dam op straat weten aan te houden. De man had Zaterdagmorgen een wa terglas aan scherven geslagen op het hoofd van zijn 22-jarige vrouw, met wie hij de nacht in een klein hotel had doorgebracht. Het tweetal had over een financiële aangelegenheid on enigheid gekregen. Nadat hij zijn woede had gekoeld, bracht Baggerman zijn echtgenote per taxi naar het Binnengasthuis, waar zij werd behandeld. Intussen verdween de man spoorloos. De vrouw wendde zich diezelfde middag tot de recherche om bescherming te zoeken. Op dat moment begon de jacht op de vluchteling. Een opsporingsbericht werd door de radio omgeroepen en op diverse adressen werd een inval ge daan. Zondagmorgen ratelde op het bureau Warmoesstraat de telefoon en 'iemand, die anoniem wenste te blijven, gaf een adres op, waar Baggerman aanwezig zou zijn. Het adres was de recherche wel bekend. Voor alle zekerheid rukten In het jaar 1952 hebben in totaal 1,6 miilioen buitenlanders in Nederlandse hotels gelogeerd. Splitst men dit aan tal naar het land van herkomst der gasten, dan blijkt dat zowel Engela.id en Schotland als de Ver. Staten, vijf tien procent van het totaal leverden. Hierna volgden België en Luxemburg samen met 13 Duitsland met 11 en Frankrijk met 8 Ruim 1.1 mii lioen overnachtingen werden in de vier grote steden geteld. Het aantal aangekomen buitenlandse gasten en het aantal overnachtingen in hotels in de periode JuniSeptember 1952 vertonen, vergeleken met de cij fers van het zomerseizoen 1951, een aanzienlijke toeneming en wel met resp. 34 en 27,5 In het bijzonder namen de aantallen gasten uit Duits land en uit de Ver. Staten toe. In de badplaatsen langs de Noordzeekust steeg het aantr.l overnachtingen van gasten uit beide genoemde landen respectievelijk van 10.700 tot 28.700 en van 10.600 tot 15.400! Bijna 39 van de 436.000 overnachtingen in hotels in de Noordzeebadplaatsen kwam voor rekening van buitenlanders. De cijfers van Zuid-Limburg en de Veluwe vertonen een geheel ander beeld. Van de 624.000 overnachtingen in hotels waren er in het zomersei zoen nog geen 8 van buitenlanders. In de jeugdherbergen overnachtten van April tot September 360.000 jonge mensen. Bijna 80.000 hiervan waren buitenlanders. 14. Alle leden van de personeelsvereni ging trokken op hun beurt aan het touw Ze zwoegden en zweetten. Helaas zol der succes. Er kwamen meer fotogra fen. Niet alleen uit Pottsville, maar van ver daarbuiten. De plaatselijke politie werd opgecommandeerd om de orde te handhaven en in de fabriek voerden militaire autoriteiten besprekingen over de te volgen reddingsmethode. De zon kleurde de lucht boven Potts ville al rood, toen Peters voeten einde lijk uit zijn nog vast verankerde schoe nen schoten Hij beantwoordde het ge juich van de menigte redders en toe schouwers depr in zijn handen te klap pen en deze daarna boven zijn hoofd te steken, zodat hij als een triomfe rende gladiator de oppervlakte bereik te. Daar werden opnieuw foto's gemaakt Nu van Peter, samen met Sacheverel Bautzer, de vice-president van de bank en met burgemeester Kendrick, die nooit een gelegenheid voorbij liet gaan om in het middelpunt van de belang stelling te staan. Het waren deze foto's, die tante Ce- cilia onder de ogen kreeg. Ze had een paar dagen nodig om de schok te boven te komen. Direct na de reddingsactie beschul digde Claudia Dick er van, Peter in de kleigroeve te hebben gegooid. „Integendeel, ik heb nog getracht hem op te vangen!" schreeuwde Dick buiten zichzelf van woede. „Alle kin deren hebben het gezien. Ze zagen dat ik naar hem greep...." „En dat je hem achterover duwde. Dat hebben ze me zelf verteld. Hoe dacht je, dat ik dat anders wist? Je bent een jalourse bruut, Dick. En ge loof me, je slechte humeur zal je nog eens in grote moeilijkheden brengen. Arme Peter. Moet je hem zien. Je had hem wel kunnen vermoorden." „Dat had ik moeten doen", schreeuw de Dick uit pure wanhoop de straat op rennende. Claudia bazuinde direct rond, dat zij hem nooit wilde terug zien. Elwood en Letty hadden medelijden met de jongen maar zij achtten het onder de gegeven omstandigheden beter niet tussenbei de te komen. De hoop, dat deze gang van zaken in hun harten had gebracht, wat betreft de verhouding