Samenbindende en ontbindende krachten in Indonesië Onderwijs-film leert de jeugd zien en ervaren TWEM Weer een Britse Cornet vermist Aziatisch communisme heeft grote aantrekkingskracht Filmische scholing voor de leerkrachten Modehuis Spruit Fa J. v. d. Witte President Soekarno is machteloos Duitsers in de Ronde van Noord-Holland COSTUMES /sys//s///s/////s/s//xs/ De waarheid over Indonesië IV yyyymyyyyyymyyyyyyyyyy Nu 268 renners aan de start De invloed van de NOF neemt toe Keizerstraat 62 Uw advertentie in dit blad treft doel HET VALT diep te betreuren, dat de R.I- na 4 jaar zelfbestuur emo- "onele tendenzen laat prevaleren boven de oplossing van ernstige binnenlandse problemen van ontwrichtende aard. Men kan niet door gaan met het afreageren van sentimenten op Nederland om hiermede de onderlinge verdeeldheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen te sussen. Zulks kan alleen in een revolutiestrijd effect sorteren. Nü vra gen deze problemen om een oplossing. Men kan de verdeeldheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen en het zichtbare gebrek aan ge- zagskracht niet langer voor de buitenwereld maskeren: de openlijke ïcbellie in Atjeh, de jarenlange opstand in de Zuid-Molukken, de acti viteit van de strijdorganisatie van Kahar Muzakkar in Zuid-Celebes (Makassar), de georganiseerde overvallen van de Darul Islam-benden op Java, de protesten van de Sumatranen tegen de „overheersing" door Djakarta, de politieke controversen tussen P.N.I. en de Masjumi en de op de voorgrond tredende bemoeiingen van communistische organisa ties in de vakbonden, zijn feiten die op overtuigende wijze de machteloosheid van het Indonesische gezagsapparaat demonstreren. HE BINNENLANDSE verdeeldheid is het grootste gevaar voor In donesië als souvereine staat. Nie mand beseft zulks meer dan Presi dent Soekarno. Niemand grijpt het meer aan dan de vader van de een heidsgedachte, Soekarno de vrijheids strijder. Hij alleen beseft dat zijn innigst nationaal ideaal toen hij als balling in Boven Digoel verbleef: één groot homogeen volk, onder de groepsnaam Indonesiërs; één eilandenrijk onder één naam: In donesië, slechts ten dele in vervul ling is gegaan. Hij de volksleider bü uitnemendheid weet dat het volk ziin volk het machtige begrip van eenheid niet kan omvatten. Wat hij zich in zijn vrijheidsstrijd heeft gedroomd en wat hij in zijn Paleis Merdeka, waar eens Nederlands Gouverneurs-generaal hebben ge zeteld, hoopte te zien verwezenlijkt: een eenheidsstaat en één volk, is een toekomstdroom. Volksleiders kunnen revoluties ontketenen, zij kunnen de vlam ontsteken voor het nationaal réveil en gedurende de vrijheidsstrijd volkeren van verschil lende samenstelling en origine sa menbundelen tot een grote eenheid doch wanneer de dynamische kracht van de revolutie is gebroken en de strijd is geëindigd, dan valt die eenheid uit elkaar door de on derlinge controversen en hernemen de volksgroepen hun oude nationale posities. De eerste phase: de revolutie, heeft Soekarno kunnen leiden. De tweede phase: de consolidatie, hangt af van andere factoren: van. binnenlandse controversen en spanningen, van po litieke en economische onmacht en van buitenlandse invloeden en be langen, welke hij niet in de hand heeft, omdat zij buiten zijn invloeds sfeer liggen. Toch ligt de oplossing voor de hand. Wanneer men slechts een concessie wil doen aan eigen over gevoeligheid en zich eerlijk de vraag voorlegt: Waarom ook Nederland wél homogenniteit en eenheid ver krijgen en heersten er arbeidsvrede. rust en welvaart, zonder dat roven de benden dood en verderf om zich verspreiden? Het gebied en de bevolking zijn toch dezelfde geble ven? Mogen wij hierop het antwoord geven? Een fundamenteel beginsel in het regeringsbeleid van Neder land over het toenmalige Neder- lands-Indië was dat het steeds reke ning hield met de onoverbrugbare verschillen tussen Javanen en Soen- danezenf van hetzelfde eiland Java! de Preanger regentschappen) tussen