TERSLAG van het plegtig leggen van
den eersten steen van het nieuwe
drooge dok op het maritime Etablissement
Willemsoord.
Volgens belofte geven wij hierbij onzen lezers het verslag
van het plegtig leggen van den eersten steen van het
metselwerk des nieuwen doks op het maritime etablisse
ment Willemsoordhetwelk door den Heer Vice-Admiraal,
Directeur en Kommandant, D. BIJL de VROE, den 28
Junij 1859 is verrigt.
Nadat Z. Exc., gevolgd door den Vice-Admiraal 't Hooft
en een schitterenden staf, aan de dokpoort was opgewacht
door eene deputatie der Dokcommissie, werd Z. Exc., on
der het geven van liet aan zijn rang verbonden saluut,
over het met vele vlaggen versierde terrein naar bet bureau
geleid en aldaar door die Commissie ontvangeneven als
de Burgemeester en de Wethouders der gemeente Kelder.
De Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat in Noordkol-
landVoorzitter der Commissie, Z. Exc. verzoekende om
tot het volvoeren der plegtigheid over te gaanbegaf zich
de stoet, voorafgegaan door genoemde deputatie, over den
daartoe gemaakten trap door de eerepoort, welke op den
noordelijken schermmuur van het dok was geplaatst, in
den put.
Eene eerewacht van mariniers gaf Z. Exc. de aan zijn
rang verschuldigde eerbewijzen, terwijl de muziek hem met
fanfares begroette. De aannemer verwelkomde Z. Exc. op
den vloer van het dok in een daar geplaatste tent.
De Voorzitter der Dokcommissie nam het woord, en
zeide het volgende:
„HoogEdel Gestrenge Heer
//De Commissie voor de dokwerken heeft mij de ver-
//eerende taak opgedragen, het woord te voeren, en daartoe
//zij het mij vergund, Uwe aandacht voor weinige oogen-
//blikken te vestigen op het gewigt van dezen stond.
//Het gemis van drooge dokken op het maritime Eta
blissement Willemsoord, in de nabijheid der belangrijke