LINOLEUM KROMMENIE (f?)
Breid de krinö uit
üüRTrmi
n
SASKIA
Combinatie Haute Coiffure en
Coutureshows té onrustig
Beroep op instanties voor de
bescherming voetgangers
RIDEAUX
ROOS
IN MIJN KNOLLENTUIN
De onbekende
werd de ster
Albert Cernik
Guy Mitchell
Tóch veel smaak en
vakmanschap in
Kurhaus
Garnalenragout
Wie overlegtlegt liever linoleum I
„Heb je
een nieuwe
kapper
ontdekt?"
is mooi en blijft mooi I, \IY
Nieuw geluid van nieuwe
vereniging
o.v. n
v. /óv.
DOOR———
Veel pech, tenslotte
toch succes
yjOOR EEN talrijk publiek, dat voor
een groot deel bestond uit verte
genwoordigers uit de kapperswereld,
hebben Carita en Alexandre, kunste
naars op het gebied der Haute Coif
fure de nieuwe haarmode 1954 gede
monstreerd. Het Kurhaus te Schevenin-
gen had ditmaal de primeur, welke
nog een extra glans verkreeg door de
aanwezigheid van Charles Montaigne
en zijn zes lieftallige Franse manne
quins.
DEZE jonge dames toonden de nieuwe
modellen in de „Ligne libelle" van
de Frans-Nederlandse couturier, ter
wijl hun hoofdjes volgens de nieuwe
lijn, d.w.z. volgens de „Ligne Frago-
nard" of „Ligne Minaret" gekapt wa
ren. De nieuwe haarmode werd op het
toneel gedemonstreerd door monsieur
Alexandre, die met razend snelle be
wegingen de langgelokte roodharige
jongedame, belangrijk kortwiekte,
waarbij vooral het achterhaar hoog
werd opgeknipt. Rosita Carita legde
hierna met vaardige vingers een wa
tergolf, die eigenlijk alleen uit kleine
platte krullen bestond. Het resultaat
was na het drogen, toen het haar door
Maria Carita werd opgekamd, werke
lijk verbluffend mooi en héél eenvou
dig.
De „Ligne Fragonard", waarbij het
korte haar naar voren wordt gekamd,
geeft aan het gezicht een flatteuze om
lijsting. De .Ligne Minaret" geeft ver
schillende variaties op het ponykapsel,
óók voor lang haar geeft deze lijn vele
mogelijkheden.
Toch kregen wij niet de indruk, dat
de vakmensen op deze wijze een goed
overzicht van het geheel kregen, zelfs
voor de gelukkigen, die vlak bij het
podium zaten was er weinig te zien.
Even teleurstellend was het voor de
genen, die voor de Haute Couture ge
komen waren en de show van onze be
gaafde landgenoot Charles Montaigne
wensten te zien. De werkelijk mooie
couture-toiletten werden geheel bedor
ven door de typische versierselen, die
Carita en Alexandre in de kapsels van de
mannequins staken. Alleen bij groot
avondtoilet kan een versiering van een
mooie roos in het haar flatteus en aan
vaardbaar zijn, ook de lelietjes der da
len bij cocktailtoiletten in het haar
gedragen, kunnen het geheel een bij
zonder accent verlenen.
J-JET was jammer, dat deze twee zo
verschillende manifestaties op het
gebied der mode waren gecombineerd.
Dat gaf het geheel iets onrustigs en
rommeligs wat voor geen der partijen
aangenaam kan zijn.
Op zijn mantelpakjes (het sterke
punt van Montaigne) plaatst hij witte
vlinders van piqué of het zo populaire
lelietjes der dalen-bouquetje. Deze
pakjes hebben naast hun eenvoudige
lijn en goede coupe een speciale beko
ring door de wijze waarop de zakjes
worden geplaatst of door een draperie,
die even boven de bustelijn geplaatst
het pakje een zéér vrouwelijk accent
geeft Ook Montaigne gebruikt katoen
(het troetelkind der couturiers) voor
cocktail- en avondjaponnen.
Bijzonder mooi was het witpiqué
cocktailjaponnetje, met ceintuur van
paarse jersey, het bijpassende rechte
jasje, was gevoerd met paarse zijde.