Sumatranen, Atjehers, Batakkers, Palembangers, Madoerezen, Maleiers, Ambonnezen, Menadonezen, Makas- saren en Boeginezen, Bandjarezen, Dajaks, Baliers, Sasaks, Toradja's en tenslotte met de positie van de aparte groep Papoea's. Nederland heeft iedere bevolkings groep zijn eigen religie, zijn natio nale gebruiken, zijn cultuur, tra dities en Adatrecht gelaten. En zijn eigen bestuurshoofden. Het getuigde van diep beleids-inzicht dat het rekening hield met de uiteen lopende trappen van beschaving en de verscheidenheid van cultuurvor men van dit uitgestrekte gebied van ongeveer twee millioen vierkante kilometer land, waar zestig verschil lende dialecten en talen worden ge sproken. Wat Nederland hier ver richt heeft aan pacificerende arbeid, rekening houdende met de oer-staat van de koppensnellende Dajak uit Borneo's binnenlanden en de hoog beschaafde Javaan die aan een Ne derlandse universiteit zijn graad heeft gehaald; wat het aan het land heeft gebracht door zijn irriga- tiewerken, zijn woningbouw, zijn wegen- en spoorwegenaanleg, zijn industrialisatie, zijn grootcultures en olie-bedrijven, zijn hospitalen, me dische hogescholen en andere vor men van cultuurinstellingen, lucht en scheepvaarthavens is een mo nument van zo'n hoge waarde, dat het ook na eeuwen zijn waarde zal behouden. naarom valt het des te meer op dat metn in Indonesië deze cultuur- poederen van r e e 1 e waarde en baeatelle neemt, alleen maar uit een gevoel van ongedefinieerde afweer. Hal ontleed, de psychologische angst verraadt er opnieuw door te zullen worden geïmponeerd. Wij hebben te veel Indonesische blad.i gelezen om niet iedere keer opnieuw getroffen te worden door het feit dat vooraan staande figuren in hun toespraken tot de massa waarschuwen tegen deze ïnvloeding van de geest: „psy chologische infiltratie" zoals men dit noemt. Daarom doet men alles lie ver op dilettantische wijze af en neemt de mislukkingen er op de koop toe bij. dan te werken volgens een systeem, dat zowel psychologisch als biologisch geperfectionneerd is geworden. Heterogeen als de bevolking is, met een verscheidenheid van cultuurvor men en van de meest uiteenlopende beschavingstrappen, was er één band die ze samenbond: de Islam. Be halve in sommige streken zoals Am- bon, Menado en de Zuid-Molukken en enkele streken op Java waar de bevolking de christelijke godsdienst belijdt en Bali dat de Hindoese godsdienst aanhangt, worden al deze volkeren beheerst door de Islam. DE ISLAM is méér dan een gods dienst, meer dan een geloofsover tuiging, meer dan een levensleer: zij wordt ook gebezigd als politieke overtuiging. De Islamietisch plich tenleer die de kracht van wetten be- zit, (de Moslimse wetten zijn be palingen van juridisch karakter waarmede door de Ned. Ind. Rege ring rekening werd gehouden), de dogmatiek en de mystiek, de ma gische kracht, waren culturele in vloeden die zich aansloten bij de van geslacht op geslacht voortleven de Hindoe-Javaanse mystiek. Men kan deze invloed niet wegcijferen. Deze religieus-culturele inslag is diep geworteld. Bij de ouderen meer dan bij de jongeren, die evenals de jeugd van andere landen veel oude normen over boord hebben gezet. De jongste demonstratie van 25.000 Isla mieten, hun reactie op de volgens hen ongepaste spot met de oude Moslemse plichten, heeft een klein staaltje te zien gegeven, van wat deze fanatieke gelovigen kunnen op brengen aan fel-oplaaiende religieu ze kracht, wanneer hun geloof zou worden beledigd. De „Heilige Oorlog" in 1926 is eén der verschijnselen waarmede Nederland steeds reke ning heeft gehouden. De Moslimse groep is een even machtige organi satie wanneer ze geleid wordt door een leider, die behalve een gerespec teerd Islamiet ook een politicus van groot formaat is. Tot nog toe heeft de Masjumi als de grote Islam-partij geen figuren opgebracht, sterk genoeg om het op te nemen tegen de thans overheer sende politieke partij, de P.N.I. (Par- tai Nasional Indonesia) omdat een Islamse partij-voorzitter de pre caire opdracht heeft zich lijnrecht te stellen tegenover niemand anders dan