Boer is doordrongen van maatschappelijke missie zijn Canada, land in opkomst De beste ruil Hulp aan de onontwikkelde gebieden noodzakelijk JfüDsore J Nederlandse Plattelandsjongeren bijeen Leuk middagprogramma Radioprogramma Pijn, Pam Pom en de graafmachine Collectie schilderijen getuigt er van Expositie in Den Haag MARGARET MALC0LM Canadese steden Brandend Maagzuur dat schrijnt tot hoog in do keel MAANDAG 15 FEBRUARI 1954 (Van een onzer verslaggevers „WIJ plattelanders kunnen niet onverschillig blijven voor de bron van al het leven. Door een stijlvol plattelandsleven moet, ook naar buiten, het bewijs worden geleverd, dat, ondanks het feit, dat de boer nog altijd miskend wordt, hij doordrongen is van zijn maatschappelijke en culturele missie. Bij de gelijkstelling van het platteland met de steden gaat het bepaald niet alleen om de financiële beloning, maar meer nog om een aan de steden gelijkwaardige gezins. en gezondheids zorg, om een zelfde mogelijkheid voor culturele ontplooiing door toneel, muziek, bibliotheken en niet te vergeten sport. Onze emanci patiestrijd staat voor het platteland zodanige bewoonbaarheid, com fort en algemene ontwikkelingsmogelijkheden aan te bieden, dat de grote achterstand ten opzichte van deze levensbehoeften kleiner en kleiner wordt". Bovenstaande woorden sprak voorzitter H. J. Roerink uit Enschede op het Zaterdag in Utrecht gehouden congres van de Plattelands Jongeren Gemeenschap Nederland (P.J.G.N.). Honderden P.J.G.N.'ers waren in de grote zaal van het gebouw van Kunsten en Wetenschappen bijeen om zich te bezinnen op hun taak in de wereld. TN het begin van zijn openingsrede had de heer Roerink nog erop ge wezen. dat bij de PJGN vooral de na druk wordt gelegd op het woord al gemeen. D.w.z., dat ieder lid de volle vrijheid heeft om binnen het raam van het doel te handelen uit kracht van eigen geloof en beginselen. Spreker zag het overheidsgezag in Nederland eveneens algemeen, in cle zin van na tionaal. En voorzover wij kerkelijk zijn, aldus spreker, wordt gevraagd in ons leven ernst te maken met datgene, wat de kerk ons voorhoudt. De grond slagen van de PJGN zijn immers de zedelijke waarden van het Christen dom. Daarom ook moet de culturele vorming van plattelandsjongeren wor den aangepast aan de huidige samen leving, daarbij wakend tegen verma- terialisering van de mens. De platte- landscultuur moeten wij stabiliseren met zoveel mogelijk een eigen sfeer. De wat men noemt grootsteedse cul tuur behoren wij nog zomaar niet voet stoots over te nemen. 1V/JR H. G. Quik die hierna sprak in plaats van prof. Frietema (wegens ziekte verhinderd!, zeide, dat het on derwerp „Hulpverlening aan onder ontwikkelde gebieden" hem na aan het hart lag. Het gaat om grote gebieden in Zuid-Oost-Azië, Afrika en Zuid- Amerika. Het ligt voor de hand om te zeggen: Wat hebben wij daarmede te maken. Toch is deze gedachte fout. Wij moeten nl. twee problemen in het oog houden: Hoe bewaren wij de vre de en hoe worden de enorme wel vaartsverschillen tussen ontwikkelde en minder ontwikkelde landen opge heven? De eerste vraag hangt met de tweede samen. Spreker wees erop, dat tussen ont wikkeld en onontwikkeld' geen vaste lijn te trekken is. Ontwikkeling is een proces van groei. In dit proces kan nooit een nulpunt zijn of een 100% ontwikkeling. Wanneer spreekt men nu van nun- der-ontwikkeld? De idee wisselt af met de persoon, die het beoordeelt. We moeten ons echter hoeden voor te grote eenzijdigheid. Wij moeten het niet louter uit liefdadigheidsoogpunt bekijken en evenmin louter als koop man. DINSDAG 16 FEBRUARI HILVERSUM I, 402' m.: 7.00 AVRO. 7.50 VPRO, 8.00—24.00 AVRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.50 Dagopening. