Vrome abt uit Granada liet
zijn hart spreken
Een amateur nam wetenschap
veertig jaar bij de neus
Vandaag feest van verzoening
r
(TT
Oorspronkelijk
een plaag- en
snoepfeest
EEN VOLK ZUCHTTE IN VERDRUKKING
Een mensenschedel met
een apenkaak
Een St Nicolaas
legende
Weldoener
Verborgen doel
Geluk
Vijf December
Vol verwachting
hy
Het roemloos einde van de Dageraadsmens
Piltdownmens was van
middelbare leeftijd
n
Strijd tegen heidens
gebruik was vergeefs
ZATERDAG 5 DECEMBER 1953
TEN TIJDE van de roemvolle
regeringsperiode van koning Phi
lips de Tweede, die Spanje door
zijn vele oorlogen en vervolgingen
bracht lot de. verarmde staat, waar.
in het nu verkeert, stond in de
oude Morenstad Granada een kloos
ter, dat toebehoorde aan de orde
der Dominicanen, De abt, een
zekere Nicolaas, stammend uit een
der aanzienlijkste adellijke geslach
ten, was een man van rijzige ge
stalte, met een eerbiedwaardig ge
laat, omgeven door een golvende
witte baard, waarin zijn neus en
wangen schuil gingen, maar die de
ogen vrijliet, al zaten deze enigszins
verborgen achter de zware wenk-
brautven.
Hij was een vroom, wijs en goed
mens geworden in de jaren, dat hij
leefde in het klooster te Granada.
UIJ had de hoogmoedige trots af
gelegd, die de Spaanse adel eigen
is en ging minzaam om met de
handwerkslieden in de straat. Leerde
hen kennen in hun simpele vreug
den en al hun razende hartstochten.
Hij zag hun bittere armoede als
contrast tegen de overdaad en er
voer hoe allen gebukt gingen onder
drukkende belastingen.
Hij las een geschrift over de op
stand in het Noorden en hij begon
zich te interesseren voor de koppige
Hollanders, die de machtige koning
weerstonden. Hij dacht na over dit
vrije volk en zag hun handelssche
pen zeilen. Zelfs reisde hij naar Lis
sabon om persoonlijk te spreken met
de vermetele kooplieden, die onder
vreemde vlag deze haven aandeden
om kostbare specerijen te bemach
tigen.
Hij begon sympathie te voelen met
elk volk, dat in verdrukking leefde
en probeerde goed te doen, waar hij
vermocht. Hij deelde voedsel en geld
rond aan de armen der stad en gaf
bedelaars te eten aan zijn poort.
Rond zijn hoofd weefde zich een
aureool van heiligheid en zijn mond
kon alleen maar vriendelijke dingen
zeggen en zijn handen deelden kwis
tig rond eii de kinderen jubelden
waar hij verscheen. Hij kon 't niet
meer eens zijn met de politiek van
Philips en had hevige disputen daar-
over.
EENS redde hij een Moor het leven,
die sidderend voor zijn voeten
viel en achtervolgd werd door de
soldaten van de galei, waarvan hij
ontsnapt was. En ze durfden hem
niet naderen of eisen dat de abt de
slaaf zou laten gaan, want zijn macht
was groot en de soldaten vreesden
het volk, wanneer zy de abt zouden
krenken.
Hij hoorde van de onderdrukking
in de Republiek, las van de belas
tingen, die er geheven werden en de
wrede daden door Alva aan het volk
bedreven. En toen, terwijl de zaak
der opstandelingen slechter stond
dan ooit: Willem van Oranje was
vermoord en de troepen van Parma
maakten steeds meer veroveringen,
vatte hij het plan op, iets goed te
maken van wat Spanje misdeed aan
dit vrije volk.
