Driftbui is bij jeugd een natuurlijk verschijnsel
dat echter beheerst kan (moet) worden
r
De man uit Australië
Botsing tussen natuur en geest, werkelijkheid en fantasie kan
omgemunt worden tot menselijke waardigheid
DE VERGETEN CATEGORIE
AAN HET WOORD
En nu de volgende kwestie
Met VELPON zie je er geen barst van!
Uitlaatklep nodig
Aan banden gelegd
Maak je niet kwaad
Pu berteitsperiode
On verze ttelijkheid
Een gevoelsreactie
Bui geen ondeugd
Pim, Pam Pom en de wonderlamp
Drietal oorzaken
Gevaarlijke theorie
Weer winst bij Fokker N.V
Brandende pijn -
vanuit de maag
tot boog in Uw keel?
Ons dagelüks feuilleton
Luister eens naar
Radioprogramma
DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1953
MINI BEERS EN ELS RUTTEN vroegen ons: „Is
drift in de zin van opvliegendheid een ondeugd in
de jaren tussen twaalf en achttien?" Daarop zouden
kunnen antwoorden
we
met één woord, maar ge-
lukkig zijn onze mede»
werkers zo verstandig
geweest, dat niet zonder
meer uit te spreken,
maar hun mening, vaak
uitvoerig te motiveren. Ze zeggen, waarom hun ant
woord „ja" of „nee" is, ze onderzoeken, of werkelijk
op de genoemde leeftijd méér driftbuien voorkomen
dan in andere perioden van de menselijke ontwikke
ling, ze trachten dit feit te verklaren en ondernemen
een poging, om vast te stellen, of ook deze drift moet
worden uitgeleefd of bedwongen. Sommigen analy
seren de vraag: zij zijn benieuwd naar de aanleiding,
die de beide meisjes tot hun verzoek dwong
kennen ze uit hun eigen
leven de driftbuien,
hevig en redeloos, die
hen in conflict brengen
met hun omgeving? Heb
ben zij volwassenen meer
malen horen beweren, in
sinueren misschien, dat jonge mensen driftkoppen
zijn? Trachten zij een vergelijking te vinden voor hun
eigen gedrag? Zoeken zij hulp bij eigen moeilijk
heden Of is het alleen een theoretisch en acade
misch vragen- en antwoordenspelletje, dat zij spelen?
Uit hun bespiegelingen volgen er hier drie:
Waarschijnlijk zuilen veie vrien
den van de „Vergeten Categorie" bij
het lezen van de laatste kwestie snel
partij hebben gekozen. Ik ben er n.1.
van overtuigd, dat die „velen" du op-
vliegenheid als een ondeugd qualifice-
ren want men komt er nu eenmaal
niet snel toe, om iets wat algemeen als
een gebrek bekend staat, als deugde] jk
te beschouwen. Wanneer men echter
wat langer over deze kwestie nadenkt,
rijst onmiddellijk de vraag op: Waarom
zijn deze jonge mensen driftig? En het
antwoord ligt voor de hand: de puber
teit Is nu eenmaal de meest oneven
wichtige periode van een mensenleven.
Bovendien is er In deze tijd zo'n enorm
teveel aan energie, dat men moet
afreageren. Er zijn verschillende moge
lijkheden om dit te doen. Als voorbeeld
wil ik hier de sport noemen, welke in
deze periode enorm veel goed kan doen.
Ook de drift is zo'n soort van uitlaat
klep voor emoties en gewaarwordingen,
die bewust of onbewust niet tot een
oplossing konden worden gebracht.
Men barst uit en voelt zich na de ex
plosie geweldig opgelucht. Nu zult U
mij vragen: „maar het kind moet zich
toch leren beheersen?" Inderdaad, be
heersing is een uitstekende eigenschap,
maar in deze moderne complexentijd
wordt er wel eens te veel het accent op
de beheersing gelegd. Door te sterke
inhouding verliest het leven zijn na
tuurlijke element en de gevolgen zijn
alom bekend: complexen en neuroti
sche verschiinselen. Daarom is een ge
zonde driftbui niet alleen gewenst,
maar noodzakelük voor de Integratie
van de persoonlijkheid.
PAULA REYMERS, Van Baer-
lestraat 116II, Amsterdam.
