Samenbindende en ontbindende
krachten in Indonesië
Onderwijs-film leert de jeugd
zien en ervaren
TWEM
Weer een Britse
Cornet vermist
Aziatisch communisme heeft
grote aantrekkingskracht
Filmische scholing voor de
leerkrachten
Modehuis Spruit
Fa J. v. d. Witte
President Soekarno
is machteloos
Duitsers in de Ronde
van Noord-Holland
COSTUMES
/sys//s///s/////s/s//xs/
De waarheid over
Indonesië IV
yyyymyyyyyymyyyyyyyyyy
Nu 268 renners aan
de start
De invloed van de NOF
neemt toe
Keizerstraat 62
Uw advertentie in dit blad treft doel
HET VALT diep te betreuren, dat de R.I- na 4 jaar zelfbestuur emo-
"onele tendenzen laat prevaleren boven de oplossing van ernstige
binnenlandse problemen van ontwrichtende aard. Men kan niet door
gaan met het afreageren van sentimenten op Nederland om hiermede
de onderlinge verdeeldheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen
te sussen. Zulks kan alleen in een revolutiestrijd effect sorteren. Nü vra
gen deze problemen om een oplossing. Men kan de verdeeldheid tussen
de verschillende bevolkingsgroepen en het zichtbare gebrek aan ge-
zagskracht niet langer voor de buitenwereld maskeren: de openlijke
ïcbellie in Atjeh, de jarenlange opstand in de Zuid-Molukken, de acti
viteit van de strijdorganisatie van Kahar Muzakkar in Zuid-Celebes
(Makassar), de georganiseerde overvallen van de Darul Islam-benden
op Java, de protesten van de Sumatranen tegen de „overheersing" door
Djakarta, de politieke controversen tussen P.N.I. en de Masjumi en de
op de voorgrond tredende bemoeiingen van communistische organisa
ties in de vakbonden, zijn feiten die op overtuigende wijze de
machteloosheid van het Indonesische gezagsapparaat demonstreren.
HE BINNENLANDSE verdeeldheid
is het grootste gevaar voor In
donesië als souvereine staat. Nie
mand beseft zulks meer dan Presi
dent Soekarno. Niemand grijpt het
meer aan dan de vader van de een
heidsgedachte, Soekarno de vrijheids
strijder. Hij alleen beseft dat zijn
innigst nationaal ideaal toen hij als
balling in Boven Digoel verbleef:
één groot homogeen volk, onder de
groepsnaam Indonesiërs; één
eilandenrijk onder één naam: In
donesië, slechts ten dele in vervul
ling is gegaan. Hij de volksleider
bü uitnemendheid weet dat het volk
ziin volk het machtige begrip
van eenheid niet kan omvatten. Wat
hij zich in zijn vrijheidsstrijd heeft
gedroomd en wat hij in zijn Paleis
Merdeka, waar eens Nederlands
Gouverneurs-generaal hebben ge
zeteld, hoopte te zien verwezenlijkt:
een eenheidsstaat en één volk, is
een toekomstdroom. Volksleiders
kunnen revoluties ontketenen, zij
kunnen de vlam ontsteken voor het
nationaal réveil en gedurende de
vrijheidsstrijd volkeren van verschil
lende samenstelling en origine sa
menbundelen tot een grote eenheid
doch wanneer de dynamische
kracht van de revolutie is gebroken
en de strijd is geëindigd, dan valt
die eenheid uit elkaar door de on
derlinge controversen en hernemen
de volksgroepen hun oude nationale
posities.
De eerste phase: de revolutie, heeft
Soekarno kunnen leiden. De tweede
phase: de consolidatie, hangt af van
andere factoren: van. binnenlandse
controversen en spanningen, van po
litieke en economische onmacht en
van buitenlandse invloeden en be
langen, welke hij niet in de hand
heeft, omdat zij buiten zijn invloeds
sfeer liggen.
