HET LEVEN ONDER EN VAN DE ZEE
Het gezicht van Azië verandert
Vreedzaam UNO-leger vecht tegen malaria
Met een aqualong en een zwembroekje naar
de bodem van de oceaan
Centraal Archief geeft advies
inzake collecten
Niet de druk van het water maar stikstof
vormt grootste gevaar voor duikers
H
G
Avonturiers en pioniers der ivetenschap
Schatten
Gevaar: stikstof
Plankton
Vertrouwenspositie werd
langzaam verworven
»I 1936 waadde ik op een Zondagmorgen dicht bij Toulon de Middellandse Zee in en keek voor
et eerst door mijn Fernezbril naar de wereld onder de zeespiegel. Voor mij was de zee toen nog uit-
s uitend een obstakel, waar mijn ogen van gingen branden. Ik was stomverbaasd over wat ik daar op
at ondiepe kiezelstrand zag, rotsblokken bedekt met bossen groen, bruin en zilverachtig wier en mij vol-
tomen onbekende vissen, die daar in het kristalheldere water dooreen zwommen. Ik stond op om adem te
halen en zag een trolleybus, mensen en straatlantaarns. Ik stak mijn hoofd weer onder water en met een
laatste buiging verdiveen de beschaving weer. Ik was in een wildernis zoals degenen die aan de on
doorschijnende oppervlakte blijven drijven, nog nimmer hebben aanschouwd. Soms zijn we gelukkig
genoeg te weten, dat onze levens zijn veranderd, dat we het oude kunnen afdanken en het nieuwe
dankbaar aanvaarden, spoorslags een onveranderlijke koers inslaande. Wat mij betreft gebeurde dat op die
zomerse Zondag, toen mijn ogen open gingen voor de schoonheid van de stille wereld onder ivater."
DIT schrijft Jacques-Yves Cous
teau in zijn boek „De Zwijgende
Wereld".*). Een jaar of tien ge
leden hebben zijn duikers-activi
teiten vastere vorm aangenomen,
toen hij samen met een Parijse
ingenieur de aqualong con
strueerde en zijn vrienden Phi-
lipe Tailliez en Fredéric Dumas
ontdekte. Met de aqualong een
serie cylinders met samengeper
ste lucht met een automatische
ademhalingsregelaar een
zwembroekje aan, een rubber
masker voor en zwemvinnen aan
de voeten, zijn deze avontuur
lijke heren sindsdien honderden
malen afgedaald in de Middel
landse Zee, de Rode Zee en de
Atlantische Oceaan. Ze begonnen
met te jagen op vissen die
zich wonderlijk snel instelden op
hun nieuwe vijand en bij wijze
van veiligheidsmaatregel na een
paar dagen als bij afspraak juist
ver genoeg weg bleven om voor
de harpoenen en speren veilig te
zijn.
Later hebben ze wereldrecords
gevestigd een afdaling tot 396
voet, alleen met een aqualong in
een zwembroekje! het afwer
pen van dieptebommen uit duik
boten gefilmd met een van
hen als gids zittende op de punt
van zo'n schip, terwijl dit onder
dook en onder water voer!
mijnenvelden opgeruimd, onder
zeegrotten geïnspecteerd, het
leven van de vissen bestudeerd
en onderzoekingen gedaan in
vergane schepen.
De beschrijvingen van het le
ven onder de zeespiegel, temid
den van spelonken en grillige
gesteenten, als lotgenoten van
bruinvissen zouden ze ver
stand hebben? haaien, walvis
sen en roggen zijn fascinerend.
Men leert meer over de gedra
gingen van de vissen, dan uit
welk studieboek ook en men
raakt onder de indruk van de
merkwaardige problemen uit
deze wonderlijke zwijgende we
reld.
SPANNEND zijn de verhalen over
de talloze visite's, die de duikers
brachten op de spookachtige wrak^
kpn onder de zee. Of ze scnauen
vonden zoals in de avontuurlijke
jongensboeken? Ja, een compleet mu
seum zelfs, in de vorm van een schip
vol kunstschatten, dat in de laatste
*euw voor Christus moet zijn veron
gelukt.
