Driftbui is bij jeugd een natuurlijk verschijnsel dat echter beheerst kan (moet) worden r De man uit Australië Botsing tussen natuur en geest, werkelijkheid en fantasie kan omgemunt worden tot menselijke waardigheid DE VERGETEN CATEGORIE AAN HET WOORD En nu de volgende kwestie Met VELPON zie je er geen barst van! Uitlaatklep nodig Aan banden gelegd Maak je niet kwaad Pu berteitsperiode On verze ttelijkheid Een gevoelsreactie Bui geen ondeugd Pim, Pam Pom en de wonderlamp Drietal oorzaken Gevaarlijke theorie Weer winst bij Fokker N.V Brandende pijn - vanuit de maag tot boog in Uw keel? Ons dagelüks feuilleton Luister eens naar Radioprogramma DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1953 MINI BEERS EN ELS RUTTEN vroegen ons: „Is drift in de zin van opvliegendheid een ondeugd in de jaren tussen twaalf en achttien?" Daarop zouden kunnen antwoorden we met één woord, maar ge- lukkig zijn onze mede» werkers zo verstandig geweest, dat niet zonder meer uit te spreken, maar hun mening, vaak uitvoerig te motiveren. Ze zeggen, waarom hun ant woord „ja" of „nee" is, ze onderzoeken, of werkelijk op de genoemde leeftijd méér driftbuien voorkomen dan in andere perioden van de menselijke ontwikke ling, ze trachten dit feit te verklaren en ondernemen een poging, om vast te stellen, of ook deze drift moet worden uitgeleefd of bedwongen. Sommigen analy seren de vraag: zij zijn benieuwd naar de aanleiding, die de beide meisjes tot hun verzoek dwong kennen ze uit hun eigen leven de driftbuien, hevig en redeloos, die hen in conflict brengen met hun omgeving? Heb ben zij volwassenen meer malen horen beweren, in sinueren misschien, dat jonge mensen driftkoppen zijn? Trachten zij een vergelijking te vinden voor hun eigen gedrag? Zoeken zij hulp bij eigen moeilijk heden Of is het alleen een theoretisch en acade misch vragen- en antwoordenspelletje, dat zij spelen? Uit hun bespiegelingen volgen er hier drie: Waarschijnlijk zuilen veie vrien den van de „Vergeten Categorie" bij het lezen van de laatste kwestie snel partij hebben gekozen. Ik ben er n.1. van overtuigd, dat die „velen" du op- vliegenheid als een ondeugd qualifice- ren want men komt er nu eenmaal niet snel toe, om iets wat algemeen als een gebrek bekend staat, als deugde] jk te beschouwen. Wanneer men echter wat langer over deze kwestie nadenkt, rijst onmiddellijk de vraag op: Waarom zijn deze jonge mensen driftig? En het antwoord ligt voor de hand: de puber teit Is nu eenmaal de meest oneven wichtige periode van een mensenleven. Bovendien is er In deze tijd zo'n enorm teveel aan energie, dat men moet afreageren. Er zijn verschillende moge lijkheden om dit te doen. Als voorbeeld wil ik hier de sport noemen, welke in deze periode enorm veel goed kan doen. Ook de drift is zo'n soort van uitlaat klep voor emoties en gewaarwordingen, die bewust of onbewust niet tot een oplossing konden worden gebracht. Men barst uit en voelt zich na de ex plosie geweldig opgelucht. Nu zult U mij vragen: „maar het kind moet zich toch leren beheersen?" Inderdaad, be heersing is een uitstekende eigenschap, maar in deze moderne complexentijd wordt er wel eens te veel het accent op de beheersing gelegd. Door te sterke inhouding verliest het leven zijn na tuurlijke element en de gevolgen zijn alom bekend: complexen en neuroti sche verschiinselen. Daarom is een ge zonde driftbui niet alleen gewenst, maar noodzakelük voor de Integratie van de persoonlijkheid. PAULA REYMERS, Van Baer- lestraat 116II, Amsterdam. DRIFT is datgene wat een wolk soms kan zijn voor de zon. Wij kunnen natuurlijk de gedachte koesteren, dat