De hoogzomer- en cocktail japonnen
hadden aardige variaties op schouder
banden. Als een brede gedrapeerde
band om de hals gelegd, of als smalle
ronde koordjes over de schouders en
eindigend in kokette strikjes kan deze
oplossing voor het hoogzomer décolleté,
werkelijk heel lief zijn. Voor zijn tail
leurs koos Montaigne veel alpaca, en
vooral veel tweed alpaca voor zijn
rechte mantels.
Het is echter te hopen, dat we de
mooie collectie een volgende maal in
een betere en waardiger entourage mo
gen aanschouwen.
HENDRINE.
250 d 200 g garnalen, 5dl (3 kopjes
water, een bouillonblokje), peter
selie, een uitje, 40 g (2Vs eetlepel) bo
ter of margarine, 40 g (4f£ eetlepel)
bloem, een scheutje melk, zout (peper
of nootmuskaat, azijn).
De garnalen afspoelen. Het water
met het bouillonblokje, de stelen van
de peterselie en een stukje ui aan de
kook brengen en ongeveer 10 minuten
laten trekken. De bouillon zeven. De
boter of margarine smelten in de lege
pan, de bloem er mee vermengen en
bij scheutjes tegelijk, onder voortdu
rend roeren, de bouillon toevoegen. De
massa laten doorkoken tot de saus ge
bonden is. De garnalen toevoegen en
het geheel enkele minuten laten trek
ken. De ragout op smaak afmaken met
melk en peper of nootmuskaat en een
paar druppels azijn). De ragoüt opdie^
nen bij rij3t of aardappelen. Ook kan
hij gegeven worden als een voorge
rechtje op geroosterd brood, in brood
jes, scherpen of flensjes; in dit geval
minder vloeistof nemen (3% 4 dl).
,tHoofd"-stukken uit het leven der familie Allemaal
werd hoor gevraagd.
,,'t Zal wel een prijzige
zfln ook", vervolgden de
vriendinnen van Me
vrouw Allemaal. „Zo
mooi heeft je haar nog
nooit gezeten. En wat
glanst het prachtig."
„Allemaal eigen werk", lachte Mevrouw Allemaal. „Zie je
deze fles FAMBRO? Dit is mijn ontdekking. De nieuwe
familieshampoo met de drie grote verrassingen. Eén: het
overdadige, welriekende schuim is van een ongekende reini
gende kracht. Twee: speciale bestanddelen hergeven zelfs
jarenlang onoordeelkundig verzorgd haar onmiddellijk zijn
natuurlijke glans en zachtheid. Drie: elk haar voegt zich, na
wassing, naar de geringste wens van de kam. Wij allemaal
gebruiken FAMBRO. Per grote gezinsflacon maar 1.25;
voldoende voor 30 wassingen. Goedkoper en beter kan nietl"
per grote gezinsflacon
- :v...
Ben prachtige vloerbedek
king, in meer dan honderd
kleuren en dessin*!
llnsltom
ia practiach
onverslijtbaar;
met klauran
door en door
U botft tr baast nitts aart u
dttif. Ets dregt doek is mttslal
voldotndt tn nu tn dan ttn
vleugjt Linoleum- was Krom-
mtnit. Dat allul
Linoleum
is 2 mtitr tmJ
Prifuss rasta/
6.45 ptr
ritrkatttt wsttsr
LI nole11
vanaf f. 3#95
Advertentie. Ing. Med.)
(Van een speciale verslaggever)
DE VOETGANGER in Nederland wordt bedreigd door ongeveer twaalf
millioen wielen. Twee millioen hiervan worden door motoren aange
dreven, de rest: tien millioen dus, door voeten. Het aantal wielen van
motorvoertuigen, motorfietsen en brommers bedraagt 5800 per vier
kante kilometer en 67.000 per 100 km rijksweg. Werden de fietsen er
bij inbegrepen, dan beschikt Nederland over 35.000 wielen per vier
kante kilometer en ongeveer 400.000-per 100 km rijksweg. Een en ander
ovrtreft het aantal wielen per oppervlakte en ook weglengte een
heid van alle andere landen ter wereld, Amerika inbegrepen. Het is
dan ook geen wonder, dat er in Nederland van een noodtoestand op ver
keersgebied kan worden gesproken, welke eveneens door de statistie
ken kan worden bewezen.
