lo. Als men het roode en het groene licht ziet. A. ziet een rood en een groen licht vóóruit;dan weet A dat een een stoomschip is. 2o. Als men wel het roode, maar niet het groene licht ziet. A ziet een rood licht vóóruit of kraanbalksgewijs vóóruit dan weet A óf, dat eenig schip hem op den bakboordsboeg nadert, gelijk B., A óf, dat eenig schip, naar_bakboords-zijdevóór hem over ligtgelijk DDD. Ziet A tevens een wit toplicht boven het roode, dan weet hij, dat het een stoomschip is, hetwelk óf tegen hem inligtgelijk B, óf zijne koers- jijn in eenige rigting naar bakboord, vóór hem over, snijdt, zoo als DDD. 3o. Als men wel het groene maar niet het roode licht ziet. A ziet een groen licht vóóruit of kraanbalksgewijs vooruitdan weet A óf, dat eenig schip hem, als B, op zijn stuurboordsboeg nadert; Ziet A een wit toplicht boven het groenedan weet hijdat bet ont dekte schip een stoomschip is, dat óf, gelijk B, tegen hem inligt, óf, zoo als DDD, zijne koerslijn in eenige rigting, naar stuurboordvóór hem oversnijdt. (Staatsblad No. 55.) BESLUIT van den 28sten Jnnij 1858 houdende wijziging van art. 2 van het besluit van 9 December 1S45. (Staatsblad No. 68.) Wij WILLEM IIIbij de gratie gods Kon'ing der ne derlandenPrins van Oranje-Nassau Groot-Hertog van Luxemburg enz. enz. enz. Gezien het gemeenschappelijk rapport van Onze Ministers van Marine, van den 20sten Mei jl no 71, van Bmnenlandsche Zaken, van den 3Jen Junij 1858, lit. 1), 6de afdeebng, van Buitenlandsche Zaken, van den 4den Junij 1858, no. 3, en van Finantienvan den 19den daaraanvolgende, no. 98, I. U. R houdende voorstel tot wijziging van art 2 van het Koninklijk be sluit van 9 December 1845 Staatsblad no 68); Den Raad van State gehoord (advies van den 25sten Junij 1858, no. 3), Hebben goedgevouden en verstaan Art. 1. Met ingang van den lsten October 1858 wordt art. 2 van het Koninklijk besluit van 9 December 1845 (Staatsblad no. 68) gelezen als volgt: Sloomvaarluigengeene zeeschepen zijnde, des nachts op de rivieren en stroomen varende, voeren, van zunsondergang tot zonsopgang, twee helder lichtende lantarens, achterop eene met roode, vóórop eene met groene gla zen, geheschen aan den achtersten en voorsten mast, of bij degenen, die slechts één mast hebbende roode lantaren aan den vlaggestok achterop. Zeilvaartuigengeene zeeschepen zijnde, voeren als zij gesleept worden, op de rivieren en stroomenvan zonsondergang lot zonsopgang eene helder lichtende lantaren, met witte glazen aao den grooten top. Aldaar onder zeil zijnde, en van zonsondergang tot zonsopgang, een an der, hetzij stoom- hetzij zeilschip, naderende, of daardoor opgeloopen wor dende, vertoonen zij een helder wit licht, in zoodamgen stand, dat het door het genaderd wordendeof naderende schip kan gezien wordenen zulks tijdig genoeg, om het gevaar van aanvaren te voorkomen. Op reeden of stroomen ten anker liggende, voeren zeil vaartuigengeene zeeschepen zijnde, van zonsondergang tot zonsopgang, aan den grooten top een helder wit licht. Zeeschepen hetzij stoom- hetzij zeilschepenblijven op de reedenrivie ren en binnenwateren van het Rijk de lichten voeren, bij Ons besluit van heden Staatsblad no. 54) voorgeschreven. Art. 2. Aan de voorschriften op het voeren van seinlichtenvoorkomende in het Koninklijk besluit van 12 November 1851 Staatsblad no. 144), hou dende bekrachtiging van het Reglement van Politie voor de vaart op den Rhijn tot aan zeewordt door het tegenwoordig besluit niet te kort gedaan. Onze Ministers van Marine, van Binncnlandsche Zaken, van Buitenland sche Zaken en van Finantien zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst. Het Loo den 28sten Junij 1858. De Minister van Marine, WILLEM. J. S. Lotsij. De Minister van Bmnenlandsche Zaken, van Tets. De Minister van Buitenlandsche Zaken, J. K. van Goltstein. De Minister van Finantien, van Bosse. Uitgegeven den vijfden Julij 1858. De Directeur van het kabinet des Konings de Kock. En opdat niemand hiervan onkundig zoude blijvenzal deze worden af gekondigd en aangeplakt, ter plaatse alwaar zulks alhier te geschieden, ge bruikelijk is en in de Heldersche en Nieuwedieper Courant worden geplaatst. Helder, Burgemeester en Wethouders voornoemd, September 1858. STAKMAN BOSSE. De Secretaris, L. VERHEY. NIEUWE DIEP BIJ C. BAKKER Bz. GEDRUKT BIJ S. GILTJES.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1858 | | pagina 4