P1ASTER-SCHANDAAL KRIJGT OMVANG VAN LAWINE De kunstmatige aanvoer van water vergt geweldige bedragen Ministers en ambtenaren „verdienden"schatten aan de dood van Frankrijks zonen Tragisch einde vanvliegende schooljongen BANKEN EN GROTE FIRMA'S HADDEN BELANG BIJ TE HOGE WISSELKOERSEN DE CIJFERS: Per dag werden, ongeveer zeven jaar lang, 400 a 500 millioenen francs uitbetaald! Het verlies bedroeg naar ra ming, uit de Staatskasalleen ongeveer 100 milliard francs per jaar. Dat is over zeven jaar, laat ons de koers wat makkelijk nemen, een slordige zes milliard gulden. En dat is het financiële verlies. Maar ook mensenlevens raakten verloren. Franse volk betaalde modernisering van leger der communistische Vietminh-rebellen Is „keizer" Bao Dai de grootste jakhals? JACQUES DESPUECH moedig idealist Het vijfde werelddeel op het eerste gezicht Hinderpalen even enorm als mogelijkheden en afstanden 99 Lars Ove maakte serie gewaagde vluchten ZATERDAG 21 NOVEMBER 1958 ^EvolAgSóïdRaliSeheent !nd°"Ch'na Vóór de Japanse bezetting was de piaster waarde- was 1 'piaster voor 10 francs N Va, s van P°st"Azie. De koers ten opzichte van de Franse franc Na de Japanse bezet ting en (het-tegendeel is niet bewezen) waar- kners vin niaster f "n V firma s die er belang bij hadden, bracht de Franse regering de de oorW immer P ri 'Ians<; trancs- Natuurlijk hadden deze firma's belang bij deze koers, in nfet na«? doc";werkend onder de J apanse bezetting, grof geld verdiend dat echter j koers vast Hot 'on.v^old?" overgemaakt. Op de 25e December 1945 legde de Franse regering rhi Minh sneeid SP<? °n Slnnen' en ket begon dan ook, ja, zelfs de communisten-leider Ho- Chi-Minh speelde mee, maar toen men dat merkte was het telaat! 6 QtWnï -i a Waarde van de Piaster was namelijk niet 17 Franse francs, maar op zijn hoogst 8 a 9. Dat wil dus zeggen dat ook alwas de koers vastgesteld op 17 francs, ook al was het over- !Ta «"r e^en e 'öers van 17 francs wettig en toegestaan, dat dan toch ergens vandaan op elke piaster 7 a 8 francs toebetaald werd, dat elke piaster 7 a 8 francs toeslag, „subsidie" kostte, dat de piaster op de vrije rwarte markt 8 francs, maar op de wettige markt 17 deed, dat de zwarte markt ditmaal niet du ut de r maar goedkoper was. En die 7 8 francs toeslag? Die werden door de S t a a t betaald, die kwamen uit de zak van de belasting- betaler, van de Parijzenaar die de optocht van kabinetten, elke twee maanden welhaast, gade slaat, de Parijzenaar die zijn voedselprijzen ziet stijgen, de Parijzenaar die ziet dat al zijn regeringen, (en welk een tros is het al niet), van dit alles op de hoogte zijn, maar er niets aan doen. Waarom niet? Er is niemand die het nog weet, maar sedert het boek van Despuech verscheen is er een parlementaire onderzoekingscommissie ge vormd die onlangs om enorme volmachten vroeg (en ze kreeg!) van de Nationale Vergadering, vol machten die het mogelijk zullen maken zelfs ministers tot spreken te dwingen, want ook ministers gaan niet vrij uit. De sneeuwbal rolt de helling af en wordt groter en groter, onafzienbaar is de lijst van namen al, en nog is er geen klaarheid. De heer Ho-Chi-Minh is nu niet direct een van de domsten, hij zag dit alles eens aan en al spoedig deed ook hij mee, en verdiende zelf dollars, veel dollars in korte tijd. In 1946 had Ho-Chi-Minh 16.000 geweren en een paar machine-geweren, mitrailleurs en mis schien wat oud, afgedankt Frans en Japans veldgeschut. Nu heeft hij, naar de laatste ramingen, ongeveer 700.000 moderne