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 8.45 Idem. 9.00 Mor genwijding. 9.15 Gram. 9-25 Voor de vrouw. 9.30 Waterstanden. 9.35 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 R.V.U :Prof. Dr. D. H. Wester: „Flactics". 11.30 So praan en piano. 12.00 Hammondorkest. 12-30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12 '33 Voor het platteland. 12.40 Orgel spel 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of gram. 13.20 Promenade-Orkest. 14.00 „Wij ontdekken Amerika", causerie. 14.30 Gram. 14.40 Schoolradio. 1500 Gram. 15.15 Voor de vrouw. 15.45 Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Lichte muziek. 17.45 Gram. 17.50 Mil causerie. 18 00 Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.25 „Paris vous parle". 18.30 R.V.U.: Mevr. Dr. E. Pereira— d'Oliveira: „Asthma". 19.00 Voor de kin deren. 19.05 Mil. Orkest. 19.25 Strükkwar- tet. 20 00 Nieuws. 20.05 Gevar. program- ma. 21.35 Lichte muziek. 21.35 Medede lingen 22.00 Gevar. muziek. 22.05 Tiroler muziek. 22.45 „De woelige wereld", cau serie. 23.00 Nieuws. 23.15 New York-Cal- ling. 23.20—24.00 Dansmuziek. HILVERSUM II, 298 m-: 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym 7,30 Gram 7.45 Morgengebed en Liturgische kalender. 8.00 Nieuws en weerbericht. 8.15 Gram. 9.00 Voor de huis- wouw. 9-40 „Lichtbaken", causerie. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Gram. 10.45 Idem. 1100 Voor de vrouw. 11.30 Schoolradio- li.50 „Als de ziele luistert", causerie. 1200 Angelus. 12.03 Metropole-Orkest. 12 -30 Land. en Tuinbouwmededelingen. 12 33 Gram 12.35 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Kath. nieuws. 13.20 Amuse mentsmuziek. 14.00 Gevar. programma. 14.30 Kamerorkest. 15.30 „Ben je zestig? 16 00 Voor de zieken 16.30 Zickenlof. 1700 Schoolradio. 17.15 Felicitaties v. d. Jeugd. 17.45 Regeringsuitzending: ..Ne derland ên de wereld: De voedselproduc tie en -consumptie in de wereld" door Mr. F. J. van der Dussen. 18.90 Gram- 18.20 Sportpraatje. 18.30 Voor de jeugd- 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws. 1910 Gram 19.15 „Uit het Boek der Boeken". 19.30 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Omroeporkest. In de pauze (21.0021.15): Ken een haan een ei liggen?" 21.45 Pae- dagogische causerie. 22.00 Piano-voor dracht. 22.23 Gram. 22.43 Avondgebed en Liturg! che kalender. 23 00 Nieuws. 23.13 —24.00 Strijkorkest en soliste. Toch kan men uit de statistische ge gevens van het Statistisch Bureau van de Ver. Naties wel enige criteria puren. Men lette b.v. op het nationaal in komen per man per jaar. Dit bedraagt in de Ver. Staten 1470 per jaar, in Europa 400 tot 500, in grote delen van Azië en Afrika daalt het tot be neden de 100 en in India zijn er gro te landstreken, waar het ligt tussen de $20 en 30. QOk de productiviteit per man per dag is een norm. In de onderont wikkelde gebieden leeft het grootste deel van de bevolking van de agrari sche bestaansvorm. De verhouding van wat een man per dag in Azic in de landbouw produceert tot de productie van een Europeaan bedraagt één op tien. Beschouwen we de culturele sec tor, dan merken we op, dat, het an- alphabetisme in Europa practisch nihil is. In Afrika is het percentage van de inwoners, dat analphabeet is, vaak 70 en 80%. En er zijn landen, waar het een uitzondering is, als iemand kan lezen en schrijven. Ook de gezondheidstoestand biedt vergelijkende factoren. Wanneer in Nederland een baby geboren wordt, heeft die gemiddeld een leven te ver