President Soekarno, de promo tor van de P.N.I. Verscheidene Kyaji's (godsdienst leraren) hebben het aangedurfd de heer Soekarno te wijzen op zijn ge- loofs-opvattingen, doch daarbij is net gebleven. De Partij-voorzitter van de Masjumi, Mohammed Natsir was de enige sterke figuur in het Mas- jumi-kabinet, toen hij een uit te spreken redevoering van President Soekarno voor de V.N. terugwees als minister-president. De Masjumi is na de P.N.I. de sterkste politieke partij in Indonesië gebleven, doch ze heeft een andere tegenspeler gekregen in het optredende communistisch ge vaar. WET COMMUNISME in Indonesië is reeds heel oud. Onder de naam van socialisme, nationalisme hebben mannen als Tan Malakka, Alimin, de Moskousche satelliet, Semaoen reeds het communisme in Indonesië ge bracht omstreeks 1922. Het was Tan Malakka die propaganda door mid del van de Islamietische godsdienst warm voorstond en de apatrische boerenstand (Tani's) wist op te win den tot de „Heilige oorlog" in 1926 tegen de „Ongelovigen". Nu nog werken deze elementen door. Het laatste oproer was de Madioen-opstand in 1947, die een zeer bloedig einde had en waarvan Kambangan. tie van de R.I., welke zeer veel oppositie heeft ontketend van de zjjde van de echtgenoten en familie leden der politieke delinquenten van wie het grootste deel zonder enige vorm van proces naar het eiland zijn gebracht. Er is echter een andere commu nistische invloed merkbaar, vooral onder de vakorganisaties, die nage noeg allen communistisch zün ge oriënteerd. De Sobsi als overkoepe lend lichaam wordt algemeen com munistisch genoemd. Toch lijkt dit ons als symptoom minder gevaar lijk. dan de subtiele geestelijke in filtratie van een ideologie, welke men het Aziatisch communisme pleegt te noemen. Wat is dit Azia tisch communisme? Wanneer men zich de draagwijdte van het voorgaande realiseert, dan ziet men dus een gebied van 2 mil lioen vierkante kilometer land, be volkt met 80 millioen zielen van on gelijke beschaving, waarbij het in tellectuele kader zeer dun gezaaid is. Een gebied dat ondanks het rijke bezit aan agrarische producten en mineralen, economisch onmondig is omdat de regering zich door senti menten laat leiden, met een jeugd die revolteert en zich hoe langer hoe meer afwendt van oude binden de religieuze waarden, zodat in haar geestelijke uitrusting een zeer groot vaeuum is ontstaan. Een gebied dat bovendien verdeeld wordt door bin nenlandse controversen van diep-in- grijpende politieke aard een ge bied alzo rijp voor een agressor. Vergeten wij vooral niet dat in dit gebied twee millioen Chinezen wonen, meest aanhangers van Mao Tse Tung. Toen wij de jeugd-beweging be schreven in ons voorgaand artikel, hebben wij niet vermeld dat in de jaren 1949-1950-1951 tachtig procent van de studenten aan de Indone sische universiteit gevormd wordt door Chinezen. Het gemiddelde der geslaagden was ook 80% Chinees. De intelligentia onder de jongeren wordt dus gevormd door de Chinese bevolkingsgroep, nu de Europese zo dun gezaaid is in Indonesië. De ver houdingen op de hogescholen zijn nu verbeterd, er zijp in 1952 en '53 heel wat Indonesische doktoren en rechts geleerden afgeleverd, doch dit neemt niet weg dat de Chinese invloed in Indonesië eer toe- dan afgenomen is. TOT 1949 was de Chinese populatie, vooral de oudere generatie „na tionalistisch" georiënteerd en vóór Tsjiang Kai Sjek. De vlaggen op de officiële feestdagen vertoonden nog de draak. Toen echter in October 1949 Mao Tse Tung aan de regering kwam, werd het voor de nationalistisch ge oriënteerde Chinezen minder gezond de Regering op Formosa te blijven aanhangen. De Chinese burger is vóór alles realist. Zijn politieke ideologie is voor alles zakelijk. Wat voor zin heeft het de corrupte rege ring van Tsjiang Kai Sjek aan te hangen als er officieel reeds een regering Mao Tse Tung is? is zijn gedachtegang. Dit is een bestaand feit: Tsjiang Kai Sjek is „bikinan Amerika" (door Amerika in het leven geroepen). Doch nóg zou dit niet zo overtui gend zijn geweest, als