Hij voelde zich mede verantwoor
delijk en wilde een deel delgen van
de schuld, door elke Spanjaard op
zich geladen. Hij rustte een schip
uit, een grote galjoen, volgepakt
met geschenken voor de kinderen in
het land, die nog niet wisten wat
vijandschap was en hem argeloos
zouden ontvangen. Argelozer dan de
ouderen, die misschien in hem een
spion zouden zien, gestuurd door
Philips, om het moreel te onder
mijnen en twist en tweedracht te
zaaien in de harten der Nederlan
ders.
HIJ wist, dat hij zich de haat en
ongenade op de hals zou halen
van Philips en gehangen worden als
een verrader, ondanks het kleed, dat
hij droeg, als het plan uitlekte. Maar
dé bemanning van het schip bestond
uit toegewijde dienaren en ze wisten
niet beter of het reisdoel was Me
xico, waar hij zou gaan prediken
onder de Indianen, die lang het ware
geloof hadden moeten ontberen en
de geschenken waren voor de be
keerlingen. Ook de Moor, die hij ge
red had, nam hij mee op het schip,
daar deze een verknocht dienaar was
geworden, die nooit van zijn zijde
week en bovendien niet veilig was in
het klooster, wanneer de abt op reis
was.
De gehele bevolking stond aan de
kade en deed haar weldoener uitge
leide en zag zich nu ggheel overge
laten aan een wrede willekeur.
Vlak voor het vertrek bracht een
speciale koerier een brief met het
zegel van Philips, die hem zegen
toewenste bij zijn moeilijke taak,
maar tussen de regels las de Bis
schop de blijdschap, bevrijd te zijn
van een lastige tegenstander.
HET SCHIP ging onder zeil en
koerste naar het Westen, maar
buiten de Straat van Gibraltar liet
Nicolaas koers zetten naar het Noor
den en vertrouwde op het geluk niet
in handen te vallen van de Engel
sen. Of nog erger, in die van de
woeste Watergeuzen, die elke Span
jaard haatten.
De lading zou verbeurd worden
verklaard, de galjoen opgebracht
naar een van hun vluehthaverls en
de opvarenden overboord gezet. De
stuurman wist hen echter handig te
En elke vijfde December was er
het hernieuwde gebeuren van
de komst van de bisschop. En
tot in de verste delen, welke het
meest hadden geleden onder de
Spaanse terreur keken de klei
nen reikhalzend uit naar het
feest en zetten vol verwachting
hun schoen
omzeilen. Het scheepsvolk werd door
een panische schrik bevangen, toen
plotseling schepen opdoemden uit de
mist op het Kanaal. Er ging een
zucht van verlichting op toen 't een
Spaans eskader van Parma bleek te
zijn, dat zij rakelings voorbijvoeren.
Zij zeilden de Zuiderzee binnen on
der Hollandse vlag en ankerden op
het Y, dienden zich aan bij de magi
straat, die zetelde op het Damrak.
Wantrouwend werden de vreemde
bezoekers ontvangen en toen de
vroedschap het doel hoorde van hun
bezoek, fronsten allen ongelovig de
wenkbrauwen en dachten aan een
nieuwe list. Maar de Bisschop wist
hen tenslotte te overtuigen en kreeg
een logement toegewezen, waar hij
met zijn dienaren zijn intrek nam,
nagestaard door de verwonderde be
volking, die een hoge gezant in hem
zag en begon te mompelen over een
ophanden zijnde vrede.
MEN schreef 5 December en in de
avond trok St. Nicolaas met Pe-
dro, de Moor, beladen met geschen
ken de stad in, bezocht de huizen
der armsten en deelde rond met
kwistige hand, nagestaard door de
verwonderde gezichten der ouders
en bedankt met juichkreten van ge
luk geslaakt door verrukte kinde
ren, wanneer zij een lang gehun
kerde wens op wonderlijke wijze
vervuld zagen, in de straten waar zij
door trokken, regende het peper
noten en overal waar zij kwamen,
lieten zij blijdschap achter en vreug
de en het gelaat van St. Nicolaas
werd al milder en milder en zijn
hart begon van vreugde te kloppen
als van een onstuimige jongeling,
die zijn geliefde aanspreekt. Hoe
meer hij gaf, hoe blijder hij zich
ging voelen en Pedro grijnsde zijn
breedste grijns en lachte al zijn
blinkende tanden bloot. En later toen
de Sint weer vertrokken was en nie
mand wist waarheen, het vreemde
schip, plotseling verdwenen was uit de
haven en niemand die 't onder zeil
zag gaan bleef het verhaal leven
van een heilige, gezeten op een grote
appelschimmel, gekleed in lang rood
gewaad, een kleurige mijter op zijn
grijze hoofd, een golvende witte
baard en een lange bisschopsstaf in
zijn hand, vergezeld van een pik
zwarte dienaar, die een geweldige
zak torste met allerhande geschen
ken, waaruit rijkelijk gedeeld werd.