wolken noodzakelijk moeten zijn, daar er een groot gedeelte van het mense lijk bestaan aan verbonden is. Maar wanneer deze wolken de zon doen ver bleken, zijn we ook niet tevreden. Is drift nu ook iets, dat noodzakelijkerwijs naar buiten moet treden, of een uiting, die beheerst moet worden? Wanneer wij proberen te vinden wat opvliegend heid betekent, dan komen we tot de conclusie, dat opvliegendheid een reac tie isaop een geraakt worden van de persoonlijke intentie en dan gaan we ons afvragen, of niet elke prikkel die fiiteindelijk toch uit de natuur voort spruit, goed js en of wij haar reacties dan moeten loochenen of accepteren. Maar dan flitst plotseling de gedachte op, dat de mens niet alleen een brok „natuur" is, zoals men dat zeer aan schouwelijk in Tarzanfilms te zien krijgt, maar dat er ook nog zoiets als „geest" bestaat, het niet nader te noe men kenteken van de mens. En dan hebben we ons daarmee gedistancieerd van de natuur, waarmee hier al het stoffelijke buiten de mens bedoeld wordt. Dat de* geest ook aangewend kan worden voor een vorming van de mens zelf, zal voor een ieder geen nieuws ziin en wanneer we dan door een be- wust worden van ons zelf ook de drift kunnen beheersen, dan streven we naar een bewuste 7«lfver„TerV'e1,'i'Vl'r,ff Tk ee- loof niet, dat ik opvliegendheid een on deugd zou willen noemen, maar dat ook zij aan banden gelegd moet wor den is vanzelfsprekend. Wij kunnen niet in een maatsehannij l°ven met on- henerkt.e levensuitingen. En zo moe* de jeued dus ook ai vrne» leren, dat beheersing van drifteeveelpns noodza- kelük moet ziin, hoewel een „laten gaan" soms ook onvermiideliik voor de mens is. Als hef maar nonit ten koste van anderen h«hocft te gaan. INGE VAN ERENSTEIN, Kennemerstrweg 85, Alkmaar [)E WAARHEID gebiedt mij te ver melden, dat ik bij het lezen van de vraag die ons deze week werd voor gelegd even heb geglimlacht. Dat was e'genlijk niet verstandig, want ik ben mij ervan bewust, dat wij het antwoord veel dieper moeten zoeken dan men op het eerste gezicht zou verwachten. Mijn glimlach vond dan ook eigenlijk zijn oorsprong in het feit, dat de vraag werd gesteld op een wijze zoals men dat pleegt te doen op een formulier, waar de betrokkene slechts dient te antwoorden met „ja" of „neen". eer!voudig is de oplossing hier stellig niet. en om tot de kern van de raak te komen, doen we er goed aan eerst enkele belangrijke punten voorop te stellen. mens maakt zich van tijd tot ti.td kwaad, hetzij over belangrijke, het- °ver minder belangrijke zaken. Dit is een hpp| normaal verschijnsel, dat wordt veroorzaakt door de omstandig heid. dat alle mensen in wezen van elkaar verschillen. De ene persoon windt zich sneller en heviger op over bepaalde dingen dan de ander, maar iedereen ontsteekt op z'n tijd in woe de. We kunnen deze menselijke eigen schap natuurlijk een ondeugd noemen, maar met hetzelfde recht zouden we dan ook de menselijke begeerten onder deze ondeugden kunnen rangschikken. Ik bedoel dit: Het is heel gewoon en heel menselijk, dat iemand op een be paald moment iets ziet, waarvan hij denkt: „Dat zou ik nou dolgraag wil len hebben!" Wanneer hij niet in staat is om dat iets aan te schaffen, dan kan hij natuurlijk aan zijn verlangen toe geven. en zich het begeerde weder rechtelijk toeëigenen. Dat kan, maar in normale gevallen gebeurt het niet. Men bedwingt ziin verlangens, en men doet dat heus niet alleen in verband met de strafbepalingen die hier gelden. Kun nen we dat verlangen nu een ondeugd noemen? We kunnen hoogstens zeggen, dat het één van de ondeugdelijke kan ten van de menselijke