de leer van Mao Tsè Tung niet volkomen aange past kon worden aan de kapitalis tische inslag van de Chinese zaken man. De algemene verklaring van de vijf-sterren op de bloedrode vlag is dat deze sterren de 5 provincies van China vertegenwoordigen. In het Oosten heeft een Chinees philosoof en politicus ons het volgende ge zegd. een verklaring welke de gang bare is onder de Chinezen van alle standen in Indonesië: De eerste ster vertegenwoordigt de boerenstand. De tweede ster de arbeiders. De derde ster de intelli gentia, (geleerden, filosofen, uitvin ders. schrijvers, doktoren, rechters, staatslieden etc. en de vierde ster de handels- en zakenwereld, de economie: de vijfde ster de geeste lijkheid (priesters, denkers etc.). De leer van Mao Tse Tung, het Chinees of Aziatisch communisme zoals het thans ook genoemd wordt, is dus een leer die als het ware geformuleerd is voor de Chinees én voor de Aziaat. Realist als een Chi nees van huis-uit is, is in het sym bool het kapitalisme ook opgenomen in de 4de ster. China is een prak tisch land. En de zonen van China zijn in de eerste plaats econoom (in Indonesië doorgaans kapitalist er bij!), daarnaast vertoont het zijn karakter contemplatieve, wijsgerige element dat bij Confucius een rust punt krijgt, evenals ditzelfde bij de Aziaat in zijn Islam of in ziin Hindoese religie weerklank vinat. De „geest", de „ideologie" van het Chinees communisme is dus volko men aangepast aan de geest en de ideologie van Azië. Ook in Indonesië vormt de boe renstand de grootste massa, ook in Indonesië slaat men priesters, den kers en filosofen heel hoog aan. Dit is het ware karakter van Azië, het beschouwende, aanvaardende, daar om aanvaardt het dit nieuwe even graag als in 1949 zijn souvereiniteit. De grote massa kent niet het gevaar dat achter dit aanvaarden ligt. Het beseft niet hoe het langzaam geab sorbeerd wordt door dit beginsel en door het regiem dat achter deze ideologie staat. Het Westen beseffe wat hier aan de Zuidgrens van Azië staat te ge beuren en sluite niet de ogen voor een realiteit: De Volksrepubliek China met de enige Chinese presi dent van China: Mao Tse Toeng. Formosa is en blijft een eiland, toebehorende aan China, doch is niet het machtige Chinese Rijk, de Volksrepubliek van Mao Tse Toeng. A. M. Führi-Mierop. Een opname uit „Goede manieren", een filmstrip van de NOF. Het aantal renners dat Zondag aan de Ronde van Noordholland zal deel nemen is inmiddels gestegen tot 268. Hierbij bevinden zich ook twee Duit sers, nl. M. Donike uit Keulen en P. Vadder uit Keulen. Bij de nagekomen inschrijvingen bevinden zich ook Kee pers uit Roosendaal en Jef Croone uit Eindhoven. Vooral Croone is één der favorieten. Hij maakt deel uit van de zesmansploeg, die eind van deze maand deelneemt aan de etappewedstrijd War schau—Berlijn—Praag. De vijf andere renners die aan deze etappewedstrijd deelnemen starten ook in de Ronde van Noordholland. Het zijn Daan de Groot, Gijs Pouw, Wim Rusman, Piet v. d. Lijke en Henk v. d. Broek. Bij de Zaanse renners die aan de start komen moeten we ook nog de Krommenieër Jan Vennik noemen, die met rugnummer 218 rijdt. (Van onze filmmedewerkster) TOT DE LEGENDE van leien en griffels, plakken en sponzendozen zal zo langzamerhand ook de toverlantaarn gaan behoren. Projectie lantaarn noemden we op school dit instrument deftig. Een nieuwe tijd gaat echter nieuwe wegen, die niet alleen leiden tot verbetering van het oude, maar vooral ook toepassing van het nieuwe. En al is de film dan niet nieuw te noemen, de film in dienst van het onderwijs is nog even jong als een scholier van de eerste klas middelbare school. Zo jong eigenlijk, dat de meeste buitenstaanders in dit soort onderwijs niet veel meer denken te kunnen zien dan een geperfectionneerde tover lantaarn. Doch het rhythme van het bewegende beeld en de lenigheid van de filmmontage betrekken de jeugdige toeschouwer veel meer bij de handeling, die zich voor zijn ogen afspeelt. Niet slechts omdat hier van een handeling sprake is, in