BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER, vestigen bij dezeter voldoening aan de circulaire van den Heere Commis saris des Konings, in de provincie Noordhollanddd. 27 Julij 1858, No. 5247_°_ 5 (provinciaal blad No 73) de bijzondere aandacht van alle daarbij belanghebbende personen, op de in de Staatsbladen No. 54 en 55 van dit jaar voorkomende, hieronder in deszelfs geheel volgende besluiten: (Staatsblad No. 54.) BESLUIT van den 28sten Junij 1858, houdende bepalingen op liet voeren van seinlichten lij nacht en het doen van mist- signalen op zeeschepenlol het vermijden van aanvaringter vervanging van de Koninklijke besluiten van 29 Januarij 1850 (Staatsblad no. 3), en 17 Maart 1853 (Staatsblad no. 14). Wij WILLEM III, rij de gratie Gods, Koning der Ne derlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Gezien het gemeenschappelijk rapport van Onze Ministers van Marinevan den 2östen Mei jl.no. 71, van Binnenlandsche Zaken, van den 3den Junij 1858, lit. d. 6e afd.van Ruitenlandsche Zaken, van den 4den Junij 1858, no 3, en van Finantienvan den 19den Junij 1858, no. 98, I. U. R. houdende voorstel tot wijziging der bestaande bepalingen omtrent het voe ren van seinlichten bij nacht, door zee-, stoom- cn zeilschepen en het doen van seinen, bij mist, tot het vermijden van aanvaring; Den Raad van State gehoord (advies van den 25sten Junij 1858, no 3), Hebben goedgevonden en verstaan Met ingang van den lsten October 1S58, worden ingetrokken en buiten werking gesteld de Koninklijke besluiten van den 29sten Januarij 1850 Staatsblad no. 3) en van den 17 Maart 1853 Staatsblad no. 14) en op dat tijdstip vervangen door de navolgende bepalingen: Stoomschepen Alle zee-stoomschepenstoomendevertoonenvan zonsondergang tot zons opgang de volgende lichten lo. Een helder wit licht aan den top van den fokkemast; een groen licht aan de stuurboordzijde een rood licht aan de bakboordzijde. 2o. Het licht aan den top van den fokkemast is zóó ingerigt, dat het, bij donkere nachtenmet heldere luchtop eenen afstand van ten minste een en een vierde Duitsche mijl, zigtbaar is, en een onveranderlijk en on afgebroken licht doet schijnen over eenen boog van den horizon, van twin tig kompasstrekenen het is zóó bevestigddat het licht werpt over tien kompasstreken wederzijds van het schip, te weten: van regt vooruit tot twee streken achterlijker dan dwars aan elke zijde. 3o. Het groene licht aan stuurboordszijde en het roode licht aan bak boordszijde zijn zóó ingerigt, dat zij, bij donkere nachten met heldere lucht, op eenen afstand van ten minste een halve Duitsche mijl zigtbaar zijnen een onveranderlijk en onafgebroken licht doen schijnen over eenen boog van den horizonvan tien kompasstrekenen zij zijn zóó bevestigddat zij licht werpen van regt vooruit tot twee streken achterlijker dan dwars, aan de stuurboords- en aan bakboordszijde. 4o. De lichten aan de zijden worden aan den binnenboordskant voorzien van schermenzic.h ten minste ééne el verder dan het licht naar voren uit strekkende, om te voorkomen, dat de lichten van de andere zijde kunnen gezien worden. 5o. Stoomschepen, slechts zeilende, voeren geen licht aan den top van den mast. Mistseinen. Alle zee-stoomschependoor raderen of schroeven voortgestuwdstoom op hebbende of onder stoom zijnde, gebruiken, in alle gevallen van mist, als mistsein eene stoomfluitgeplaatst voor den schoorsteenniet minder dan twee en een half el boven het dek. Met deze wordt ten minste eens in elke vijf minuten geflotengeen stoom op hebbende gebruiken zij een misthoorn of eene klok zoo als voor zeilschepen is voorgeschreven. Zeilschepen lo. Alle zee-zeilschepen, onder zeil zijnde of gesleept wordende, ver toonen van zonsondergangtot zonsopgang een groen licht aan de stuurboord zijde en een rood licht aan de bakbpordszijde van het schip. Deze lichten zijn zóó ingerigt, dat zij bij donkere nachten, met heldere lucht, op een afstand van ten minste eene halve Duitsche mijl zigtbaar zijn en een on veranderlijk en onafgebroken licht doen schijnen over eenen boog van den horizonvan tien kompasstreken van regt vooruit tot twee streken achterlij ker dan dwars aan de stuurboords- en aan de baksboordszijde. 2o. De gekleurde lichten worden bevestigd, wanneer het doenlijk is, die zóó te vertoonenen worden aan den binnenboordskant voorzien van schermen, zich ten minste eene el verder dan het licht naar voren uitstrek kende, om te voorkomen, dat de lichten van de andere zijde kunnen gezien worden- 3o. Als de gekleurde lichten niet bevestigd kunnen worden (zoo als op kleine schepen, bij slecht weder), worden zij, van zonsondergang tot zons opgang, elk op de zijde van het schip, waar het behoort, op het dek ge reed gehoudentot oogenblikkelijke vooriooningen worden zijbij het na deren van of tot eenig schip of schepen, op zoodanige wijze vertoond, dat zij het best gezien kunnen worden; zulks tijdig genoeg om aanvaring te vermijden en zóó, dat het groene licht niet van bakboordszijde, en het roude licht niet van stuurboordszijde kan gezien worden. Mistseinen. Alle zee-zeilschepenonder zeil zijndegebruiken 111 alle gevallen van mist, wanneer zij over bakboord liggen, een misthoorn en als zij over stuurboord liggen eene klok. Ten minste ééns in elke vijf minuten worden deze seinen gegeven. Zeil-loodsvaartuigen voeren alleen een wit licht van top en vertoonen, om de vijftien minuteneen schitterend licht. Zij doen de mistseinen als zeezeilschepen. Schepen ten anker. Alle zeeschepen, op reeden of in vaarwaters, ten anker liggende ver toonen, van zonsondergang tot zonsopgang, waar het het best kan gezien wordenmaar met hooger dan zeven el boven scheepsboordeen wit licht in eene boliantaren van twee palm middellijn, zóó ingerigt, dat het rondom een helder onveranderlijk en onafgebroken licht werpt langs geheel den ho rizon op den afstand van ten minste een vierde Duitsche mijl. Onze Ministers van Marine, van Binnenlandsche Zaken, van Buitenland- sche Zaken en van Finantien zijn belast met de uitvoering van dit besluit, het welk met eene daarbij behoorende toelichting omtrent het gebruik der sein lichten in het Staatsblad zal worden geplaatst. Het Loo den 28sten Junij 1858. WILLEM. De Minister van Marine J. S. Lotsij. De Minister van Binnenlandsche Zaken van Tets. De Minister van Builenlandsche Zaken, J. K. van Goltstein. De Munster van Finantien, van Bosse. Uitgegeven den vijfden Julij 1858. De Directeur van het kabinet des Konings de Kock. Behoort bij Kotünklijk besluit ran 28 Junij 1858 (Staatsblad no. 54). TOELICHTING. De navolgende schetsen dienen ter opheldering van het gebruik der lichten door schepen in zee gevoerd wordende, en om aan te toonen de wijze hoe zij aan een schipdat die lichten zietde piaats en rigting van het schip, dat gezien wordt, te kennen geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1858 | | pagina 3