geweren, mitrailleurs, luchtdoelgeschut, anti-pantsergeschut en de modernste veldartillerie. Voor deze wapens is door de Franse regering, zijn doodsvijand, voor de helft in de kosten bijgedragen. Communisten leider Ho-Chi-Minh is een linke jongen. Dat Franse jongens in massa worden kapot geschoten met deze wapens b e g r ij p t de Franse regering ook wel, maar zij doet niets, en daarom schreef Jacques Despuech zijn boek. MAARSCHALK de Lattre de Tas- signy, Frankrijk's nationale held. heeft geprotesteerd tegen deze han del, het hielp niet En ondertussen werd verdiend, de s. eine mannetjes kwamen op zuiver verdiende maand salarissen van 6000 a 8000 gulden, de groten verdienden eenzelfde be drag per dag. Onder de kleinen vinden wij het voorbeeld van Majoor Bellon ad ministratief officier van het troepen schip „Pasteur", dat tussen Marseille en Saigon op en neer vaart met troe pen die naar de oorlog worden ge zonden. Iedere soldaat die in Mar seille aan boord komt wordt, voor Ïiassagieren in vreemde havens en aatste inkopen, een klein bedrag in sterling en dollars toegewezen. Dit geld kunnen ze aankopen tegen hun eigen soldij. De meeste soldaten ech ter hebben hun soldij allang opge maakt op de avond voor ze aan boord gaan. Er blijft in de kas van Majoor Bellon dus een bedrag in bankpapier liggen. Deze dollars, wer kelijke waarde 25 piasters (inkoop op de zwarte vrije markt), brengen in Saigon bij zijn vriend de heer Francini, eigenaar van hotel Con tinental, 50 piasters op. Want mijn heer Francini, die goede relaties on derhoudt met de deviezenafdeling van de Franse Koloniale Administratie, mag zoyeel hü wil naar Parijs over maken. Wanneer Majoor Bellon nu in Marseille terugkeert is zijn kapitaal verviervoudigd, en de volgende reis gaan er weer meer zwarte dollars, op de Franse markt gekocht a raison van 25 piasters, ter verkoop in Sai gon voor 50 piasters, mee. Buiten natuurlijk nog de scheepskas, die wel weer vol zal blijven, want de jon gens die naar het „grote onbekende en wellicht naar ae dood, vertrek- BAO DAI weelde voor piasters Parijs. De heer Pignon, vroeger hoge commissaris van Frankrijk voor In- do-China is hierbij i ■trokken, ever,- als vele ambtenaren van de Kolo niale Administratie in Saigon. De Commissie onderzoekt nu. De Commissie ontmoet meer zwijgen dan een doofstomme in een volksmenigte, maar de com missie is ook kwaad geworden, en zal zich met geen kluitje in het riet laten sturen. Toen Des puech een jaar of iets langer ge leden in Parijs arriveerde vond hij ook zwijgen, telefonische be dreigingen en aanlokkelijke geld sommen. De President van de Republiek ried hem te zwijgen, eerste minister Pinay liet hem lang anti-chambreren en ont ving hem tenslotte niet, parle mentsleden negeerden hem, maar tenslotte zette Despuech door en schreef, oh ironie: op raad van Edouard Daladier, zijn boek. En nog is hij niet zeker of hem geen gevaar dreigt, nog kan hij „een verkeersongeluk" krijgen, maai de regering Mayer heeft, ge dwongen door de publieke opi nie, de koers van de piaster om laag gebracht. De eerste stap is gezet. De tweede stap was het instellen van de enquêtecommis sie uit de Nationale Vergadering DE SNEEUWBAL ROLT sneller en sneller, verhoor volgt op verhoor. Buitengewone volmachten, buiten de regering om verkregen van de Na tionale Vergadering, dwingen Minis ters hun ambtsgeheim, waarachter men zich verschool, op te heffen. Despuech toont met overtuigend be wijsmateriaal aan dat alleen al in 1949 Keizer Bao-Dai en zijn familie 221 millioen francs