mentaliteit is. Zo is het ook, wenneer men zich ergens kwaad of erger, driftig over maakt. Het feit op zichzelf is heel menselijk, alleen behoort men zich er niet door te laten leiden. Men mag er niet aan toegeven. Men moet ook nier de nodigé zelfbeheersing weten op te brengen. En nu zijn we aangekomen op het punt waar we heen wilden. We zien dus, dat niet de drift een on deugd is, in de zin zoals de vragen- stelsters bedoelden, maar dat het ge brek aan zelfbeheersing de slechte eigenschap is. Men mag gerust, wat men noemt „giftig" worden, alleen men mag z'n drift niet de vrije loop laten. Dét is een teken van zwakte, en zwakte in deze zin van het woord, is ongetwij feld w 1 een ondeugd. Jonge mensen tussen twaalf en acht tien jrar bezitten uiteraard in vele opzichten nog niet zcrveel zelfbeheer sing als de ouderen. Daarom zullen zij zich eerder aan hun drift overgeven. Gebrek aan zelfbeheersing is een on deugd, maar in dit geval zou ik toch geneigd zijn tegenover dit verschijn sel, zoals het zich voordoet bij de jeugd, minder sceptisch te staan dan tegenover het gebrek aan zelfbeheer sing bij ervaren en degelijke volwas senen. Tot besluit zou ik nog iets willen zeggen, dat weliswaar geen antwoord op de gestelde vraag is, maar wat er wel direct mee te maken heeft. Maak je zo weinig mogelijk kwaad. Je hebt er alleen maar de narigheid van. Pro beer overal de humor uit te halen, en wanneer het leven toevallig eens een keer mocht vergeten om jou toe te lachen: wel, lach jij dan het leven toe, en je zult bemerken dat het op deze wereld toch eigenlijk nog zo kwaad niet is. Begroet alles en iedereen met een glimlach, zelfs de vragen van de „Vergeten Categorie"! HANS REINDERS. Geelvinckstraat 92, CASTRICUM. UIE ONTDEKKEN dus bij Paula ReiJ- mers en Hans Reinders de vaststel ling van het feit, dat de puberteits- vertelde over de overgang van kind naar volwassene. Ik herkende de ver schijnselen, die zich vertonen in die jaren en ging ze toen ook heel anders beschouwen. De perioden van plotse linge neerslachtigheid vormen een kenmerk van de puberteit; een plot seling gelukkig gevoel, waarvan je de oorzaak niet begrijpt, het zich min der voelen dan een ander, het zijn ook veelvoorkomende verschijnselen in die tijd, en ook het feit dat je je hevig ongelukkig voelt na een slecht gemaakt proefwerk op school bijvoor beeld, waarvoor je de hele avond had zitten studeren. Dit laatste kenmerk kan heel wat gevolgen met zich mee brengen. Een „pestbui" is iets vrese lijks, je voelt je mislukt, je haat plot seling ieder mens in je omgeving en je gezicht toont al deze gevoelens. Je zegt geen woord thuis, want daar schijnt ook alles tegen te lopen en je vloekt innerlijk, er wordt met deuren gesmeten, het huiswerk wil niet luk ken, enz. enz..».. Dit geladen gevoel blijft zo een paar dagen voortduren, tot de plotse linge uitbarsting er een einde aan maakt. Je vader verbiedt je 's avonds naar de bioscoop te gaan en je voelt je dan ontzettend misdeeld en gooit al je opgekropte drift er ineens uit". Maar een ondeugd noemt ze zo'n bui niet: „het is geen slechte eig n- schap, want een eigenschap van je karakter blijft, die is niet af te wen nen. Alleen wanneer je een slechte daad begaat, die je reeds enige tijd voorbereid hebt en die je in drift uitvoert.... dat is een ondeugd...." QOK G. DE BOER uit Den Heldeg verdiept zich in de geestelijke ge steldheid van jonge mannen. „Men is op die leeftijd nog oneven wichtig en men is Pog zoekende en heeft nog geen vaste levenshouding, men is wispelturig".... er is geen reden, hier een ondeugd te noemen wat het bij ouderen