DRIFT is datgene wat een wolk soms
kan zijn voor de zon. Wij kunnen
natuurlijk de gedachte koesteren, dat
wolken noodzakelijk moeten zijn, daar
er een groot gedeelte van het mense
lijk bestaan aan verbonden is. Maar
wanneer deze wolken de zon doen ver
bleken, zijn we ook niet tevreden. Is
drift nu ook iets, dat noodzakelijkerwijs
naar buiten moet treden, of een uiting,
die beheerst moet worden? Wanneer
wij proberen te vinden wat opvliegend
heid betekent, dan komen we tot de
conclusie, dat opvliegendheid een reac
tie isaop een geraakt worden van de
persoonlijke intentie en dan gaan we
ons afvragen, of niet elke prikkel die
fiiteindelijk toch uit de natuur voort
spruit, goed js en of wij haar reacties
dan moeten loochenen of accepteren.
Maar dan flitst plotseling de gedachte
op, dat de mens niet alleen een brok
„natuur" is, zoals men dat zeer aan
schouwelijk in Tarzanfilms te zien
krijgt, maar dat er ook nog zoiets als
„geest" bestaat, het niet nader te noe
men kenteken van de mens. En dan
hebben we ons daarmee gedistancieerd
van de natuur, waarmee hier al het
stoffelijke buiten de mens bedoeld
wordt.
Dat de* geest ook aangewend kan
worden voor een vorming van de mens
zelf, zal voor een ieder geen nieuws
ziin en wanneer we dan door een be-
wust worden van ons zelf ook de drift
kunnen beheersen, dan streven we naar
een bewuste 7«lfver„TerV'e1,'i'Vl'r,ff Tk ee-
loof niet, dat ik opvliegendheid een on
deugd zou willen noemen, maar dat
ook zij aan banden gelegd moet wor
den is vanzelfsprekend. Wij kunnen
niet in een maatsehannij l°ven met on-
henerkt.e levensuitingen. En zo moe*
de jeued dus ook ai vrne» leren, dat
beheersing van drifteeveelpns noodza-
kelük moet ziin, hoewel een „laten
gaan" soms ook onvermiideliik voor de
mens is. Als hef maar nonit ten koste
van anderen h«hocft te gaan.
INGE VAN ERENSTEIN,
Kennemerstrweg 85, Alkmaar
[)E WAARHEID gebiedt mij te ver
melden, dat ik bij het lezen van de
vraag die ons deze week werd voor
gelegd even heb geglimlacht. Dat was
e'genlijk niet verstandig, want ik ben
mij ervan bewust, dat wij het antwoord
veel dieper moeten zoeken dan men op
het eerste gezicht zou verwachten. Mijn
glimlach vond dan ook eigenlijk zijn
oorsprong in het feit, dat de vraag
werd gesteld op een wijze zoals men
dat pleegt te doen op een formulier,
waar de betrokkene slechts dient te
antwoorden met „ja" of „neen".
eer!voudig is de oplossing hier
stellig niet. en om tot de kern van de
raak te komen, doen we er goed aan
eerst enkele belangrijke punten voorop
te stellen.
mens maakt zich van tijd tot
ti.td kwaad, hetzij over belangrijke, het-
°ver minder belangrijke zaken. Dit
is een hpp| normaal verschijnsel, dat
wordt veroorzaakt door de omstandig
heid. dat alle mensen in wezen van
elkaar verschillen. De ene persoon
windt zich sneller en heviger op over
bepaalde dingen dan de ander, maar
iedereen ontsteekt op z'n tijd in woe
de. We kunnen deze menselijke eigen
schap natuurlijk een ondeugd noemen,
maar met hetzelfde recht zouden we
dan ook de menselijke begeerten onder
deze ondeugden kunnen rangschikken.
Ik bedoel dit: Het is heel gewoon en
heel menselijk, dat iemand op een be
paald moment iets ziet, waarvan hij
denkt: „Dat zou ik nou dolgraag wil
len hebben!" Wanneer hij niet in staat
is om dat iets aan te schaffen, dan kan
hij natuurlijk aan zijn verlangen toe
geven. en zich het begeerde weder
rechtelijk toeëigenen. Dat kan, maar in
normale gevallen gebeurt het niet. Men
bedwingt ziin verlangens, en men doet
dat heus niet alleen in verband met de
strafbepalingen die hier gelden. Kun
nen we dat verlangen nu een ondeugd
noemen? We kunnen hoogstens zeggen,
dat het één van de ondeugdelijke kan
ten van de menselijke mentaliteit is.