Een „echte" schat vond overigens
die andere meneer, die alleen met
een paar vlindernetjes en een hulpje
een contract sloot voor berg ng
van een heel schip met een lading
cacaobonen. Hij sneed de zakken in
fö roim ópen (het wrak lag vlak
onder de zeespiegel, zodat hij maar
heel korte duiken hoefde te nemen),
de bonen kwamen bovendnjven en
met het vlindernetje het hulpje
op. Opbrengst: bijna ƒ100.000.—.
TTpt duiken is een gevaarlijk werk-
je vooral als men de groterediepten
nrbnpkt wat zo verleidelijk is, ais
^Ppn eerst tot veertig meter gaat.
np «ebrifver ondervond dat, toen een
van zijn makkers levenloos boven-
zeTfarterenauwernoodr'ontsnapte, 'toen
ÊSrffibIKinidelmWgf
S&AnüTSJSS. A zee.
Dr Bombard maakte zijn vlot gert
bewoners, hoewel de haaien soms t stond onder dieptedruk en de car-
verdraaid lastig kunnen zijn; en bondioxide-belletjes bleven in de
merkwaardig genoeg ook niet in de oplossing. Toen de vroede vaderen
grote druk onder water, want het wrsrhP-
menselijk lichaam blijkt, vooral
naakt, tegen een enorme druk be
stand.
TIET GEVAAR van het duiken zit
ergens anders: op grote diepten
kan de uitgeademde stikstof niet
weg, waardoor die na enige tijd in
het bloed en het kraakbeen oplost.
Valt de druk weg, dan gaat die stik
stof bruisen (zoals bij champagne,
als een druk wegvalt door het ope-
nen van de fles). Dit bruisen kan
noodlottige gevolgen hebben: onmid
dellijk intreden van de dood of mis
vorming van ledematen, hetgeen de
door duikers zo gevreesde caisson
ziekte is. Door een ingenieus systeem
van decompressie (het langzamer
hand verminderen van de druk) kan
men deze noodlottige gevolgen voor
komen. Men kan op grotere diepten
ook onder een soort stikstof-narcose
raken, een vreemde dronkenschap,
waartegen geen mens bestand is, en
die de mens berooft van „alle in
stincten van het leven" en hem in
een zorgeloze, opgewekte dromerige
toestand brengt, zodat hij „een vis
die naar lucht hapt zijn luchttoe
voer zou aanbieden". Deze zorgeloze
dronkenschap het is dronken
schap, alleen er volgt nooit een „ka
ter" op noemt Cousteau „het ge
volg van een gasaanval op het
zenuwstelsel".
Met dit merkwaardige duikerspro
bleem maakte eens een gezelschap
autoriteiten kennis, dat ter gelegen
heid van het tot stand brengen van
een verbinding tussen twee tunnels
„naar beneden" ging.
„De heren dronken champagne,
maar waren teleurgesteld, omdat die
zo volkomen dood smaakte. De wijn
Bescherm Uw au
EIS DIT MERK
Zorg dat Uw auto niet van het winterweer heeft
te lijden. Bescherm lak- en chroomwerk tegen
alle weersinvloeden. Dat spaart Uw kostbare
auto. Niet Iedere auto kan op dezelfde wijze
worden behandeld. VALMA heeft echter
voor elke auto het juiste onderhouds
middel. Vraag Uw garagehouder.
POLISHES-CLEANERS-WAXES.
V 1 21
(Advertentie, ing. Med.)
ij iUOOllly, J-UV11 V1C VlUvUC UUVS V/SS
echter aan de oppervlakte versche
nen begon de wijn in hun magen te
werken, deed deze hevig opzwellen
en het scheelde niet veel, of de
wijn bruiste hun oren uit. Een van
hen moest ijlings weer naar beneden
worden gebracht om een champagne-
recomprcssiekuur te ondergaan."
