KLEURBOEK: gevangenis van de kinderziel De wintersport-garderobe vereist veel zorg SASKIA Het bewaren van aardappelen Eeuwige bakvis Kinderen uiten zich en worden bewuste mensen Kindermanteltjes met een moderne schouderlijn Het leven dat de ander maakt Veel variatie op gebied van sportkleding 5 doktoren waarschuwen tegen het misbruik van laxeermiddelen jDOORv ZATERDAG 9 JANUARI 1954 HEBT u het kleurboek, dat uw zoon van Sinterklaas gekregen heeft wel eens goed bezien? Niet de voorbeelden, die kleurige kikkers, kabouters, feeën en vlinders, maar die hatelijke, lege, kale omhulsels er naast, waar uw kind kikkers, kabouters, feeën en vlinders van moet maken. Het zijn eigenlijk gevangenissen, die lijnen. Gevangenissen, waar niet alleen de kinderhand met het kleurkrijtje in opgesloten is, maar ook het kinderzieltje. Ja, schrik niet, maar het is waar, het zieltje van uw kind. Hebt u de tekeningen, die uw zoon maakte, toen het buiten te koud was om te spelen, wel eens goed bezien? Die producten van een rijke fantasie; die op het eerste gezicht nietszeggende, harkerige en soms zelfs lelijke gedrochten zijn. Maar als u goed ziet, zijn ze niet harkerig, niet lelijk en zeggen ze heel veel. Die tekeningen zijn een andere wereld dan die van u en mij. Ze zijn de wereld van het kind, dat nog vrij is van regels en dwang, dat de dingen met de hand teruggeeft, zoals het ze met de ogen heeft gezien en met zijn hele wezen heeft beleefd. 70'N KINDERTEKENING kan mooi zijn. Heel mooi en heel rijk, voor wie net zien wil. Maar dan komt de vader, die vindt, dat een boom er anders uit hoort te zien, dan zijn kind die tekent; die vindt, dat de schoorsteen recht op het huis moet staan en niet zo maar een beetje zwierig wankel. De vader, die zijn kind net potlood uit de handen neemt en dan een voorbeeld tekent: een dood, fantasieloos huisje, met een rechte schoorsteen, met keurig nette gordijntjes voor het raam en bloempotten en met de stenen ge tekend in het muurtje voor de tuin. Stenen, die ordelijk op elkaar zijn gemetseld, zoals het leven van de vader zelf degelijk geordend is. De wereld van de vader, een wereld, die hii niet zelf heeft geschapen, maar die een ander voor hem heeft opgebouwd, waarin alles keurig ge regeld is, tot de rook uit de schoor steen toe, waar strenge wetten zijn van orde en tucht en waar 4e fan" tasie aan banden is gelegd. Het kind krijgt een kleurboek om netheid te leren. En van dat ogen blik af is het zijn vrijheid kwijt. Het leert netjes binnen de lijnen te kleuren en vader wordt boos of schudt misprijzend zijn hoofd als de kleuren van het kind niet dezelfde zijn als die van het voor beeld. Het kind loopt in de voet stappen van de ander, zoals het dat zijn hele verdere leven zal moeten doen. Het ziet de dingen, zoals het die hoort te zien. Alles is netheid en orde. De vader heeft de celdeur gesloten achter zijn kind en de por tier van de gevangenis heeft diens rijkste bezittingen, zijn fantasie en ziin verbeelding ingeboekt en opge borgen. Totdat de poort zich weer zal openen. Later en meestal nooit. Meestal. Maar niet altijd. Want gelukkig zijn er ook in Nederland mensen, die de kinderen verstaan. Die bovendien begrijpen, dat er straks, als het kind groot is, meer van hem wordt gevraagd, dan mee te lopen in de optocht. Die beseffen dat juist in deze tijd, nu de indivi dualiteit steeds meer opgaat in de massa, mensen nodig zijn, die be wust leven, desnoods dwars tegen de stroom ingaan, maar die zich al tijd bewust blijven van hun waar digheid als mens. TN ieder kind leeft de drang, zich te uiten, zijn belevingen te uiten. Onder goede leiding kan het kind zich vrij maken uit de sleur der ge bondenheid, kan het zijn eigen oor spronkelijkheid terugvinden. In min der dan geen tijd veranderen de stijve bomen en huisjes in fantasie rijke reproducties van wat zo'n kind heeft gezien en beleefd. En tijdens dat