c'iincricn uit de fabriek der heercn Paul van Vlissingen eu Dudok van Heelte Amsterdam, voor rekening der cgyptische regering. In cene levensbeschrijving van generaal Friant, dezer (Sagen uitgekomen, wordt de volgende anecdole verhaald. Bij «en der veldslagen zag bij, dat een bataillon, dat hevig aan het vuur was blootgesteld, terug weck. Hij reed daarheen, en hield de volgende korte, doch echt militaire aanspraak: Hoe 7. t gij bang te sterven voor die zes ellendige stuivers, die gü daags ontvangt? Ik heb 130,000 livres rente, en ben niet eens bang. Toe beft uw hoofd op, laat mij uw snorbaarden zien, en houdt u goed!" Niemand dacht er meer aan, om een enkelen pas te wijken; bijna het gehecle bataillon sneuvelde, doch de post werd behouden. Het genlsche dagblad de Beurzen Courant meldt het volgende droevige onheil, bij gelegenheid der kennis al daar, in den cirquc van den heer Baptisle Loisset voorgevallen. Bij de repetitie namelijk met een door den directeur afgeleerden faut, vermaakte zich een der kinderen van den clown met i:f'. werpen van kleine steentjes naar het dier, en hetzij de sachlige viervoeter niet zoo lam is, als men denkt, hetzij knaap hem pijn veroorzaakte en aldus zijne woede opgewekt i, hij nam het kind met zijn snuit op en wierp het naar hoogte. Het is men ijst bij het nederschrijvcn door der vensters der tent tot op de spil van eene wafelkraam gemeten, van waar het dood weggedragen is. De droefheid w den clown is onbeschrijfelijk. Geheel de stad is daardoor verslagenheid gebragt. Als een staaltje der beschaving in Spanje, deelen de ..paansche dagbladen het volgende uit Madrid mede: Een rijke molenaar, die in den omtrek algemeen benijd werd, bad nu dan een bezoek van slraatroovers te verduren. Zekeren dag, dat des avonds weder een aanval op zijn molen moest plaats grijpen, werd hij om nachtkwartier gevraagd door eenige afgedankte soldaten, die op weg waren naar huis. De mole- mar bewilligde in bun verzoek; zij vernachten op den zolder, terwijl de roovers kwamen en het geld van den molenaar op- eiochten. De molenaar antwoordde, dat hij het zou gaan halen; hij ging naar boven, wekte de soldaten, en doodde, door hen geholpen, de drie roovers, die hij zwemmende in hun bloed liet liggen. Daar het voorgevallene aan de overheid moest worden bekend gemaakt, ging hij den volgenden morgen naar de woning van den alcade, dien hij niet te huis vond. De molenaar begaf zich nu naar diens plaatsvervanger, maar ook deze was niet te vinden. Hij was nu genoodzaakt naar een derde te gaan, maar deze was almede niet te huis. Niemand wist daarenboven waar deze drie mannen zich konden bevinden. De molenaar keerde naar buis terug en wilde zelf de lijken begraven; hij trok bun de maskers af, en zie, daar lagen de drie alcaden. Dezer dagen had er in de zitting van den militie-raad te Vcrviers, het volgende zonderlinge geval plaats: Bij de naamsoproeping van een loteling, zoon des kosters van een naburig dorp, zag men een wanstaltige massa het bureau nade ren. De majoor beval, dat men den loteling het pak goed zou ontnemen, waarin hij gewikkeld was. De eerste omslag, onder de gedaante van een overrok, gevallen zijnde, liet niets raden; het ondervest werd uitgetrokken, er was nog niets te zien. Ga maar voortzeide de majoor. Tot het hemd toe moet bij er aan!" Maar wat bleef er toen nog over? Niels dan cene menigte ineengevlochten lederen riemen, die, van de billen tot aan de schouders opgaande, de lange gestalte van den conscrit eenige millimeters verminderden; de ribben waren tegen el kander geperst, de heupen vormden slechts eene ineengedrukte massa met den buik, die lot zijn kleinsten omvang gebragt was. Toen de riemen weggenomen waren, loosde de arme jongen een oef!" die gevolgd werd door een schaterlach van do gehecle vergadering, en eene plotselinge ontwikkeling zijner kleine gestalte. Bij Sherbourne zijn een man en een knaap in een leemput door eene instorting levend begraven en eerst na 90 uren is men door het graven van een mijngang er in geslaagd hen te naderen. Men dacht niet anders, dan twee lijken te vinden, doch hoewel zeer verzwakt, waren zij nog in het le ven en volkomen bij kennis, zoodat zij, ouder doelmatige be handeling, thans bijkans geheel hersteld zijn. De knaap sprak bet eerst en zeide tot een der gravers, die zich door den mijngang vertoonde: «Vader, zijt gij hel?" Hij was het in derdaad, en men verbeelde zich het tooncel der ontmoeting. Het sedert eenige dagen verwachte en veelbesproken arti kel in de Patrie is heden verschenen; het behandelt de zarnen stelling van het congres. Daarbij wenschte bet blad Piëmont wel onvoorwaardelijk, in plenoeven als in der tijd bij bet con gres te Parijs, toegelaten te zien, doch erkent dat dit in strijd zou zijn met de beginselen van bet algemeen regt en de ge schiedkundige overleveringen. Na den omvang van het akensche protocol te hebben onderzocht, besluit het blad met de bewering, dat alle ilaliaansche staten toegang tot het congres moeten hebben, uitgezonderd die en hier wordt het koning rijk der Beide Siciliën bedoeld wier diplomatische toestand dit verbiedt. De hertog van Anhalt vierde den 24slen Maart zijne 23 jarige troonbestijging. Bij die gelegenheid heeft de vorst beslo ten een fonds te stichten tot ondersteuning van hulpbehoevende stommen en blinden. Voorts zijn alle onbetaalde boeten, bene den 4 thalcr, wegens jagtdilicten, kwijtgescholden, even als alle nog niet betaalde regtskosten der gebeurtenissen op 16 Maarq 1849. Bij den laalsten bazar ten behoeve van de arme Polen welke jaarlijks in het hotel van prinses Czartorysky te Parijs gehouden wordt, verkocht ook Mw. George Sand eenige snuis terijen. Zij noodigde baron James Rotschild uit, ook bjj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1859 | | pagina 2