Toch ligt de oplossing voor de
hand. Wanneer men slechts een
concessie wil doen aan eigen over
gevoeligheid en zich eerlijk de vraag
voorlegt: Waarom ook Nederland
wél homogenniteit en eenheid ver
krijgen en heersten er arbeidsvrede.
rust en welvaart, zonder dat roven
de benden dood en verderf om zich
verspreiden? Het gebied en de
bevolking zijn toch dezelfde geble
ven?
Mogen wij hierop het antwoord
geven? Een fundamenteel beginsel
in het regeringsbeleid van Neder
land over het toenmalige Neder-
lands-Indië was dat het steeds reke
ning hield met de onoverbrugbare
verschillen tussen Javanen en Soen-
danezenf van hetzelfde eiland Java!
de Preanger regentschappen) tussen
Sumatranen, Atjehers, Batakkers,
Palembangers, Madoerezen, Maleiers,
Ambonnezen, Menadonezen, Makas-
saren en Boeginezen, Bandjarezen,
Dajaks, Baliers, Sasaks, Toradja's
en tenslotte met de positie van de
aparte groep Papoea's.
Nederland heeft iedere bevolkings
groep zijn eigen religie, zijn natio
nale gebruiken, zijn cultuur, tra
dities en Adatrecht gelaten. En
zijn eigen bestuurshoofden. Het
getuigde van diep beleids-inzicht dat
het rekening hield met de uiteen
lopende trappen van beschaving en
de verscheidenheid van cultuurvor
men van dit uitgestrekte gebied van
ongeveer twee millioen vierkante
kilometer land, waar zestig verschil
lende dialecten en talen worden ge
sproken. Wat Nederland hier ver
richt heeft aan pacificerende arbeid,
rekening houdende met de oer-staat
van de koppensnellende Dajak uit
Borneo's binnenlanden en de hoog
beschaafde Javaan die aan een Ne
derlandse universiteit zijn graad
heeft gehaald; wat het aan het
land heeft gebracht door zijn irriga-
tiewerken, zijn woningbouw, zijn
wegen- en spoorwegenaanleg, zijn
industrialisatie, zijn grootcultures en
olie-bedrijven, zijn hospitalen, me
dische hogescholen en andere vor
men van cultuurinstellingen, lucht
en scheepvaarthavens is een mo
nument van zo'n hoge waarde, dat
het ook na eeuwen zijn waarde zal
behouden.
naarom valt het des te meer op dat
metn in Indonesië deze cultuur-
poederen van r e e 1 e waarde en
baeatelle neemt, alleen maar uit een
gevoel van ongedefinieerde afweer.
Hal ontleed, de psychologische angst
verraadt er opnieuw door te zullen
worden geïmponeerd. Wij hebben te
veel Indonesische blad.i gelezen om
niet iedere keer opnieuw getroffen
te worden door het feit dat vooraan
staande figuren in hun toespraken
tot de massa waarschuwen tegen
deze ïnvloeding van de geest: „psy
chologische infiltratie" zoals men dit
noemt. Daarom doet men alles lie
ver op dilettantische wijze af en
neemt de mislukkingen er op de
koop toe bij. dan te werken volgens
een systeem, dat zowel psychologisch
als biologisch geperfectionneerd is
geworden.
Heterogeen als de bevolking is, met
een verscheidenheid van cultuurvor
men en van de meest uiteenlopende
beschavingstrappen, was er één band
die ze samenbond: de Islam. Be
halve in sommige streken zoals Am-
bon, Menado en de Zuid-Molukken
en enkele streken op Java waar de
bevolking de christelijke godsdienst
belijdt en Bali dat de Hindoese
godsdienst aanhangt, worden al deze
volkeren beheerst door de Islam.
DE ISLAM is méér dan een gods
dienst, meer dan een geloofsover
tuiging, meer dan een levensleer: zij
wordt ook gebezigd als politieke
overtuiging. De Islamietisch plich
tenleer die de kracht van wetten be-
zit, (de Moslimse wetten zijn be
palingen van juridisch karakter
waarmede door de Ned. Ind. Rege
ring rekening werd gehouden), de
dogmatiek en de mystiek, de ma
gische kracht, waren culturele in
vloeden die zich aansloten bij de
van geslacht op geslacht voortleven
de Hindoe-Javaanse mystiek. Men
kan deze invloed niet wegcijferen.