reproduceren beleeft het kind opnieuw zijn eerste ervaring. Het leert bewuster leven! De moderne leider trekt er met een groep kinderen op uit, naar een park, een fabriek, een haven. Terug in de klas, wordt besproken, wat de klas heeft gezien. Men gaat nog eens terug, als dat nodig is en dan worden de ervaringen op papier gezet. De klas zelf bespreekt ae op zet van de groepstekening en een paar leerlingen zetten de eerste lij nen op het papier. Een tweede groep tekent er bij, wat haar het meest is opgevallen en zo groeit, al pratende en al tekenende, die wonderlijke tekening, die geen zuivere reproduc tie is, die technisch lang niet vol maakt is, waarvan het perspectief misschien niet deugt, maar die een weergave is van de door de kinde ren beleefde realiteit. En die de kinderen bewust leert leven en leert staan als zelfstandige mensen in de maatschappij. jyjISSCHIEN gelooft u dit allemaal niet zo maar. Misschien trekt u uw schouders op en koopt u een nieuw kleurboek, omdat dat van Sinterklaas inmiddels volgekleurd is en uw zoon nog altijd niet bin nen de lijnen kan blijven. Maar voordat u dat doet, neem dan eens een kaartje naar Amsterdam. Daar, in het Stedelijk Museum in de tentoonstelling „Kinderen Uiten Zich" kunt u met eigen ogen zien, hoe fantastisch die kinder wereld is en hoe mooi. Daar ook kunt u zien, hoe het gebondene uit het kinderleven plaats kan maken voor een vrijheid m uitingsvorm, die weldadig aandoet. Daar kunt u zien, dat niet ieder kind gelijk is aan het jongetje met wie hij de school bank deelt in de klas. Ieder kind heeft een eigen ziel, die men op kan sluiten binnen de lijnen van het kleurboek, maar die men ook kan laten uitvliegen in de wijde wereld, die zo rijk is voor wie die rijkdom nog kan zien. VOOR het doelmatig bewaren van groenten en lruit is een zo laag mogelijke temperatuur boven het vriespunt, gepaard aan een niet te grote vochtigheid, gewenst. Zolang het nog niet hard vriest, kan men fruit, uien en kool het beste bewaren op zolder of in een kamer, welke niet verwarmd wordt. Eerst wanneer het zeer hard gaat vriezen, verdient het aanbeveling de producten naar de kelder te brengen. Is de atmosfeer van kamer of kelder te droog, dan kan men de artikelen heel goed met kranten inpakken of afdekken. De kelder dient men, zo ZOWEL de ervaren ski-ster als de beginnelinge zal er goed aan doen haar ski-uitrusting zo zorg vuldig mogelijk samen te stellen. De dure uitrustingstukken zoals ski's (en desnoods skischoenen) kunnen gehuurd worden, zodat u als het nodig is met een wind jack, enkele truien en skibroek kunt volstaan. Degenen, die zich echter een volledige uitrusting willen aanschaffen doen er goed aan zich op het gebied van ski's en schoenen deskundig te laten voorlichten. Er zijn tegenwoor dig ook korte ski's in de handel, die vooral voor beginnelingen, de bewegingen vergemakkelij ken. £)E SKIBROEK-FUSEAU kiest u van een goede kwaliteit gabar dine, nauw toelopend. Er is een (Adwtcntl*, In*. Med.) nieuwe kwaliteit z.g. lastex gabar dine in de handel. Bij deze stof krijgt u geen knieën in de broek en de vouw blijft er onberispelijk in. Een nieuwtje om de broek op haar plaats te houden is een soort hieltje, dat tot midden onder de voet reikt en de taak van het elastiekje onder de voet helpt verlichten. Het windjack (Anorak) is van waterdichte popeline en valt soepel tot even over de heupen. Een nauw aansluitende afknoopbare capuchon, waaroverheen een bril met een groot oppervlak en rubber montuur wordt gedragen, voltooien het geheel. Men heeft meer plezier van een dun jack, waaronder enkele warme lichte trui en, dan van een dik gevoerd jasje dat niet warmer, maar wel zwaarder in het dragen is en bovendien de mogelijkheid om iets uit trekken mist. De ski-truien van grove wol hebben als nieuwtje grote kragen. Modieus en practisch is de hierbij afgebeelde trui van donkergrijze wol in