wel zou zijn; hij pleit voor een systematische training in zelfbeheersing. JACOB BALDER uit St Pancras heeft geen oog voor de opvattingen, die Paula Reimers te berde heeft ge bracht. Voor hem is de kwestie heel eenvoudig: „Zou er een mogelijkheid bestaan, dat drift een deugd is? On zin natuurlijk! Is drift te vergoelij ken? Ik hoor het antwoord al: nooit natuurlijk! Conclusie: drift is een on deugd. Moet daar nu nog over ge sproken worden? BRAM BEEK uit Schoorl, die zich zelf „een driftkop'.' noemt, wijst op „de coördinatie van karakters en omge ving". Hij ziet driftige typen als ge voelsmensen, die zich gemakkelijk sto ten, soms tot minderwaardige hande lingen komen, zich ergeren aan on recht en leugens, maar ook sterke, on verzettelijke figuren zijn daarom juist koppig en eigenzinnig. Hij heeft liever met driftige mensen te doen dan met slappe individuen, die niet heet enkoud kunnen worden. Ook hij wijst op de be tekenis van de leeftijd. MET MEER intensiteit doet dat W. m KOOIMAN uit Hensbroek: „Dit tijdvak is gekenmerkt door het opnieuw opbloeien der gevoelens uit de eerste levensjaren. Zij die in deze periode verkeren, maken a.h.w. een wedergeboorte mee. Hun zelfstandig heid begint hun bewust te worden, ze maken kennis met begrippen als liefde en sexualiteit, kortom ze beginnen de wereld te ontdekken. Dit geeft hun ge- heel nieuwe gewaarwordingen, die hen veelal in grote beroering brengen. Te genover iedereen verdedigen zij hun standpunt en veelal met groot idealis me. Vaak komt het hierdoor dan ook tot kleine en grote botsingen tussen de werkelijkheid en de innerlijke fanta sie. Voor het gevoel van de meesten ligt immers nog de wijde wereld open met al z'n veridealiseerde mogelijkhe den en ze zijn vervuld van een niets ontziende overmoed. Door de veelal ontnuchterende werkelijkheid ontstaat de botsing, die aanleiding geeft tot een felle gevoelsreactie. Deze opvliegend heid of zo u wilt drift, kan dus het ge- periode een emotioneel tijdperk is: de aandoeningen zijn sterk, verstandelijke bezinning ontbreekt dikwijls en, zelfs als de geest gewillig is, blijkt de wil zwak. Paula, beïnvloed door de mo derne psycho-analyse, vindt 't toegeven aan driftbuien op bepaalde momenten noodzakelijk voor de ontwikkeling van het kind tot volwassene, Hans stelt nadrukkelijk vast, dat de drift op zich zelf beschouwd geen ondeugd is, maar wel het willoos gehoorzamen aan de blinde drang naar optlading, ai wil hij d't de onevenwichtige publescent minder streng aanrekenen dan de har monisch uitgegroeide volwassene. Inge spreekt niet over de door Nini en Els genoemde leeftijd, maar behandelt de driftverschijnselen in het algemeen, stelt valst, dat ook hier gesproken moet worden van strijd tussen natuur en geest en komt tot de conclusie, dat wij hier niet allereerst te maken hebben met een biologisch vraagstuk, maar met een geesteswetenschappelijk probleem: de grens ligt voor haar in veel geval len bij de verantwoordelijkheid voor de naasten. Hoe denken anderen hierover. DIA VOGELPOEL uit Velsen, die lang heeft gezwegen, maar die we met vreugde begroeten, heeft een door studie gescherpt oog voor de beteke nis der puberteit, ook voor de be schouwing van de vragen, die hier gesteld werden: „Het was eens tijdens de Franse' les, toen een klassegenoot van mij, wegens een plotseling, brutaal optre den, een flink standje kreeg. „Ach", eindigde de leraar zijn gemopper, „het zal 'm wel in de puberteit zitten...." Ik had voordien nog nooit enige aan dacht aan dit onderwerp geschonken, maar die avond besteedde ik mijn volg zijn van.