Deze religieus-culturele inslag is
diep geworteld. Bij de ouderen meer
dan bij de jongeren, die evenals de
jeugd van andere landen veel oude
normen over boord hebben gezet. De
jongste demonstratie van 25.000 Isla
mieten, hun reactie op de volgens
hen ongepaste spot met de oude
Moslemse plichten, heeft een klein
staaltje te zien gegeven, van wat
deze fanatieke gelovigen kunnen op
brengen aan fel-oplaaiende religieu
ze kracht, wanneer hun geloof zou
worden beledigd. De „Heilige Oorlog"
in 1926 is eén der verschijnselen
waarmede Nederland steeds reke
ning heeft gehouden. De Moslimse
groep is een even machtige organi
satie wanneer ze geleid wordt door
een leider, die behalve een gerespec
teerd Islamiet ook een politicus van
groot formaat is.
Tot nog toe heeft de Masjumi als
de grote Islam-partij geen figuren
opgebracht, sterk genoeg om het op
te nemen tegen de thans overheer
sende politieke partij, de P.N.I. (Par-
tai Nasional Indonesia) omdat een
Islamse partij-voorzitter de pre
caire opdracht heeft zich lijnrecht
te stellen tegenover niemand anders
dan President Soekarno, de promo
tor van de P.N.I.
Verscheidene Kyaji's (godsdienst
leraren) hebben het aangedurfd de
heer Soekarno te wijzen op zijn ge-
loofs-opvattingen, doch daarbij is net
gebleven. De Partij-voorzitter van
de Masjumi, Mohammed Natsir was
de enige sterke figuur in het Mas-
jumi-kabinet, toen hij een uit te
spreken redevoering van President
Soekarno voor de V.N. terugwees als
minister-president. De Masjumi is na
de P.N.I. de sterkste politieke partij
in Indonesië gebleven, doch ze heeft
een andere tegenspeler gekregen in
het optredende communistisch ge
vaar.
WET COMMUNISME in Indonesië
is reeds heel oud. Onder de naam
van socialisme, nationalisme hebben
mannen als Tan Malakka, Alimin, de
Moskousche satelliet, Semaoen reeds
het communisme in Indonesië ge
bracht omstreeks 1922. Het was Tan
Malakka die propaganda door mid
del van de Islamietische godsdienst
warm voorstond en de apatrische
boerenstand (Tani's) wist op te win
den tot de „Heilige oorlog" in 1926
tegen de „Ongelovigen".
Nu nog werken deze elementen
door. Het laatste oproer was de
Madioen-opstand in 1947, die een
zeer bloedig einde had en waarvan
Kambangan.
tie van de R.I., welke zeer veel
oppositie heeft ontketend van de
zjjde van de echtgenoten en familie
leden der politieke delinquenten van
wie het grootste deel zonder enige
vorm van proces naar het eiland
zijn gebracht.
Er is echter een andere commu
nistische invloed merkbaar, vooral
onder de vakorganisaties, die nage
noeg allen communistisch zün ge
oriënteerd. De Sobsi als overkoepe
lend lichaam wordt algemeen com
munistisch genoemd. Toch lijkt dit
ons als symptoom minder gevaar
lijk. dan de subtiele geestelijke in
filtratie van een ideologie, welke
men het Aziatisch communisme
pleegt te noemen. Wat is dit Azia
tisch communisme?
Wanneer men zich de draagwijdte
van het voorgaande realiseert, dan
ziet men dus een gebied van 2 mil
lioen vierkante kilometer land, be
volkt met 80 millioen zielen van on
gelijke beschaving, waarbij het in
tellectuele kader zeer dun gezaaid is.
Een gebied dat ondanks het rijke
bezit aan agrarische producten en
mineralen, economisch onmondig is
omdat de regering zich door senti
menten laat leiden, met een jeugd
die revolteert en zich hoe langer
hoe meer afwendt van oude binden
de religieuze waarden, zodat in haar
geestelijke uitrusting een zeer groot
vaeuum is ontstaan. Een gebied dat
bovendien verdeeld wordt door bin
nenlandse controversen van diep-in-
grijpende politieke aard een ge
bied alzo rijp voor een agressor.