(Advertentie, ing. Med.)
Want in 1952 waren er in ons land
1097 verkeersdoden te betreuren, ter
wijl er, als gevolg van wegongelukken,
12.119 zwaargewonden in het ziekenhuis
moesten worden opgenomen. De voor
lopige cijfers over 1953 bedragen resp.
1200 en 13.000!
Daar meer dan een derde van het
totaal aantal verkeersslachtoffers tot de
categorie voetgangers behoort, heeft een
aantal ondernemende lieden te Den
Haag het initiatief tot de oprichting van
een organisatie genomen, welke Neder
landse Vereniging Bescherming Voet
gangers is genoemd. Geestelijke vader
van deze nieuwe bond is de heer L. C.
Admiraal, oud-directeur van het vroe
gere Nederlands Indische Touristenbu-
reau. De heer Admiraal, die zijn kan
toor in het pand Van Bleiswijkstraat 86
heeft ingericht, is eigenlijk z'n leven
lang in de verkeersbranche werkzaam
geweest. Want behalve aan het N.X.T. is
hij ook aan de K.P.M. verbonden ge
weest, terwijl hij bovendien nog jaren
lang aan het hoofd van een auto-ver
huurbedrijf heeft gestaan, dat een vloot
van niet minder dan 180 luxe wagens
bezat.
De structuur van de N.V.B.V. ver
toont grote overeenkomsten met die
van de A.N.W.B. en de K.N.A.C. In
24 plaatsen heeft men thans tweehon
derd leden geworven en binnenkort
zullen in het gehele land grootscheepse
wervingsacties worden ingezet. De con
tributie is vastgesteld op het luttele be
drag van een gulden per jaar. Het eerste
nummer van het officiële orgaan, dat
„De voetganger" is genoemd, heeft, zij
het in een voorlopige vorm, reeds het
licht gezien.
DE N.V.B.V. richt zich niet tegen de
gezonde ontwikkeling van het mo
derne verkeer. Maar wel tegen het on
verantwoordelijk gejakker op de weg,
dat tegenwoordig zo vaak onder het
mom van „sportiviteit" geschiedt. Te
vens stelt zü zich ten doel de belangen
van de voetganger bij de bevoegde in
stanties te behartigen. Een corps van
correspondenten, verspreid over het ge
hele land, zal haar over de noodzake
lijkheid van verkeerstechnische verbe
teringen op kruispunten, bij wegsplitsin
gen en bij oversteekplaatsen berichten.
Ook aan de opvoeding van de voet
ganger zelf zal de N.V.B.V. aandacht
besteden. Uit het eerste nummer van
„De Voetganger" ontlenen we o.m.: dat
een voorbeeldige voetganger zich aan
de verkeersvoorschriften houdt, goed
uitkijkt en zowel behulpzaam als hoffe
lijk is.
De N.V.B.V. heeft reeds een verzoek
schrift aan de minister van Verkeer en
Waterstaat gezonden, waarin op wette
lijke erkenning van de oversteekplaat
sen wordt aangedrongen, m.a.w.: op
voorrang van de voetganger boven het
andere verkeer, op de zelfde wijze zoals
dit reeds in het buitenland gebruikelijk
is. Ook heeft ze contact gelegd met de
Vereniging Veilig Verkeer, teneinde tot
nauwe samenwerking te komen. Bij
deze eerste gesprekken heeft de nieuwe
vereniging er op aangedrongen, dat de
voetganger, behalve recht op bescher
ming, aanspraak heeft op erkenning van
belangen, welke niet door het begrip
verkeersveiligheid worden gedekt.
AFGEPASTE GLASGORDIJNEN
(Advertentie, Ing. Med.)
Mag ik veronderstellen, dat u zich
een heel jaar lang een bepaalde
kolom herinneren zult? Neen im
mers. Ik zal dus even het feit in
uw geheugen terugroepen, dat ik,
juist een jaar geleden, de Boeken
week voor u inleidde met een mij
merij over „Het rose kapje".