tricotsteek gebreid. Het witte boordje kan, door een losse col van witte wol, een sportiever allure ver krijgen. De halzen van deze truien worden vaak nóg dieper uitgesneden en gecombineerd met vesten waar van de boorden tot hoog aan de kin reiken. De handschoenen neemt men van waterdichte gabardine, die in vrolijke kleuren te koop zijn. Koop verder dikke waterdichte sokken van geitenhaar die heerlijk licht en krimpvrij zijn. Voor après-ski en voor hen die naar de bergen gaan om er zon en frisse lucht op te doen, maar de sport niet meer beoefenen, is er veel variatie op het gebied van sportkle ding. Er zijn vrolijke gekleurde jas jes, die niet grappige stoffen ge voerd worden. Men draagt felgeruite jasjes op effen broeken en effen jasjes op geruite broeken, of hele ensembles van hetzelfde materiaal. De lange broek dient ook hier strak om de enkels te sluiten; de brede opslagen vallen over de laarsjes van zwart zeehonden of wit boxcalfs- leer heen. Voor de avondjes in het hotel worden deze winter ruime rokken van tweed gedragen in felle kleuren. Op zo'n rok draagt u blou ses in effen donkere tinten. (Zijden jersey is een heel mooi materiaal hiervoor). Met één zo'n rok en een paar werkelijk goede blouses bent u meer „up-to-date" dan met een koffer vol kleren. Wie van ons heeft, in het buiten land reizend, wel eens niet het ge voel gehad, dat de kleren in eigen land zo netjes, ja zelfs elegant be vonden, daar provinciaals aandeden? Tracht als het kan dit te voorko men door tijdig en met aandacht de wintersportgarderobe samen te stel len. Neem iiever een goede trui, die met kraagjes en shawltjes is te va riëren, dan twee van mindere kwa liteit. Bedenk, dat de mode in het land van zon en sneeuw ook voor 's avonds sportief is en dat een mooie sportieve rok met de daarbij passende blouse meer succes zal heb ben, dan het beste zijdje, dat bij u thuis opgang maakt, maar het daar bepaald niet doet HENDRINE. lang dat met het oog op de vorst mo gelijk is, te luchten. Is men bang voor vorst in de kelder, dan dient men het raam te sluiten en alle kieren met opgerolde kranten te dichten. Bij dooi verwijdert men de deklaag weer. Te lang afsluiten van de kelder werkt rotting in de hand. Voor alle produc ten, welke men wil bewaren, geldt, dat men vooraf zieke, aangetaste en beschadigde exemplaren dient te ver wijderen. Deze zijn niet te bewaren en kunnen een haard van infectie vor men voor de omringende producten. Minder lang houdbare variëteiten en rassen dienen het eerst verbruikt te worden. Aardappelen kan men goed bewaren in de kelder in speciale aardappelkis- ten. Deze kisten, welke op poten staan, hebben een hellende bodem. Aan de voorzijde van de kist is even boven de bodem een opening met een bak of een schuif er voor. De aardappelen blijven hierdoor steeds in beweging. (Dezelfde constructie past men soms ook voor steenkolen toe). Aardappelen bewaart men in het donker, daar ze anders groen worden. Heeft men geen kelder, dan kan men ze op de zolder bewaren, mits men tijdig voorzorgen neemt tegen bevrie zen. Ook kan men aardappelen heel goed bewaren in een kuil, welke plm. 1.10 m breed is en, als de grondwater stand dit toelaat, 25 cm diep uitgegra ven wordt. De aardappelen worden in deze kuil zo steil mogelijk opgewerkt om inregenen te voorkomen. Daarop komt dan een laagje matten. De ope ning moet aan de Zuidkant zijn. Bij strenge vorst moet men de kisten nog extra bedekken. QOK zulke ml- niatuur-dames blijven bij de nieuwe mode niet ten achter. Zijn ze v niet keurig in haar tx nieuwe manteltjes met moderne schouderlijn? De schouderpas kan zowel aan de voor baan als afzonder lijk geknipt wor den. De kap be vestigt U met knoopjes onder de kraag. U heeft er voor nodig ca 1.50 m van 140 breedte. Het is een Hef eenvoudig model letje en bovendien zeer geschikt om uit een grotere mantel gemaakt te worden. Het bo- venkraagje