EN elke 5e December was er het
hernieuwde gebeuren van de
komst van de bisschop. En tot in de
verste delen van het land, die 't
meest hadden geleden onder de
Spaanse terreur keken de kinderen
reikhalzend uit naar dit feest en zet
ten vol verwachting hun schoen
onder de schoorsteen in de hoop
morgen een geschenk te vinden of
een heleboel lekkers.
Elk jaar, door de eeuwen heen,
loste St. Nicolaas op de 5e Decem
ber een gedeelte af van de schuld
die het Spaanse volk had aan de
Nederlanders en hij voelde zich
wonderlijk tevreden én merkte niet
dat hij ouder was geworden, als hij
weer terugkeerde in zijn klooster te
Granada.
V 'Ti-
Jn de oude Moorse stad Granada leefde de abt Nicolaas als een heilige; hij
deelde voedsel en geld rond aan de armen der stad en gaf bedelaars te eten
aan zijn poort. Eens rustte hij een schip uit, een groot galjoen, volgepakt
met geschenken voor de Kinderen van een land, dat het zijne vijandig was....
yELE MENSEN, overal ter wereld, zullen bij het lezen van het bericht, dat een amateur-oud
heidkundige de wetenschappelijke wereld veertig jaar lang bij de neus heeft gehad, een gevoel
van leedvermaak niet hebben kunnen onderdrukken. Stel je voor, al die tijd werd een mensen
schedel van naar schatting 500.000 jaar oud, als een kostbare schat in het voorname Britse Mu
seum te Londen bewaard.
£)eze SCHEDEL werd in
1911 door Charles Daw-
son te Piltdown in het En
gelse graafschap Sussex
gevonden en de mens aan
wie de schedel zou hebben
toebehoord kreeg de we
tenschappelijke naam Pilt-
down-mens. De vinder kreeg
na zijn dood een stand
beeld, want men was al-
lerwege van mening, dat
hij het probleem van de
afstamming van de mens
dichter bij een oplossing
had gebracht. Niets was
echter minder waar en hoe
vreemd het ook moge klin
ken, diezelfde bij de neus
genomen wetenschap is
eigenlijk blij, dat thans
door moderne onderzoek
methoden is komen vast te
staan, dat de schedel nau
welijks 50 jaar oud kan
zijn en de onderkaak van
een moderne mensaap
stamt. Men heeft met de
merkwaardige schedel nl.
al die veertig jaar eigen
lijk wat in de maag geze
ten. Hij was niet in de be
staande schema's onder te
brengen en dus werd hij
apart gezet en kreeg een
speciale naam, de Eoan-
thropus of Dageraadsmens.
Want dat men met een
mensenschedel had te doen
stond voor de geleerden die
na de sensationele vondst
in grote getale naar Pilt
down stroomden, wel vast.
Maar die aapachtige onder
kaak was toch wel iets heel
bijzonders.
Van het begin af heeft
men dus het gevoel gehad
dat er iets scheef zat en de
recente ontknoping, dat
men met een buitengewoon
knappe vervalsing heeft te
doen, is eigenlijk een wel
kome blamage.