Daarin betoogde ik, dat het gros
van de vrouwen vraagt om verhalen
met een rose belichting: boeken, die
niet de werkelijkheid van het leven
weergeven, maar een geïdealiseerd,
zoet romantisch droombeeld. En ik
besloot met boud te beweren, dat,
als ik tien brieven van protest op
deze kolom ontving mijn jaar tot de
volgende Boekenweek weer goed zou
ziin.
Lieve lezeressen, mijn jaar is op
perbest geweest, want ik heb per
kerende post èlf brieven ontvan
gen, met als nakomertjes tweemaal
een verwijtend schrijven van één
die juist zo zielsgraag gedichten
leestU ziet, dat, ofschoon ik dan
nog dertig procent overwicht heb
gekregen, mijn schatting er niet zo
ver naast was.
Nu weet ik wel, dat ik die dertien
brieven niet als norm mag nemen.
Zij zijn de enthousiaste voorhoede, de
kopgroep die met vlaggetjes zwaait
ters lang
;nn
die zich in het gelid
naar de toeschouwsters langs de weg.
Onder die toeschouwsters zijn er óók
nog genoeg
^OG is het geen zomer, maar als
straks de warme dagen komen
moet uw kleintje er volop van
kunnen genieten. Maak dan nu
alvast dit schattige speelpakje.
Misschien heeft u nog een fleurig
lapje liggen: ca. 80 cm van 80
breed is voldoende.
Het ruime broekje is ingerim-
peld aan een kort schouderstuk
je gezet, dat op de rug sluit. Voor
het achterstuk van het broekje
kunt u het patroon van het voor
stuk gebruiken met de stippellijn
als zijnaad. De twee kraagdeeltjes
knipt u van dubbele stof. V rim
pelt het voorstuk van de broek
van boven in en stikt er het
voorpasje op. Een extra stiklijn-
tje zorgt ervoor, dat de plooitjes
niet te veel uitspringen. Bij de
achterpas vouwt u het beleg naar
15 O.
/5 20
2/ 25 O- V. 'Jl-
5
KRAAG
binnen en brengt de knoopsgaten
aan. In het achterstuk van de
broek maakt u van boven in het
midden een 8 cm lang splitje.
Dan stikt u de rugpasjes op de
in gerimpelde bovenkant. Zij- en
schoudernaden sluiten en ook het
kruisje. Desgewenst kunt u dit
•olgens het stippcllijntje met
•en belegje versterken. De kraag-
leeltjes zet u onder een schuin
biesje langs de halsrand. De
nrmsgaatjes werkt u met een
:chuin reepje stof af. Tegen de
onderkanten van de pijpjes stikt
u esn schuif, waardoor u elastiek
haalt. Let u erop, dat dit niet te
strak zit?
zouden kunnen scharen en geestdrif
tig mee marcheren.
Alleen, zij hebben daartoe niet de
natuur. Anders gezegd: Niet iedereen
grijpt dadelijk naar de pen om haar
bijval te betuigen. Al mag ik dus
hét aantal minnaressen van het goe
de boek behoorlijk hoger schatten
deze dertien brieven zijn toch wel
typerend, zowel naar inhoud als aan
tal. Maar die inhoud is dan ook wel
zo, dat een moedeloos mens er met
één per maand juist de volgende
Boekenweek mee halen kan.
DE EERSTE is practisch en vraagt,
of Saskia niet geregeld eens een
goed boek kan bespreken? Dit wordt
in een open oor geknoopt. Een moe
der van zes schoolgaande kinderen
gunt zich geen tijd voor de schoon
maak, maar wel voor het aandachtig
lezen.
Een derde moeder leest de boeken
van haar ULO-dochter mee, zoals
„Orpheus in de Dessa" en beklaagt
zich, dat zij bij zo weinig vrouwen
belangstelling ontmoet voor de za
ken van de geest. Een volgende ver
baast zich dat veel vrouwen wél
geld over hebben voor een duur
abonnement op een suikerzoet da
mesblad, maar niet voor boeken of
zelfs maar een leeszaal-contributie.