naar Frankrijk overbrachten. Zelfs Monasterio is overtroffen! De winst van firma's steeg van twee milliard francs in 1949 tot 11 milliard in 1951! Terwijl Monasterio, ongestraft voor wapenhandel tegen het eigen land, vrij rondloopt en van zijn rente leeft; terwijl Keizer Bao-Dai (de zelfde voor wie onlangs in Haarlem de „Ville de Saigon" van stapel liep, door zijn vrouw gedoopt) aan de Rivièra rijk leeft; terwijl Ho-Chi- Minh in de natte, vochtige, onge zonde jungle van Indo-China sol daten en partisanen traint om Fran- [£OR7\E TUD GELEDEN ver scheen in Parijs een boek, „Le trafic de piastres," (Edition deux Rives), dat de Franse openbare mening schokte, dat een aan klacht bevatte tegen Franse re- gerings-beambten, tegen Bank directeuren, tegen hooggeplaatste Franse officieren en zelfs tegen Keizer Bao-Dai, en functionaris sen van diens regering. Schrijver van dit boek is Jacques Despuech, vroeger ambtenaar van de kolo niale administratie in Vietnam, Saigon. Jacques Despuech is idealist en strijder. Duizenden soldaten die het gevaar lopen te sneuvelen in de Indo-chinese campagne staan achter hem. NAAMLOZE FRANSE SOLDATEN sneuvelen kan ook zonder piasters se soldaten te doden met door de Franse schatkist half betaalde wa- Sencn, en terwijl Frankrijk met dui- elijk steeds groter tegenzin de strijd daar voortzet; terwijl dit alles gebeurt vraagt onze democra tische wereld zich toch nu zo lang zamerhand wel af waartoe die oor log dan wel dient, daar in Indo- China. Wie hier het grootste belang bij heeft. Er is echter, buiten al deze verwarring van misdaad en cor ruptie en onnodig gevloeid bloed één goed ding te zien: nóg is het mogelijk in het democratisch staatsbestel dat één man, Jac ques Despuech, er in slaagt, te gen het zwijgen en de zwijggel den, tegen deze vuile corruptie in, zijn stem te verheffen en ge hoor te vinden, ja zelfs al de eerste resultaten te boeken. Dat was in het land van Ho- Chi-Minh, van Mao-tse-tung, van Malenkow niet mogelijk geweest. Nóg corrigeert de democratie zichzelf, zelfs in Frankrijk, zelfs in koloniale landen. Niet té lang heeft Jacques Despuech in de woestijn geroepen; nu rolt de sneeuwbal groeiend tot een la- 'wine. Wie zij in haar val zal meesleuren, nog is het niet be kend, maar dat Frankrijk bin nenkort zal dreunen van de ex plosie staat nu wel vast. „Le trafie de piastres'', Edition des Deuse Rives, Paris. HO CHI MINH wapens voor piasters ken hebben peen behoefte aan geld. Dat Majoor Bellon de communisten wapens verschaft om hen te beoor logen weten ze niet. Het is namelijk zo gemakkelijk in Indo-China, ook voor de com munisten, om dit geld te verzen den. Er is geen frontlinie, geen staand leger aan communistische zijde, alleen guerilla. En zij zijn boeren overdag, rijstbebouwend en stil bezig op het veld, maar 's nachts komt het geweer uit de schuilhoek. En wie zegt dat die nette bankier met die vele rela ties geen agent is van Ho-Chi- Minh? Men vraagt er in Indo- China niet eens naar. DAN IS ER het geval van Olivier Monasterio, die het in het groot deed. Deze verklaarde voor de Par lementaire Commissie dat hij in twintig maanden twintig millioen schoon verdiend had. Hij richtte uit- geverijen op, oude lompenhandels, im- en exportfirma's bij de vleet, alle met kantoren in Saigon en Parus, alle ter dekking van die ene grote handel: piasters. Hij liep tegen de lamp toen hij zich direct met wapens ging inlaten. Een van Monasterlo's schepen, dit maal geladen met springstoffen, werd in Marseille in beslag geno