UET BERICHT heeft tevens het
voordeel gehad, dat het de aan
dacht vestigde op een betrekkelijk
jonge, maar daarom niet minder be
langrijke wetenschap, de palaeonto-
logie. De studie van de fossielen,
van versteningen van dieren, plan
ten en mensen, die in de oertijd heb
ben geleefd. Wat dieren en planten
betreft heeft men door geduldige
en ingespannen studie al heel wat
vorderingen gemaakt. Zo heeft men
van bepaalde thans levende dieren,
om het bekendste te noemen: het
paard, een vrij nauwkeurige stam
boom kunnen opstellen. En ook in
middels uitgestorven plant- en dier
soorten heeft men aan een grondig
onderzoek kunnen onderwerpen.
Veel is hierdoor bekend geworden
over de oudste geschiedenis der
Aarde.
Helaas blijkt echter het object,
waar wij de meeste belangstelling
voor hebben, de mens, zich aan een
dergelijk onderzoek te onttrekken.
Het aantal vondsten van fossiele
mensen en merkwaardigerwijze ook
van mensapen, is heel schaars. Niet
temin wordt ook deze tak van de
palaeontologie met groot geduld en
volharding beoefend en misschien
zal men eens bereiken, dat men ook
van de mens een enigszins volledige
stamboom zal kunnen opstellen.
Hoe het begon
DE GROTE STOOT tot de belang
rijkste tak van deze wetenschap
werd in 1891 gegeven door onze
landgenoot Dubois. Deze vond op
Java de fossiele resten van een
schedeldak, een linker dijbeen, enke
le kiezen en fragmenten van ncus-
beenderen.'Ook werd een stuk onder
kaak gevonden. Aan het dijbeen kon
worden nagegaan, dat men met een
rechtopgaand wezen had te doen, uit
kiezen en schedeldak kon worden
afgeleid hoe ongeveer de levenswijze
en de intelligentie van deze voor
ouder moet zijn geweest. De vondst
kreeg dè naam Pithecantropus Erec-
tus, de rechtopgaande aapmens, ook
wel Java-mens.
Een andere landgenoot, die zich
een wereldnaam heeft verworven,
prof. Von Koenigswald, hoogleraar,
te Utrecht, deed kort voor de oorlog
op Java vondsten van een veel
zwaarder soort mens. De Pithecantro
pus Robustus deed zijn intrede. Een
kaakfragment werd toegeschreven
aan de Meganthropus, enkele kiezen
aan de Gigantopithecus. De bekende
moderne mens chimpansE gorilla orang oetan gibbon
RECENT
Q-—
HEIDELBF.RG
kaak u
Enkele der belangrijkste tot nog toe gedane vondsten, ondergebracht in een
schema van Coon en Duprec. Zoats men ziet is de Piltdown-mens reeds
afzonderlijk ondergebracht.
anthropoloog prof. Weidenreich be
schouwt de laatste drie als resp
voorouders van de Pithecantropus
Erectus. De bekendste: in. Australië
de Australopithecus, in Afrika de
Zwartkransmens, in Duitsland de
Heidelbergkaak en de bekendste
vondsten, die van de Neanderdaler
reeds in 1829 en veelvuldiger in
1856, de Sinanthropus of Peking-
mens in China in 1827 en nog vele
malen daarna, tot in onze tijd toe.
In Zuid-Frankrijk werd in 1868 de
Cro-Magnonmens gevonden, die nog
vele malen daarna werd aangetrof
fen, waarbij de vondsten zich naar
het Noorden verplaatsten, over Bel
gië tot in ons land, waar bij Henge
lo in 1935 vondsten werden gedaan.
Recente ontdekkingen
0OK thans worden regelmatig vond
sten gedaan, waarbij moderne
methoden grote diensten bewijzen.