Vergeten wij vooral niet dat in
dit gebied twee millioen Chinezen
wonen, meest aanhangers van Mao
Tse Tung.
Toen wij de jeugd-beweging be
schreven in ons voorgaand artikel,
hebben wij niet vermeld dat in de
jaren 1949-1950-1951 tachtig procent
van de studenten aan de Indone
sische universiteit gevormd wordt
door Chinezen. Het gemiddelde der
geslaagden was ook 80% Chinees.
De intelligentia onder de jongeren
wordt dus gevormd door de Chinese
bevolkingsgroep, nu de Europese zo
dun gezaaid is in Indonesië. De ver
houdingen op de hogescholen zijn nu
verbeterd, er zijp in 1952 en '53 heel
wat Indonesische doktoren en rechts
geleerden afgeleverd, doch dit neemt
niet weg dat de Chinese invloed in
Indonesië eer toe- dan afgenomen is.
TOT 1949 was de Chinese populatie,
vooral de oudere generatie „na
tionalistisch" georiënteerd en vóór
Tsjiang Kai Sjek. De vlaggen op de
officiële feestdagen vertoonden nog
de draak.
Toen echter in October 1949 Mao
Tse Tung aan de regering kwam,
werd het voor de nationalistisch ge
oriënteerde Chinezen minder gezond
de Regering op Formosa te blijven
aanhangen. De Chinese burger is
vóór alles realist. Zijn politieke
ideologie is voor alles zakelijk. Wat
voor zin heeft het de corrupte rege
ring van Tsjiang Kai Sjek aan te
hangen als er officieel reeds een
regering Mao Tse Tung is? is zijn
gedachtegang. Dit is een bestaand
feit: Tsjiang Kai Sjek is „bikinan
Amerika" (door Amerika in het
leven geroepen).
Doch nóg zou dit niet zo overtui
gend zijn geweest, als de leer van
Mao Tsè Tung niet volkomen aange
past kon worden aan de kapitalis
tische inslag van de Chinese zaken
man. De algemene verklaring van de
vijf-sterren op de bloedrode vlag is
dat deze sterren de 5 provincies van
China vertegenwoordigen. In het
Oosten heeft een Chinees philosoof
en politicus ons het volgende ge
zegd. een verklaring welke de gang
bare is onder de Chinezen van alle
standen in Indonesië:
De eerste ster vertegenwoordigt
de boerenstand. De tweede ster de
arbeiders. De derde ster de intelli
gentia, (geleerden, filosofen, uitvin
ders. schrijvers, doktoren, rechters,
staatslieden etc. en de vierde ster
de handels- en zakenwereld, de
economie: de vijfde ster de geeste
lijkheid (priesters, denkers etc.).
De leer van Mao Tse Tung, het
Chinees of Aziatisch communisme
zoals het thans ook genoemd wordt,
is dus een leer die als het ware
geformuleerd is voor de Chinees én
voor de Aziaat. Realist als een Chi
nees van huis-uit is, is in het sym
bool het kapitalisme ook opgenomen
in de 4de ster. China is een prak
tisch land. En de zonen van China
zijn in de eerste plaats econoom (in
Indonesië doorgaans kapitalist er
bij!), daarnaast vertoont het zijn
karakter contemplatieve, wijsgerige
element dat bij Confucius een rust
punt krijgt, evenals ditzelfde bij de
Aziaat in zijn Islam of in ziin
Hindoese religie weerklank vinat.
De „geest", de „ideologie" van het
Chinees communisme is dus volko
men aangepast aan de geest en de
ideologie van Azië.
Ook in Indonesië vormt de boe
renstand de grootste massa, ook in
Indonesië slaat men priesters, den
kers en filosofen heel hoog aan. Dit
is het ware karakter van Azië, het
beschouwende, aanvaardende, daar
om aanvaardt het dit nieuwe even
graag als in 1949 zijn souvereiniteit.