tegenstelling met het vroegere statisti sche beeld, maar ook, omdat deze handeling in haar suggestie het een maal op gang gebrachte denken stimuleert tot het ontwikkelen van een eigen gedachtengang. Het door de film vertoonde dat doorgaans beter aanspreekt dan de werkelijkheid, omdat de camera ver der, dieper en langer kan doordringen tot het essentiële en een scherper re gistratievermogen bezit dan het men selijk oog leert de jonge toeschou wer het leven ervaren op een heel bij zondere wijze Dat er zich hier ook nog andere factoren doen gelden, die voor volledig welslagen vereist zijn, ligt voor de hand. De intentie, de geestelijke instelling van de scenarioschrijver, zowel als van de cameraman, zijn even onmisbare at tributen als een voor zijn taak bere kende leerkracht, die de leerlingen niet alleen het aanschouwde moet helpen verwerken, maar vooral moet leren de film op de juiste wijze zien. Al de2e, op zich reeds zware, taken rusten als één gewicht op de schou ders van de Nederlandse Onderwijs- Film. De N.O.F., die een stichting is, over koepelend de organisaties van de Neu trale, Prot. Christ. en Katholieke on- derwijsfilm, was vóór 1952 nog een se- mi-overheidsinstelling. Doch sedertdien zijn de banden met O.K.&.W. alleen nog maar die van de subsidie, en be paalt niet. meer de overheid doch de in de N.O.F. verenigde onderwijsorga nisaties wat het programma zal omvat ten. Het enige principiële verschil met vroegere jaren is, dat de drie „zuilen stichtingen", die de N.O.F. stutten, zelf de organisatie en reclame in hun eigen (geloofs) sector ter hand hebben genomen. Maar de uitvoerende macht berust bij de topstichting in Den Haag, die vertegenwoordigers uit ieder der drie organisaties telt. Van een Paedagogische Adviescom missie gaan de plannen uit voor de nieuw te maken films. Voor de onge veer 15 smalfilms met tijdsduur van een kwartier die de technische staf van de N.O.F. jaarlijks kan maken, worden daarna door specialisten op het gebied van het gevraagde onderwerp scenario's ontworpen. Na het scenario komt het draaiboek aan de beurt en dan kunnen de cameraploeg en de technische staf het project afwerken. Voor de grotere films, die een half uur duren en soms drie kwartier zoals de in Mei a.s. uit te brengen film over Vondel, opgenomen in het Mui- derslot wordt een enkele maal ge bruik gemaakt van muziek en bijbeho rende dialoog. Het hierbij toegepaste „play-back"-systeem zou ook voor de kortere rolprenten zijn waarde wel kun nen bewijzen, als niet de simpele film vertoning in een klas- of gymnastiek lokaal zo weinig van het geluid tot zijn recht zou doen komen. Van de 3000 scholen zijn er nog al tijd 2000, die in groepjes van vijf een projector moeten lenen van de N.O.F. De andere beschikken zelf over zo'n ap paraat en daarmee meesta' ook over een leerkracht om het te bedienen. Bij de uit te lenen projector kan op verzoek ook een consulent door de N.O.F. ge leverd worden, die de „voorstelling" verzorgt. Daar er echter aan verschil lende kweekscholen door vakmensen van de N.O.F. instructieve lessen ge geven worden, die tot het meest effec tief aanwenden van het leermiddel film moeten leiden, zal mettertijd het onderwijzend personeel een vaste kern van filmisch geschoolde krachten rijk zijn. De 160 films (met van ieder vijftig copieën en bij vele een speciaal in structieboekje) vinden een grote aftrek op de Nederlandse scholen, maar ook op die van de Antillen, Suriname en Indonesië, waarvoor de Sticusa bemid delt. Misschien zal er een school eens een paar weken moeten wachten na haar aanvraag als het een film betreft, zoals die over de Elfstedentocht, die toch altijd nog wel een 1000 maal per jaar gedraaid wordt, of een film over de bloembollen. Maar doorgaans kan er aan ieder verzoek direct voldaan wor den. VOOR DE EERSTE drie klassen l.o. heeft de filmotheek van de N.O.F. filmpjes over: Doornroosje, Jonge be ren, Jonge leeuwen, Voorjaar op de boerderij. De hogere klassen zijn al weer toe aan eenvoudige industrie films en de zgn. taaifilms, waarnaar