-hot-hiervoren -goaoemde- vrije tijd aan een boek, dat me veer ëri is naar mijn mening begrijpelijk". 128. Pim, Pam en Pom kwamen juist aan land, toen Barend Bigger in zijn auto stapte. „Zo, ik heb voor van daag genoeg gevist", pochte hij. „Eén van die twee „visjes", die ik heb ge vangen, zal me zeker een eerste prijs opbrengen. Doe me dat maar eens na Van Pottum! Van mij zal je geen last meer hebben. Ik ga naar huis!" Baron Van Pottum die weer tot zijn positie ven was gekomen, gaf zijn kwelgeest geen antwoord. Hij wist niet eens meer wat er allemaal gebeurd was, maar Pim, Pam en Pom snapten het des te beter. „Je hebt die vis van de baron afgestolen", riepen ze woedend. „Hij zat aan de haak van de baron!" ,Nu bewijs dat dan maar eens", antwoord de Barend Bigger brutaal. „Ik heb een foto, waarop te zien is. dat de dolfijn aan mijn hengel zat, oh zo!" Meteen reed hij het terrein af, een sprakeloze Pim, Pam en Pom achterlatend. De broertjes begrepen dat hun goed be doelde plannetje mislukt was en vlug fluisterden ze elkaar wat in het oor. „Kom baron, laten we nog één keer ons geluk beproeven", zei Pom tot de baron terwijl Pim stilletjes de wonderlamp uit de rugzak te voorschijn haalde. Hij verwerpt dus de qualificatie ,,on deugd" en is overtuigd, dat een toene mende beheersing groot kwaad zal voorkomen. HANS KAPER uit Alkmaar deelt zijn mening: hij noemt drift geen on deugd, maar een „euvel", dat „met de jaren komt en verdwijnt en waartegen men weinig of niets kan doen" „het is een noodzakelijk kwaad, waartegen men zich slechts met grote wilskracht kan verzetten". CN TENSLOTTE is er F. AROEK, die drie oorzaken van opvliegendheid ziet: „le. Het feit, dat de jongelui van de leeftijd van 12 tot 18 jaar zich in de overgangsperiode van kind naar vol wassene bevinden en veelal in deze tijd een verantwoordelijkheidsgevoel moe ten opbrengen, dat ze nog niet bezitten. Als voorbeelden hiervan wil ik o.a. noemen de verantwoordelijkheid voor het werk, hetzij op school, hetzij er gens anders. 2e. Dat de jongelui van 12 tot 18 jaar veelal op school veel te veel te verwer ken krijgen en als zij dit niet kunnen, worden ze vaak opvliegend. 3e. Dat de jongelui op de bedoelde leeftijd vaak behandeld worden als te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken, veelal de plichten van een oudere te vervullen krijgen, maar behandeld worden als een kind, zón der de bescherming te krijgen, die de ouderen een kind geven". Er is dus sprake van „een stil verweer of een nervositeit en soms ook van een overwerkte geest". De „ondeugd" ver dwijnt „als de persoon in kwestie ouder wordt, met het toenemend gevoel van eigenwaarde en de toenemende achting van de andere mensen". MET DEZE artikeltjes en citaten zijn 1 de voornaamste overwegingen weergegeven in de andere inzen dingen heb ik geen nieuwe gezichts punten kunnen ontdekken. Nini en Els kunnen dus gerust zijn: de vergeten categorie vindt hun (wer kelijke of gefantaseerde) driftbuien volkomen verklaarbaar en tot op ze kere hoogte vergeeflijk Hans Kaper vindt ze als fase in een ontwikkeling noodzakelijk, al is het dan een kwaad en Paula Reymers verwerpt ook deze laatste veroordeling volkomen. Toch moet men wel voorzichtig zijn met de door haar verkondigde theorie: lang niet alle psychologen en psychia ters onderschrijven deze mening. Zelfs bij een ernstig streven naar beheersing blijven er veiligheidskleppen genoeg over. En zelfs de grondlegger der psy cho-analyse heeft geconstateerd,' dat „blijvende bindingen" in dit leven al leen kunnen worden verkregen langs de weg der beheersing, terwijl hij ons vertrouwd heeft gemaakt met