De grote massa kent niet het gevaar
dat achter dit aanvaarden ligt. Het
beseft niet hoe het langzaam geab
sorbeerd wordt door dit beginsel
en door het regiem dat achter deze
ideologie staat.
Het Westen beseffe wat hier aan
de Zuidgrens van Azië staat te ge
beuren en sluite niet de ogen voor
een realiteit: De Volksrepubliek
China met de enige Chinese presi
dent van China: Mao Tse Toeng.
Formosa is en blijft een eiland,
toebehorende aan China, doch is
niet het machtige Chinese Rijk, de
Volksrepubliek van Mao Tse Toeng.
A. M. Führi-Mierop.
Een opname uit „Goede manieren", een filmstrip van de NOF.
Het aantal renners dat Zondag aan
de Ronde van Noordholland zal deel
nemen is inmiddels gestegen tot 268.
Hierbij bevinden zich ook twee Duit
sers, nl. M. Donike uit Keulen en P.
Vadder uit Keulen. Bij de nagekomen
inschrijvingen bevinden zich ook Kee
pers uit Roosendaal en Jef Croone uit
Eindhoven. Vooral Croone is één der
favorieten. Hij maakt deel uit van de
zesmansploeg, die eind van deze maand
deelneemt aan de etappewedstrijd War
schau—Berlijn—Praag. De vijf andere
renners die aan deze etappewedstrijd
deelnemen starten ook in de Ronde
van Noordholland. Het zijn Daan de
Groot, Gijs Pouw, Wim Rusman, Piet
v. d. Lijke en Henk v. d. Broek.
Bij de Zaanse renners die aan de
start komen moeten we ook nog de
Krommenieër Jan Vennik noemen, die
met rugnummer 218 rijdt.
(Van onze filmmedewerkster)
TOT DE LEGENDE van leien en griffels, plakken en sponzendozen
zal zo langzamerhand ook de toverlantaarn gaan behoren. Projectie
lantaarn noemden we op school dit instrument deftig. Een nieuwe tijd
gaat echter nieuwe wegen, die niet alleen leiden tot verbetering van
het oude, maar vooral ook toepassing van het nieuwe. En al is de film
dan niet nieuw te noemen, de film in dienst van het onderwijs is nog
even jong als een scholier van de eerste klas middelbare school. Zo
jong eigenlijk, dat de meeste buitenstaanders in dit soort onderwijs
niet veel meer denken te kunnen zien dan een geperfectionneerde tover
lantaarn. Doch het rhythme van het bewegende beeld en de lenigheid
van de filmmontage betrekken de jeugdige toeschouwer veel meer bij
de handeling, die zich voor zijn ogen afspeelt. Niet slechts omdat hier
van een handeling sprake is, in tegenstelling met het vroegere statisti
sche beeld, maar ook, omdat deze handeling in haar suggestie het een
maal op gang gebrachte denken stimuleert tot het ontwikkelen van een
eigen gedachtengang.
Het door de film vertoonde dat
doorgaans beter aanspreekt dan de
werkelijkheid, omdat de camera ver
der, dieper en langer kan doordringen
tot het essentiële en een scherper re
gistratievermogen bezit dan het men
selijk oog leert de jonge toeschou
wer het leven ervaren op een heel bij
zondere wijze Dat er zich hier ook
nog andere factoren doen gelden, die
voor volledig welslagen vereist zijn,
ligt voor de hand.
De intentie, de geestelijke instelling
van de scenarioschrijver, zowel als van
de cameraman, zijn even onmisbare at
tributen als een voor zijn taak bere
kende leerkracht, die de leerlingen niet
alleen het aanschouwde moet helpen
verwerken, maar vooral moet leren de
film op de juiste wijze zien.
Al de2e, op zich reeds zware, taken
rusten als één gewicht op de schou
ders van de Nederlandse Onderwijs-
Film.