Waarom deze Franse marineman
nen dit merkwaardig werk deden?
Waarom zij de mysterieuze en ang
stige diepten van de zee als hun
werkterrein kozen? Het begon met
nieuwsgierigheid, ze raakten in de
ban van het onbekende, het boeien
de schouwspel „beneden" werd een
obsessie. Later groeide het tot een
uitdaging aan de oceanografie. Nuttig
werk dus, aldus Cousteau want een
maal zal de mens de onmetelijke
levensruimte onder de zeespiegel
het vlees en de gewassen moeten
(en kunnen) benutten.
JJET BOEK van Cousteau is span
nend, geestig vaak, tragisch soms
en iedere bladzijde boeiend. Leefde
hij onder de zee, zijn landgenoot
dr. Alain Bombard leefde op en
vooral van de zee. Zijn boek is niet
zo knap geschreven, het is zonder
humor vrijwel, maar adembenemend
van spanning en een epos van moed
en doorzettingsvermogen.
Men zal de naam Bombard wel
eens tegengekomen zijn. Het is de
naam van de jonge medicus, die zijn
stelling wilde bewijzen, dat schip
breukelingen vrijwel zonder hulp
middelen wekenlang in leven kun
nen blijven, zich voedende met wat
dt zee hun biedt: vissen en plank
ton. Hij liet een vlot bouwen en
stak daar moederziel alleen de At
lantische Oceaan mee over, zonder
voedsel, zonder drinkwater. Zijn
avontuurlijke tocht dreigde enkele
keren op een mislukking uit te lo
pen, maar werd uiteindelijk een ge
weldig succes, vooral omdat de dok
ter na meer dan veertig dagen alle
gevaren te hebben doorstaan weiger
de zijn reis te vervolgen aan boord
van een luxueus zeescnip het eer
ste dat hij op z'n oversteek ontmoet
te en in plaats daarvan opnieuw
met zijn rubbervlotje van 4.65 m. bij
1.90 m. de oneindige watervlakte
koos65 dagen duurde de tocht.
65 dagen van diepe eenzaamheid
van hoop en wanhoop, van moed
en vertwijfeling, van angst en pijn.
Hij, die diep getroffen was toen hij
eenmaal een aantal uitgemergelde
schipbreukelingen aan land zag ko
men, wilde bewijzen, dat geen zee
man op zee hoeft om te komen van
gebrek. Hij leverde dit bewijs, want
hij zelf had al die 65 dagen alleen
maar wat regenwater en verder zee
water en het nat van uitgeperste vis
sen gedronken en alleen maar rauwe
vissen en wat plankton gegeten.
De wanhoop en de angst maken
de meeste slachtoffers in de redding
sloepen, aldus dr. Bombard, die door
zijn vrijwillig schipbreukelingschap
juist die angst en wanhoop wilde
wegnemen en tegelijk een aantal
raadgevingen wilde opstellen, die de
misleidende „handleidingen voor
schipbreukelingen" zouden kunnen
vervangen.
Het boek van dr. Bombard**) is
grotendeels in dagboekvorm geschre
ven.
Enkele citaten: „Als ik dacht aan de
lieden aan de wal, die zo op hun kle
ren gesteld zijndie een geregeld leven
leidenEn dan ik, die door de tijd
werd meegesleept; die geleid werd
door de zon; die tot een primitief
leven was teruggekeerd. Bij het na
lezen van mijn dagboek kon ik precies
zien, waar de uitputting begon, want
steeds meer veranderde mijn hand
schrift
Voordien zal ik dood zijn, ver
dorst, verhongerd en gebakken. Alles
lijkt tegen mij te zijn. Van hedenmor
gen af lig ik te stoven onder een bran
dende zon en zonder dat een wolkje
mij in bescherming neemt, maar op een
afstand van ongeveer 800 meter hangt
er een tamelijk dikke bewolking
Ik hoop maar één ding: dat ik
lang genoeg zal leven om twee liter
melk achter elkaar op te kunnen drin
ken. Ik denk aan alle baden, die ik
heb genomen zonder het bad leeg te
drinken. De wereld staat wel op haar
kop. Ginds kan ik zonder bezwaar ver
geten de kraan dicht te draaien en hier
hangt m'n leven af van tien liter wa
ter
Gastronomische nachtmerries
begonnen mijn nachtrust te verstoren.