men. Bestemming: Ho-Chi-Minh. Maar straf volgde niet, waarom niet? Omdat overal, in alle lagen van de hoofdstad, in de regerings- bureaux beschermheren zitten, die mee verdienen. Jacques Despuech heeft nu nog een cheque voor 300.000 piasters in zijn bezit, getekend door Monaste rio, als zwijggeld. Despuech heeft de cheque niet geïnd, maar hij woont nu zonder enige middelen m TOOWOOMBA (Queensland), 4 November Deze éne staat Queensland is groter dan 22 Noordameri- kaanse staten tezamen. Je merkt dat niet als je in Brisbane bent. Daar gaat het leven in een tamelijk rustig tempo, kenmerk van subtropische en tropische gebieden, voort. Vliegen over dit land of. het door kruisen per auto zijn de enige mogelijkheden om een begrip van de ontzaglijke afstanden te krijgen: van Perth in West-Australië naar Adelaide in Zuid- Australië vloog ik een volle nacht, van Sydney in New South Wales naar Brisbane is ruim twee en een half uur vliegen en dezer dagen legden we om „even iets van het land" te zien ruim 350 mijl per auto af, hetgeen ongeveer de afstand Amsterdam Parijs is. Wanneer je aan zo'n tocht bezig bent, dan besef je pas welk een hachelijke onderneming het is £)E DARLING DOWNS kunnen ge voegelijk het beste veeteeltgebied van Queensland genoemd worden, ter wijl grote stukken eveneens bij uitstek geschikt zijn voor landbouw. In de Queensland Agricultural Journal van October 1897 kwam al een artikel voor van de hand van een zekere John Ma- hon, waarin deze constateert, dat de droogte in de Darling Downs hij schrijft uiteraard nog over „deze ko lonie" zo groot kan zijn, dat de koeien bij gebrek aan behoorlijke wei den omkomen van de honger. Dit jaar is voor de landbouw in dat gebied al heel slecht geweest.. Er is vrijwel geen regen gevallen. Ik heb weinig of geen verstand van land bouwzaken, maar men kan naar mijn overtuiging nauwelijks van goede grond spreken, indien vrijwel alle wa ter eraan ontbreekt. Dit euvel heb ik in bijna geheel Australië kunnen vast stellen: men moet op kunstmatige wijze water aanvoeren, hetgeen ontzag lijke sommen gelds vraagt. QL1NTONVALE is een vlek in de buurt van het hart van Darling Downs. Daar trof ik mevr uw Van Straten uit Den Helder, schoondochter van de bollenkweker Van Straten uit Breezand. I" echtpaar leeft er met het dochtertje Coby op een grote boer derij, waaromheen 240 acres grond. Ze hebben het goed. Zij hadden het geluk al op de uitreis te vernemen, waar ze terecht zouden komen. Dat gebeurt lang niet met iedereen. Van Straten zelf werkt precies van zonsopgang tot zonsondergang. Hij heeft grote plannen, want hij heeft juist een stukje grond losgekre gen, waarop hij gaat proberen wat met „bollen" te doen- „De eerste zen ding uit Noordholland zal nu wel on derweg zijn zegt hij. Maar intussen w(jst hij op het vee, dat tussen de tarwe graast, omdat het toch niet is opgekomen en de beesten anders niet te eten hebben Een land met geweldige mogelijk heden, maar met ontzettende hinder palen. Van Straten is een man, die ze wel zal nemen. Maar hoeveel zijn er zoals hij? £)E HEER FEENSTRA uit Friesland werkt op een nog groter boeren bedrijf van de familie Lyne. Vijfhon derd acres bouwland en weiden. Voor zien van de modernste technische hulp middelen. Mevrouw Lyne en het doch tertje Anne fokken voor haar genoe gen Arabieren. Ze zijn niettemin in Australië beroemd geworden. De emigratie-ambtenaar in Queens land is een echte Tukker.. Hij stu deerde in Groningen, ging naar Au stralië, werkte als „drover" op een boerderij dat is als