wachten, dat tussen de 70 en 80 jaar ligt. In India, Pakistan en Birma kan het verwachten, dat het een leeftijd van 35 jaar kan bereiken. Men moet eens bedenken, wat een leed er achter dit koude cijfer verborgen ligt: ellen de, ziekte, ondervoeding vaak, slechte medische verzorging. p\E voedselsituatie biedt eveneens indicaties omtrent de ontwikke ling. In India b.v. is het gemiddeld aantal calorieën, dat per dag per man verbruikt wordt, beneden het noodza kelijke aantal. Grote groepen mensen leven beneden de rand van de hon ger. En als men bedenkt, dat de voed selsituatie daar voor de verschillende groepen nog weer vrij veel verschilt, dan valt hieruit af te leiden, dat zeer velen inderdaad ernstig honger lijden. In dit verband is het in het alge meen belangrijk erop te wijzen, dat de voedseltoeneming over de gehele wereld geen gelijke tred heeft gehou den met de wereldbevolkingstoeneming. De laatste nam de laatste jaren toe met 1,25% per jaar. De voedseltoeneming bedroeg gemid deld slechts 0,3% per jaar. Daarbij komt, dat de voedselproductie het meest is toegenomen in de landen, die het rijkst waren en het minst in de landen, die arm waren. De tegenstel ling arm-rijk in de landenverhoudin- gen heeft zich dus toegespitst. Ook vroeger bestonden er van der gelijke tegenstellingen. Maar er is een verandering gekomen, die het nood zakelijk maakt, dat wij onsj met deze problemen bezighouden. Vroeger was de man in Thailand, de man in Thai land, die niets van Europa wist. Maar door de toeneming van radioverkeer e.d. is de situatie nu zo, dat de bewo ners van Liberia, van Thailand en al dergelijke gebieden deze tegenstel lingen kent. En men is niet meer be reid zich daarbij neer te leggen. Men weet daar, dat er in de wereld een onderlinge afhankelijkheid be staat en dat wij ook hen nodig hebben. Overal op de wereld worden er plan nen gemaakt om deze situatie het hoofd te bieden. Overal worden hulp projecten opgesteld. JYAAR is in de eerste plaats het Ame rikaanse Hulpverleningsprogram ma voor het buitenland, voorts het Colombo-plan van het Britse Gemene Best voor grootscheepse hulp aan Zuid-Oost-Azië en tenslotte is daar de hulp, die de Ver. Naties verleent voor de onderontwikkelde gebieden in de gehele wereld, waaronder de voed sel- en landbouworganisatie in Rome. Deze hulp is tweeledig: Het is kapi taalhulp en het is technische hulp. Wil men een land tot ontwikkeling bren gen, dan is daarvoor kapitaal nodig. De tweede vorm van hulp is het ver schaffen van kennis, het helpen van het overdragen van onze kennis. Ne derland doet daar op een goede wijze aan mee; wij nemen bij deze hulpver lening een eervolle plaats in. Overal op de wereld werken Nederlandse des kundigen om de achtergebleven gebie den tot ontwikkeling te brengen, niet alleen deskundigen op landbouwge bied, maar op allerlei gebied. Ook ko men er mensen uit die landen naar West-Europa, om hier kennis en er varing op te doen. In Nederland ge schiedt dat o.m. aan een drietal insti tuten: In Den Haag het Instituut voor sociale en administratieve wetenschap, dat gevestigd is in het Oude Kon. Pa leis, in Delft is het Internationale luchtkarteringscentrum en in Wagenin- gen het Internationaal landbouwcen trum. Deschouwen we de hulpverlening uit u Nederlands oogpunt, dan zien we naast humanitaire motieven ook de sociale verantwoordelijkheid voor het eigen land een rol spelen. Het na oorlogse Nederland is overvol. Wij moe ten grondstoffen hebben. De situatie heeft zich, vergeleken met vóór de In alle prijsklassen J SIGAREN 1 (Advertentie Ine- Med.) oorlog, grondig gewijzigd. Contacten