kunt u s naar verkiezing van fluweel of bont knippen. Ook het schouderstukje en de kap zijn heel goed van een af- kende kleur te maken. Bij het sluiten van de deelna- den worden tevens de voeringzak- ken gestikt. Deze kunnen ook apart ingezet worden. Dan de schouderpasjes opstikken en schouder- en zijnadofi sluiten, waarbij de rugschouders even ingehouden worden. U paspoileert de knoopsgaten en vouwt het beleg, dat u ook afzonderlijk kunt knippen, naar binnen. De mouwnaden sluiten. Op de plaats van de stippellijn kan zo nodig ook een naad komen. U zet de mouwen even ingehouden in de armsgaten en stikt de schouderpas op. De halsrand zet u tussen de dubbele stof van de kraag, die van een linnen inlegsel voorzien wordt, dat evenals de onder kraag schuin geknipt is. Ook de onder kant van de mouw verstevigt u met een reepje linnen. De voering reikt tot aan het beleg. U stikt de figuurnaadjes en de ach ternaad van de kap dicht en voert hem geheel. De voorrand kunt u des gewenst op 2 cm breedte nog eens doorsteken, zodat een schuif ontstaat met aan de voeringkant dicht bij de hals aan weerskanten een nestelgaatje. Hierdoor wordt een band of koord ge haald, dat de kap goed om het ge zichtje kan laten sluiten. Inplaats hier. van kunt u vanzelfsprekend ook een sluitpatje aan de kap naaien. In de on derrand maakt u vier knoopsgaatjes, waarmee de kap op knoopjes onder de kraag bevestigd wordt. Als u geregeld laxeermiddelen slikt, ls er nu een manier om er van af te komen. 83 van de 100 personen lukte het; u kunt het ook. En wel zo Drink in de loop van elke dag enkele glazen water en bepaal een vast uur voor uw stoel gang. Neem de eerste week elke avond twee Carter s Leverpilletjes. Tweede week - elke avond één. Derde week - om de andere avond één. Daarna niets meer, want Carter s Lever pilletjes stellen uw ingewanden in staat weer op eigen kracht te werken, zonder laxeer middelen. Wanneer zorgen, vermoeidheid of te veel eten het tempo van uw Ingewanden tijdelijk vertragen, neem dan tijdelük Carter s Lever pilletjes om u weer op gang te helpen. Zo raakt u uw verstopping kwijt en vervalt u niet in de laxeermiddelen-gewoonte. Vraag Carter Leverpilletjes. (Advertentie, Ing. Med.) ^OCHT U zich ooit van uw leven gedrongen voelen tot het schrij ven van een vrouwenrubriek, dan kan ik u vooraf, bij wijze van harding, een heel boekdeel raadgevingen en waarschuwingen bezorgen. En een van de eerste en dikst onderstreepte is wel deze: Verbaas u nooit over de reacties die u toegestuurd krijgt. Die kunnen van heel aangename en moedgevende aard zijn: één zinnetje, losweg in het vuur van het betoog neergeschreven, kan een erkentelijke of aandoenlijke brief van ettelijk» kantjes tot gevolg hebben. Maar even zeer komt u te staan voor de meest komische en volslagen onverwachte antwoorden, die u naar het duizelig hoofd doen grijpen en vragen: Hoe ter wereld kan iemand er dat nu uit lezen? Wilt u eens een staaltje van soort gelijk vermakelijk misverstand? Het lijkt mij een aardig begin voor een nieuwe jaargang, echt weer eens iets anders. Zonder voorafgaande toeste-i- ming van de schrijfst.r heb ik de stijl hier en daar maar iets in het beleefde bijgespijkerd. Ouderwetse, welopge voede lezeressen mochten zich anders eens aan dit citaat stoten. U herinnert zich misschien nog, een week of wat geleden, een kolom onder het op schrift: „Dispereert niet"? Deze Coen- se zinspreuk diende om achteraf een bezoekster op te monteren, die zich bij mij had beklaagd over het gebrek aan leeslust bij de vrouw en in haar omgeving. Hierop kwam, tot mijn niet geringe verbazing, het volgende brief je binnen: „Aan uw stukjes heb ik me vaak geërgerd, omdat u alles wat modern of bakvisachtig is afkamt. En dan moest ik me zelf heel erg beheersen om niet een r'ttig stukje naar u te schrijven. Maar uw laatste „Dispereeit niet" is er wel helemaal naast. Laat die vrouwen