Australische cowboy houdt als geen ander van het land en wil niets liever dan het helemaal met goede Nederlandse boe ren volzetten. Hij noemt zich handels reiziger in emigratiegedachten, in grond en in emigranten. Dat klinkt nogal hard. En het doet Nederlandse oren pijn! Om die twee boerderijen te zien hebben we gereden van Amsterdam naar Parijs. Ik heb de hele dag niets anders dan onnoemelijk veel stof ge roken en bij wolken tegelijk naar bin nen gekregen. De zon brandde on barmhartig en de koeien konden el- kaars ribben tellen. een werelddeel in zes weken te „doen". Je hebt eigen lijk een jaar per staat nodig. Honderd jaar geleden was daar nog helemaal niets. Het domein van de inboorlingen. Allan Cunningham drong in 1827 in de Little Liverpool Range door en hij ontdekte tussen de Mount Cordeaux en de Mount Spicer de pas> die nu naar de vruchtbare vlakten van de Darling Downs voert. Er staat op die pas een zeer eenvoudig gedenkteken van ruwe steen. Zoals zoveel eenvoudig en ruw is in Australië. Maar boven op die bergen hoor je de wind fluiten, daar zingen de vogels en kruipen de slangen en als je geluk hebt kun je er de bekende Australische die renwereld in het wild bewonderen. Maar het zat me ook nu niet bepaald mee. DIT LAND toch niet heeft is die rijke, ook voor de leek opval lende vruchtbaarheid van de Neder landse bodem, in welk jaargetijde dan ook: wanneer in de lente de gewassen te rijpen staan en het gras zo door zichtig groen lijkt; in de zomer, wan neer de tijd van de wasdom is geko men in de herfst, wanneer een gou den gloed van een late zon over de velden ligt. Hier is het stof en droogte. De mens hunkert na een paar mijl naar ren koele dronk, maar je vindt zelfs geen verfrissing in Allora, Wyreema of in Toowoomba, waar de milkshakes toch minstens even goed- zijn als in Bris bane zelf. Toch is Queensland een rijke staat. Wij moeten namelijk niet vergeten, dat geheel Australië eigenlijk nog in de kinderschoenen staat. De wegen, waarlangs mijn auto zich een weg moest banen, waren niet meer dan veesporen in een oneindig land..,, IE RIJDT TERUG naar Brisbane. De avond is allang bijna zonder sche mering gevallen en het is bepaald warm. Af en toe passeert er een auto. Lichtjes van onbekende huizen in de verte zijn er nooit. Het land is leeg. De chauffeur vertelt over de laatste moordzaak en over de paarderennen om de Melbourne-Cup, die net die dag in Melbourne zijn gehouden en waar voor we een dodenrit maken, omdat een goede Australiër de uitzending van zulk een race nimmer zal willen mis sen. De chauffeur had natuurlijk ver loren. Dan vertel je wat over Europa, na dat de chauffeur gevraagd heeft, waar Nederland eigenlijkt op lijkt. Leg dat nu eens uit aan een Australiër, die zoveel ruimte heeft, dat hij erin ver drinkt.. „The Dutchman as migrant is doing very well", zegt hij beleefd. Dat zal wel, denken wij. Maar wij voegen eraan toe, dat deze Nederlander over een enorm aanpassingsvermogen moet beschikken om dit harde leven op het land, temidden van keiharde mensen, te kunnen lelden. (Speciale correspondentie). FEN KLEIN BERICHT in de wereldpers: - De 21-jarige Zweedse sportvlieger, Lars Ove Göransson, is met zijn vliegtuig bij Damascus verongelukt. Ook zijn vriend, de Lettische vluch teling Fritz Conrad, kwam om het leven. - Met dit noodlottige ongeval heeft een dramatisch leven een dramatisch einde gekregen. Het korte leven van Lars Ove be stond uit een serie avonturen, bij uitstek geschikt voor een jongensboek of een film. LARS OVE is altijd