het be grip „sublimeren", het ommunten van drift tot cultuur. Wel gaat het hier over andere drif ten, maar veel van wat daar geldt kan hier worden overgenomen en toege past. Waartoe „onbeheerstheid" leiden kan hebben we pas ervaren bij het op treden van Lionel Hampton in het Concertgebouw! Uit het jaarverslag van de Kon. Ned. Vliegtuigenfabrieken Fokker NV. over 1952 blijkt, dat de dividenduitkering kan worden hervat. Na afschrijvingen ctc. resteert een winstsaldo van f 169.899 Voorgesteld wordt een dividend van 5 pCt. op preferente en 6 pCt. op gewo ne aandelen. Gedurende het gehele ver slagjaar is de onderneming Schipl.ol- Zuid in gebruik geweest. Door nieuwe opdrachten blijkt de ruimte hier reeds riet meer voldoende te zijn. De op dracht voor de bouw van Hawker Hun- Ier straaljagers zal in de komende ja ren de grondslag vormen voor de be drijfsbezetting. De licentiebouw van de S. 11 door twee Italiaanse fabrieken verloopt bevredigend. De Italiaanse luchtmacht heeft reeds een groot aan- al dezer toestellen in gebruik. Herin nerd wordt aan de oprichting van een Fokkerfabriek in Brazilië. Een of twee Rennies blussen die pijn dadelijk! Een kwestie van een of twee minuten. Houdt altijd een paar Ren nies bij de hand. Ze zijn stuk voor stuk hygiënisch verpakt en water of wat ook komt er niet aan te pas. Gewoon laten smelten op de tong en ze zijn nog smakelijk ook (Advertentie, lng. Med.) JS HET goed, noodzakelijk, dat de leden van de vergelen cate gorie op Zondagmorgen naar de kerk gaan? Waarom wel? Waarom niet? Kom je er ook regelmatig? Om welke reden? Antwoorden uiterlijk Maandag zenden aan: D. L. DAALDER, KOMLAAN 8, BERGEN (N.-H.). 40) Natuurlijk trok Claudia zich niet veel aan van Peters bleuheid. Ze ging hem er anders door zien. Soms geloof de ze. dat hii als echtgenoot geen ^ij- zonder beste, maar ook geen bijzonder slechte keus zou zijn. Kitty vertelde Dick ronduit, dat hu was ontmaskerd en na hem daarmee meer te hebben geplaagd dan hij kon verdragen, gaf ze hem met een zoen over aan Claudia. Het viertal werd in Pottsville een ge regelde verschijning. Zelden zag men hen in het openbaar alleen, of met z'n tweeën. Eerst begonnen de mensen te praten, want ook in Pottsville was men achterdochtig en kwaaddenkend. Maar Dick en Kittv vormden zo'n prachtig paartje en Claudia en Peter leken el kaar zo toegewijd, dat men hun hech te vriendschap ging accepteren als een feit. Later sprak men zelfs van een nrachtig voorbeeld van sportiviteit en wederzijds begrip. Ze speelden golf. tennisten en gingen met z'n vieren zwemmen. Claudia leefde van de ene dag in de andere en van het ene uitstapje in het andere, op de been gehouden door de wetenschap, dat ze nu voortdurend bi) Dick kon ziin. Peter beleefde de mooiste tijd van ziin leven, omdat hu genoot van de vriendschap van de van levenslust bruisende Kitty. Lettv stelde Cecilia van de gang van zaken op de hoogte en die antwoordde met zorgvuldig geformuleerde en goed keurende zinnen. Natuurliik eindigden de brieven altiid met de onvermiidelii ke waarschuwingen en vermaningen maar over het geheel genomen scheen Cecilia de dubbele vriendschap best te kunnen appreciëren. De storm scheen aardig te luwen, tot dat op de dag. waarop Peter met het vishaakje van zijn eigen hengel het zitvlak van zijn broek aan flarden had gescheurd een zekere meneer Tho mas Cavanagh zich bij Elwood in de fabriek liet aandienen. Die schoof de rapporten, die hij juist samengesteld had, aan de kant en keek de bezoeker met een onderzoekende blik aan. „Ja, jongeman?" vroeg hij. „En waarme kan ik u van dienst eijn?" De rijzige