Zo is het ook, wenneer men zich
ergens kwaad of erger, driftig over
maakt. Het feit op zichzelf is heel
menselijk, alleen behoort men zich er
niet door te laten leiden. Men mag er
niet aan toegeven. Men moet ook nier
de nodigé zelfbeheersing weten op te
brengen. En nu zijn we aangekomen op
het punt waar we heen wilden. We
zien dus, dat niet de drift een on
deugd is, in de zin zoals de vragen-
stelsters bedoelden, maar dat het ge
brek aan zelfbeheersing de slechte
eigenschap is. Men mag gerust, wat
men noemt „giftig" worden, alleen men
mag z'n drift niet de vrije loop laten.
Dét is een teken van zwakte, en zwakte
in deze zin van het woord, is ongetwij
feld w 1 een ondeugd.
Jonge mensen tussen twaalf en acht
tien jrar bezitten uiteraard in vele
opzichten nog niet zcrveel zelfbeheer
sing als de ouderen. Daarom zullen zij
zich eerder aan hun drift overgeven.
Gebrek aan zelfbeheersing is een on
deugd, maar in dit geval zou ik toch
geneigd zijn tegenover dit verschijn
sel, zoals het zich voordoet bij de
jeugd, minder sceptisch te staan dan
tegenover het gebrek aan zelfbeheer
sing bij ervaren en degelijke volwas
senen.
Tot besluit zou ik nog iets willen
zeggen, dat weliswaar geen antwoord
op de gestelde vraag is, maar wat er
wel direct mee te maken heeft. Maak
je zo weinig mogelijk kwaad. Je hebt
er alleen maar de narigheid van. Pro
beer overal de humor uit te halen, en
wanneer het leven toevallig eens een
keer mocht vergeten om jou toe te
lachen: wel, lach jij dan het leven toe,
en je zult bemerken dat het op deze
wereld toch eigenlijk nog zo kwaad
niet is. Begroet alles en iedereen met
een glimlach, zelfs de vragen van de
„Vergeten Categorie"!
HANS REINDERS.
Geelvinckstraat 92,
CASTRICUM.
UIE ONTDEKKEN dus bij Paula ReiJ-
mers en Hans Reinders de vaststel
ling van het feit, dat de puberteits-
vertelde over de overgang van kind
naar volwassene. Ik herkende de ver
schijnselen, die zich vertonen in die
jaren en ging ze toen ook heel anders
beschouwen. De perioden van plotse
linge neerslachtigheid vormen een
kenmerk van de puberteit; een plot
seling gelukkig gevoel, waarvan je de
oorzaak niet begrijpt, het zich min
der voelen dan een ander, het zijn
ook veelvoorkomende verschijnselen
in die tijd, en ook het feit dat je je
hevig ongelukkig voelt na een slecht
gemaakt proefwerk op school bijvoor
beeld, waarvoor je de hele avond had
zitten studeren. Dit laatste kenmerk
kan heel wat gevolgen met zich mee
brengen. Een „pestbui" is iets vrese
lijks, je voelt je mislukt, je haat plot
seling ieder mens in je omgeving en
je gezicht toont al deze gevoelens. Je
zegt geen woord thuis, want daar
schijnt ook alles tegen te lopen en je
vloekt innerlijk, er wordt met deuren
gesmeten, het huiswerk wil niet luk
ken, enz. enz..»..
Dit geladen gevoel blijft zo een
paar dagen voortduren, tot de plotse
linge uitbarsting er een einde aan
maakt. Je vader verbiedt je 's avonds
naar de bioscoop te gaan en je voelt
je dan ontzettend misdeeld en gooit
al je opgekropte drift er ineens uit".
Maar een ondeugd noemt ze zo'n
bui niet: „het is geen slechte eig n-
schap, want een eigenschap van je
karakter blijft, die is niet af te wen
nen. Alleen wanneer je een slechte
daad begaat, die je reeds enige tijd
voorbereid hebt en die je in drift
uitvoert.... dat is een ondeugd...."
QOK G. DE BOER uit Den Heldeg
verdiept zich in de geestelijke ge
steldheid van jonge mannen.
„Men is op die leeftijd nog oneven
wichtig en men is Pog zoekende en
heeft nog geen vaste levenshouding,
men is wispelturig".... er is geen
reden, hier een ondeugd te noemen
wat het bij ouderen wel zou zijn; hij
pleit voor een systematische training
in zelfbeheersing.