Nummer vijf critiseert in dit ver
band vele feuilletons, die zij ook
graag eens wat meer levenswaar en
pittig zou zien. Een lief schuchter
kaartje verzoekt mij niet te lachen
om de bekentenis, dat de schrijfster
eindelijk na lang sparen zo gelukkig
is met haar eigen, gekóchte „Kleine
Johannes". Lachen? Ik zou dit kaart
je eerder willen inlijsten en boven
de ingang van de Boekenweekse
feestzaal hangenEen twee en
twintigjarige verzoekt mij, mét uit
roepteken, mede namens moeder en
zusters, vooral zo dóór te gaan.
Een prachtexemplaar van een ar
beidersvrouw, in het genot van maar
liefst zeven jeugdige spruiten vindt
desondanks tijd voor historische ro
mans, reisbeschrijvingen en zelfs
gedichten. En met haar kinderschaar
leest zij samen een heel boek uit als:
„Niels Holgerssons wonderbare reis"
waarbij vader de man met gene
gen aandacht zit mee te luisteren.
Het zal ook wel een beetje aan de
opvoeding liggen, veronderstelt zij.
Bii haar thuis kon het ook hele
avonden doodstil zijn vanwege het
lezen
En juist als mijn pen daar geest
driftig een oogje ontdekt om een
geestelijk haakje in te slaan komt er,
ergens van een uithoekje op de
kaart een brief aanfladderen die niet
minder dan een noodkreet slaakt:
„O Saskia. hebt u wel eens de
reactie gezien als een doodgewone
volksvrouw, en dat nog wel een
boerin „in kleren", durft te beweren
dat zij o zo graag gedichten leest,
dat ze wel eens als cadeautje een
verzenbundel vraagt? Saskia, dat
zegt men maar eenmaal, want men
noemt zo iemand vreemd of stapel
gek en wijst veelbetekenend naar het
voorhoofd
Natuurlijk, mijn beste, dat is mets
bijzonders; ik weet er alles van. De
vrouw die ergens een klokje heeft
horen luiden, een klokje dat hoog
boven het platvloerse alledaagse ge
doe in de toren van de geest hangt:
die wordt door de platvloérsen en
alledaagsen voor ..abnormaal versle
ten. Maar dat hindert toch eigenlijk
niet?
Lezen is meestal een bij uitstek
persoonlijke aangelegenheid, een
tweegesprek tussen schrijver en le
zer. Daar behoeft men zozeer geen
derde bij. Maar, men wil zo graag
van het genotene uitdelen aan an
deren, een gesprek met een gelijk
gestemde is zo'n verrijking
Laat ik deze mijn onbekende
plattelandsvriendin dan allereerst tot
troost verzekeren, dat er honderden
zijn zoals zij, al is het misschien niet
in haar naaste omgeving. Ik kan
er een beetje over meepraten, want
ik heb er deze winter stellig meer
dan honderd ettelijke middagen mee
op reis genomen door het wonder
land der literatuur. En ongetwijfeld
zal er hier of daar een gevonden
worden, die met deze eenzame ge
dichtenliefhebster een briefwisseling
wil aanknopen.
Maar juist dat isolement, dat uit
alle ingekomen brieven spreekt,
heeft mij het motto voor deze kolom
in de pen gegeven. Vriendinnen van
het boek, breid de kring uit! Laat
lachen wie lachen wil en stoor u
niet aan schouderophalen, maar
steek met uw geestdrift anderen
aan
Uw kinderen allereerst, uw vrien
dinnen, de leden van uw vrouwen
vereniging. Houd, als het uw beurt
is, een inleiding over een boek of
een gedicht. Vorm boekenkringen en
houd voorleesmiddagen, breng waar
het te pas komt het gesprek op een
boek. Er zijn door liefde en volhar
ding sterker muren dan die van
onverschilligheid gevallen!