opstellen gemaakt moeten worden. Vooral bij het b.l.o. heeft men met dit laatste genre goede resultaten, omdat gebleken is, dat de leerling dit visueel onderricht beter in zich opneemt, beter verwerkt en er beter door gestimuleerd wordt tot eigen werkzaamheid dan door de gewone les. Voor het m.o. is de keus uit films tot nu toe zeer beperkt, beperkter nog dan voor het nijverheidsonderwijs. Daarom wordt er de laatste tijd hard gewerkt aan het kopen van buiten landse films, geschikt voor deze sec tor van het onderwijs. Ook met een zgn. internationaal koop-productiesy steem denkt men in het tekort te voor zien. Zestien landen, alle aangesloten bij de Intern. Werkgem. voor de Edu catieve Film, hebben zich verplicht ieder een film over eigen land te ma ken (de N.O.F. maakt hiervoor Neder land-Waterland) en deze over de gren zen uit te brengen in ruil voor buiten landse. Als echter alle plannen, die de N.OJT. en speciaal de directeur van deze stich ting, dr J. M. L. Peters, heeft, zo snel uitgevoerd zouden kunnen worden, als uitgedacht, dan zouden er al heel spoe dig nog betere resultaten te boeken zijn. Maar niet alleen de financiële fac tor (naast de subsidie is de enige inkomst de f 0.30, die per leerling wordt afgedragen) speelt ook nog een ideële factor een rol bij deze vertra ging. Men wil van de N.O.F. beslist geen zaakje maken, geen reeksenpro duct. Steeds weer wordt er getracht nieuwe wegen te vinden om het jonge leermiddel een zo groot mogelijke in- trensieke waarde te geven en niet door de monotonie van de herhaling tot ver vlakking te doemen. Een biologische film, een muziekfilm over de Pastorale van Beethoven (met thematiek en har monie op originele wijze uitgewerkt en gedemonstreerd), een film over bcuwkunst, costumes, opgravingen, dus, kortom: cultureel-historische en aesthe- tisch-vormende films lenen zich hiertoe het best. Behalve de films is de N.O.F. zich het laatste jaar ook gaan toeleggen op het vervaardigen van zgn. filmstrips, die vaak een bepaald onderdeel van een film nog eens nader toelichten. Deze deels getekende, deels gefotografeerde aanvullingen zijn een groot succes ge bleken, ook wanneer zij een sterk mo raliserend karakter hebben, zoals: „Goede manieren" en „Let op je hou ding". De invloed van de N.O.F., die in de loop der jaren wel degelijk een goede is gebleken, reikt echter nog verder dan we oppervlakkig zouden oordelen. Want het kind, dat aan de hand van juiste in- en voorlichting reeds jong de film op haar werkelijke waarde leert schatten, zal later minder gevaar lopen bij de zoveel kleuriger, woeliger en schetterende rolprenten in de bios coop. Het laat zich dan niet meer van gen door „het nieuwtje" en zal, door zijn systematisch en methodisch opge bouwde filmervaring, beter het kaf van het koren kunnen scheiden. (Ongecorrigeerd) Een van de Cornet-passagiersvliegtui gen met straalaandrijving van de „Brl- tish Overseas Airways Corporation" was hedenmorgen vroeg drie en een half uur overtijd op het traject Rome Cairo. Het toestel was Woensdagmid dag uit Londen naar Johannesburg ver trokken en had in Rome ruim 25 uur vertraging omdat herstelwerkzaamhe den moesten worden verricht. Vermoe delijk zijn er veertien passagiers aan boord en een bemanning van zeven Zuidafrikanen. Het vermiste toestel was gecharterd door de South African Airways. Met het aanbreken van de dag zijn vliegtuigen en schepen aan het zoeken gegaan. Men onderzoekt o.a. een melding van een vliegtuig, dat lichten op zee had gezien tussen Ponza en Capri. Officieel werd in Rome meegedeeld, dat de president van de BOAC op dracht heeft gegeven alle diensten van zijn maatschappij met Cornets opnieuw te staken in afwachting van nadere mededelingen omtrent het vermiste toestel. iNMi EMMi ZO JUIST ONTVANGEN ALLE NIEUWE KLEUREN EN MODELLEN (HH: EHMt p. paar z. inl. Graveren terwijl U wacht KEIZERSTRAAT 103 le klas reparatie-inr. goud, zilver. Gediplomeerd horlogemaker. - -i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1954 | | pagina 7