JACOB BALDER uit St Pancras
heeft geen oog voor de opvattingen,
die Paula Reimers te berde heeft ge
bracht. Voor hem is de kwestie heel
eenvoudig: „Zou er een mogelijkheid
bestaan, dat drift een deugd is? On
zin natuurlijk! Is drift te vergoelij
ken? Ik hoor het antwoord al: nooit
natuurlijk! Conclusie: drift is een on
deugd. Moet daar nu nog over ge
sproken worden?
BRAM BEEK uit Schoorl, die zich
zelf „een driftkop'.' noemt, wijst op „de
coördinatie van karakters en omge
ving". Hij ziet driftige typen als ge
voelsmensen, die zich gemakkelijk sto
ten, soms tot minderwaardige hande
lingen komen, zich ergeren aan on
recht en leugens, maar ook sterke, on
verzettelijke figuren zijn daarom juist
koppig en eigenzinnig. Hij heeft liever
met driftige mensen te doen dan met
slappe individuen, die niet heet enkoud
kunnen worden. Ook hij wijst op de be
tekenis van de leeftijd.
MET MEER intensiteit doet dat W.
m KOOIMAN uit Hensbroek:
„Dit tijdvak is gekenmerkt door het
opnieuw opbloeien der gevoelens uit
de eerste levensjaren. Zij die in deze
periode verkeren, maken a.h.w. een
wedergeboorte mee. Hun zelfstandig
heid begint hun bewust te worden, ze
maken kennis met begrippen als liefde
en sexualiteit, kortom ze beginnen de
wereld te ontdekken. Dit geeft hun ge-
heel nieuwe gewaarwordingen, die hen
veelal in grote beroering brengen. Te
genover iedereen verdedigen zij hun
standpunt en veelal met groot idealis
me. Vaak komt het hierdoor dan ook
tot kleine en grote botsingen tussen de
werkelijkheid en de innerlijke fanta
sie. Voor het gevoel van de meesten
ligt immers nog de wijde wereld open
met al z'n veridealiseerde mogelijkhe
den en ze zijn vervuld van een niets
ontziende overmoed. Door de veelal
ontnuchterende werkelijkheid ontstaat
de botsing, die aanleiding geeft tot een
felle gevoelsreactie. Deze opvliegend
heid of zo u wilt drift, kan dus het ge-
periode een emotioneel tijdperk is: de
aandoeningen zijn sterk, verstandelijke
bezinning ontbreekt dikwijls en, zelfs
als de geest gewillig is, blijkt de wil
zwak. Paula, beïnvloed door de mo
derne psycho-analyse, vindt 't toegeven
aan driftbuien op bepaalde momenten
noodzakelijk voor de ontwikkeling
van het kind tot volwassene, Hans stelt
nadrukkelijk vast, dat de drift op zich
zelf beschouwd geen ondeugd is, maar
wel het willoos gehoorzamen aan de
blinde drang naar optlading, ai wil
hij d't de onevenwichtige publescent
minder streng aanrekenen dan de har
monisch uitgegroeide volwassene. Inge
spreekt niet over de door Nini en Els
genoemde leeftijd, maar behandelt de
driftverschijnselen in het algemeen,
stelt valst, dat ook hier gesproken moet
worden van strijd tussen natuur en
geest en komt tot de conclusie, dat wij
hier niet allereerst te maken hebben
met een biologisch vraagstuk, maar met
een geesteswetenschappelijk probleem:
de grens ligt voor haar in veel geval
len bij de verantwoordelijkheid voor
de naasten.
Hoe denken anderen hierover.
DIA VOGELPOEL uit Velsen, die
lang heeft gezwegen, maar die we
met vreugde begroeten, heeft een door
studie gescherpt oog voor de beteke
nis der puberteit, ook voor de be
schouwing van de vragen, die hier
gesteld werden:
„Het was eens tijdens de Franse'
les, toen een klassegenoot van mij,
wegens een plotseling, brutaal optre
den, een flink standje kreeg. „Ach",
eindigde de leraar zijn gemopper, „het
zal 'm wel in de puberteit zitten...."
Ik had voordien nog nooit enige aan
dacht aan dit onderwerp geschonken,
maar die avond besteedde ik mijn volg zijn van.-hot-hiervoren -goaoemde-
vrije tijd aan een boek, dat me veer ëri is naar mijn mening begrijpelijk".