Daarin voerde één beeld de boventoon,
namelijk dat van kip met rijst. Ik heb
nooit begrepen waarom
Jacques-Yves Cousteau: „De Zwij
gende wereld". Uitg. Servire, Den
Haag, 180 pag. met 100 foto's waar
van 20 in kleur. Geb. 10.90.
Alain Bombard: „Leven van de Zee".
Uitg. Elsevier. Amsterdam. 2S6 pag.
met 20 foto's en elf tekeningen. Geb-
7.90.
(Van onze speciale verslaggever)
HET Centraal Archief en Inlich
tingenbureau inzake Maatschap
pelijk Hulpbetoon voor Nederland
te Amsterdam is een semi-publiek-
rechtelijke organisatie, die uit de
Armenraden is voortgekomen en
een vertrouwenspositie heeft tegen
over gemeentebesturen, provinciale
besturen en departementen. Het
adviseert deze instanties o.a. over
bet toelaten van collecte en waakt
er ernstig voor, dat er niet onder
het mom van liefdadigheid gepara
siteerd wordt op de bereidheid om
te helpen. Het heeft er met zijn
Colletctenplan voor een twintigtal
landelijke organisaties voor ge
zorgd, dat de landelijke inzame-
lingsactiviteit gecoördineerd werd.
IN HET ALGEMEEN is de offerbe-
1 reidheid van het Nederlandse volk
groot; maar een paar jaar geleden
leek het wel alsof dagelijks an
dere liefdadigheidsinstellingen daar
van wilden profiteren. Dat leidde tot
een collectemoeiheid onder het pu
bliek, die verlammend werkte. Toen
is het Centraal Archief met zijn Col-
lectenplan gekomen, enerzijds om op
basis van overleg de belangen te
dienen van de maatschappelijke in
stellingen, wier werk mede gedragen
wordt door inkomsten uit openbare
inzamelingen, anderzijds om het pu
bliek te beschermen tegen een te
overmatig beroep op zijn portemon-
naie. Het Collectenplaii is niet an
ders dan een richtsnoer, waaraan
de gemeentebesturen de practijk ter
plaatse kunnen toetsen bij de inwil
liging van verzoeken, ook van plaat
selijke instanties, om te mogen col
lecteren.
Men begrijpe immers goed, het
Centraal Archief is slechts een advi
serende instantie. Ingevolge art. 15
van de Armenwet ligt de beslissing
over het al of niet toestaan van een
openbare inzameling geheel bij het
gemeentebestuur
ET IS EEN verschijnsel van deze
tijd, dat in toenemende mate een
beroep wordt gedaan op de over
heidskassen. In zijn adviezen beant
woordt het Centraal Archief in de
eerste plaats de vraag, of het maat
schappelijk werk van de aanvragen
de vereniging zo urgent is, dat daar
voor een beroep op de publieke kas
verantwoord te achten is, en in ae
tweede plaats, of de kaspositie van
deze organisatie het verantwoord
doet zijn van overheidswege bij te
springen.
Hoe moeilijk het soms is richting te
geven aan net collectebeleid, heeft
een recent geval geleerd, waarover
het Centraal Archief een uitspraak
deed, die onlangs in de Tweede
Kamer ter sprake kwam. Het is de
uitspraak, dat een algemeen beroep
op de publieke offervaardigheid,
waarbij men zich tot alle ingezete
nen richt, slechts een openbare in
zameling rechtvaardigt. Dit punt was
urgent geworden door het feit, dat
we de laatste jaren vijf grote, lan-
gelijke collecten hebben gekregen
voor de T.B.C.-bestrijding. Confes
sionele en politieke groeperingen ko
zen zich immers op dit terrein, hun
eigen organisaties,en meenden ieder
voor zich een appèl op de totale be
volking te mogen doen.