tussen hun dochter en Peter, konden zij op zijn best maar heel matig noemen. Dick en Claudia hadden altijd ruzie met elkaar gemaakt en ze zouden dat blijven doen net zoals ze van elkaar zouden blijven houden tot in de aller-allerverste toe komst. Elwood en Letty realiseerden zich dat maar al te goed. Wat Peter betreft, konden ze veel moeilijker een voorspelling doen. Zijn toekomst.... die lag in de handen van tante Cecilia. En dat maakte de situa tie niet eenvoudiger. HOOFDSTUK V. Er ging een week van koele zwijg zaamheid voorbij, vooidat de twee ge liefden zich verwaardigden het simpe le feit te erkennen, dat zij op dezelf de planeet rondwandelden en nog wel binnen de enge grenzen van Pottsville. Voor Peter viel deze week ook niet mee. Hij was lichtgeraakt en onder ging, geplaagd door allerlei heel na tuurlijke aanvechtingen, het genoegen, dat Claudia hem vele kleine attenties bewees. Hij deed zijn uiterste best onder de druk van zijn twijfelende ge weten om haar op een armlengte afstand van zich te houden. Claudia was erg mooi, fluisterde hij zichzelf in. Maar ook erg zwak.... Als een man, die zijn eer hoog wil houden, voelde hij zich verplicht haar te beschermen tegen haar eigen zwak heid en dwaasheid. Daarom besteedde hij zo weinig aandacht aan haar, als maar enigzins mogelijk was, zonder onbeleefd te worden. Bij dit nobele streven werd hij geholpen door de golf van populariteit die het ongeluk in de kleihoeve plotseling over hem had uitgestort. Hij ontmoette alle voor aanstaande burgers uit de omtrek, on der wie enkele van de lastigste schuld eisers van Elwood. Had hij niet om zo te zeggen de naam Pottsville op de landkaart gebracht? Had hij het stadje niet een publiciteit bezorgd, groter dan het ooit had gehad? Het werd een publiek geheim, dat Peter de erfgenaam van de Ponsonby- millioenen was. Alle Pottsvillers gaven hem onbeperkt crediet, als dank voor de originele manier, waarop hij hun knusse gemeenschap zo plotseling in het hele land bekendheid had verschaft. Er zijn nu eenmaal vaak de meest ab normale dingen voor nodig, om de mensen de meest normale dingen te laten doen. Plotseling kwamen er tou- risten naar Pottsville en het postkan toor had het drukker dan ooit. Uitbun dig verwelkomde het rustige stadje dit vleugje welvaart. Het gaf nieuwe hoop en versterkte het vertrouwen van velen in de gulheid der Voorzienigheid. En dat allemaal omdat Peter in de kleigroeve was gevallen. „Stel je voor" verkondigde Bautzer, de bankier. „Omdat meneer Ponsonby die allang afgedankte kuil wist te ge bruiken Waarom dacht niemand van ons daar ooit aan? liet was een geniale zet van hem Het is onnodig te zeggen, dat Elwood de oorzaak van dit alles op gepaste wijze zijn dankbaarheid betoonde. Hij maakte er regel van Peter te vergezel len naar alle privé-bezoek, dinertjes en recepties. Claudia echter scheen de gelukkige ommekeer maar matig te kunnen waar deren. Maar dat kon men haar eigenlijk ook niet kwalijk nemen, want Peters on geluk juist was de aanleiding geweest tot de ruzie tussen haar en Dick. Ze was een echte vrouw en ze was onbereken baar als alle vrouwen. Zodoende kon ze, ook toen ze hoorde dat een slang de oorzaak van Peters tuimeling was ge weest, er niet toe komen haar vriend te vergeven. Die slang maakte haar nog bozer. Ze zouden waarschijnlijk hun weder zijdse zwijgzaamheid nooit verbroken hebben, als de versnellingsbak niet weer kuren was gaan vertonen. Maar dat ge beurde en zo kreeg Claudia een juweel van een kans om bij Dick aan te klop pen en zijn kwaliteiten als monteur aan een bijzonder critische beschouwing te onderwerpen. Hij vond haar, terwijl ze in zijn kleine kantoortje zat te wachten. Natuurlijk was ze blij hem weer te zien, maar dat zou ze nooit hebben toe gegeven. Dick had nauwelijks een voet over de drempel gezet, of ze gooide hem voor de voeten: „Zo, jij noemt je dus een mon teur. Je moest je schamen, je gezicht no8,aan mij te durven vertonen". Dick was met stomheid geslagen, toen hij deze verre van hartelijke be groeting hoorde fronste hij zijn wenk brauwen en zei: „Wat is er. Claudia? wat heb ik nu weer gedaan?" diverse rechercheurs uit en werd ge lijktijdig huiszoeking gedaan, niet al leen op het