128. Pim, Pam en Pom kwamen
juist aan land, toen Barend Bigger in
zijn auto stapte. „Zo, ik heb voor van
daag genoeg gevist", pochte hij. „Eén
van die twee „visjes", die ik heb ge
vangen, zal me zeker een eerste prijs
opbrengen. Doe me dat maar eens na
Van Pottum! Van mij zal je geen last
meer hebben. Ik ga naar huis!" Baron
Van Pottum die weer tot zijn positie
ven was gekomen, gaf zijn kwelgeest
geen antwoord. Hij wist niet eens meer
wat er allemaal gebeurd was, maar
Pim, Pam en Pom snapten het des te
beter. „Je hebt die vis van de baron
afgestolen", riepen ze woedend. „Hij
zat aan de haak van de baron!" ,Nu
bewijs dat dan maar eens", antwoord
de Barend Bigger brutaal. „Ik heb een
foto, waarop te zien is. dat de dolfijn
aan mijn hengel zat, oh zo!" Meteen
reed hij het terrein af, een sprakeloze
Pim, Pam en Pom achterlatend. De
broertjes begrepen dat hun goed be
doelde plannetje mislukt was en vlug
fluisterden ze elkaar wat in het oor.
„Kom baron, laten we nog één keer ons
geluk beproeven", zei Pom tot de baron
terwijl Pim stilletjes de wonderlamp
uit de rugzak te voorschijn haalde.
Hij verwerpt dus de qualificatie ,,on
deugd" en is overtuigd, dat een toene
mende beheersing groot kwaad zal
voorkomen.
HANS KAPER uit Alkmaar deelt
zijn mening: hij noemt drift geen on
deugd, maar een „euvel", dat „met de
jaren komt en verdwijnt en waartegen
men weinig of niets kan doen" „het
is een noodzakelijk kwaad, waartegen
men zich slechts met grote wilskracht
kan verzetten".
CN TENSLOTTE is er F. AROEK, die
drie oorzaken van opvliegendheid
ziet:
„le. Het feit, dat de jongelui van de
leeftijd van 12 tot 18 jaar zich in de
overgangsperiode van kind naar vol
wassene bevinden en veelal in deze tijd
een verantwoordelijkheidsgevoel moe
ten opbrengen, dat ze nog niet bezitten.
Als voorbeelden hiervan wil ik o.a.
noemen de verantwoordelijkheid voor
het werk, hetzij op school, hetzij er
gens anders.
2e. Dat de jongelui van 12 tot 18 jaar
veelal op school veel te veel te verwer
ken krijgen en als zij dit niet kunnen,
worden ze vaak opvliegend.
3e. Dat de jongelui op de bedoelde
leeftijd vaak behandeld worden als te
groot voor een servet en te klein voor
een tafellaken, veelal de plichten van
een oudere te vervullen krijgen, maar
behandeld worden als een kind, zón
der de bescherming te krijgen, die de
ouderen een kind geven".
Er is dus sprake van „een stil verweer of
een nervositeit en soms ook van een
overwerkte geest". De „ondeugd" ver
dwijnt „als de persoon in kwestie
ouder wordt, met het toenemend gevoel
van eigenwaarde en de toenemende
achting van de andere mensen".
MET DEZE artikeltjes en citaten zijn
1 de voornaamste overwegingen
weergegeven in de andere inzen
dingen heb ik geen nieuwe gezichts
punten kunnen ontdekken.
Nini en Els kunnen dus gerust zijn:
de vergeten categorie vindt hun (wer
kelijke of gefantaseerde) driftbuien
volkomen verklaarbaar en tot op ze
kere hoogte vergeeflijk Hans Kaper
vindt ze als fase in een ontwikkeling
noodzakelijk, al is het dan een kwaad
en Paula Reymers verwerpt ook deze
laatste veroordeling volkomen.
Toch moet men wel voorzichtig zijn
met de door haar verkondigde theorie:
lang niet alle psychologen en psychia
ters onderschrijven deze mening. Zelfs
bij een ernstig streven naar beheersing
blijven er veiligheidskleppen genoeg
over. En zelfs de grondlegger der psy
cho-analyse heeft geconstateerd,' dat
„blijvende bindingen" in dit leven al
leen kunnen worden verkregen langs
de weg der beheersing, terwijl hij ons
vertrouwd heeft gemaakt met het be
grip „sublimeren", het ommunten van
drift tot cultuur.