in de landen, die tot ontwikkeling ko men, dat is het Nederlandse belang, dat aan deze hulp verbonden is. Maar er is ook nog een belang, dat verder gaat dan Nederland. Het grote probleem is nl.: Hoe zal de moderne wereld er in slagen om de dreigende tegenstellingen, die kunnen leiden tot een wereldstrijd om te buigen tot een internationale samenwerking. MA de gezamenlijk gebruikte lunch droeg het middagprogramma een meer licht karakter. Het LJG-dans- orkestje uit Hoek (Zeeuws-Vlaande ren) bracht er direct al de stemming in. Aan de declamatiewedstrijd namen 15 jongeren deel. De eerste prijs werd gewonnen door A. Noordermeer uit Oudenhoorn met „De Dieren" van Aart v. d. Leeuw. Twee tweede prijzen wer den uitgereikt aan mevr. W. J. Tjoonk ij-Vriezen uit Vorden (Gld.) en mej. C. v. Schelven uit Dreischor (Zld) en er waren twee derde prijzen, nl. voor mej. A. Vethman uit Anna Paulowna met „Dat is West-Friesland" van mevr. Wegener SleeswijkVan Balen Blan ken en de heer F. Boon uit Steenber gen (NB) met „De onbekende soldaat". 41. Pim, Pam en Pom konden ver bazend snei lopen en er was dan. ook geen sprake van, dat de commissaris en Piet Pakkum hen in konden halen. Ze hadden nu al een hele straat voor sprong en toen zij op het marktplein kwamen, besloten ze om even uit te rusten. „Oh, oh, wat heb ik gelachen hijgde Pim. „Ze zagen er anders echt uit", riep Pam. „Ik weet niet, wie het was. maar één van de twee had een revolver in zijn hand". „Ach nee joch, dat kan ruet. Tommie en Brommie mochten óók geen revolver van hun Moeder meenemen", zei Pom. „Alleen maar een sabel". „En tóch heb ik een revolver gezien", hield Pam vol. „Kijk, daar komen Ze aan". Uit één der zij straten kwamen twee politie-agenten in krijgshaftige houding op Pim, Pam en Pom afgestapt. „Ha, die Tom nep Pim vrolijk. „Jullie konden ons niet te pakken krijgen hè?" „Te pakken krijgen?" De stem van hun vriendje klonk verbaasd. „We hebben jullie nog helemaal niet gezien"! „Hoe kan dat nou7 Jullie hebt ons toch achterna gezeten?" „Nee hoor, wij niet", ont kenden de twee vriendjes. Op datzelf de ogenblik verschenen er nog twee figuren in politie-uniform op het marktplein. Het waren Piet Pakkum en de commissaris. (Van de Haagse redacteur) TOEN DE CANADESE minister president Sir Wilfried Laurier bij de eeuwwisseling voorspelde, dat men aan het begin stond van de „Eeuw van Canada", hebben velen de schouders opgehaald. Men achtte zijn woorden welis waar prijzenswaardig, omdat zij een idealisme tot uitdrukking brachten, dat men in het jonge land goed kon gebruiken, docli de verwerkelijking ervan achtte men zo moeilijk, ja zelfs onmoge lijk, dat men er zich het hoofd niet over heeft gebrokten. Thans - nauwelijks 50 jaar later - zal waarschijnlijk niemand meer de uitspraak van Sir Wilfried Laurier als onjuist betitelen. Het land, waarom eeuwen geleden de wereldmachten van die tijd strijd leverden en dat na een lange pe riode van Franse hegemonie in de handen van de Britten over ging, is thans een zelfbewuste gro te en moderne natie, die door een schijnbaar anachronistische, maar in werkelijkheid sterke band met Engeland, dat destijds alleen de toon aangaf, is verbonden. I4ET geheim van de opkomst van Canada, welke in de nog voort durend stijgende levensstandaard van de bevolking tot uitdrukking komt, schuilt voornamelijk in de snelle ont wikkeling van het bedrijfsleven in de dertiger jaren. Het feit, dat Canada ten Noorden van een groot, en wat betreft de nijverheid hoogontwikkeld land ligt, was er in de 19e eeuw oor zaak van, dat het voortdurend de rol van „de arme broer" op het