Niet alleen bij het bepalen van de
vermoedelijke ouderdom, maar ook
bij het graven zelf, dat met eigenlijk
graven vaak weinig van doen heeft,
doch neerkomt op een zeer zorgvul
dig afpellen van bepaalde aardlagen,
teneinde de zeer tere fragmenten zo
volledig mogelijk in handen te krij
gen. Steeds hoopt men de oudste
menselijke fossiel te hebben ont
dekt. Zo werd in 1947 een opzien
barende vondst in Frankrijk bekend
gemaakt, die echter later minder
bijzonder bleek dan aanvankelijk
werd aangenomen. In 1951 maakten
Amerikaanse geleerden, Coon en
Dupree, melding van een vondst in
Iran, waar intensief wordt gegraven,
Zij noemden deze vondt ae Hotu-
mens, omdat wanneer de inlandse
werklieden ho riepen, uit de grot de
echo tu terug kwam. De vondst zou
op eenzelfde hoogte staan als de
Neanderdaler de in Frankrijk ge
vonden Mount-Carmelmens en de
thans afgevallen Piltdown-mens, die
allen als onmiddellijke voorouders
van de thans levende mens worden
beschouwd.
Lang niet altijd zijn de geleerden
het met elkaar eens en er ontbrandt
nogal eens een pennestrijd over de
waarde van bepaalde vondsten en de
betekenis die men eraan toekent
Over het algemeen neemt men thans
evenwel drie ontwikkelingstrappen
aan.
1. de anthropus, waartoe pithe
cantropus en sinantropus behoren.
2. de homo primigenius met als
bekendste de Neanderdaler.
3. de homo sapiens, de onmiddel
lijke stamvaders van de tegenwoor
dige mens.
Detective-arbeid
HET WERK van de palaeontolöog
is vaak een ware detective-arbeid.
Zo vond Von Koeningswald in 1935
in Hongkong by enige apotheken
drie kiezen van ongewone afmetin
gen. Men neemt aan met een der
oudste vondsten te doen te hebben
en zij werden bekend onder de naam
Gigantopithecus. De meeste vondsten
van Von Koenigswald werden bestu
deerd in het Natuur-Historisch Mu
seum te New York. In 1942 werd
de geleerde op Java door dé Japan
ners krijgsgevangene gemaakt. Hij
wist evenwel z'n zeer kostbare col
lectie te redden, dank zij de hulp
van geïnterneerden uit neutrale
landen. Zo werden de drie kostbare
reuzenkiezen opgeborgen in een
melkfles van een Zweedse vriend.
Slechts een schedel van een Nean
derdaler werd door de Japanners
aan de keizer cadeau gegeven. Na de
oorlog kon Von Koenigswald zijn
zeldzaamheden in veiligheid bren
gen.
JN VROEGER TIJDEN werd het
St. Nicolaasfeest op een enigs
zins andere wijze gevierd dan
tegenwoordig. Heden ten dage
schenkt men elkaar dikwijls
nuttige en mooie cadeaux, vroe
ger was dit echter niet het ge
val. Het St. Nicolaasfeest is ont
staan uit een mengeling van hei
dense en christelijke gebruiken,
aangevuld met sommige origi
nele fantasie-ideeën.
Veel is er in overgebleven van
de oude offerfeesten, die vroe
ger bij de Germanen in gebruik
waren. Het schenken van specu
laas- en taaipoppen is hier nog
een overblijfsel van, die herin
neren aan de oude offerkoeken.
Dat uit deze mengelmoes van
oude gebruiken moeilijkheden
moesten voortkomen, viel te ver
wachten.
Zo vaardigde de stad Delft in 1600
een keur uit, die in 1607 werd ver
nieuwd, waarbij het verboden werd,
„op den 5den December, 'twelck ge-
naemt wordt Nicolaasavondt, cramen
op het marktveld op te slaan, in welcke
cramen vercoft worden verscheyden
goederen, die men den kleynen kinde
ren dyets maeckt, dat denzelfden Ni-
colaes henlyden geeft, 'twelck eene
saecke is nuet alleen strijdend ende
teghens alle goede orde ende politye
maer oock de luyden affleydende van
de ware Godesdyenst ende streckende
tot waengelooff, superstitie ende afgo~
derijedewelcke in een gepolitierde
christelicke gereformeerde stadt nyet
en behoort getolereert te werden."