De N.O.F., die een stichting is, over
koepelend de organisaties van de Neu
trale, Prot. Christ. en Katholieke on-
derwijsfilm, was vóór 1952 nog een se-
mi-overheidsinstelling. Doch sedertdien
zijn de banden met O.K.&.W. alleen
nog maar die van de subsidie, en be
paalt niet. meer de overheid doch de
in de N.O.F. verenigde onderwijsorga
nisaties wat het programma zal omvat
ten. Het enige principiële verschil met
vroegere jaren is, dat de drie „zuilen
stichtingen", die de N.O.F. stutten,
zelf de organisatie en reclame in hun
eigen (geloofs) sector ter hand hebben
genomen. Maar de uitvoerende macht
berust bij de topstichting in Den Haag,
die vertegenwoordigers uit ieder der
drie organisaties telt.
Van een Paedagogische Adviescom
missie gaan de plannen uit voor de
nieuw te maken films. Voor de onge
veer 15 smalfilms met tijdsduur van een
kwartier die de technische staf van de
N.O.F. jaarlijks kan maken, worden
daarna door specialisten op het gebied
van het gevraagde onderwerp scenario's
ontworpen. Na het scenario komt het
draaiboek aan de beurt en dan kunnen
de cameraploeg en de technische staf
het project afwerken.
Voor de grotere films, die een half
uur duren en soms drie kwartier
zoals de in Mei a.s. uit te brengen film
over Vondel, opgenomen in het Mui-
derslot wordt een enkele maal ge
bruik gemaakt van muziek en bijbeho
rende dialoog. Het hierbij toegepaste
„play-back"-systeem zou ook voor de
kortere rolprenten zijn waarde wel kun
nen bewijzen, als niet de simpele film
vertoning in een klas- of gymnastiek
lokaal zo weinig van het geluid tot
zijn recht zou doen komen.
Van de 3000 scholen zijn er nog al
tijd 2000, die in groepjes van vijf een
projector moeten lenen van de N.O.F.
De andere beschikken zelf over zo'n ap
paraat en daarmee meesta' ook over een
leerkracht om het te bedienen. Bij de
uit te lenen projector kan op verzoek
ook een consulent door de N.O.F. ge
leverd worden, die de „voorstelling"
verzorgt. Daar er echter aan verschil
lende kweekscholen door vakmensen
van de N.O.F. instructieve lessen ge
geven worden, die tot het meest effec
tief aanwenden van het leermiddel
film moeten leiden, zal mettertijd het
onderwijzend personeel een vaste kern
van filmisch geschoolde krachten rijk
zijn.
De 160 films (met van ieder vijftig
copieën en bij vele een speciaal in
structieboekje) vinden een grote aftrek
op de Nederlandse scholen, maar ook
op die van de Antillen, Suriname en
Indonesië, waarvoor de Sticusa bemid
delt. Misschien zal er een school eens
een paar weken moeten wachten na
haar aanvraag als het een film betreft,
zoals die over de Elfstedentocht, die
toch altijd nog wel een 1000 maal per
jaar gedraaid wordt, of een film over
de bloembollen. Maar doorgaans kan er
aan ieder verzoek direct voldaan wor
den.
VOOR DE EERSTE drie klassen l.o.
heeft de filmotheek van de N.O.F.
filmpjes over: Doornroosje, Jonge be
ren, Jonge leeuwen, Voorjaar op de
boerderij. De hogere klassen zijn al
weer toe aan eenvoudige industrie
films en de zgn. taaifilms, waarnaar
opstellen gemaakt moeten worden.
Vooral bij het b.l.o. heeft men met dit
laatste genre goede resultaten, omdat
gebleken is, dat de leerling dit visueel
onderricht beter in zich opneemt, beter
verwerkt en er beter door gestimuleerd
wordt tot eigen werkzaamheid dan door
de gewone les.
Voor het m.o. is de keus uit films
tot nu toe zeer beperkt, beperkter nog
dan voor het nijverheidsonderwijs.