Wel gaat het hier over andere drif
ten, maar veel van wat daar geldt kan
hier worden overgenomen en toege
past. Waartoe „onbeheerstheid" leiden
kan hebben we pas ervaren bij het op
treden van Lionel Hampton in het
Concertgebouw!
Uit het jaarverslag van de Kon. Ned.
Vliegtuigenfabrieken Fokker NV. over
1952 blijkt, dat de dividenduitkering
kan worden hervat. Na afschrijvingen
ctc. resteert een winstsaldo van f 169.899
Voorgesteld wordt een dividend van
5 pCt. op preferente en 6 pCt. op gewo
ne aandelen. Gedurende het gehele ver
slagjaar is de onderneming Schipl.ol-
Zuid in gebruik geweest. Door nieuwe
opdrachten blijkt de ruimte hier reeds
riet meer voldoende te zijn. De op
dracht voor de bouw van Hawker Hun-
Ier straaljagers zal in de komende ja
ren de grondslag vormen voor de be
drijfsbezetting. De licentiebouw van de
S. 11 door twee Italiaanse fabrieken
verloopt bevredigend. De Italiaanse
luchtmacht heeft reeds een groot aan-
al dezer toestellen in gebruik. Herin
nerd wordt aan de oprichting van een
Fokkerfabriek in Brazilië.
Een of twee Rennies blussen die pijn
dadelijk! Een kwestie van een of twee
minuten. Houdt altijd een paar Ren
nies bij de hand. Ze zijn stuk voor
stuk hygiënisch verpakt en water of
wat ook komt er niet aan te pas.
Gewoon laten smelten op de tong en
ze zijn nog smakelijk ook
(Advertentie, lng. Med.)
JS HET goed, noodzakelijk, dat de leden van de vergelen cate
gorie op Zondagmorgen naar de kerk gaan? Waarom wel?
Waarom niet? Kom je er ook regelmatig? Om welke reden?
Antwoorden uiterlijk Maandag zenden aan: D. L. DAALDER,
KOMLAAN 8, BERGEN (N.-H.).
40)
Natuurlijk trok Claudia zich niet
veel aan van Peters bleuheid. Ze ging
hem er anders door zien. Soms geloof
de ze. dat hii als echtgenoot geen ^ij-
zonder beste, maar ook geen bijzonder
slechte keus zou zijn.
Kitty vertelde Dick ronduit, dat hu
was ontmaskerd en na hem daarmee
meer te hebben geplaagd dan hij kon
verdragen, gaf ze hem met een zoen
over aan Claudia.
Het viertal werd in Pottsville een ge
regelde verschijning. Zelden zag men
hen in het openbaar alleen, of met z'n
tweeën. Eerst begonnen de mensen te
praten, want ook in Pottsville was men
achterdochtig en kwaaddenkend. Maar
Dick en Kittv vormden zo'n prachtig
paartje en Claudia en Peter leken el
kaar zo toegewijd, dat men hun hech
te vriendschap ging accepteren als een
feit. Later sprak men zelfs van een
nrachtig voorbeeld van sportiviteit en
wederzijds begrip.
Ze speelden golf. tennisten en gingen
met z'n vieren zwemmen.
Claudia leefde van de ene dag in de
andere en van het ene uitstapje in
het andere, op de been gehouden door
de wetenschap, dat ze nu voortdurend
bi) Dick kon ziin. Peter beleefde de
mooiste tijd van ziin leven, omdat hu
genoot van de vriendschap van de van
levenslust bruisende Kitty.
Lettv stelde Cecilia van de gang van
zaken op de hoogte en die antwoordde
met zorgvuldig geformuleerde en goed
keurende zinnen. Natuurliik eindigden
de brieven altiid met de onvermiidelii
ke waarschuwingen en vermaningen
maar over het geheel genomen scheen
Cecilia de dubbele vriendschap best te
kunnen appreciëren.
De storm scheen aardig te luwen, tot
dat op de dag. waarop Peter met het
vishaakje van zijn eigen hengel het
zitvlak van zijn broek aan flarden had
gescheurd een zekere meneer Tho
mas Cavanagh zich bij Elwood in de
fabriek liet aandienen.
Die schoof de rapporten, die hij juist
samengesteld had, aan de kant en keek
de bezoeker met een onderzoekende
blik aan. „Ja, jongeman?" vroeg hij.
„En waarme kan ik u van dienst eijn?"