Noord- Amerikaanse Continent moest spelen. lil De stad Trois Ri- vières (Three-R i- vers) van de schil der Jacques de Tonnancour. Trois Rivières, een van de oudste steden in de provincie Quebec, is de pa- pierstad van Ca nada. De schilder Jacques Tonnan cour studeerde met een beurs van de Braziliaanse re gering. Hij staat onder invloed van Picasso en streeft er naar, zoals hij zelf zegt, iets van de eeuwigheid in zijn doeken te leggen. DOOR 19 „Ze heeft het me nooit gevraagd," weerde hij af, waarna Dalby met iet wat gluiperige blik opmerkte: „Nu, ik zou wel graag zien wat je ervan te recht bracht. Misschien dezer dagen eens!" Hij slenterde weg, terwijl Nick en John veelbetekenende blikken wissel den. „O, ik weet het best", zei Nick geme lijk, „maar de hemel geve, dat dit stel letje nu eens oprukte", ging hij voort, kalmweg over 't hoofd ziende, dat hij zelf „dit stelletje" had meegebracht. „Laten we proberen, hen kwijt te raken en dan kunnen we met ons drieën naar de Dierentuin gaan. Se- rena is zeker nooit naar de Dierentuin geweest, wel?" „"een, nooit", antwoordde ze, „maar „O, we zullen Emma even opbellen en 't haar zó meedelen, dat ze zich geen malligheid in 't hoofd haalt", hernam Nick op luchtige toon. „Nu, zullen we?" „Reken niet op mij", zei John rustig. „Ik heb nog een heleboel te doen." „Goed dan. En jij, Serena?" „Heerlijk!" zei ze, terwijl haar ogen schitterden als door de zon beschenen diamanten. Nick wist zijn gasten, Corinna in cluis, zó snel af te 'poeieren, dat binnen enkele ogenblikken hij en Serena in zijn auto naar de beroemde Londense „Zo" reden. John, die hen uit de flat nastaarde, vroeg zich af, of hij al dan niet juist had gehandeld. Juffrouw Twist zou het antwoord wel hebben geweten. Het bezoek aan de Dierentuin was een daverend succes, ook al bleek Se rena niet bijster ingenomen met het feit, wat zowel de vogels als de an dere dieren in betrekkelijk kleine ruimten waren opgesloten. De nogal vaak geuite bewering over hun betere verzorging en grotere veiligheid maak ten hoegenaamd geen indruk op haar. „Ik wist vroeger óók, dat ik op tijd te eten zou krijgen", verzekerde ze ernstig, „maar ik had helemaal geen vrijheid en dus begrijp ik wat die die ren moeten voelen". „Nu, op 't ogenblik heb je vrijheid genoeg", zei hij opbeurend, „dus daar behoef je je geen zorgen over te maken. En wat die dieren betreft, moet je niet vergeten, dat het ten slotte geen men selijke wezens zijn en ze onze hersens missen. Je weet helemaal niet of ze zich ongelukkig voelen en bovendien zijn er een massa in gevangenschap geboren, zodat ze niet beter weten of het behoort zo. Kom, laten we de vis sen eens gaan bekijken". Het aquarium bracht Serena letter lijk in verrukking. Vooral bewonderde ze de kleine visjes, met zo doorzichtige lichaampjes, dat men de dunne graten duidelijk kon waarnemen. „Ja, die zijn hier werkelijk veiliger", erkende ze, haar neus tegen een van de bassins drukkend. „Zeg eens, Nick, weet je, dat ik nog nooit de zee heb gezien?" „Nooit de zee gezien!" riep hij vol ontzetting. „Daar moeten we zo gauw mogelijk iets aan doen". „Zou dat mogelijk zijn?" vroeg ze weifelend. .Natuurlijk wel", hernam hij beslist. „Ik zal je zeggen wat ik van plan ben. We zullen Emma en John meenemen en een hele dag wegblijven. Hoe lijkt je dat?" Zich Emma's waarschuwingen herinnerend, sloeg hij Serena aandach tig gade en zag, dat haar twijfel on middellijk verdween. Ja, Emma had ge lijk: Ze was eer. lief, zedig meisje. „Wat heerlijk!" riep ze stralend. „En dan koop je een zwempak en John en ik zullen je zwemmen leren", hernam hij, meer en