toch hun breisell 's Morgens doen zij hun werk goed, erg goed meestal en 's middags breien ze dan. Nu ken ik nog een andere categorie vrouwen, en dan ga ik niet verder dan mijn eigen familie, die eerst lezen en dan pas werken. Of het nu Maandag-wasdag is of Vrijdag-boendag, eerst dat boek uit 1 Als die mevrouw 's middags om drie uur b.v. bij me zou komen om over lezen te praten, dan zou ik zeggen: Mens loop heen, ik heb de hele dag al gelezen, nu moet ik nog aan mijn werk beginnen. Mijn moeder is ook zo: eerst dat boek uit, het werk loopt niet weg. Dat heeft zij vijftig huwe lijksjaren vol kunnen houden. Mijn zusters, één met tien en één met acht kinderen, dito dito. Wij gaan dan ook door voor slordige vrouwen. Ik ben altijd jaloers op die schone schonen. Wat moet dat heerlijk zijn, vroeg te kunnen opstaanaltijd schoon en altijd aankant. Breien omdat zij er tijd voor hebbenik moet het doen van een gestolen uurtje. Nu kan ik ook wel vroeg opstaan, maar alleen als ik een mooi boek of leuk handwerk heb. Die juffrouw uit uw stukje moet u maar naar mijn buurvrouwen sturen. Als u dan eens een dame tegenkomt die leesgrage vrouwen tot haar huishouden wil be keren, stuur zo iemand dan eens naar mij". QAAR wat zegt u daar wel van? Niet van uw stoel rollén hoor en evenmin naar de pen grijpen. Dit is nog maar een zwak staaltje van won derlijke mentaliteit. Ik kan u wel sterker verhalen ophangen maar dit is als proefje wel voldoende. En nu denkt u tien tegen één dat Saskia in het topje van haar vulpen zal klauteren om deze dame eens ste vig van repliek te dienen. Maar hier moet ik u meteen teleur stellen. Van een dergelijke repliek, vervat in de vorm van een min of meer stekelig preekje, verwacht ik ditmaal minder dan niets. In vele andere gevallen trouwens ook. Preek- jes zijn hoogstens doeltreffend tegen over mensen, die gevoelig zijn voor andermans oordeel, en bereid hun ge drag na erkenning van fouten te wijzigen. Maar deze briefschrijfster is hele maal niet gevoelig voor wiens oordeel ook. Zij stelt zelfs een zekere eer in het verwaarlozen van haar naastbij- liggende plicht: het nakomen van haar clausule in het huwelijkscontract. Want dat is toch de zakelijke kant der echtelijke gemeenschap: de man werkt voor het levensonderhoud van zijn gezin, de vrouw verzorgt de huis houding en de kinderen. Ik lees in dit briefje nergens, dat manlief geregeld zijn morgenuren zoek brengt met het verslinden van boek werken, en eerst in de namiddag zich herinnert dat er ook zo iets als een baan bestaat. Ik zou trouwens de chef wel eens willen ontmoeten, die er ge noegen mee neemt dat zijn onder geschikte om klokke drie eens komt kijken wie het werken heeft uitge vonden. Maar een huisvrouw heeft geen chef. Die is alleen maar aangewezen op haar eigen verantwoordelijkheids gevoel. En als dat zoek is, als zij in haar gehuwde staat nog immer een bakvis wil blijven haar eerste zin netje verraadt deze schrijfster lelijk wat zullen u en ik daartegen doen? Niets, geloof mij. Er zijn geen erger doven dan die niet willen horen, n er zijn geen onbereikbaarder vrouwen dan die niet uit de korte rokken wil len groeien Zelfs or-e Frau Professor in de huishoudkunde zou hier voor stoelen en banken college geven Laat haar daarom stil boeken ver slinden, wat niet hetzelfde als lezen is, geloof mij. Lezen is een kunst, die met kieskeurigheid en discipline moet beoefend worden. En een ware lezer legt altijd een boek op het juiste mo ment uit de hand. Al was het maar, omdat een goed boek te waardevol is om in één ruk te worden doorgeslikt. Slechts één bescheiden correctie waag ik in dit episteltje aan te bren gen En wel ten opzichte van dat „pittige briefje", dat mij te wachten staat Wie pittig sc.irijft, beheerst de taal en vóór de taal zichzelf. En dat kan deze bakvis niet. SASKIA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1954 | | pagina 11