een waaghals geweest. Toen hij nauwelijks achttien was, begon zijn vliegers- bloed zo te koken, dat hij in de zomervacantie naar Engeland ging om een toestel te kopen. Hij kocht een oud militair schooltoestel voor 3000 kronen. Met dit „karretje" begon hij de terugreis via Frankrijk. Ergens tus sen Londen en Parijs moest hij, we gens benzinegebrek, een noodlanding maken. Eenmaal weer in de lucht kwam hij bijna in botsing met de Eiffeltoren. Alles zou verder goed zijn afge lopen, als hij niet boven Denemar ken in een vliegende sneeuwstorm was geraakt, die hem weer naar een stukje grond voor een noodlanding deed uitkijken. Wonder boven won der kwam hij ongedeerd op een akker in Langeland terecht. De des kundigen die spoedig ter plaatse waren, vonden het een kras staaltje, maar ze keken zeer bedenkelijk, toen ze van Lars Ove's Franse avon tuur hoorden. Terwijl de machine werd gerepareerd, was Lars de ere gast van een Deense boer. Nog geen week later, op het laat ste traject, werd het toestel een onherkenbaar wrak. De derde nood landing. waarbij Lars aan de dood ontsnupie. vond plaats op het Zweed se vliegveld bij Eslöv. LARS OVE heeft verschillende vliegtuigen gehad, die allemaal kapot zijn gegaan. Ik verkoop al les voor een vliegtuig, zei hij eens. Op zekere dag vloog hij een inge nieur, die zijn SAS-toestel had ge mist, naar Zwitserland. Weer een serie noodlandingen, on der andere op een Amerikaans vlieg terrein voor straaljagers. Ze wer den, met machinepistolen in de rug, naar de commandant gebracht. Toen een en ander opgehelderd was, mochten ze verder reizen. In Zwit serland aangekomen en nadat hij de ingenieur netjes had afgeleverd, be sloot Lars Ove even naar het Ita liaanse voetbal te gaan kijken. Wel iswaar lagen de Alpen ertussen, maar dat was geen bezwaar. Boven dien was hij nu alleen. Het werd een gevaarlijke tocht door de dalen, met hoge bergen aan beide zijden, maar het doel werd bereikt. Op de terugtocht was het weer tijd vpor een noodlanding, liefst maar in de Alpen. Hij vond een bergweide en slaagde erin zijn toe stel aan de grond te zetten. Hij ver gat de plaatselijke autoriteiten in te lichten, zodat er enige tijd naar de „zoekgeraakte piloot'' werd gezocht. BIJ ZIJN ouderlijk huis (hij was de schrik van de buurt en de daken, waarover hij vaak heenscheerde) had Lars zijn eigen kleine particu liere vliegveldje. Hij woonde in het plaatsje Vintne in de provincie Skane. De experts waren algemeen van oordeel, dat Lars Ove een goed vlie ger was, hoewel een waaghals. Zijn grootste teleurstelling is geweest, dat hij werd afgekeurd voor de luchtmacht, naar men zegt „omdat men daar geen onnodige risico's wilde nemen." Lars Ove heeft, tussen de vlieg bedrijven door, ook nog een arm moeten missen. Hij heeft onlangs een motorongeluk gehad. Na de am putatie van een arm werd zijn Zweedse vliegcertificaat ingetrok ken. Hij ging toen op een Engels brevet vliegen. In Engeland z;jn de bepalingen namelijk niet zo streng als in Zweden. Zijn stuurinrichting werd speciaal voor één hand ge schikt gemaakt. Een half jaar geleden kocht Lars Ove een oud Klemm-vliegtuig. Daar mee ondernam hij de luchtreis, die hem noodlottig is geworden. De tocht ging van Engeland naar Frankrijk en Spanje, en vandaar langs de Noord- afrikaanse kust en Egypte naar Da mascus. In de omgeving van deze oude stad stortte Lars Ove naar beneden. Dit was het even tragische als drama tische einde van de vliegende school jongen. I I I I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 13