meer in het plan opgaande. O, zo'n volkomen eenvoudig dagje aan zee na al die maanden van Londen en het theater zou inderdaad heerlijk zijn. Bovendien zou hij volop gelegenheid hebben, dit meisje nader te leren kennen. Ja, het was een pret tig vooruitzicht „Ik geloof", zei Serena wat later en nogal verlegen, „dat ik je voor iets moet bedanken". „Heus?" vroeg Nick, niet wetend waar ze op aanstuurde. „Voor wat dan?" „Jij hebt immers juffrouw Twist overgehaald, om goed te vinden, dat ik mij door John liet schilderen; is het niet zo?" „O, bedoel je dat? Ja, ik geloof van wel. Maar je moet niet denken, dat het van mijn kant helemaal belangeloos was. Ik had in 't geheim bepaalde mo tieven, hoor!" „Meen je dat?" Hij keek haar in het nieuwsgierig en vol vertrouwen naar hem opgeheven gezicht Was ze inderdaad verrast of stak er toch iets van een coquette in haar? O, het was bijna onduldbaar, te moeten beseffen, dat hij die vraag niet met zekerheid kon beantwoorden! „Natuurlijk", hernam hij. „Onze dier bare Emma vindt John goed gezelschap voor je, mij niet. Intussen had ik al lang bedacht dat als jij naar de flat kwam om je te laten schilderen, ik ge legenheid genoeg zou hebben om jp te zienen je mee uit te nemen, zoals nu". „O", riep Serena een beetje over stuur, „maar juffrouw Twist is zo lief, dat ik haar niet graag.„Zou willen bedriegen?" zei hij s'hel. „Ik evenmin, kindlief, maar ik wil ook niet, dat ze me helemaal op de kop zit. De brave Emma is niet met haar tijd meegegaan en het kost veel moeite haar te over tuigen, dat nieuwigheden ook hun goede zijde kunnen hebben. Over een poosje zullen we haar wel op de hoogte brengen en als ze dan ziet, dat je geen kwaad is overkomen, zal ze er zich heus bij neerleggen". „O, als we 't haar zullen vertel len...." Serena voltooide de zin niet, maar haar gevoel van opluchting was duidelijk merkbaar. Een poosje later bracht Nick haar weer naar de flat, van waar John haar huiswaarts reed. Onderweg vroeg, Serena hem nogal zenuwachtig, de oude dame niets te zeggen van het uitstapje naar de Dierentuin. „Want, zie je, ze houdt wel veel van Nick, maar schijnt hem geen ge schikt gezelschap voor mij te vinden en nu willen we haar overtuigen, dat ze zich vergist",- verklaarde ze heel naïef. Een ogenblik omklemden John's lange gevoelige vingers het stuur wiel zo stevig vast, dat zijn knokkels er wit van werden. Als Juffrouw Twist het eens bij 't rechte eind had! Stel eens, dat Serena werkelijk op Nick verliefd werd.... en hij niet op haar? In de eerste plaats had je die Corinna en ten tweede was Nick en liefhebber van wat gevaarlijke, on- besuisde flirtpartijtjes. Intussen zou nïj daarmee dat wist John zeker bij Serena aan het verkeerde adres zijn. Anderzijds kon hij, John, met geen mogelijkheid aannemen, dat ie mand, allerminst de in de grond der zaak wel degelijke Nick, niet zou be zwijken voor Serena's bekoorlijkhe den Ja, dacht de brave John opge lucht, ze behoefde niets te vrezen want Nick zou ongetwijfeld toch ver liefd op haar raken; de tekenen daar voor waren immers onmiskenbaar. (Wordt vervolgd.) QP 17 FEBRUARI opent de mi- nister van O. K. en W., mr Cals, in Den Haag een grote rei zende tentoonstelling van Cana dese schilderijen. Zij staat onder beschermheerschap van de Cana dese ambassadeur in ons land. In het begin van het vorige jaar startte de expositie in Mon- treal. Tot Augustus zwierf zij door Midden- en Zuid-Amerika en ging toen naar Rome. Vervol gens was zij te bezichtigen in Londen, Parijs, Genève en Stock holm. Na Den Haag gaat de ten toonstelling nog naar Madrid en vandaar weer naar Canada