Het Centraal Archief heeft geen
dwingende bevoegdheid. Het tracht
langs wegen van geleidelijkheid en
overleg te bereiken, dat de betref
fende organisaties vóór het jaar 1955
het inzicht zullen hebben verwor
ven, dat er verandering moet ko
men. De stelling, dat het hemd na
der is dan de rok, past niet op dit
subtiele terrein der T.B.C.-bestrij-
ding. Om ruimte te laten voor de
rijping van deze gedachte zal 1954
overgangsjaar zijn.
(Van een Unesco
JjONDERDVIJFTIG JAAR geleden schreef de
eerwaarde Thomas Robert Malthus, dat de
wereld binnenkort niet genoeg voedsel meer zou
opleveren, als de mensheid zich in hetzelfde tem
po bleef voortplanten.
Dit denkbeeld van Malthus heeft me de eerste
dagen van mijn verblijf in Zuid-Oost Azië voort
durend voor de geest gestaan en bij het zien van
die enorme mensenmassa's, grotendeels ondervoed
en door allerlei ziekten geplaagd, ben ik vaak
geneigd geweest hem gelijk te geven. Gelukkig
maar voor kort, want al spoedig merkte ik dat
Malthus zich vergist had, omdat hij vergeten was,
dat de mens buiten zijn maag ook nog twee han-
0M dit wonder te be
werkstelligen, dat
het gezicht van de we
reld zal veranderen,
moet eerst het Westen
haar jungle overwinnen
en een einde maken
aan de koude oorlog,
die de wereldeenheid
in de weg staat, het
evenwicht verstoord
houdt en zodoende een
verdere ontwikkeling
belemmert.
Dit is een van de
principes van het pro
gramma voor techni
sche hulpverlening der
Verenigde Naties. In de
zeer uitgestrekte Azia
tische wereld, waar ik
onlangs ben doorge
trokken, is deze tech
nische hulpverlening in
volle gang in de meest
verschillende vormen,
maar met slechts één
doel: de mens te be
vrijden van ziekte en
honger en hem zodoen
de een hogere levens
standaard te verschaf
fen.
Maar zal men mis
schien zeggen Mal
thus heeft toch niet
helemaal ongelijk ge
had. Want als deze
mensen straks vrij zijn,
hoe moeten ze zich dan
voeden? Op deze vraag
geeft het werk, wat in
Zuid-Oost Azië momen
teel wordt verricht, een
zeer klinkend antwoord.
Want kijken we b.v.
eens naar de strijd te
gen de malaria, die in
het Noorden van Thai
land wordt gevoerd: de
artsen hebben tiendui
zenden levens weten te
behouden en op deze
wijze even zovelen her
geven aan het dagelijks
productieproces. De
oogst in deze streken
vindt thans tweemaal
per jaar plaats, terwijl dit voorheen
slechts eenmaal geschiedde; de uit
voer van rijst is verdubbeld. In Oost-
Pakistan, in de Ganges-delta, heeft
de strijd tegen de malaria als resul
taat opgeleverd, dat de rijstopbrengst
met 15% is gestegen. In de land
bouwmethoden zijn geen veranderin
gen aangebracht, maar vroeger wa
ren door ziekte drie van elke vijf
boeren niet tot werken in staat.
In de Himalaya zijn ongeveer
800.000 ha malariavrü gemaakt en
zodoende voor bebouwing geschikt
geworden. De Afghaanse woestijn
tussen Hindou Kouch en Amou Da-
ria, die duizenden jaren braak ge
legen heeft, is thans omgeschapen
correspondent
den had om mee te werken en een hoofd om mee
te denken.