\OOR DE Amerikaanse orkest
leider Carmen Cavallero was hel
een pijnlijk moment. Op een auditie
had hij een jonge en onbekende,
maar veelbelovende zanger aange
nomen. Stem en stijl van de jonge-
lihg waren zó, dat Cavallero er veel
van verwachtte. De jongeling, die
zich Al Grant noemde, had een
week lang zijn plaats achter de mi
crofoon ingenomen en Carmen's
verwachtingen leken vervuld te zul
len worden. Al had een warme,
jeugdige stem, waarvoor de vrou
welijke luisteraars vooral één en al
oor waren. Toen kwam er op de
achtste dag een telefoontje, dat de
nieuwe aanwinst met een zware
keelontsteking in bed moest blij
ven ja, dat hij misschien nooit
meer zou kunnen zingen!
DE HISTORIE vermeldt niet, hoe
Carmen Cavallero zich uit die situ
atie heeft gered. Zeker is, dat deze
plotselinge ziekte de carrière van een
goede vocalist in de kiem had kunnen
smoren. Al Grant was er zwaarder
door getroffen dan zijn baas. In 1927
geboren en Albert Cernik gedoopt, had
hij er lang van gedroomd, eens een
gevierd zanger te zullen zijn. Zijn stem
was behoorlijk ontwikkeld, maar bij
afwezigheid van een orkestleider, die
hem wilde engageren, stelde Albert
zich er mee tevreden, nieuwe produc
ten van liedjes-componisten op de plaat
vast te leggen. Gewapend met zo'n
Het modehuis „Virginie" te
Parijs is bijzonder gespecialiseerd
in kindermode. Drie jeugdige
mannequins tonen haar nieuwe
zomerjurkjes.
GUY MITCHELL
proefplaat plegen de Amerikaanse
songwriters naar de muziekuitgevers
te gaan met lood in hun schoenen en
hoop in hun hart, dat hun nieuwste
product het uitgeven waardig (en
waard!) geacht zal worden. De ver
dienste van dit werk was voor de jonge
Cernik zeer matig. Al werd stem ge
hoord door menige matige uitgever, zij
bleef toch onbekend en onbemind.
Toch verloochende Albert zijn toe
komstdromen niet. In 1948 kwam de
kans: een auditie bij Carmen Caval-
lere, wiens orkest in de „daktuin" van
het befaamde Astor Hotel te New York
speelde. Het lot was hem slecht ge
zind zijn kans keerde na die ene, suc
cesvolle week.
^A EEN PAAR angstige weken genas
Albert's keel zijn stem keerde tot
normale proporties terug. Met dat al
was hij weer precies, waar hij begon
nen was! Hij zong voor liedjesschrij
vers en had eindelijk in 1950 het geluk,
dat een uitgever zich interesseerde
voor de onbekende stem, die hem de
zoveelste „hil"-in-spé demonstreerde.
Hij informeerde naar de naam van de
zanger, sprong in een taxi en liet er
zich heen brengen. De zaak was gauw
beklonken: de man zou zich inspan
nen om Albert Cernik de plaats te be
zorgen, die hij verdiende. Menige po
ging leed schipbreuk op gebrek aan in
teresse, twijfel aan de capaciteiten van
de zanger en al die uitvluchten waar
mee druk bezette zakenmensen vast
houdende bezoekers de deur wijzen.
Eerst tobn men de aandacht kon
trekken van Mitch Miller - orkestlei
der, arrangeur en talentenjager van
groot kaliber, was de zaak rond. Het
succes van Albert Cernik is grotendeels
aan de capaciteiten van Mitch te dan
ken. Met het juiste songmateriaal en
begeleid door een koor en vrolijk-
schallende hoorns - een nieuw ideetje
van Miller - steeg zijn stem tot enorme
hoogte van populariteit. De ene suc
cesplaat volgde snel op de andere:
„My truly.truly fair", „My heart cries
for you", „Cristopher Columbus", „Bel
le, Belle, my Liberty Belle" - en in het
laatste jaar „She wears red feathers",
„Look at that girl", „Chicka-boom" en
„Sippin Soda". Om een prettig klin
kende naam op de labels te kunnen
zetten, alsook uit dankbaarheid voor
de man die het tij deed keren, noemde
Albert Cernik zich Guy Mitchell. (Mit
chell is Miller's volledige voornaam^
Als zodanig is hij nu een tomattra^fc
I,