om een grote tour door het land zelf te maken. Tenslotte zullen de doeken geschonken worden aan de besturen van de steden, die op de schilderijen staan afgebeeld. Er is hier sprake van een Cana dese goodwill-reis, die een uit. stekende indruk geeft van de schilderkunst van dit land. In nevenstaand artikel schrijft onze Haagse redacteur over Ca nada en de expositie. De wereld kende het land slechts als producent van landbouwproducten en als exporteur van grondstoffen, die elders werden verwerkt. Algemeen was men de mening toegedaan, dat de op landbouw ingestelde en weinig talrijke bevolking zelfs niet in staat was in de eigen behoeften te voor zien. Toen zich echter de eerste voor tekenen van è'eh tekort aan delfstoffen aankondigden, richtte de wereld de blik op Canada, waar enorme voor raden ertsen, kolen, olie, aardgas en electrische energie nog grotendeels on gebruikt lagen. Vreemd kapitaal, bui tenlandse ondernemrs en arbeiders gingen in groten getale naar het land ten Noorden van de Verenigde Staten stromen. Nieuwe bedrijven en dochter ondernemingen van bestaande bedrij ven werden er gesticht en door de onafzienbare wouden van het Noorden werden in zeer hoog tempo wegen, spoorwegen en pijpleidingen aangelegd. Voor de oppervlakkige toeschouwer leek het, of het maagdelijke gebied in enkele weken werd bezaaid met fabrieken, gebouwen en boortorens.: in verwonderlijk korte tijd was Ca nada het „Land van de 20e Eeuw" geworden. En nog steeds wordt met groeiende ondernemingszin op dit pad voortgegaan. Het ware echter overdreven deze snelle ontwikkeling als revolutionnair te beschouwen. De voorstellingen, die wij ons van het land maken, zijn nooit in overeenstemming met de werke lijkheid, omdat wij niet in staat zijn geweest de groei te volgen. Enerzijds stellen wij ons Canada voor als een land, waar men boeren arbeiders te kort komt, tengevolge waarvan talrijke Nederlanders naar dat land emigreren, maar anderzijds zien wij Canada als een reusachtig gebied, bedekt met sneeuw en ijs, met blokhutten, arresleden, kortom als een land, zoals het op kerstkaarten e.d. wordt uitgebeeld. ]\JATUURLIJK is er ook heden ten dage nog, zo'n Canada. Maar het andere Canada met rokende fabrieks schoorstenen, grote en zeer grote ste den, universiteiten, musici en geleer den is het verst van ons verwijderd. Van dat nieuwe Canada kan men binnenkort in het Haagse Gemeente museum een uitstekende indruk krij gen, die velen de ogen over dit land zal doen opengaan. De Seagram schil derijen-collectie, bestaande uit 50 grote e" kleinere doeken, die alle op de steden betrekking hebben, wordt daar namelijk van 18 tot en met 28 Fe bruari tentoongesteld. Hier zal men °lv"se aspecten van het „Land van de 20e Eeuw" in ogenschouw kunnen nemen en tevens zal men er een goede indruk krijgen van de ontwikkeling van het land op cultureel gebied. in samenwerking met de Royal canadian Academy werd een keuze gedaan uit de beste Canadese schil ders en de collectie samengesteld. Ten- n mag de expositie met reent als representatief voor de mo derne Canadese schilderkunst worden genoemd. Een rijk-geïllustreerde cata- iedere bezoeker ontvangt, vertelt meer van het grote land aan de andere zijde van de Oceaan. neiuLY blu3S0Il jn de kiem. Neem sim pelweg een of twee Rennies lang- ht?mJai6n- sn?elten op de tong en rJL Js bezw°ren. Onmiddellijk! U voor en na mensen heKh^ steevast Rennies bij zich nakt 'p ljraktisch en hygiënisch ver- ,„-LEl1 onopgemerkt in te nemen, zonder water of wat ook. (Advertentie, Ing. Med.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1954 | | pagina 2