De rijzige vreemdeling, een forse en
bruingebrande man. die door de meis
jes beslist knap genoemd zou worden,
zette ziin actentas op het bureau en
stak amicaal zijn hand uit. „Miin naam
is Tom Cavanagh". zei hii en toen hii
Elwoods glimlach beantwoordde zag
deze ziin prachtig regelmatig en
sneeuwwit gebit. „Ik heb een brief
voor u. waarin miin positie in uw fa
briek duidelijk wordt omschreven".
Verbaasd staarde Elwood naar de
enveloppe, die hii van Cavanagh had
aangenomen. Weifelend draaide hii de
ze in ziin vingers rond. Plotseling
scheen hij iets te ontdekken. Zijn blik
verstarde en Elwood kwam bruusk
overeind van zijn stoel. Op de achter
flap van de enveloppe las hii in
Hij leunde achteruit in zijn stoel en
keek op naar de.jonge gast. Bedacht
zaam las hij vervolgens de brief. Een
maal. tweemaal, driemaal. Toen hij
hem eindelijk neerlegde, was het laat
ste restje vrolijkheid van zijn gezicht
verdwenen. Zijn ogen stonden grimmig.
,.U zult dus de titel voeren van alge
meen directeur, meneer Cavanagh".
„Een kwestie van doelmatigheid",
glimlachte Cavanagh, terwijl hij zijn
hoed afnam en zijn vingers door zijn
donkere, krullende haren streek. „Het
is nodig, dat ik eigenmachtig kan op
treden en beslissingen kan nemen".
Elwood drukte ziin lippen stijf oo
elkaar. Hij gebaarde naar de stoel en
Tom ging zitten. „Bedrijfseconoom en
efficiency-expert? Ik denk, dat die
omschrijving op u van toepassing is?"
Tom sloeg zijn benen over elkaar en
trommelde nadenkend oo zijn keurige
schoen. „Reorganisatie zou u het moe
ten noemen. Ik ben daar specialist in.
Ik heb enkele van de grootste zaken in
het land onder handen gehad". Hii
sprak rustig en met een vanzelfspre
kende vrijmoedigheid. Zijn stem was
diep en had een aangename klank.
„Wanneer nam mevr. Ponsonby con
tact met u op?"
„Ik heb helemaal geen contact met
haar gehad. Ons hoofdbureau heeft voor
alles gezorgd. Ze hebben me dit werk
opgedragen, zonder me eerst te vragen
of ik er iets voor voelde".
Elwood tastte met onzekere hand
naar ziin voorhoofd. Ziin vriendelijke
gezicht had een vermoeide en verdrie
tige uitdrukking. „Ik kan u wel ver
tellen. mijnheer Cavanagh. dat dit een
vette letters het opschrift' NV Han- he!e schok voor mii is. Ik leefde in de
delsmaatsehappii Ponsonbv I veronderstelling, dat wii erin geslaagd
waren een bevredigende overeenkomst
met mevr. Ponsonby te treffen".
„Daar weet ik niets van. Mij is alleen
maar verteld, dat deze zaak een paar
jaar in grote moeilijkheden heeft ver
keerd, hetgeen voornamelijk te wijten
was aan een verkeerde leiding en ge
brek aan initiatief. Ik ben aangenomen
om daarin verbetering te brengen. De
N.V. Ponsonby heeft me hierheen ge
stuurd. om haar investeringen te be
schermen".
„Anders niet?"
„Anders niet! Precies meneer Éllis".
Het leek. alsof alle levenslust uit El
wood weggeëbt was. Hij hing meer in
zijn stoel, dan hij er in zat en zijn blik
was verward en bezorgd. „U wilt onze
boeken en rekeningen inzien en onze
werkwijze bestuderen, denk ik....?"
Tom knikte. „Van het eerste produc
tie-stadium tot aan de laatste afreke
ning van alle schulden toe".
„Dan zult u hier nogal enige tijd moe
ten blijven", merkte Elwood op, zijn
ogen op de inktpot gericht.
„Zeker een paar maanden". Tom ging
staan.
Tom lachte geruststellend, maar zag
dat niet beantwoord. „Ik zal ergens een
kamer moeten zoeken. Waar kan ik lo
geren?". vroeg hii. „Zijn er goede ho
tels in Pottsville?"
„Neen. Geen goede en geen slechte.
Er is hier geen hotel. U zult een kost
huis moeten zoeken, mijnheer Cava
nagh en ik zou niet weten, wie u als
kostganger zou willen hebben".