opgegeven adres, doch ook in percelen, die de recherche meestal in één adem daarmee noemt. Succes bleef echter uit. Als de vluchteling al op één der adressen was geweest, dan was hij tijdig ver trokken. De ganse Zondag werd de jacht voortgezet en wel speciaal in buurten, die men tot die van de Amsterdamse onderwereld mag rekenen. Al spoedig bleek, dat men de man dicht op de hielen zat, doch even nog geraakte de politie op een zijspoor. Er leek een aanwijzing te zijn, dat hij naar Utrecht was gevlucht. Een onderzoek op een bepaald adres aldaar leverde echter niets op. Zelfs verrichtte op speciaal verzoek de plaatselijke politie te Groningen een huiszoeking, die evenmin succes had. En Zondagnacht was Baggerman nog in vrijheid. Gisterochtend echter wist de re cherche het net zo nauw om hem aan te halen, dat hij zich tenslotte moest overgeven. Hij zal thans voor de officier van Justitie worden geleid in verband met de mishandeling van zijn vrouw en zijn ontvluchting uit de Rijkswerk inrichting. (Wordt vervolgd.) STABAT MATER, van Dworz- jak. Het Stabat Mater is een sequenz, een gezang in de r.k. kerk, dat los van de Mi$ bij voor komende gelegenheden wordt ge zongen. De tekst gaat terug op een zeer oud latijns gedicht, waarin de smarten van Maria onder het kruis van Christus werden vertolkt. Reeds menige componist heeft zich door deze tekst taten inspireren tot- een schcne compositie. Zo ook de Tsjech Antonin Dworzjak, die er zijn persoonlijk geloofsbezit in uitsprak. Men vergete niet: Dworziak was een romanticus; by deze kunstenaar? woog het per soonlijke zeer zwaar. Het is een fraai werk, dat men in twee ge deelten zal kunnen beluisteren. De zin van deze splitsing is niet auidelijk. (Woensdag 14.15 uur ovet Hilversum 11, 298 m.) WOENSDAG 26 AUGUSTUS HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram. 8.18 Gewijde muziek. 8.45 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9 30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.15 Idem. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Gram. 11.05 „Varkens heb ben vleugels", hoorspel. 12.00 Alt en piano. 12.30 Land- en Tuinbouwmedede- lingen. 12.33 Gram. 12.37 Geref. Kerk dienst. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws- 13.15 „Met Pit op pad", causerie. 13.20 Gram. 13.35 Idem. 10.00 Voor de jeugd- 17 20 Orgelspel. 17.50 Gram. 18.00 Metro- pole-Orkest. 18.30 „Spectrum v. h. Chris telijk Organisatie- en Verenigingsleven", causerie. 18.45 Pianospel. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Boekbespreking. 19.25 Gram. 19.30 Buitenlands overzicht. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant 20.20 Ka- merokest cn solisten. 21.00 „Het ambt in de wereld", causerie. 21.20 Gram. 21.30 Hamondorgelspel 21.45 Volkszang. 22.20 Lichte muziek. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23-15—24.00 Gram.muzick. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA, 10 00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.1-3 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9 00 Gym. 9.10 Gram. 9.35 Waterstanden. 9 40 Gram. 10.00 „Boeken mee op reis en thuis", causerie. 10.05 Mor genwijding. 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gram. 12.00 Lichte muziek. 12.30 Land en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Voorliet platteland 12.38 Orgelspel. 13.00 Nieuws. 13 15 Tentoonstellingsagenda. 13.18 Dans muziek. 13.50 Gram. 14.00 ,,De weg om hoog", causerie. 14.15 Rotterdams Phil- harmonisch Orkest, koor en sol. 15 00 Voor de jeugd. 16 00 Vierhandig piano- spel. 16.10 Voor de Jeugd. 16 40 Voor de *'e^n- '7.15 Gram. 17.30 Gevar. muziek, 17.50 Regeringsuitzending: Mr H. M. A. Kamerlingh Onnes: Jeugduitzending- „De Atlantische samenwerking". 18.20 Actu aliteiten. 18.30 R.V.U.: j. j. Schilstra: ïn ™erW'is ln Amr-r!ka". 19.00 Orgelspel. 19.30 Voor de jeugd. 20.00 Nieuws. 20 05 Politiek commentaar 20.15 Promenade-Or kest en soliste 20.55 „De sterken voor de zwakken". 21 05 „De Première van Sonny Boy hoorspel. 22 20 Gevar muziek. 22.45 Wereldkampiocnschaonen wielrennen. 23.00 Nieuws. 23.15 Socialistisch nieuws In Es peranto. 23.20 Gram. 23-30—24.00 Gram.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 4