vreemdeling, een forse en bruingebrande man. die door de meis jes beslist knap genoemd zou worden, zette ziin actentas op het bureau en stak amicaal zijn hand uit. „Miin naam is Tom Cavanagh". zei hii en toen hii Elwoods glimlach beantwoordde zag deze ziin prachtig regelmatig en sneeuwwit gebit. „Ik heb een brief voor u. waarin miin positie in uw fa briek duidelijk wordt omschreven". Verbaasd staarde Elwood naar de enveloppe, die hii van Cavanagh had aangenomen. Weifelend draaide hii de ze in ziin vingers rond. Plotseling scheen hij iets te ontdekken. Zijn blik verstarde en Elwood kwam bruusk overeind van zijn stoel. Op de achter flap van de enveloppe las hii in Hij leunde achteruit in zijn stoel en keek op naar de.jonge gast. Bedacht zaam las hij vervolgens de brief. Een maal. tweemaal, driemaal. Toen hij hem eindelijk neerlegde, was het laat ste restje vrolijkheid van zijn gezicht verdwenen. Zijn ogen stonden grimmig. ,.U zult dus de titel voeren van alge meen directeur, meneer Cavanagh". „Een kwestie van doelmatigheid", glimlachte Cavanagh, terwijl hij zijn hoed afnam en zijn vingers door zijn donkere, krullende haren streek. „Het is nodig, dat ik eigenmachtig kan op treden en beslissingen kan nemen". Elwood drukte ziin lippen stijf oo elkaar. Hij gebaarde naar de stoel en Tom ging zitten. „Bedrijfseconoom en efficiency-expert? Ik denk, dat die omschrijving op u van toepassing is?" Tom sloeg zijn benen over elkaar en trommelde nadenkend oo zijn keurige schoen. „Reorganisatie zou u het moe ten noemen. Ik ben daar specialist in. Ik heb enkele van de grootste zaken in het land onder handen gehad". Hii sprak rustig en met een vanzelfspre kende vrijmoedigheid. Zijn stem was diep en had een aangename klank. „Wanneer nam mevr. Ponsonby con tact met u op?" „Ik heb helemaal geen contact met haar gehad. Ons hoofdbureau heeft voor alles gezorgd. Ze hebben me dit werk opgedragen, zonder me eerst te vragen of ik er iets voor voelde". Elwood tastte met onzekere hand naar ziin voorhoofd. Ziin vriendelijke gezicht had een vermoeide en verdrie tige uitdrukking. „Ik kan u wel ver tellen. mijnheer Cavanagh. dat dit een vette letters het opschrift' NV Han- he!e schok voor mii is. Ik leefde in de delsmaatsehappii Ponsonbv I veronderstelling, dat wii erin geslaagd waren een bevredigende overeenkomst met mevr. Ponsonby te treffen". „Daar weet ik niets van. Mij is alleen maar verteld, dat deze zaak een paar jaar in grote moeilijkheden heeft ver keerd, hetgeen voornamelijk te wijten was aan een verkeerde leiding en ge brek aan initiatief. Ik ben aangenomen om daarin verbetering te brengen. De N.V. Ponsonby heeft me hierheen ge stuurd. om haar investeringen te be schermen". „Anders niet?" „Anders niet! Precies meneer Éllis". Het leek. alsof alle levenslust uit El wood weggeëbt was. Hij hing meer in zijn stoel, dan hij er in zat en zijn blik was verward en bezorgd. „U wilt onze boeken en rekeningen inzien en onze werkwijze bestuderen, denk ik....?" Tom knikte. „Van het eerste produc tie-stadium tot aan de laatste afreke ning van alle schulden toe". „Dan zult u hier nogal enige tijd moe ten blijven", merkte Elwood op, zijn ogen op de inktpot gericht. „Zeker een paar maanden". Tom ging staan. Tom lachte geruststellend, maar zag dat niet beantwoord. „Ik zal ergens een kamer moeten zoeken. Waar kan ik lo geren?". vroeg hii. „Zijn er goede ho tels in Pottsville?" „Neen. Geen goede en geen slechte. Er is hier geen hotel. U zult een kost huis moeten zoeken, mijnheer Cava nagh en ik zou niet weten, wie u als kostganger zou willen hebben". „Dat is dus probleem