„Dat is dus probleem nummer één",
zei Tom vrolijk. „Wat zegt u van een
van de arbeiders? Zou u zo voor de
vuist weg iemand weten, die een ka
mer over heeft?"
(Wordt vervolgd 1
fO GOfO IIIMT VFIPOft
VÏAAG Dl njlSlt iOORI
(Advertentie lng. Med.)
FRANSE MUZIEK. Er is keus te
over. Liefhebbers van vocale wer
ken kunnen hun hart ophalen aan
een kort programma van zang.
Eerst wordt de solo-cantate „Les
trois enfants dans la fournaise
van Se b. de Brossard, voor tenor
en orkest uitgevoerd een werk
van hedendaagse structuur en
zegging. Daarna volgt de cantate
voor solostemmen, clavecymbel,
gamba en orkest „Les jardins de
sceaux" van Nicolas Bernier van
oudere datum (Vrijdag 10.00) Wie
meer van instrumentale muziek
houdt, kan terecht bij het eerste
concert van een reeks, die gewijd
zal zijn aan oude Franse viool
sonates; hij zal dan overwegend
werken van Frangois Duval ho
ren (Vrijdag 15.30, beide over
Hilversum I, 402 m).
VRIJDAG 25 SEPTEMBER
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00
KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 7.45 Morgengebed en
Liturgische kalender. 8.00 Nieuws en
weerberichten. 8.15 Gram. 9.00 Voor de
huisvrouw. 9.35 Gram. 9.45 Schoolradio.
10.00 Kamermuziek. 10-30 Piano-recital.
11.00 Voor de zieken. 11.40 Koor- en or
kest-concert. 12.00 Angelus. 12.03 Gram.
12.30 Land- en Tuinbouwmededellngen.
12.33 Salonorkest en solist. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws.
13.20 Actualiteiten of gram. 13.25 Instr.
ensemble en solist. 13-45 Voor de vrouw,
14.00 Gram. 14 30 Promenade-Orkest.
15.00 Schoolradio. 15.30 Viool en clave-
cimbel. 16.00 Voor de zieken. 17.00 Voor
de jeugd. 17.15 Kinderkoor. 17.40 Franse
chansons. 18.00 „Middenstandsbeleid op
hoog plan", causerie. 18.10 Luchtmacht
kapel. 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws.
19.10 Regeringsuitzending: Verklaring en
Toelichting. 19 30 Gram. 20.25 De gewone
man. 20.30 Amus.-orkest en sol. 21,00
Brabants halfuur. 21.30 Metropole-Orkest.
22.00 Operaconcert. 22.35 Gram. 22.45
„Liturgie, een wereldprobleem", causerie.
23.00 Nieuws. 23,1524-00 Gram,muziek.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO,
16.00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA.
22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7 00
Nieuws. 7.13 Gram. 800 Nieuws. 8.18
Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00
Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram 9-35
Waterstanden. 9.40 Schoolradio. 10.00
„Thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding.
10-20 Voor de kleuters. 10.40 Clavecim-
bel en fluit. 11.00 Radiofeuilleton. 11.20
Gram. 12.00 Promenade-Orkest. 12.30
Land. en Tuinbouwmededellngen. 12.33
Sport en prognose. 12 48 Gram. 13 00
Nieuws. 13.15 Mededelingen of gram
13.20 Metropole-Orkest. 14.00 Kookpraat-
je. 14.20 Alt en piano. 14-50 Boekbespre
king. 15.10 Gram. 15.30 Lichte muziek
16.00 Orgel en zang. 16.30 Muzikale cau
serie. 17.10 Voor de Jeugd. 17.40 Lichte
rr.uziek. 18.00 Nieuws 18.15 Felicitaties.
18.45 „Mag ik een order noteren,mijn
heer", vraaggesprek. 19.00 Meisjeskoor
19.15 Gram. 19.30 „Wat wij Vrijzinnige
Protestanten geloven", causerie 19 50
Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 „Centrale
Openingsavond van het VPRO Winter
seizoen 1953-19.54". 21.00 Operamuziek.
22 00 Buitenlands overzicht. 22 15 Dans
muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22 45
Avondwijding. 23.00 Nieuws.
Televisie-programma. AVRO. 20.15—
21.45: 1. Honden-show; 2. Actualiteiten;
•3. Weerpraatje; 4. Van Groenlanders en
Eskimo's.