HIER BLEEF het niet bij en in
1622 volgde Arnhem met een ver
bod tot het bakken van sinterklaas-
koeken. welke beschouwd werden
als offerkoeken, een overblyfsel van
het heidendom.
In 1657 nam Amsterdam krasse
maatregelen. De heren van het ge
recht gingen er toe over, de sinter-
klaaskramen op de Vijgendam door
haar dienaren omver te laten wer
pen. Alles om het heidense element
in het Sint-Nicolaasfeest de kop
in te drukken. Het heeft echter
weinig mogen baten en tegenwoor
dig is er bijna niemand meer, die
hier nog aan denkt.
Zoals ook blijkt uit de offerkoe
ken, was het Sïnt-Nicolaasfeest oor
spronkelijk een smulfeest. Tot voor
kort is dat nog steeds zo geweest.
Men schonk elkaar allerlei lekkers
en de voorbereidingen hiertoe waren
soms nog feestelijker dan het feest
zelf.
In het bijzonder in de zeventiende
eeuw wist men van het Sint-Nico
laasfeest een gebeurtenis met een
eigen karakter te maken.
Zo kennen wij uit die tijd het zo
genaamde verguldavondje, dat was
de avond vóór het feest, wanneer
de „claeskoeken" bij de bakker uit
de oven kwamen. Op die avond
verschenen alle „buurvrijers en
-vrijsters" ten huize van de bakker,
om te helpen bij het vergulden. De
koeken werden dan in prachtige fi
guren bestoken met amandelen en
opgesierd met verguldsel en goud
papier, dat op de koeken werd ge
plakt.
Dit was voor de jongelui ,,het
feest". Zij zaten daar gezellig bij
een, jongens en meisjes, en er werd
gesnoept en gesmuld naar hartelust,
terwijl er in veel gevallen ook nog
iets bij gedronken werd en aan het
einde een dansje werd gemaakt. Dit
was een jaarlijks feest, waarbij men
met elkaar in contact kwam en
waar dikwijls een blijvende kennis
making uit voortvloeide.
Het kwam echter ook wel eens
tot bandeloosheid en ongemanierd
heid, waardoor sommige mensen
zich genoodzaakt zagen, hun kinde
ren te verbieden bij een bepaalde
bakker te gaan vergulden. Onder
het werk zong men dikwijls lied
jes en vele van die liedjes waren
soms de oorzaak van een zekere
ongemanierdheid.
DE VOLGENDE DAG werd het
grote feest van Sint Nicolaas
gevierd en kwamen de geschenken
los. Voor het grootste deel was het
een feest voor de jeugd, waarbij de
geschenken uit snoepgoed bestonden,
maar ook de oudjes werden niet
vergeten. Zij, die in een tehuis voor
oude lieden hun levensavond door
brachten, werden bedacht met extra
smakelyk toebereid „wittebroodsop"
of „sprenckvleys met jeus".
Oude vrijers of vrijsters werden
bedacht met de bekende speculaas-,
koek- of taaivrijer en de bijgesloten
rijmpjes spraken in hun korte zin
nen soms boekdelen.
Zo was het oude Sint-Nicolaas
feest hoofdzakelijk een snoep- en
plaegfeest, met een geheel eigen
karakter, waarvan helaas in de te
genwoordige tyd weinig is overge-
Wie weet nu nog wat de achter
grond van dc vrijer en het suiker
hart is? Men geeft zoiets zuiver voor
de lekkernij, terwijl de voorstelling
weinig ter zake doet. In vroeger
tijden was dit anders en schonk men
iemand een koek of suikcrvoorstel-
ling met een bepaalde bedoeling,
waarbij hetrijmpje eén en ander
nader toelichtte.
Er is helaas veel van de oude luis
ter en sfeer van hét Sint-Nicolaas
feest verloren gegaan, waardoor het
volkomen vervlakt is, iets, dat wii
in deze tyd kunnen verwachten.