In Zuid-Oost Azië heb ik gezien wat handen
en hoofd kunnen bereiken en welk een bolwerk
ze kunnen opwerpen tegen honger, ziekte, on
wetendheid en dood. Overal constateerde ik hoe
de jungle terug gedreven wordt: de echte jungle
met haar lianen, moerassen en wilde beesten,
maar ook het oerwoud van de ellende en onwe
tendheid. In minder dan een generatie tijds kun
nen 800 millioen mensen bevrijd worden uit de
verstikkende greep van deze jungle en als vrije
mensen alle verantwoordelijkheden en rechten
dragen, waarop de hedendaagse mens recht heeft.
nieuwe omstandigheden aan te pas-
sen, dan betekent dit dat het leven 1
van millioenen mensen wezenlijk zal
veranderen.
Om dit te bereiken zijn geen enor-
me kapitalen nodig en evenmin
technische ingrepen. Met behulp van
een aantal deskundigen is de bevol
king zelf in staat deze verandering te
weeg te brengen, als ze maar een-
maal malaria-vrij is gemaakt. Uit
eigen ervaring kan ik verklaren, dat j
de mens in Zuid-Oost Azië niet lan-
ger inert en apathisch is, als hij i
eenmaal uit de verlammende greep
van de malaria is "verlost. Dan doen
wat onderwijs, voorlichting en be
roepsscholing de rest wel.
Vroeger
En nu
in cultuurgrond en bevat fabrieken
en boerderijen.
Wanneer het centrum voor onder
zoek der rijstcultuur te Cuttack en
Orissa in India haar werk zal heb
ben voltooid, kan men er op reke
nen, dat de rijstoogst in negen Azia
tische landen, India inbegrepen, zal
zijn verdubbeld, waarmee het spook
van de hongersnood dus verdreven
kan worden. Men zoekt momenteel
naar een kruising van de Japanse
rjjst met grote opbrengst en de rijst
met minder rendement, zoals die in
tropisch Azië verbouwd wordt. De
Japanse rijst levert namelijk drie
maal zoveel op als de Indische.
Slaagt men er in de eerste aan de
'ELD en technische hulpmiddelen
kunnen 'deze ontwikkeling na
tuurlijk met reuzenstappen op weg
helpen. Dat ziet men b.v. in Colom
bo, waar reusachtige resultaten ge
boekt worden, die van groot belang
zijn voor de economische ontwikke
ling van heel Zuid-Oost Azië. De
Ganges-delta, die momenteel overbe
volkt en ondervoed is, kan op ge
lijke wijze tot ontwikkeling worden
gebracht, zodat ze niet alleen de 43
millioen mensen, die er wonen, kan
voeden maar zelfs een graanschuur
voor heel Zuid-Oost Azië worden.
In de Sind woestijn in Pakistan
wordt een dam gebouwd, die
woestijngebied in vruchtbaar land
zal doen verkeren en waarbij een
industriestad geprojecteerd is, die
ongeveer 100.000 mensen zal gaan
herbergen.
Op deze wijze zal de mens in die
gebieden de natuur gaan beheer
sen. En in dit licht bezien, is dc
technische hulpverlening der Ver
enigde Naties een der grootste so
ciale acties van onze tijd. Deskundi
gen uit alle mogelijke landen zijn in
dit verband werkzaam, niet geleid
door politieke of commerciële oog
merken, niet met het doel ideeën
of leerstellingen uit te dragen, maar
alleen om te helpen, om van advies
te dienen, om de mens in minder
ontwikkelde gebieden een menswaar
dig bestaan te verschaffen. Van hun
toewijding en zelfopoffering hangt
in grote mate het slagen van deze
gigantische onderneming af.
Ik heb tijdens mijn reis veel van
deze deskundigen ontmoet. Dank zij
hen is het leven van millioenen men
sen ten gunste gekeerd. Hun werk
zal blijvend vrucht dragen in Zuid-
Oost Azie, wanneer daar de bevol
king door eigen arbeid haar toe
komst veilig weet te stellen. Een
dergelijke toekomst, vrij van het
spook van honger en ziekte, is niet
alleen een beveiliging voor Azië
maar voor de gehele wereld.