Daarom wordt er de laatste tijd hard
gewerkt aan het kopen van buiten
landse films, geschikt voor deze sec
tor van het onderwijs. Ook met een
zgn. internationaal koop-productiesy
steem denkt men in het tekort te voor
zien. Zestien landen, alle aangesloten
bij de Intern. Werkgem. voor de Edu
catieve Film, hebben zich verplicht
ieder een film over eigen land te ma
ken (de N.O.F. maakt hiervoor Neder
land-Waterland) en deze over de gren
zen uit te brengen in ruil voor buiten
landse.
Als echter alle plannen, die de N.OJT.
en speciaal de directeur van deze stich
ting, dr J. M. L. Peters, heeft, zo snel
uitgevoerd zouden kunnen worden, als
uitgedacht, dan zouden er al heel spoe
dig nog betere resultaten te boeken
zijn. Maar niet alleen de financiële fac
tor (naast de subsidie is de enige
inkomst de f 0.30, die per leerling
wordt afgedragen) speelt ook nog een
ideële factor een rol bij deze vertra
ging. Men wil van de N.O.F. beslist
geen zaakje maken, geen reeksenpro
duct. Steeds weer wordt er getracht
nieuwe wegen te vinden om het jonge
leermiddel een zo groot mogelijke in-
trensieke waarde te geven en niet door
de monotonie van de herhaling tot ver
vlakking te doemen. Een biologische
film, een muziekfilm over de Pastorale
van Beethoven (met thematiek en har
monie op originele wijze uitgewerkt
en gedemonstreerd), een film over
bcuwkunst, costumes, opgravingen, dus,
kortom: cultureel-historische en aesthe-
tisch-vormende films lenen zich hiertoe
het best.
Behalve de films is de N.O.F. zich het
laatste jaar ook gaan toeleggen op het
vervaardigen van zgn. filmstrips, die
vaak een bepaald onderdeel van een
film nog eens nader toelichten. Deze
deels getekende, deels gefotografeerde
aanvullingen zijn een groot succes ge
bleken, ook wanneer zij een sterk mo
raliserend karakter hebben, zoals:
„Goede manieren" en „Let op je hou
ding".
De invloed van de N.O.F., die in de
loop der jaren wel degelijk een goede
is gebleken, reikt echter nog verder
dan we oppervlakkig zouden oordelen.
Want het kind, dat aan de hand van
juiste in- en voorlichting reeds jong
de film op haar werkelijke waarde
leert schatten, zal later minder gevaar
lopen bij de zoveel kleuriger, woeliger
en schetterende rolprenten in de bios
coop. Het laat zich dan niet meer van
gen door „het nieuwtje" en zal, door
zijn systematisch en methodisch opge
bouwde filmervaring, beter het kaf
van het koren kunnen scheiden.
(Ongecorrigeerd)
Een van de Cornet-passagiersvliegtui
gen met straalaandrijving van de „Brl-
tish Overseas Airways Corporation"
was hedenmorgen vroeg drie en een
half uur overtijd op het traject Rome
Cairo. Het toestel was Woensdagmid
dag uit Londen naar Johannesburg ver
trokken en had in Rome ruim 25 uur
vertraging omdat herstelwerkzaamhe
den moesten worden verricht. Vermoe
delijk zijn er veertien passagiers aan
boord en een bemanning van zeven
Zuidafrikanen. Het vermiste toestel
was gecharterd door de South African
Airways. Met het aanbreken van de
dag zijn vliegtuigen en schepen aan het
zoeken gegaan. Men onderzoekt o.a.
een melding van een vliegtuig, dat
lichten op zee had gezien tussen Ponza
en Capri.
Officieel werd in Rome meegedeeld,
dat de president van de BOAC op
dracht heeft gegeven alle diensten van
zijn maatschappij met Cornets opnieuw
te staken in afwachting van nadere
mededelingen omtrent het vermiste
toestel.
iNMi
EMMi
ZO JUIST
ONTVANGEN
ALLE NIEUWE
KLEUREN
EN MODELLEN
(HH:
EHMt
p. paar
z. inl.
Graveren
terwijl U wacht
KEIZERSTRAAT 103
le klas reparatie-inr. goud, zilver.
Gediplomeerd horlogemaker.
- -i