nummer één", zei Tom vrolijk. „Wat zegt u van een van de arbeiders? Zou u zo voor de vuist weg iemand weten, die een ka mer over heeft?" (Wordt vervolgd 1 fO GOfO IIIMT VFIPOft VÏAAG Dl njlSlt iOORI (Advertentie lng. Med.) FRANSE MUZIEK. Er is keus te over. Liefhebbers van vocale wer ken kunnen hun hart ophalen aan een kort programma van zang. Eerst wordt de solo-cantate „Les trois enfants dans la fournaise van Se b. de Brossard, voor tenor en orkest uitgevoerd een werk van hedendaagse structuur en zegging. Daarna volgt de cantate voor solostemmen, clavecymbel, gamba en orkest „Les jardins de sceaux" van Nicolas Bernier van oudere datum (Vrijdag 10.00) Wie meer van instrumentale muziek houdt, kan terecht bij het eerste concert van een reeks, die gewijd zal zijn aan oude Franse viool sonates; hij zal dan overwegend werken van Frangois Duval ho ren (Vrijdag 15.30, beide over Hilversum I, 402 m). VRIJDAG 25 SEPTEMBER HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Morgengebed en Liturgische kalender. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram. 9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Gram. 9.45 Schoolradio. 10.00 Kamermuziek. 10-30 Piano-recital. 11.00 Voor de zieken. 11.40 Koor- en or kest-concert. 12.00 Angelus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en Tuinbouwmededellngen. 12.33 Salonorkest en solist. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws. 13.20 Actualiteiten of gram. 13.25 Instr. ensemble en solist. 13-45 Voor de vrouw, 14.00 Gram. 14 30 Promenade-Orkest. 15.00 Schoolradio. 15.30 Viool en clave- cimbel. 16.00 Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd. 17.15 Kinderkoor. 17.40 Franse chansons. 18.00 „Middenstandsbeleid op hoog plan", causerie. 18.10 Luchtmacht kapel. 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws. 19.10 Regeringsuitzending: Verklaring en Toelichting. 19 30 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Amus.-orkest en sol. 21,00 Brabants halfuur. 21.30 Metropole-Orkest. 22.00 Operaconcert. 22.35 Gram. 22.45 „Liturgie, een wereldprobleem", causerie. 23.00 Nieuws. 23,1524-00 Gram,muziek. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO, 16.00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA. 22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7 00 Nieuws. 7.13 Gram. 800 Nieuws. 8.18 Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram 9-35 Waterstanden. 9.40 Schoolradio. 10.00 „Thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10-20 Voor de kleuters. 10.40 Clavecim- bel en fluit. 11.00 Radiofeuilleton. 11.20 Gram. 12.00 Promenade-Orkest. 12.30 Land. en Tuinbouwmededellngen. 12.33 Sport en prognose. 12 48 Gram. 13 00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of gram 13.20 Metropole-Orkest. 14.00 Kookpraat- je. 14.20 Alt en piano. 14-50 Boekbespre king. 15.10 Gram. 15.30 Lichte muziek 16.00 Orgel en zang. 16.30 Muzikale cau serie. 17.10 Voor de Jeugd. 17.40 Lichte rr.uziek. 18.00 Nieuws 18.15 Felicitaties. 18.45 „Mag ik een order noteren,mijn heer", vraaggesprek. 19.00 Meisjeskoor 19.15 Gram. 19.30 „Wat wij Vrijzinnige Protestanten geloven", causerie 19 50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 „Centrale Openingsavond van het VPRO Winter seizoen 1953-19.54". 21.00 Operamuziek. 22 00 Buitenlands overzicht. 22 15 Dans muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22 45 Avondwijding. 23.00 Nieuws. Televisie-programma. AVRO. 20.15— 21.45: 1. Honden-show; 2. Actualiteiten; •3. Weerpraatje; 4. Van Groenlanders en Eskimo's.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 11